Benoemingen, enz. B u ite n 1 a n d. België. Welke is de reden, dat de ambachtsstand zoo weinig gene- I genheid voor het kunstonderwijs toont, en welke middelen behooren te worden aangewend om die onverschilligheid te doen ophouden; 3. ontwerp van een grafsteen op eene vlakte van 5.20 bij 2.60 meters. Den inzenders der bekroonde antwoorden wordt toegezegd het getuigschrift der Maat schappij en f 300, f 150 en f 50. Door het Prov. bestuur van Noordholland is eer gisteren aanbesteed, het opruimen van een in de Zuiderzee ten zuiden van het eiland Urk gezonken vaartuig. Minste inschrijver de heer W. Kramer, te Urk, voor f 395. In de gisteren gehouden zitting der Provinciale Staten van Noordholland is herkozen als lid der Eerste Kamer Dr. E. C. Bügner, met 32 van 61 stemmen. De schulpenprijs is dezer dagen te Texel belangrijk gestegen. Men besteedt thans inkoopsprijs per Stère f 3.10, voor acht dagen was die prijs f 2.20. Concurrentie bij kooplieden is hiervan de oorzaak. Gisteren werd te Schagen, onder voorzitterschap van den schoolopziener van dit district, den heer P. J. Heijning, de jaarlijksche algemeene vergadering gehouden van de onderwijzers in dit schooldistrict. Nadat de vergadering op gepaste wijze door den voorzitter was geopend, en eenige huishoudelijke werkzaamheden waren afgedaan, kwamen achtereenvolgens in behandeling de navolgende punten van bespreking: 1. Is de oprigting van schoolbibliotheken wenschelijk? Wat kan de onderwijzer doen om zoodanige inrigtingen in het leven te roepen? 2. De verhouding van de openbare hoofdonderwijzers tot de gemeenteraden? 3. Wat is er vóór, wat \is er tegen het houden van school feesten en prijsuitdeelingen 4. Waaraan is het toe te schrijven, dat zooveel aspiranten, vooral voor de hoofd onderwijzers-acte, worden afgewezen? 5. Mag de gewone lagere school geacht worden een geschikten werkkring voor eene hulponderwijzeres op te leveren? 6. Zal het lager onderwijs voldoende vruchten afwerpen, dan is invoering van wettelijken leerpligt wenschelijk. De bespreking van deze onderwerpen werd respectivelijk ingeleid door de heeren Mooij van den Helder, Bergman van Winkel, Greidanus van Burgerbrug, Muijs van Wierin- gerwaard, van Ewijk van Hypolitushoef en van den Berg van Anna-Paulowna. Door onderscheidene leden werd achtereenvolgens over de verschillende onderwerpen het woord gevoerd; de discussiën leidden tot het nemen van' conclusiën, meerendeels in den geest van de inleiders der punten van behandeling Aan 't einde bragt de voorzitter dank voor de belang stelling in de werkzaamheden dezer vergadering en sloot met een gepast woord deze bijeenkomst. Tot lid van den gemeenteraad te Bovèncarspel is benoemd de heer W. Schotsman, in plaats van den heer A. Rooker, die overleden is. Men meldt uit Wijk aan Zee, dd. 2 October: „Het was een aangename tijding voor de Nederduitsch-Herv. gemeente alhier, die zij jl. Zondag van haren geachten leeraar A. van Laer ontvangen mogt, dat hij voor de toezegging van beroep naar Oosterland op Wieringen had bedankt. Was het voor hem een groote eer beroepen te worden in die gemeente waar hij vóór vijfjaren het Evangelie verkondigd had, het zou voor onze gemeente een groot verlies zijn geweest, zoo hij uit ons midden ware vertrokken. Al was hij dan niet de eerste die het plan vormde om het gesticht voor ouden van dagen op te rigten, het mag gerust gezegd worden dat hij veel daartoe heeft bijgebragt, ja dat zijne vestiging alhier steeds is gekenmerkt door weldoen, dat vooral bleek tijdens liet heerschen der typhus, het nog ondersteunen dier weduwen en kinderen zooveel mogelijk, het tot stand brengen van nuttige instellingen als spaarbank, volkslezingen, vredebond enz., en dus zijn blijven in deze opzigten dubbel wenschelijk is. Moge zijn besluit om hier te blijven met Gods zegen bekroond wo.rden De landbouw-feesten te Amsterdam zijn jl. Diugsdag avond besloten met een fraai vuürwerk. Die feesten zijn buitengewoon druk bezocht geworden. Men berekent, dat ruim 50,000 personen de verschillende tentoonstellingen hebben bezigtigd, en de Amsterdamsche Omnibus-Maat schappij heeft gedurende de feestdagen ongeveer 25,000 menschen vervoerd. Men zegt, dat jl. Dingsdag verscheidene eigenaren van restauratiën genoodzaakt waren, de deuren hunner etablissementen te sluiten, ten einde te grooten aandrang te voorkomen. Met de volgende regelen besluit de correspondent van de Amst. Crt. zijne beschouwingen over de Weener ten- v toonstelling „En nu vaarwel, tentoonstelling, die ten volle den naam van grootsch verdiend heeft. Vaarwel, Weenen, aangename stad, met al uwe verrukkelijke schoonheden, met uwe paleizen en tuinen, waar elke plek het gevoel aangenaam streelt, vooral daar, waar de blik zweeft over den schoonen blaauwen Donau, en de bergen zoo pitoresk den gezigt- einder begrenzen. Vaarwel, Weenen, met uw verrukkelijk N Laxenburg, uw bekoorlijk Schönbrun en het eenige Prater. Regt genoegelijk heb ik hier mijne weken gesleten, en in al dieft tijd heb ik niet een eenig beschonken inwoner gezien; voor een Amsterdammer voorzeker merkwaardig! Gelukkige stad ook uit dit oogpunt. Als ik in uw Prater het beeld zag onzer kermissen, ontdaan van alle dronke- mansgalmen, hoe smartelijk rezen dan niet voor mijn geest de bulkende troepen dier verdierlijkte dronkaards, welke, helaas! trots alle matigheids-genootschappen, onze steden ontsieren. J Maar genoeg, ik was die ontboezeming aan de waarheid schuldig. Vaarwel, nog eens, Weener tentoonstelling! Indirect zijt gij der hoofdstad tot groot voordeel geweest, regtstreeks tot groote eer, al zijn dan ook offers daartoe in plaats van winsten noodig geweest. Een nieuwe weldaad is door u aan de wereld-industrie bewezen, en moge ik, nog eens hier terugkeerende, veel behouden terugvinden van alles wat er wonderbaars en prachtigs voor de werkelijk beroemde tentoonstelling in het Prater geschapen werd." Aan de Leidsche Hoogeschool hebben zich als studenten in de geneeskunde laten inschrijven twee Russische dames, genaamd Fanny Berlinerblau en Olga von Stoff. Beide hebben zij reeds vroeger gestudeerd te Zuricli. Op de dezer dagen gesloten tentoonstelling van oud heden te Gouda was o. a., zoo als reeds vroeger in de dagbladen vermeld is, een kostbare beker, door Jacoha van Beijeren geschonken aan de schutters van het St. Jorisgilde te Gouda. Voor dezen beker is dezer dagen herhaaldelijk een bod gedaan van vijf-en-twintigduizend gulden. Voorwaar een zware verzoeking voor het bestuur eener gemeente, wier finantiëele toestand niet zeer gunstig is. -Uit Vlissingen schrijft men o. a. aan de N. M. C. „Enkele weken zijn sedert onze feestviering verloopen. De feestdosch, waarin Vlissingen als gehuld was, is verdwe nen. De vreemde gasten zijn vertrokken. Een ieder is tot zijnen arbeid wedergekeerd en geene vreugdekreten wor den meer van 's Heeren wegen gehoord. Het is, alsof Vlissingen zijn winterslaap heeft aangevangen. Wel komen ons nu en dan verblijdende tijdingen ter oore, waarvan men het beste voor Vlissingen 's toekomst verwacht; wel is er sprake van grootsche ondernemingen, doch voor het oogen- blik dobbert men tusschen hoop en vrees slechts in het onze kere rond en vraagt zich af: Hoe nu? Zal het bij het oude blijven? Zal men nu Vlissingen aan haar lot overlaten en zich vergenoegen met de wetenschap, dat Vlissingen is de beste en natuurlijkste zeehaven van ons land en voor het overige het beschouwen als een gevaarlijke mededingster van Rotterdam of Antwerpen, zonder meerj? De kinderjufvrouw bij den heer A. H. B. H., te Arnhem, beschuldigd van verschillende diefstallen, doormiddel van valsche sleutels, en in loondienstbaarheid en van mis handeling van een kindje van 13 maanden, hetwelk aan haar zorg was toevertrouwd, is gisteren, ter teregtzitting van het Provinciaal geregtshof aan deze haar ten laste gelegde misdrijven schuldig verklaard en te dier zake veroordeeld tot vijf jaren tuchthuisstraf en tot betaling eener geldboete van f 50. Met genoegen, zegt de Arnh. Crt., vermelden wij de onderscheiding, welke den heer P. Haagsma, te Arnhem, is te beurt gevallen, voor het door hem vervaardigde „Militair Atsjinlied." Van IIH. MM, den Koning en de Koningin, van HH. KK. HH. den Prins van Oranje en Prins Frederik, alsmede van de ministers van Koloniën en Marine, heeft de auteur een zeer vleijend schrijven ont vangen, waarbij hem dank gezegd wordt voor zijne gelukkige poging om der goede zaak dienstig te zijn. Twee Arnhemsche knapen hebben een pakje met buskruid doen ontvlammen met het gevolg, dat de een 't gezigt verloren heeft. Jl. Woensdag avond woedde in het Noorden alom een vreeselijk onweder, vergezeld van stortregens. In de buurtschap Bungel, onder Diepenveen, bij Deventer, is een groot boerenerf 'afgebrand. Tot 2den stuurman voor de groote vaart is bij het gehouden examen te Harlingen bevorderd, de heer T. W. Dekker, van Terschelling, leerling van den heer Luitsz, directeur der zeevaartkundige school aldaar. In zeker dorp van de gemeente Opsterland zou iemand na eene harddraverij een prijs, eene fraaije pendule, aan den winner uitreiken. Door overdreven gesticulaties echter ontviel hem de pendule, zoodat de winner momentelijk niet voor de behaalde overwinning kon bekroond worden, daar de prijs geheel aan gruis op den vloer lag. De landbouwers en veehouders in de noordelijke provinciën worden gewaarschuwd tegen het inkoopen van Friesche kalveren, die wegens het heerschen der longziekte in de noordstreken van Friesland tegen 't halve geld van de hand worden gezet. Het gouvernement van de Kaapkolonie heeft 500 p. st. uitgeloofd voor wie het eerst kan bewijzen dat er steenkool in de kolonie te vinden is. In de Parijsche ijzerfabrieken plaatst men tegenwoordig krachtige magneten, ten einde de werklieden, die stukjes ijzer in de oogen krijgen, te helpen. De patiënt plaatst zijn oog vlak bij den magneet en sneller dan de behendigste operateur verwijdert deze het vreemde ligchaam uit het oog. Aan de Danz. Zeit. wordt uit Elbing geschreven, dat de directeur der waggonfabriek aldaar, de heer G. Hambruch, een patent ontvangen heeft voor de vervaardiging van spoorwegwagens, die zoo geconstrueerd zijn dat het schudden en stooten gedurende het rijden vermeden wordt. In de voorgaande week is zulk een wagen, waarin de uitvinder en de ingenieur zijner fabriek plaats namen, aan een goederentrein gehaakt, en werd het practisehe bewijs voor de deugdzaamheid van het systeem geleverd. Niet alleen konden zij gedurende het rijden gemakkelijk schrijven, maar ook uit een tot den rand met water gevulden pot, die in het midden van den waggon op de tafel stond, werd geen enkele droppel gedurende den rit gestort. De wagen is voorzien van een met de uiterste zorg ingerigt slaapkabinet, een toiletkamertje enz. Naar men uit New-York meldt, zal de mode, die weinig jaren geleden rood haar voor de dames als het ideaal van schoonheid aanprees, voor het aanstaande saizoen „zomer sproeten" als fashionable aanbevelen. Een toongevende dame was namelijk op een der Amerikaansche badplaatsen met deze sproetjes in het gelaat begiftigd. Zij worden door middel van een fijn penseeltje met gewone merk-inkt zeer gemakkelijk nagebootst. Johnson, onder Lincoln vice-president en na diens dood president der Vereenigde Staten, heeft onlangs weder zijne oude handwerk bij de hand genomen. Hij ging een weddenschap aan, dat hij nog even goed als vroeger het vak van coupeur en kleedermaker verstond; de proef werd genomen en de tegenpartij ontving weldra een goedpassend pak kleêren, dat door den gewezen president aangemeten, gesneden en genaaid was. De laatste uitvinding is die van doorschijnend papier, waarop met inkt-of potlood kan worden geschreven en dat weder schoon gewasschen kan worden. Voor schoolgebruik is dit eene goede uitvinding en ook voor schrijvers, die hun werk niet hebben kunnen plaatsen. Zij zenden het naar de waschvrouw en kunnen het papier weder voor een ander werk gebruiken. Een jonge Schot leidde zijne bruid naar het altaar. De predikant kwam aan dat gedeelte van het huwelijks formulier, waar de vrouw vermaand wordt haren man onderdanig te wezen. „Weid daar maar niet over uit," riep de bruidegom, „daar zal ik zelf wel voor zorgen." „Zijn wij al getrouwd?" vroeg het bruidje haastig aan den verbaasden geestelijke. „Nog niet," was het antwoord, „maar ik heb spoedig gedaan." „Dan hoor ik de rest later wel eens, zeide zij, en weg vloog het vogeltje, dat bijna gekooid was! De bedremmelde vogelaar erkende, dat hij te vroeg getoond had, heer en meester te willen zijn. Wat is bij een spoorweg-ongeluk nog beter dan tegenwoordigheid van geest? Afwezigheid van ligchaam. Regtszaken. Een rilling voer den meesten door de leden, die jl. Donderdag morgen de strafzitting van het hof in Gelderland bijwoonden. Daar toeh verscheen op de bank der beschuldigden een man, die moest bekennen, dat hij zijn kindje, oud 11 maanden, de armen en bejnen had omgedraaid en die voor den regter-commissaris had beleden, dat hij die gruweldaad had bedreven, ten einde het kind, dat niet wilde groeijen, uit de wereld te Helpen; en er verscheen op die zitting als getuige de vrouw van den beschuldigde, de moeder van het ongelukkige wicht, die gulweg verklaarde, dat zij wist, dat haar man het kind meermalen mishandelde, die wist dat hij het reeds één arm had verdraaid en toch nooit een doctor had geroepen, en die, op 26 Julij jl. te huis komende, en het kind, dat alleen met den vader was geweest, in tranen vindende, dood kalm vroeg: „hebt gij het kind weer afgebeuld?" Behoeft het nog gezegd te worden, dat dit kind, ter teregtzitting medegebragt, dat onder een dergelijke behandeling 14 maanden oud was geworden, door haar uiterlijk bij ieder bijna een kreet van medelijden en van afgrijzen tevens op de lippen deed komen? Het bleek, dat de linkerarm van het meisje geheel was vergroeid, daar er geen geneeskundige hulp was ingeroepen, toen de vader dien had omgedraaid; dat de beentjes, waaraan hij dezelfde be werking had doen ondergaan, lam bij het ligchaampje hingen en dat de regterarm eindelijk, welke op 26 Julij was verdraaid, thans door geneeskundige hulp was hersteld. De beschuldigde, Anne Kaspers genaamd, stond teregt wegens poging tot moord. De advocaat-generaal zeide, dat als men in een roman had gelezen een geschiedenis', als thans voor het hof werd behandeld, men terstond zou gezegd hebben, dat de schrijver zich/ aan grove overdrijving had-schuldig gemaakt, want dat zoo iets verschrikkelijks onmogelijk was; en toch, men stond hier voor de werkelijkheid. En niet alleen de beschuldigde, maar ook diens vrouw, de eerste getuige, moest den afschuw van ieder weldenkende opwekken. Spreker had echter van den beginne af geen poging tot moord in dit misdrijf gezien en het was dan ook 's hofs raadkamer, die de teregtstelling van den beschuldigde deswege had bevolen. Uit de verklaring van den deskundigen doctor was echter gebleken, dat de gruwelijke mishandeling, door den beschuldigde het kind aangedaan, den dood niet ten gevolge kon hebben. Volgens het gevoelen van den advocaat-generaal bestond dus hier een moedwillige mishan deling, waaruit een ziekte van langer dan 20 dagen was ontstaan, gepleegd met voorbedachten radê. De premeditatie bleek uit de verklaring van een getuige, tot wien de beschuldigde had gezegd, op het kerkhof wijzende: „daar ligt er al één" (een zijner kinderen was dood,) „ik wou dat het andere ook verrekte." Spreker eischte het maximum der straf, zijnde 15 jaar tuchthuisstraf. De verdediger, mr. K. M. G. de Meijier, die ook ten zeerste het gedrag des beschuldigden afkeurde, vereenigde zich met den advocaat- generaal, in zooverre als deze hier geen poging tot moord aannam. Hij meende echter, dat men ook niet kon spreken van een mis handeling, waaruit een ziekte was ontstaan, daar de Hooge Raad had uitgemaakt, dat men een blijvend ligchaamsgebrek, b. v. het gemis van een oog, niet een ziekte kon noemen. Bovendien meende hij dat de premeditatie alleen voortvloeide uit de verklaring van den beschuldigde daaromtrent en dat deze dus niet bewezen was. Op grond, van een en ander vroeg hij veroordeeling wegens moed willige mishandeling. Het hof zal a. s. Donderdag uitspraak doen. (Arnh. Crt.) De heer Z. Th. Diehl, te Leerdam, is benoemd tot leeraar in de scheikunde te Enkhuizen. Benoemd tot hulponderwijzer te Schagen de heer B. Soers, thans in die betrekking te Krommenie. Tot apothekers zijn bevorderd de heeren P. Boon, van hier; G. van Santé Bz., van Zaandam en D. Veen, van Edam. De betrekking van directeur van scheepsbouw is opgeheven en vervangen door die van adviseur voor scheepsbouw. Met ingang van 1 Oct. is tot die betrekking benoemd de hoofdingenieur der marine B. J. Tideman. Tot ridders der orde van de Eikenkroon zijn benoemd de hh. J. B. Maxwils, voorzitter der Kamer van Koophandel, te 's Hage; mr. D. A. Berdenis van Berlekom, majoor-kommandant en jhr. mr. A. van Reigersberg Versluijs, kapt. der dd. schutterij te Middelburg. Aan den schout-bij-nacht E. L. Geerling is opgedragen de be trekking van comm. der zeemagt en chef van het dep. der marine in Ned.-Indië, ter vervanging van den thans daarmede belasten adjudant des Konings in buitengewone dienst, den vice-admiraal O. A. Uhlenbeck. Bij het leger in Oost-Indië is bevorderd tot 2den luit. kwartierm. de serg.-majoor J. C. Pfanstiehl. Oost-Indië. Ontslageneervol, uit 's lands dienst, met behoud van règt op pensioen, de gewezen klerk bij het havendepart. te Batavia J. H. van Leeuwen. Belast: met de waarn. der betrekk. van 2den stuurm. bij de gouv.-marine, de 2de stuurm. in het vaste korps dek- en onderofficieren bij de Kon. Ned. Marine L. J. C. Cocheret de la Morinière. In de tweede editie van 1'Eclio du Parlement komt het volgende berigt voor: „Een particulier telegram uit Parijs, waarin wij volkomen vertrouwen stellen, deelt mede, dat de proclamatie der monarchie in Frankrijk vaststaat, en dat men zeker is van de zeer aanzienlijke meerderheid van 110 stemmen in de Nationale Vergadering." De dronkenschap heeft weder een echtgenoot en vader van zes kinderen tot moordenaar gemaakt. Zekere Fran^tois Verhoeven, winkelier te Deurne (bij Antwerpen), een ge woonlijk kalm en bedaard man, gaf zich nu en dan over aan mis-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 2