1873. W 124. Woensdag 15 October. 31 Jaargang. BEKENDMAKING. QÜAR A N T A 3 N E. Binnenland. Uitgever A. A. BAKKER Cz. PROVINCIE NOORDHOLLAND. AANBESTEDING. Het bouwen van eene School in de g-emeente Helder. HEFFING VAN SCHOOLGELD. HELDERSCHE NIEUWEDIEPER COURANT. ,,W ij huldigön het goede." O Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- eii Zatukdag namiddag. A-bonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Bureau; MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Adverteatiën Van 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS: Naar Oost-lndië: via Triest. 28 Oct.1 's avonds 6 u. 25 re. Marseille 23 Oct., 's avonds 6 u. 25 m. Brindisi 20 Oct., 's avonds 6 u. 25 ni. Curagao en Suriname, 16 Oct., 's morg. 6 u. 25 m. Kaap de Goede Hoop, via Southampton: 23 Oct., 's morg. 6 u. 25 m. Op Donderdag den SOsten Oetolrer I8!ï, des namiddags ten half drie ure, zal, onder nadere goedkeuring, aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur te Haarlem, namens en voor rekening van het Bestuur der hierna te noemen gemeente, worden overgegaan tot de aanbeste ding van De aanbesteding zal plaats hebben bij enkele inschrijving ingevolge art. 20 van het bestek. Het bestek en de teekeningen zijn, tegen betaling van één gulden, te verkrijgen aan het lokaal van bet Provinciaal Bestuur voornoemd; aan het Bureau voor Buitenlandsche Paspoorten, gevestigd in het Raadhuis te Amsterdam, en aan de Gemeente-Secretarie te Helder. Gegadigden worden er aan herinnerd, dat de biljetten van inschrijving des middags ten twaalf ure vóór den dag der besteding in de bus moeten gestoken zijn, zoo als art. 63 434 der algemeene voorschriften bepaalt. Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij dengene die daartoe door den Burgemeester der gemeente Helder zal worden aangewezen. De aanwijzing in loco zal geschieden op Maandag vóór de besteding. De BURGEMEESTER der gemeente HELDER brengt, voor zooveel noodig, de belanghebbende ouders in berinnering, dat het Schoolgeld voor hunne kinderen, over het vierde kwartaal dezes jaars, vóór den eersten November aanstaande ten kantore van den Ontvanger dezer gemeente moet zijn betaald. Bij gebreke daarvan worden de leerlingen niet op de Scholen toegelaten. Helder, De Burgemeester voornoemd, den 11 October 1873. STALMAN BOSSE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER maken bij dezen bekend, dat, even als vroeger, van den 16 dezer tot en met den 15 April 1874, de quarantaine zal gehouden worden achter in het Nieuwediep bij het Nieuwewerk, en dat alle vroegere bepalingen opzigtelijk het stoppen of ankeren en in qua rantaine liggen in den mond van de haven, van volle kracht blijven; zullende de schepen aldaar de eerste visitatie moeten Ondergaan, na welke visitatie de visiteur der quarantaine, indien daartegen geene bedenkingen bestaan, vrijheid verleent om naar het Nieuwewerk te verhalen of te zeilen; doch ingeval er onver hoopt ziekte of besmetting aanwezig of te vermoeden is, zoodanige schepen zal gelasten, om in den mond der haven aan den Steenen- dam te meeren, alwaar zij tot nadere orders van Hoogerhand steeds zullen bewaakt worden. Het zal echter aau schepen, welke slechts aan visitatie zonder quarantaine ouderworpen zijn, vrijstaan, om de visitatie op de reede af te wachten, indien het met hun belang in strijd is om in het Nieuwediep te komen. Ieder wordt ernstig gewaarschuwd, om zich zonder schriftelijke vergunning, van den Heer Directeur en Kommandant der Marine, aan boord van quarantaine-schepen te begeven; ten einde zich te vrijwaren voor de toepassing der zware strsffen, welke op de over treding zijn vastgesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester, den 13 October 1873. L. VERHEY, Secretaris. HELDER en NIEUWEDIEP, 14 October. Volgens particulier berigt zou de tweede espeditie naar Atsjin eerst in November vertrekken en de vijandelijkheden in December aanvangen. De mailboot Koning der Nederlanden, kapt. M. C. Braat, is j,l. Zaturdag morgen op de reis van hier naar Batavia te Port-Saïd aangekomen. Alles wel. De mailboot Borneo, kapt. R. Berkelbacb van den Sprenkel, is gisteren morgen te Port-Saïd gearriveerd. Aan boord was alles wel. De kapitein dacht Woensdag morgen de reis te vervolgen. - De Londensche Times beeft met de mailboot Celebes, die dezer dagen van hier via Suez naar Batavia is vertrokken, een particulier correspondent medegezonden, om getuige te zijn van de tweede expeditie tegen Atsjin. Jl. Zaturdag avond beeft zich alhier eene commissie geconstitueerd met het doel om eene plaatselijke feestviering in 't leven te roepen ter gelegenheid van 't 25jarig koning schap van Z. M. Willem III. De commissie is zamen- gesteld uit de navolgende heeren: Aberson, president; van Heeckeren van Walien, vice-president; Boom, penning meester; Mooij, secretaris; Bosch Reitz, Aeijelts en B. II. Polak, bestuursledenAppel, Brevet, Bussing, D. V. van HoolwerfF, H. Janzen Ez., Jaring, L. B. Klein, G. E. Kloosterhuis, P. Kos, L. A. Laureij, Leich, W. J. Maal- steed, M. J. Manheim, F. Meijer, van Nieuwenhuijse, H. Noot. Hz., van Riemsdijk, Ruijgh, J. Sanders, Swaving, J. Schuijt, P. Verhey, Weber, C. D. Zur Mühlen. Tot eerevoorzitter der feestcommissie is benoemd de beer Stakman Bosse, burgemeester dezer gemeente en tot eere leden de heer Gregory, schout-bij-nacht, directeur en kommandant der marine en de beer Camp, kolonel stelling- kommandant alhier. De jaarlijksche verkiezing van gemagtigden in het kiescollegie der Hervormde gemeente alhier zal plaats hebben op Dingsdag 21 October e. k. Te Rotterdam overleed dezer dagen aan eene langdurige ziekte, in 43jarigen ouderdom, ds. J. Stephanus, pred. bij de Evang. Luth. gemeente, vroeger alhier. De Eerste Kamer der Staten-Generaal is bijeenge roepen tot hervatting harer werkzaamheden tegen Dingsdag a. s., des avonds ten 8 ure. In het koloniaal verslag over 1873 komt een rapport voor over de eerste expeditie naar Atsjin. Herhaaldelijk is gemeld, dat een officier met een kompagnie soldaten reeds in den kraton was gedrongen, toen de terugtogt werd gekommandeerd. Uit dit verslag blijkt, dat niet de eigen lijke kraton, maar een sterkte vóór den kraton bijna ver overd was, toen de bevelhebber van het 3de bataillon, die dit niet bemerkte, aan den tijdelijken opperbevelhebber, kolonel van Daalen, verlof vroeg terug te trekken, daar het hem te beet werd. De 2de komp. van het 3de bataillon was het gelukt de poort der sterkte open te slaan en er binnen te dringen. Eenige oogenblikken daarna werd de algemeene terugtogt bevolen en de dapperen, die in de sterkte waren gedron gen, geen ondersteuning ontvangende, waren genoodzaakt mede den terugtogt te aanvaarden. Misschien had de expeditie een geheel anderen afloop gehad, indien de kom mandant van bet 3de bataillon tijdig gezien bad wat er was voorgevallen. Spoedig daarna werd door de bevelhebbers, met het oog op de te geringe krachten, waarover men tegen den goed gowapenden vijand beschikken kon, besloten verlof aan den gouverneur-generaal te vragen om de expeditie op te geven. Uit de veranderde taktiek van den vijand, die niet meer aanvallender-, maar verdedigenderwijze te werk ging, en den terugtogt en wederinscheping volstrekt niet bemoeije- lijkte, blijkt genoegzaam, dat de Atsjinezen ontzag voor do dappere troepen hadden. Nog blijkt uit het verslag, dat generaal Kohier in de borst werd geschoten, terwijl bij met den chef van den staf in de veroverde missigit rondging. Zie hier de reden waarom de Standaard tegen het geopperde denkbeeld is om den Koning op zijn 25jarig krooningsfeest een nationaal geschenk aan te bieden door alle kinderen, zoowel van de bijzondere als de openbare scholen, meenden de ontwerpers: „Het plan zal strikt neutraal blijven! Stel, dit ware mogelijk, wiens vlag voert bet dan? Immers, de uwe niet, wel die der staatsschool. Als „neutraal" en „gekleurd" zamen onder de neutrale vlag van wal steken, dan vaart „gekleurd" onder de vlag van Buurman meê." Reeds vooraf worden voorstanders der bijzondere school, die zich in een comité van uitvoering zouden laten opnemen, gebrand merkt als „onze zwakkere broeders, wier sympathiën nog zeer twijfelachtig zijn, of dezulken op wier ijdelheid men speculeert." „Er kan dan ook geen twijfel bestaan, of de christelijke scholen zullen zich van deelneming aan dit plan onthouden. Reeds is van meer dan ééne zijde in dien zin besloten, o. a. door de diakoniescholen en christelijke armenscholen te Amsterdam." De Standaard vindt dit een „goed voorbeeld," dat navolging verdient. Er wordt dus een afzonderlijk optreden aangekondigd, 't Zou wel „lieflijker zijn als men kon zamengaan," maar dat kan slechts op ééne voorwaarde „de ellendige zinsnede en de ellendige wet art. 194 der Grondwet en de wet op bet lager onderwijs, moeten vervallen. „Dat men dit niet deed, betreuren we, zegt de Standaard. Maar dan bega men voor het minst ook de onbillijkheid niet, om, waar men ons door zijn partijtyrannie tot afzondering dwingt, ons, zoo we ons afzonderen, nog de beschuldiging voor de voeten te werpen dat het ons aan vaderlandsliefde schort." Nog niemand sprak die beschuldiging uit, omdat nog niemand begreep, dat niet alle kinderen van Nederland, hun aller geliefden Koning met één zelfde gevoel van liefde konden naderen, op den dag zijner 25jarige regering, omdat tot dusverre nog iedereen van meening was, dat, wat de Nederlanders ook verdeelen moge, allen eens van zin zijn, waar het Oranje geldt, omdat onder de banier van Oranje tot dusver allen een plaats konden vinden, van wat geloof, van wat staatkundige rilling ze ook zijn mogen, 't Verdient wel opmerking, dat de Standaard vooruit begrijpt dat die be schuldiging rijzen moet bij zoodanige wijze van handelen. Wij gelooven niet, dat het den Koning aangenaam zou zijn gesteld al dat het plan kan en zal doorgaan, waarvan we nog niets weten reeds de „kinderen" van zijn land gescheiden te zien, in twee partijen, dat hem op zijn 25jarig feest het treurige beeld vertoond wordt van de verdeeldheid die de godsdiensthaat in ons land doet ontstaan, juist in een tijdvak, waarin dag aan dag ons als 't ware herinnert: hoe slechts door eendragt Nederland groot werd. Het Vaderland zegt o. a., naar aanleiding van dit artikel van den Standaard: „Neen bij God, dat gaat te ver, roep het uit, bet is niet goed, het is treurig en schandelijk. De redactie, die zoo'n artikel durft schrijven, verdient een geeseling en zal die niet ontloopen, door reeds bij voorraad de rol van slagtoffer te gaan spelen. Indien A., die aan de goddelijkheid van Christus gelooft, zelfs niet meer met B., als hij daaraan niet gelooft, te zamen den Koning kan gaan gelukwenschen met zijn 25jarig jubilé, wat kunnen zij dan wel te zamen doen? Als men op dien weg voort gaat, kan dan niet binnen kort de prediking van den ketteroorlog weder op de kansels worden verwacht? Maar het ergste is nog, dat de Standaard smart huichelt over de verdeeldheid onzes volks, van het aanbieden van het ge schenk eene politieke manifestatie wil maken en ten slotte nog den voorstander van de neutrale school er de schuld van geeft, dat hij zoo moet schrijven." Maar het Vader land wijst er op, dat al bestond art. 194 niet, toch alleen, indien alle Nederlanders bnn ideaal vonden in scholen naar het beeld des Standaards, bij de bedoelde gelegenheid in den geest des Standaards zou kunnen gesproken worden, 't Is er dan ook alleen om te doen, eene nieuwe agitatie tegen de schoolwet in 't leven te roepen. Daarvoor wordt het jubilé van den Koning misbruikt. Het Vaderland doet een beroep op de edele mannen, zelfs onder de Christelijk- historiscbe. „Zij hebben te veel eerbied voor onzen vorst, die boven de partijen staat, om een dag, die meer dan ooit geschikt is om alle burgers derzelfde natie eendragtig feest te doen vieren, een dag, waarop het geheele volk wenscht te toonen, dat het één is in liefde voor zijn Koningshuis, te misbruiken tot bet uitstrooijen van verdeeldheid en het opwekken van partijhartstogt. Maar laten zij nu dan ook niet zwijgen! Hun stilzwijgen zou alligt als een adhaesie worden beschouwd, en wij zijn er zeker van dat zullen zij niet willen." Ook de N. Rott. Crt. komt met diepe verontwaardiging op tegen den verderfeiijken raad van den Standaard, die 's Konings feestdag tot een dag van tweespalt tracht te maken. „Zoo verstikt belaas, zegt dit blad, liet kerkelijk fanatisme allen nationalen zin, verbreekt bet alle eendragt. In April 1872 mogt de Nederlandsche natie niet eendragtig het feest harer bevrijding van onduldbare geweldenarij vieren; aan de eene zijde verzette zich eene kerkelijke partij uit alle magt tegen elke manifestatie van dankbaarheid aan het voorgeslacht; aan de andere zijde dreef eene andere kerkelijke partij eene feestviering door op eigen band. In 1874 wordt aan de kinderen van zekere kerkelijke belijdenis verboden zich te vereenigen met anderen om gezamenlijk hulde te brengen aan den vorst, die ons regeert. Het is' of eendragt beschouwd wordt als een vloek voor het volksleven, of verdeeldheid de kracht en de glorie is1 van een natie!" De Hervorming deelt mede, dat de commissie, door de synode benoemd tot het ontwerpen van een reorganisatieplan, zich naar de verschillende rigtingen in drie deelen heeft ge splitst, van welke ieder zijne inzigten in een ontwerp geformu leerd heeft. Thans tracht men uit deze drie ontwerpen een plan zamen te stellen, dat aan de synode kan worden voorgelegd. Dit werk is opgedragen aan de heeren Cramer, van Griet- huyzen en Hugenholtz. Men meldt ons van Texel, dd. 12 dezer: 1 /Tot vreugde van zijne gemeente en vele vrienden, heeft i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 1