1873. N°. 139.
Woensdag 19 November.
Uitgever A. A. BAKKÉR Cz.
HET HERSTEL DER MONARCHIE IN FRANKRIJK MISLUKT.
HELDERSCHE
EN i\IEUWEDIËPER
,,Wij huldigen het góéde."'
"F
Prijs dér Advertentiën Van 14 regelcent,
elke regél méér. 15 cent.
Groote letters of vignetten wprdvn naar plaatarniinte berekende
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag-en Zaturdab namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal 1.30.
franco per poat - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS
Naar Oost-ïndië: via Triest 25 Nov. 's avonds 6 u.
Marseïlle 20 Nov., 's avonds 6 u.
aSa Brindisi 1 Dec., 's avonds 6 u.
Naar Curagao en Suriname, 1 Dec., 's morg. 6 u.
Kaap de Goede Hoop, via Southampton23 Nov.,
'8 morg. 6 u.
De staatkundige geschiedenis van Frankrijk, steeds onze
aandacht waardig, heeft haar in de laatste weken weder
in dubbele mate getrokken, wegens de pogingen der legi-
timistische partij om het oude Koningshuis der Bourbons
te herstellen en het mislukkeD van die pogingen door de
ruiterlijke verklaring van den graaf van Chambord, waar
door een einde werd gemaakt aan de misleiding van het
publiek nopens zijne beginselen en bedoelingen. Niet altijd
vergunt onze ruimte om onze lezers volkomen op de hoogte
te houden van den loop en het verband der gebeurtenissen,
een terugblik op het afgespeelde bedrijf in Frankrijks ge
schiedenis moge velen hunner welkom zijn.
Het was te wachten, dat de ijverige koningsgezinden
zich de te Frohsdorff plaats gehad hebbende verzoening
tusschen de prinsen van Orleans en den vertegenwoordiger
van den oudsten tak hunner familie ten nutte zouden
maken tot herstel van den monarchalen regeeringsvorm,
de legitimisten in het belang van het in hunne oogen
alleen wettiga Koningschap, de Orleanisten in het belang
der constitutioneele monarchie, waartoe het, zoo al niet
dadelijk, toch bij de opvolging van den kinderloozen Bour
bon door den graaf van Parijs komen moest. De „zedelijke
orde," tot vestiging waarvan de monarchale partijen in
Mei samengespannen waren en het bewind van den heer
Thiers omvergeworpen hadden, eischte naar hunne meening
de vernietiging der republiek, de optreding van een sterk
gezag, dat de revolutionaire driften beteugelen, de rust en
bet vertrouwen herstellen, het land weder tot vroegeren
bloei en grootheid brengen zou. De clerikale bladen schil
derden de rampen, waarmede de republiek Frankrijk be
dreigde, met de zwartste, de gelukzaligheid van het absolute
koningschap met de helderste kleuren af. Werd Hendrik V
ten troon verheven, Duitschland zou de veroverde provin
ciën weder aan Frankrijk, Italië Rome weder aan den
Paus moeten afstaan; en zulks niet tengevolge van een
oorlog waarvan de republikeinsche organen niets dan
onheil en nog grooter vernedering duchtten maar als
van zeiven, door den indruk zijner optreding! Waren er
velen liclitgeloovig genoeg om dit voor goede munt op te
Praatjes over Landbouw.
IX.
Aan het slot van mijn voorgaand schrijven zeide ik, dat er op
de landbouw-tentoonstellingen, zoo als ze bij ons te lande worden
gehouden, veel goeds en nuttigs door mij gemist wordt en veel
aangetroffen w.ordt dat mijns inziens veilig achterwege kon blijven.
Ik beloofde hieromtrent spoedig nader uitleg te geven, en ga thans
aan mijne belofte voldoen.
Betreffende bloemen en vruchten heb ik mijne meening reeds
geuit. Bij bet binnentreden van een tentoonstellingsterrein zou ik
ze niet gaarne missen, ik herhaal het nog eens, maar wel in het
programma der tentoonstelling. En als er geen royale lui genoeg
waren, die ze ter opluistering inzonden, konden er tot dat doel
wel een voldoend aantal gehuurd worden.
Nu komen we aan de voortbrengselen van den landbouw.
Sakkerloot! \Vat magnifieke zakken graan! En kijk eens, die koe
wortels en meekrap! Dat grenst aan 't ongelooflijke. Jongens! wat
kan men toch zien hoe een kundig landbouwer het ver weet te
brengen. Wat moet dat een best of krachtig en met ijver verzorgd
stuk land zijn, dat zulke mooije producten voortbrengt. Zoo
spreekt de liefhebber, die de voortbrengselen bewondert. Ik
daarentegen, als ik de tentoongestelde producten langs ga, ben zoo
"ij om bij mij zelf aldus te redeneren: „Aha! de localiteit, aan
't bedrog gewijdZie, die arme gouden en zilveren medailles
kwistig uitgedeeld, en dat zonder eenig werkelijk nut. Over 't
geheel genomen, geen verdienste hoegenaamd steekt er in al deze
Uizendingen! Wie weet of die middelmatige haver, die zelfs geen
derde prijs te beurt viel, niet eigentlijk een eerste bad verdiend,
en of de inzender van die prachtige beetwortels niet de slordigstd
landbouwer van de wereld is?" Dat is een ander praatje,
Waarde lezer! maar ik geloof dat ik bet niet te erg maak. Wij
weten toch bij ervaring, vooreerst: dat in den regel op schraal of
uitgebouwd land het mooiste en zwaarste graan groeit, wat de
korrel aangaat, en ,dat er minder verdienste in steekt, om op een
bepaald stuk land vijftig mud mooije en lekkere aardappelen te
verbouwen, dan tweehonderd mud van mindere kwaliteit, en ten
anderen dat het eene geringe moeite is om zich de voor eene
tentoonstelling noodige kwantiteit van een of ander product te
versohaffen en daarmede een eersten of (bij ongeluk) tweeden prijs te
gaan winnen. En omdat we dit alles weten en nog ten overvloede
ook, dat dopr inzenders en beoordeelaars gewoonlijk weinig wordt
nemen, en moet een goed deel der in den laatsten zomer,
zoo menigvuldige processicn aan de royalistische propaganda
toegeschreven worden, de Orleanisten vooral begrepen, dat
er iets anders moest geschieden om een groot deel der
natie met het koningschap te verzoenen en het bestaande
wantrouwen tegen den graaf van Chambord, die zijnen
afkeer van de voor zoo velen heilige beginselen en vruch
ten der Fransche omwenteling nooit verbloemd had, te
overwinnen.
Men vernam dan ook in Augustus, dat de hertog
d'Audiffret-Pasquier naar Oostenrijk vertrokken was, om
den graaf tot het omhelzen van denkbeelden te bewegen,
„zonder welker aanneming hij zelfs door de tegenwoordige
koningsgezinde Kamer niet tot den Franschen troon ge
roepen zou kunnen worden," eene poging, door le Monde
en 1'Univers als „misdadige manoeuvres van onverbeterlijke
Orleanistisch en halstarrig parlementairgezinden" gebrand
merkt. Het gerucht nopens deze zending werd niet beves
tigd, maar in de volgende maand hadden de Afgevaardigden
da Sugny en Duvigneaux een onderhoud met den graaf,
speciaal over de kwestiën betreffende de godsdienst, de
constitutie en de vlag. Volgens hun verslag had de graaf
geprotesteerd tegen de pogingen zijner tegenstanders, die
wilden doen gelooven, dat zijne komst op den troon het
sein zou wezen voor een godsdienstoorlog. Hij was van
oordeel, dat Frankrijk eene vreedzame politiek moest vol
gen. Ofschoon oprecht catholiek zijnde, kende hij zich het
recht niet toe om Frankrijks toekomst te wagen voor de
eene of andere zaak, hoe heilig zij ook zijn mocht. Wat
de constitutie betrof zou hij te verstaan hebben gegeven,
dat het charter van 1814, geschikt gemaakt voor de tegen
woordige omstandigheden en na aan het oordeel der Nati
onale Vertegenwoordiging onderworpen te zijn geweest,
het land zou kunnen bevredigen. Met opzicht tot de vlag
gaven zijne woorden recht om te hopen, dat hij er in zou
toestemmen, dat punt door de tegenwoordige Vergadering
te doen regelen. In eene den 24, bij den hertog Decazes
gehouden vergadering van fusionisten was men vrij alge
meen van oordeel, dat de mededeeling der beide gedele
geerden eene definitieve fusie tusschen de verschillende
fractiën der monarchale partij zeer mogelijk moest doen
achten.
V-, In een schrijven aan den heer de Rodez-Bénavent ont
kende de graaf van Chambord enkele aan hem toegedichte
plannen, en wel deze, dat hij de tienden en andere feudale
rechten weder invoeren, en onder onmogelijke voorwaarden
een dwazen oorlog ondernemen zou. Hij verwachtte, dat
het gezond verstand der bevolking alle door de kwade
trouw te werk gestelde manoeuvres op den rechten prijs
zou weten te schatten. Alle weidenkenden behoorden zich
op het terrein van den maatschappelijken wederopbouw te
gelet op de conditie, dat men van 't ingezondene product eene
bepaalde hoeveelheid, daaraan gelijk, moet kunnen leveren, daarom
hecht ik niets geen waarde aan de geheele bedriegelijke vertooning.
Van boter en kaas heb ik niet gesproken, en behalve dat ook
hierop van toepassing is mijn twijfel aan de billijke handhaving
der conditie omtrent de levering van eene voldoende hoeveelheid
van 't product overeenkomende met de ingezondene kleine kwan
titeit, ben ik overigens met het exposeren en bekroonen van deze
voortbrengselen zeer ingenomen.
Bij de werktuigen gekomen, verandert mijn lust tot wegcijferen
in die tot uitbreiden, doch daarover straks. Die lust tot uitbreiden
weerhoudt mij bijna van te zeggen, dat ik vind, dat die brandspuit,
en machinale houtzaag en die mangels daar, hier niet op hun
plaats zijn, maar ze maken zich van geene prijzen meester, en aan
ruimte voor zulke voorwerpen ontbreekt het, helaas! nog niet, en
daarom zullen we ze maar eeren als voorwerpen tot opluistering.
De veetentoonstelling, de tentoonstelling van groote dikke
vette koeijen, dikke vette paarden en zoo voort, kunnen we bijna
zeggen. Zie, dat mooije gekuiste vaarsje, wel wat schraal en klein
(ze is wat laat geboren en kort geleden wat ongesteld geweest),
maar prachtig van vorm en aanleg; ze kijkt om naar hare buur
vrouw (een vaars als een dijk, wier vet de leelijke vormen tracht
le verbergen), alsof ze wou zeggen: „Wat weerga! hos kom jij
aan dien eersten prijs, en dat in concurrentie tegen mij?" En
dat kalf (hè, wat een kalf!) dat gefokt schijnt te zijn met het doel
om de deugd van groote melkrijkheid (alle teekenen wijzen het
aan) zoo spoedig mogelijk bij het Hollandsche vee te doen ver
dwijnen, staat daar waarachtig ook al met een papiertje aan den
kop. Bij paarden en schapen wordt er gelukkig wat meer op het
ras gelet bij het bekroonen, maar bij de varkens weêr veel minder.
Hier wordt weder meer hulde gebragt aan de edele kunst om eene
zekere hoeveelheid voeder in spek te doen verkeeren, om het even
of het voeder voordeelig besteed is, of wel, evenveel heeft gekost
nagenoeg, als het gansehe zwijn waard is.
En daar komen we eindelijk aan het pluimgedierte. Ik kan het
niet helpen, maar, „weg met dat alles" zeg ik bij mijzelf. Die
mooije kippen en duiven zijn mij op zichzelf niet in den weg,
maar wij hebben als landbouwers onzen kostelijken tijd en ons
kostelijk geld te lief, om ons met dieren in te laten, die met den
landbouw direct niets te maken hebben. Laat de liefhebbers van
pluimgedierte eene tentoonstelling organiseren, uitsluitend bestemd
roor de veredeling van die dieren, en ze zullen in dit opzigt meer
vereenigen. „Ik ben geen partij schreef hij ik heb
behoefte aan de medewerking van allen, en allen hebben
behoefte aan mij.... Alles wat op den 5 Augustus is ver
richt, is gedaan geworden met het uitsluitende doel om
Frankrijk zijn standpunt te hergeven en ter bevordering
zijner hoogste belangen: zijn bloei, zijn roem en zijne
grootheid."
De koningsgezinde Afgevaardigden hielden ondertusschen
vergadering op vergadering, en benoemden deh 4 October
eene commissie tot het opstellen van een programma, het
welk door hunne verschillende fractiën kon worden aan
genomen. Volgens het Memorial Diplomatique werden de
rechterzijde en het rechtercentrum het eens om na de
terugkomst der Nationale Vergadering de volgende 5 punten
voor te stellenherstel der monarchieinstelling van een
constitutioneel, parlementair gouvernement; herziening der
kieswet; aanneming der driekleurige vlag, met toevoeging
van een zinnebeeld ter herinnering van de voormalige
koninglijke vlag; onverwijlde benoeming van een luitenant-
generaal van het Koningrijk. Men begreep niettemin,
stelliger verklaringen van den graaf van Chambord te be
hoeven, zoowel om het bij elke verkiezing door het volk
uitgesproken ongeloof aan diens geruststellende verzeke
ringen te doen ophouden, als bovenal om de Afgevaardigden
van het linkercentrum koningsgezinden van oorsprong,
die de republiek als den thans eenig mogelijken regeerings
vorm voorstaan voor de gekoesterde plannen te winnen
en alzoo hunne aanneming door de Vertegenwoordiging te
verzekeren. De heeren Cbesnelong, Lucien Brun, Cazenove
de Pradines en Carayon-Latour togen naar Salzburg, waar
de graaf zich toen ophield, hadden daar den 14 October
een onderhoud met hem, en deelden 4 dagen later den
uitslag hunner zending mede. Zij achtten de laatste moei
lijkheden overwonnen. De chef van het geslacht Bourbon
had volkomen voldaan aan de behoeften en wenschen van
het moderne Frankrijk, wat de kwestie der vlag, die dér
constitutie en die der burgerlijke, staatkundige en gods
dienstige vrijheid betrof. De Nationale Vergadering zou
de monarchie uitroepen, zonder daarbij voorwaarden te
stellen. Onmiddelijk na de aanneming der kroon, zou de
Koning de Vergadering uitnoodigen, eene constitutie op te
stellen, die de grondslag zou zijn voor de verhouding van
Frankrijk tot zijnen Koning. Wat kon men meer verlan
gen? Alle de ter ondersteuning der monarchie gevraagde
concessiën waren toegestaan, de aanwezigen konden met
vreugde constateeren, dat de overeenstemming van de leden
der conservatieve meerderheid thans volkomen wasAlzoo
kon men weêr een stap verder gaan. In de vergadering
van het rechtercentrum van 22 October, verklaarde de
voorzitter d'Audiffret-Pasquier, dat aarzeling niet langer
mogelijk was. De proefneming met de conservatieve
nut en genoegen stichten, dan er op eene landbouw-tentoonstelling
kan verkregen worden. Adres aan de bloemen en vruobten. Eene
landbouw-tentoonstelling is geen kom-en-eisch-winkel
Na zooveel, dat mij onnut voorkomt, afgekeurd en weggecijferd
te hebben, zal ik nu mijne meening ontwikkelen ten opzigte van
bet een en ander, dat mij als hoogst belangrijk voorkomt en dat
ik tot heden op de Nederlandsche landbouwtentoonstellingen mis.
Om te beginnen met het exposeren van producten. De producten,
die tentoongesteld worden, moesten een of ander merk van ver
dienste dragen. Indien liet mogelijk is bijvoorbeeld om de uit
komsten van den oogst van het tentoongestelde graan (of dergelijke)
te constateren, zou dit in verband met het geëxposeerde monster
tot eene gemotiveerde bekrooning kunnen leiden. Is dit echter in
praktijk ondoenlijk, 'tgeen ik vermoed, dan kan er, wat granen ea
andere dergelijke producten betreft, niets nuttigs door het expo
seren verkregen worden, dan alleen met het oog op de veredeling
der korrels, knollen, enz. Maar dan moet ook die veredeling door
den exposant verkregen, met zorg nagegaan en voldoende bewezen
zijn, vóór hem een of ander eerbewijs mag ten deel vallen.
Ten opzigte van boter en kaas, dit heb ik straks eigentlijk al
gezegd, zou ik wenschen, dat men streng controleerde vóór men
tot bekroonen overging. Eene vervroegde inzending zou dat mogelijk
maken. Dat controleren zou wel tijd eu onkosten vorderen, maar
blijkt het te bezwarend te zijn, liever niets dan half werk.
Wat de werktuigen aangaat, zou ik ruime bekrooningen wen
schen. By samenwerking en zeldzaam tentoonstellen zou dat mogelijk
worden. Als de verkoopers van landbouw-werktuigen niet mét het
oog op bet debiet hunnen voorraad ter tentoonstelling aaDbragten,
't zou er met de expositie van machines schraaltjes uitzien. Maar
zouden niet diezelfde verkoopers, zoowel als anderen (fabrikanten
of particulieren), zich veel meer moeite geven en veel minder kosten
ontzien, als er belangrijke prijzen te winnen waren? De fabri
kanten der werktuigen zouden dan meer aanleiding hebben om
zelve met hun fabrikaat voor den dag te komen. En dat zou, naar
ik geloof, aan de verspreiding van nuttige machines veel goed
doen. Want vooreerst is de verscheidenheid van werktuigen, die
de heeren agenten in die artikelen exposeren, betrekkelijk nog zeer
gering. Hoeveel Eugelsche en andere fabrieken zijn nog niet ver
tegenwoordigd? En die er vertegenwoordigd zijn, worden uit den
aard der zaak door de agenten geprotégeerd, misschien soms geheel
ten onregte. Was het door ruime prijsuitlovingen de moeite waard,
ik twijfel er niet aan of de fabrikanten, wier machines niet geëx-