STATEN-GENERAAL. Buitenland. Engeland. onder voorzitterschap van dr. G. Clasius, pred. te Geer- truidenberg. Door den hoofdonderwijzer te Bovencarspel, den heer P. Fransen Jz., is een kinder-spaarbank opgerigt, welke reeds verscheidene deelhebbers telt. De heer J. C. Bast, oud-lid van den gemeenteraad te Hoorn, herdacht jl. Woensdag den dag dat hij voor 40 jaren bij de directe belastingen, waarvan bijna 33 jaren als ontvanger te Blokker, in dienst kwam. Groot was de deelneming die hij ondervond. Te Warder heeft Dingsdag jl. de heer J. A. Otter zijn 40jarigen werkkring als hoofd van de openbare school aldaar herdacht. De deelneming was ^gemeen. In een buitengewone algemeene vergadering der Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing van sterken drank, jl. Woensdag te Amsterdam gehouden, is besloten tot het aangaan eener leening tot een maximum van f 100,000 ter verbetering van den finantiëlen toestand. Ver volgens is het plan, dat door een der leden opgemaakt en door het hoofdbestuur voorgedragen was, na eenige wijzi ging, met een kleine meerderheid van stemmen aangenomen. De gemeenteraad van Amsterdam heeft in zijne jl. Donderdag gehouden zitting het voorstel van B. en W. tot het stichten eener nieuwe Beurs, na eene uitvoerige en levendige discussie, verworpen. Hij heeft echter besloten, dat de onderhandeling met de regering over den bouw van een telegraafkantoor in verbinding met de Beurs zal worden voortgezet. Vele belangstellenden woonden jl. Donderdag avond te Amsterdam de vergadering bij, door de heeren J. A. Alberdingk Thijm, H. de Veer en J. G. van Gendt belegd om te beraadslagen over het gebruik van het tegenwoordig paleis als stadhuis. De door den eerstgemelde gepresideerde vergadering heeft een adres goedgekeurd aan den gemeente raad, verzoekende maatregelen te beramen om het tegen woordig paleis op den Dam weder te bestemmen tot stadhuis, mits de burgerij medewerke om een waardiger verblijf den Koning aan te bieden. Het adres zal op vele plaatsen ter teekening worden nedergelegd. Jl. Donderdag avond had te Amsterdam het 71ste Caecilia-concert plaats, deze keer, behalve door den kun- digen leider Joh. Verhulst, mede door den wereldberoem- den Deenschen toonkunstenaar Niels W. Gade gedirigeerd. Hoe overstelpend en schier eindeloos de toejuichingen ook waren bij elke uitvoering welke de opgetogen, verrukte hoorders het voortreffelijk orkest en zijn leiders schonken, zo konden slechts half uitdrukken wat men gevoelde. De avond van 20 Nov. 1873 zal voor Amsterdams kunst publiek onvergetelijk blijven, zegt de Amst. Crt. Namens Caecilia werd Gade een gouden medaillon, ter herinnering aan zijn bezoek in Nederland vereerd, verge zeld van het diploma van eerelid der Maatschappij. Gade is de minzaamheid in persoon. De musici van Caecilia werden na afloop in Frascati voortdurend door hem aangesproken en van tijd tot tijd verliet hij de eere plaats, welke hij aan de groene tafel had ingenomen, om met het glas in de hand onder hen, die zijne werken zoo vlekkeloos ten gehoore hadden gebragt, weder eenige oogenblikken te verwijlen. De recette van het concertbedroeg f 2447. Te Haarlemmermeer werd op den 18 dezer onteigend en afgemaakt een paard, lijdende aan kwade droes. Dit paard liep reeds eenigen tijd in de weide van den landbouwer H. den Blanken, Aalsmeerderweg nabij den Kruisweg. Het Provinciaal geregtshof in Zuidholland heeft eene gevangenisstraf van 3 jaren opgelegd aan een Duitscher, die, in een oogenblik van nijpende armoede hij bezat nog slechts 1 cent eenige duizende, guldens waarde ontvreemd had aan het kantoor van den heer de Waal, te Rotterdam, door met een steen een ruit te verbrijzelen en eene portefeuille met papieren, van waarde te ontvreemden. De ongelukkige man had een eervolle militaire en burger lijke loopbaan achter zich. Te 's Hage hoort men, volgens den daar gevestigden cor respondent der Zutph. Crt., nog bijna over niets anders spreken dan over het faillisement van Overklift en de personen, die daardoor ongelukkig zijn geworden. Steeds hoort men nieuwe namen noemen, en indien men alle praatjes kan gelooven, dan zou men tot de conclusie komen, dat minstens de helft van de Haagsche kapitalisten hun gelden bij ge noemde firma hadden gedeponeerd. Zoo erg is het nu echter niet, maar voor velen schijnt er iets bijzonder aan genaams in gelegen te zijn bij het publiek voor een on gelukkig slagtoffer van te groot vertrouwen door te gaan. Het aantal werkelijk gedupeerden is evenwel nog groot genoeg om de algemeene ontsteltenis te verklaren. Het schijnt, dat de heeren de Gijselaar, tegen wie bevel van inhechtenisneming is uitgevaardigd, maar die zich door de vlugt daaraan hebben onttrokken, weinig hebben mee genomen en dat nagenoeg al de hun toevertronwde fondsen vóór hun vertrek reeds in andere handen waren overgegaan om groote verliezen ten gevolge van roekelooze speculatiën te dekken. Eerst toen het hun onmogelijk was geworden om op nieuw geld magtig te worden, zijn zij heengegaan. In de Woerdensche loterij is de hoogste prijs, be staande uit 2 paarden, 6 koeijen en 6 schapen, ter waarde van f 3000 gevallen op No. 42524. Het rund- en kalfsvleesch is te Zwolle 10 a 20 cents per kilogram afgeslagen. Yarkensvleesch is sterk dalende. Yier koeijen, toebehoorende aan den heer H. Tacoma, werden jl. Dingsdag te Pingjum afgemaakt en begraven, dewijl zij, volgens de verklaring van den provincialen veearts, aangetast waren door watervrees. De razernij dezer dieren ging alle beschrijving te boven. Yreemd is 't, dat niemand dit verschijnsel weet te verklaren. Immers, toen in Maart jl. sommigen beweerden een dollen hond te hebben bespeurd bevond zich al het vee van de heer T. in de stallen. Te Maastricht is in den nacht van jl. Maandag op Dingsdag weder eene aardbeving gevoeld, vergezeld van een onderaardsch gedruisch alsof een zwaar voertuig voorbij rolde. De vensters trilden. Uit Soerabaija meldt men van 27 Sept.jl: „Donderdag avond en nacht had onze goede stad weder veel overlast van een beschonken matroos, later van een soldaat, die in denzelfden zaligen toestand verkeerde. In het kamp vierde een Chinees feest, onbeschaamd ging de dronken man binnen, bragt alles in opschudding, greep een flesch wijn van de tafel, en toonde die met de noodige brutaliteit aan het wachtvolkzelfs greep hij een der gardoe's aan, ontnam hem den vork en pleegde daarmede geweldnatuurlijk liep de gardoe leêg en zocht heil in de vlugt. Daardoor over moedig geworden randde hij op zijn dronkenmanstogt wederom gardoe's aan, op sommige stations vlugtten de wakers, doch door anderen werd hij aangehouden en in arrest gebragt. Doch dat hielp niet, want eenige oogen blikken later zwierde onze feestvierder weder over den weg, die naauwelijks breed genoeg was voor de ruimte, die hij noodig had. En zoo duurde dat spelletje van gevangennemen en weer loslaten van des avonds acht tot 's nachts twee urengedurende al dien tijd werd aan dames, die de buitenlucht genoten, „een doodelijke schrik op het lijf gejaagd" en het gardoe-volk een angstige nacht bezorgd. Den volgenden morgen werd al het wachtvolk op het politie-bureau geroepen en daar stond het zeer verbaasd te moeten vernemen, dat de adsistent-resident voor de politie de dronken matroos was geweest en ook als beschonken soldaat al die bravoures had verrigt. Zoodra hij gearresteerd werd, was toevallig steeds een schout in de buurt, die den gevangene overnam; van daar het verschijnsel, dat op een ander punt dezelfde comedie vertoond kon worden. De nalatige gardoe's werden gestraft, de ijverigen en moedigen per hoofd met f 2.50 beloond. Algemeen keurt men dezen dienstijver goed en roemt men de meesterlijke wijze, waarop onze adsistent-resident voor de politie de karakters van beschonken matroos en soldaat weergaf." Den 18 Sept. jl. werd den Mikado van Japan een zoon geboren, het eerste kind van dien Vorst. Het over leed echter spoedig na de geboorte en den 25sten werd het met veel pracht te Tokei begraven. Telegrammen uit de Vereenigde Staten deelen mede, dat daar eene steeds aangroeijende verontwaardiging heerscht over het voorgevallene met de Virginius. De regering neemt alle maatregelen, die een oorlog voorafgaan. Schepen worden uitgerust, recruten aangeworven, 't is alsof men binnen een paar dagen eene expeditie naar Cuba wil zen den. Zoover is het echter nog niet. Het Congres alleen kan den oorlog verklaren en het komt eerst in 't begin van de volgende maand bijeen. Bovendien is de Spaansche regering bereid om elke genoegdoening te geven, die met de eer van Spanje bestaanbaar is. En eindelijk heeft zich nu ook het Engelsche gouverne ment met de zaak bemoeid. Het is namelijk gebleken, dat op de Virginius ook een 16tal Engelschen zijn gevangen genomen en dat niettegenstaande de protesten van den Engelschen consul en de telegrammen der Spaansche rege ring, die, zeggen de moordenaars, te laat kwamen, het meerendeel daarvan is gedood te Santiago. Engeland heeft dus niet minder reden om voldoening te eischen dan Amerika. Maar terwijl men in de Vereenigde Staten aan eene annexatie van Cuba denkt, zal Engeland zich met minder tevreden stellen en dan ook wel Amerika tot minder hooge eischen bewegen. De Times bepleit het bezetten van Havana, Santiago en Matanzas door Engelsche en Amerikaansche troepen en verlangt, dat deze maatregel gepaard ga met de onafhan- kelijkverklaring der republiek Cuba onder beschermheerschap, bijaldien de gevraagde genoegdoening niet mogt gegeven worden. In de nabijheid van Bergen (Noorwegen) staat een kerk, geheel van papier gemaakt, die 1000 menschen kan bevatten. Van buiten is zij rond en van binnen achtkant. Zoowel de zuilen als de zoldering en het dak zijn van zoogenaamd papier, maché hetwelk door middel van een mengsel van vitriool, eiwit enz ijzerhard en ondoordringbaar voor vocht gemaakt is. De volgende uitvinding mag geacht worden aan de behoeften van den tijd te beautwoorden. Eene Ameri kaansche modemaakster heeft een hoed uitgevonden, waar door zij, welke hem draagt, zoo dikwijls zij goedvindt, blozen kan. In de banden van dien hoed zijn een paar stalen veren, die, wanneer de dame het hoofd buigt of schudt, de slagaders van de slapen drukken en het bloed naar de wangen drijven. Voor dames, bij wie het blozen der schuchtere maagd niet meer tot de dagelijksche gewoonten behoort, is deze uitvinding in sommige omstandigheden des levens van groote waarde. Tweede Kamer. Zitting van Donderdag 20 November. De beraadslaging over het Hoofdstuk Buitenlandsche Zaken is voortgezet. Een amendement van den heer Bredius, om 't herstel der missie te Lissabon weg te laten, met het doel om haar met die te Madrid vereenigd te laten, doeh met verplaatsing van de standplaats naar Lissabon, werd verworpen met 43 tegen 16 stemmen. Daarna is het geheele budget Buitenlandsche Zaken aangenomen met algemeene stemmen min een, die van den heer van Zuylen. De beraadslaging over het Heofdstuk Justitie is begonnen. Zitting van Vrijdag 21 November. De algemeene discussie over 't Hoofdstuk Justitie is afgeloopen. De minister blijft na afstemming der regterlijke organisatie voor partieele herziening van regtswezen en wetgeving, waaromtrent de minister op onderscheidene punten toezeggingen doet. De heer Van Kerkwijk laakte de on gelijkheid van regtsvervolging tusschen de verdachten van den Ilaagschen moord en die der voortvlugtige bankiers. De minis ter van Justitie ontkent dat er ongelijkheid heeft plaats gehad. In 't eene geval hadden wij tractaten van uitlevering, met Amerika hebben wij geen tractaat. Met spreker keurde hij af de hande lingen die hebben plaats gehad om door toepassing van spiritisme de bekentenis uit te lokken van een der verdachten. Na afhandeling der afdeelingen, is het geheele Hoofdstuk Justitie met algemeene stemmen aangenomen. Ingekomen is een ontwerp tot vaststelling van nadere wettelijke bepalingen nopens den ijk der gasmeters. De minister van Koloniën zegt in zijn antwoord op het afdeelings. verslag nopens de begrooting: „Het gevolg van den oorlog tegen Atsjin zal moeten zijn dat Atsjin onder de Ned. souvereiniteit wordt gebragt, omdat het nu gebleken is, dat op geene andere wijze waarborgen kunnen verkregen worden tegen eene herhaling der ondervonden moeijelijkheden; maar onder 't oppergezag van Nederland zal aan Atsjin 't regt van zelfbestuur gelaten worden. Aan 't brengen van Atsjin onder ons regtstreeksch bestuur wordt door de regering niet gedacht." De Nationale Vergadering heeft het eerste artikel van het tegen-voorstel van den heer Depeyre, waarbij bepaald wordt dat het gezag van maarschalk Mac Mahon voor zeven jaren wordt verlengd, aangenomen, met 383 tegen 317 stemmen. De ministers hebben hunne portefeuilles te zijner be schikking gesteld. De maarschalk verzocht hun hunne portefeuilles te blijven behouden tot aan de hernieuwing van het kabinet. Dit zou vermoedelijk vdór a. s. Maandag geschieden. Te Parijs zoowel als in het geheele land heerscht vol komen rust. De aandacht der Parijzenaars wordt in eene niet geringe mate geboeid door het schouwspel, hetwelk hun sedert een tweetal dagen in het Cirque van de Champs- Elvsées wordt aangeboden in „the two headed nightingale het te Columbus, in den staat Noord-Carolina, door eene 32jarige Mulattin ter wereld gebragte, aaneengeboren vrou welijk tweelingpaar, Millie-Christine geheeten. Dit natuur wonder, hetwelk in Europa het eerst te Weenen bij gelegenheid der wereldtentoonstelling ter bezigtiging is gesteld, wekt te Parijs niet alleen de nieuwsgierigheid, maar de algemeene belangstelling, sympathie en verbazing op. De Siamesche broeders zegt een Parijsch berigt- gever zijn overtroffen. In miss Millie-Christine aan schouwt men twee personen in ééne en dezelfde vrouw. In het eerste oogenblik waant men twee, met den rug tegen elkaar geplaatste jonge negerinnen of Mulattinnen voor zich te zien: twee hoofden, twee volledig gevormde busten, vier armen en vier beenen. Ziedaar voor zoover het ligchaam betreft. Wat den geest aangaat, vormt miss Millie-Christine insgelijks twee afzonderlijke individualiteiten. Gij kunt met het regterhoofd een gesprek voeren, terwijl het linker leest, slaapt of met uwen buurman in gesprek is. Wat meer is: de klank der stem van het eene hoofd verschilt kennelijk van die van het andere. Miss Millie bezit eene liefelijke sopraanstem, aan welke de altstem van miss Christine zich in de duo's, die met veel smaak door haar worden uitgevoerd, op eene aangename, welluidende wijze paart. Anatomisch gesproken, bezitten zij twee harten, twee magen, twee ademhalingswerktuigen, maar slechts één enkel bekkende dualiteit eindigt bij het middel, ter hoogte van het eerste wervelbeen, om bij het begin der dijen zich weêr te vernieuwen. Het tweelingpaar is wel ruggelings vereenigd, maar niet volkomen parallel. De beide ligchamen zijn aan de eene zijde een weinig voorwaarts gebogen. Millie-Christine hebben van haar vroegste jeugd af eene goede gezondheid genoten en een opgeruimd leven dig gestel bezeten. Zij schijnen zich gelaten in haar lot te gevoelen, en willen zelfs niet, dat men haar beklaagt. Zij spreken verscheidene talen. Beider gelaatsuitdrukking is verschillend, evenals beider gelaatstrekken. Als Millie hoofdpijn heeft, gevoelt Christine zich daarvan in den regel bevrijd. Slapen beiden, dan wordt de een soms door een scherp geluid of luid gerucht gewekt, terwijl de ander blijft doorslapen. Lijdt de eene echter aan eene ernstige ongesteldheid, b. v. aan zware verkoudheid of koorts, dan wordt ook de andere daardoor, hoewel in eene geringere mate, gedrukt. De krankheid doet zich natuurlijk dubbel gevoelen als zij de ligchaamsdeelen treft, die beiden gemeen hebben. Een zonderling, maar geenszins stuitend of pijnlijk gezigt levert het dansen van dit tweelingpaar op. „De Hemel zegt een berigtgever van de Parijsche Temps heeft beiden eene stille, zachte geaardheid en overeen komende karaktertrekken geschonken. Hoe ondragelijk zou haar lot zijn, indien beider karakter en gemoed grootelijks verschildenToch zijn zij genoodzaakt elkander onophou delijk concessiën te doen; en dit wordt, naar het schijnt, door haar met de meeste bereidwilligheid gedaan." Op het eiland Saint-Pierre, een der bezittingen van Frankrijk in Amerika, is de bisschop de Verez aan den voet van het altaar in de hoofdkerk van Saint Jean de Dieu door zekeren Emile Pelletier vermoord. De dader heeft zich zeiven in handen der justitie gesteld, onder ver klaring, dat hij uit Frankrijk naar Saint-Pierre gegaan is, om deze misdaad te plegen. Wat hem daartoe bewogen heeft, wordt niet gemeld. De Engelsche bladen behelzen brieven van hunne berigt- gevers ter Westkust van Afrika, die van den 15 Oct. jl. dagteekenen, en waarin uitvoerig verslag wordt gegeven van eene expeditie, die den vorigen dag, onder aanvoering van sir Garnet Wolesley zei ven, tegen een nabij Elmina gelegen en door de Ashantijnen als oorlogsmagazijn inge- rigt dorp, Emsaman genaamd, was ondernomen en met den besten uitslag bekroond is geworden. Na een hevig gevecht in het kreupelhout was de vijand op de vlugt gedreven, met groot verlies; aan de zijde der Engelschen waren 3 officieren, 16 houssas, waarvan 2 doodelijk, 4 mariniers en 3 werklieden gekwetst. Vervolgens waren zes dorpen verbrand, en bovendien was het gevolg geweest, dat de Fantijnen, Engelands beschermelingen, bereid waren om ten strijde te gaan, daar zij vertrouwen hadden gekregen in den man, die hen in dezen oorlog zal aanvoeren. Voorts was gebleken, dat de Engelsche troepen ook in het klimaat van West-Afrika tegen een langen marsch bestand zijn, en dat ook in het kreupelhout de inlanders het niet tegen het Snider-geweer kunnen houden. De Engelschen hebben den 27 Oct. jl. de Ashantijnen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 2