1873. N°. 142.
Woensdag 26 November.
31 Jaargang.
BEKENDMAKING.
AANBESTEDING.
Binnenland.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
DIENST BIJ DE BRANDSPUITEN.
HËLDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag-en ZiTURDAG namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal f 1.30.
fraaeo per post - 1.65.
Prijs der Adverteutiën Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS
Naar Oost-lndië: via Triëst 9 Dec. 's avonds 6 u.
Marseille 4 Dec., 's avonds 6 u.
v r Brindisi 1 Dec., 's avonds 6 u.
Naar Curagao en Suriname, 1 Dec., 's morg. 6 u.
v Kaap de Goede Hoop, via Southampton3 Dcc.,
's morg. 6 u.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER
brengen ter kennis van de ingezetenen, dat voor de herziening der
lijst van de mannelijke ingezetenen, die in de termen van dienst-
pligtigheid bij de brandspuiten vallen, in de maand December dezes
jaar», door daartoe aangewezen ambtenaren, eene opneming aan de
huizen zal worden gedaan.
De ingezetenen worden verzocht aan die ambtenareu de noodige
inlichtingen te willen geven.
Zij, die zich van de dienst bij de brandspuiten wenschen vrij tc
koopen, kunnen daarvan te gelijk opgave doen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
24 November 1873. L. VERHEY, Secretaris.
Op Vrijdag den 19 December 1873, des avonds ten
7 ure, zal, aan het Raadhuis der gemeente Helder, in het
openbaar, alleen bij inschrijving, worden aanbesteed:
Het onderhouden van de Gemeente-Gebouwen,
Bruggen, Riolen, enz., gedurende bet jaar 1874.
Het bestek dezer besteding ligt, van heden af, op de
gewone kantooruren, ter lezing aan de Secretarie der gemeente.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den Gemeente-
Bouwmeester, den Heer A. E. J. GRAAT, door wien op
Woensdag vóór de besteding aanwijzing in loco zal worden
gedaan, te beginnen aan het kantoor voor Gemeentewerken,
des morgens ten 10 ure.
Helder, den 25 November 1873.
Burgemeester en Wethouders dier gemeente,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
L. VERHEY, Secretaris.
Een Vrouwen-Congres te New-York.
In eene particuliere correspondentie aan het Handelsblad wordt
melding gemaakt van een vrouwen-congres te New-York gehouden.
„Het is bekend," zegt de berigtgever, „dat de vrouwen in Amerika
een onrustig volkje zijn. „Der schepping heerlijkheid" is ontevreden
over die tyrannen van mannen. Zij is vast besloten de plaats van
„medgezel," die haar in Genesis werd aangewezen, practisch te gaan
innemen; ook zij is met de theorie alleen niet meer tevreden, en
in de negentiende eeuw, waarin de pen en het woord magtiger
zijn dan het zwaard en de physieke overmagt van den man, zal
de ongelukkige „heer der schepping" bet waarschijnlijk nog hard
te verantwoorden krijgen tegenover den ontwaakten vrijheidszin van
Eva's doehteren.
Dit vrouwen-congres is eigenlijk eene oude instelling, doch het
bestond vroeger onder een anderen vorm; het bevatte elementen
zóó republikeinsch en omwentelingzuchtig, dat het rijk in zich zelf
verdeeld raakte. Daar waren niet alleen stemlustige sehoonen, die
zich gaarne tot president der Vereenigde Staten zouden hebben
laten kiezen, maar daar was ook eene Victoria Woodkull, die aan
alle gezag en wetten het liefst eene eerlijke begrafenis gnnt. Die
elementen werkten als het nitro-glycerine in een torpedo en deden
het eene congres voor, het andere na uiteenspatten. Het laatste
congres nu had wijselijk die ontploffende dames verbannen en
bepaalde zich grooteudeels tot de bespreking van het gewigtige
vraagstuk, of de vrouwen in Amerika al dan niet tevreden konden
zijn met hare maatschappelijke stelling. Ofschoon niet zonder
omwegen en struikelblokken, kwam de vergadering bijna eenparig
tot het besluit, dat de vrouwen zieh over vele zaken te beklagen
hebben.
De congresleden, om niet onder te doen voor de mannen, die
bij zulke plegtige gelegenheden gerokt en witgedast plegen te ver
schijnen, prijkten in al den glans der nieuwste modes en konden
er zich op beroemen de schoonste en rijkste toiletten van New-York
in haar midden te zien. De ruischende zijde en het glanzende
fluweel beletten echter niet, dat er pittige en jolige redevoeringen
werden gehouden.
De eerste zitting werd geopend met een gebed door de „eer
waarde mevrouw Losie" (een vrouwelijk predikant), in de wandeling
meer bekend onder den naam van „zuster Losie." De eerste spreker
[sprekeres is minder eigenaardig dunkt mij) hield een rede op den
zelf gevonden tekst: „Zij die de kribbe wiegt, regeert," eene oratie,
waarvan men zich na dien weisprekenden tekst den inhoud gemak- I
keljjk kan voorstellen. Een tweede spreker, weder eene geestelijke
HELDER en NIEÜWEDIEP, 25 November.
Met zekerheid kunnen wij berigten, dat mej. Mina
Kruseman op Dingsdag den 2 Dec. a. s. in Musis Sacrum
eene lezing zal houden.
Naar men verneemt, zal het transportschip Java den
1 Jan. a. s. in dienst worden gesteld.
De mailboot Conrad is gisteren alhier van Batavia
aangekomen.
Het mooije weêr, dat den visscherman 20 dagen
achtereen gelegenheid tot visschen gaf (iets dat volgens
verklaring van de oudsten in dat vak in geen 25 jaren
in dit saizoen heeft plaats gehad, is sedert eenige dagen
afgebroken geweest door een hevigen west-noordwesten
wind, welke visscher- en koopman tot ongewenschte rust
noodzaaktete meer was dit ongevvenscht, daar er thans
meer vraag naar dat artikel is dan in de Iaatstverloopeue
weken.
De vorige week werden alhier aangebragt en bij afslag
verkocht: 16,500 schel visschen, 250 kabeljaauwen, 30Ö
tongen, 460 roggen en vleeten, alsmede 92 wigtjes kleine
schol. De prijzen bleven hoog. De opbrengst was geza
menlijk f 8400.
Een dertigtal Enkhuizer visscherlieden, die in dezen
zomer op do Emder haringvloot gediend hebben, zijn dezer
dagen, naar men verzekert, alles behalve voldaan terug
gekeerd en schijnen niet voornemens te zijn het volgende
saizoen weder derwaarts te vertrekken. Het is te hopen,
dat de Enkhuizers bij hun plan blijven, daar onze zich
steeds meer en meer uitbreidende haringvloot zulke goede
krachten zelf zeer goed kan gebruiken.
Naar het Dagblad verneemt, is de duur van het
verblijf van HH. KK. HH. den Prins en de Prinses von
Wied te 's Hage voorloopig tot 15 Dec. bepaald.
Naar men verneemt, bestaat het voornemen om de
tamboers bij het leger af te schaffen en alleen de signaal
hoorn te doen gebruiken; deze maatregel zou met 1 Jan.
in werking treden. (U. D.)
In de Tweede Kamer zal een tiende stenograaf
worden aangesteld. Het zou nog beter zijn geweest, zegt
de Spectator, als men tevens besloten had, het gepraat in
de Kamer met een tiende te verminderen.
De minister van Oorlog heeft bepaald dat bij het
onderwijl bij de korpsen van het leger, de nieuwe Neder-
landsche spelling zal worden gevolgd, te beginnen met den
aanvang van het nieuwe schooljaar.
dame, de „eerwaarde Antoinette Blackwell," had het over de
tyrannie der mannen, en was van meening, dat één dag het kind
wiegen en broodbakken er veel zou toe bijdragen om den man
„menschelijk" te maken.
Een ander spreker ergerde zich over Luther's spreuk Wer
nicht liebt fk'ein, Weib und Gesang, enz." en beklaagde zich, dat
Strausz op die woorden zelfs een wals gecomponeerd had. Zij eindigde
met eene rede over matigheid. Eene zekere mevrouw Stanton
meende, dat het doel van bet congres was om te bewijzen, dat
vrouwen genoeg verstand hebben om in een congres te zitten,
waartegen door mevrouw Julia Howe protest werd aangeteekend
door de bewering, dat het bezitten van genoegzaam verstand om
voor het vrouwelijk welzijn een congres te houden reeds lang een
uitgemaakte zaak was. Daarop volgden verscheidene voorlezingen
over de opvoeding en de pligten dtr vrouwen, enz. enz. Nu en
dan intusschen dwaaldeD de damessprekers een weinig van bet
terrein af en werd er lucht gegeven aan denkbeelden, die de dag
bladen als te „geavanceerd" niet publiek maken. Mannen en kinderen
mogten dan ook voortaan wel geweerd worden.
Toen eindelijk de driedaagsche veldlogt ten einde liep, verhief
zich eene waarschuwende stem, die meende dat het noodig was
naar de noodige „schijven" om te zien, en werd daarop besloten,
dat zij, die als lid van het vrouwen-eongres wenschten op te treden,
eene jaarlijksche bijdrage van twee dollars moesten voldoen. En
daarmede werd de eerste of openingszitting van het thans op de
constitutie na geconstitueerde vrouwen-congres gesloten, om, wanneer
wind en tij gunstig zijn, door nieuwe zittingen gevolgd te worden
Een treurige geschiedenis.
Menig wandelaar in de Beijersche gebergten bij Partenkirchen
schrijft de Dantz. Zeit., zal daar een nog jonge vrouw hebbeu op
gemerkt met bolle wangen en wild uitziende oogen, wier rijk blond
haar ordeloos om hoofd en schouders hing. De ongelukkige doet
niemand leed en vlugt voor ieder die haar nadert. Zij heeft een
treurige geschiedenis. Voor eenige jaren was zij het schoonste en
braafste meisje uit die streken. Zij huwde Joseph Falkner, een
oppassend man, en geen gelukkiger familie dan Sepp en zijn vrouw,
met hunne twee kleine knapen. Maar er was toch een schaduwzijde.
Sepp, zoo als hij in de wandeling wordt genoemd, kon het stroopen
niet laten, ofschoon hij zulks op den huwelijksdag bij handslag had
beloofd.
Eens, dat hij weder des nachts met het geweer in d«n arm was
Blijkens een bij het Departement van Koloniën
ontvangen telegram, is de telegraafkabel tusschen Penang
en Singapore gebroken.
Z. M. de Koning van Italië heeft tot kommandeur
der Kroon-orde benoemd den heer mr. C. J. A. den Tex,
burgemeester van Amsterdam.
-Beroepen te Harlingen ds. H. W. Creutzberg, pred.
te Ylissingen; te Schermerhorn ds. A. W. van Kluyve,
pred. te Wijk aan Zee en Duin.
Aangenomen het beroep naar Rotterdam door ds.
A. P. G. Jorissen, pred. bij de Rem. Geref. gem. te Delft.
Bedankt voor het beroep naar Brussel door ds. J. G.
Knottnerus te Dordrecht; voor de Evang. Luth. gem. te
Zierikzee door ds. Gonlag, pred. te Harlingen.
Yoor de „vervolgde" priesters in Zwitserland is bij
ons te lande p. m. f 6000 bijeengebragt.
De Maatschappij van Nijverheid heeft bij een adres
aan den Koning aangedrongen op helmbeplanting der duinen.
Betreffende den geprojecteerden Noordhollandsch-
Frieschen spoorweg, vernemen wij, dat onlangs de zekerheid
verkregen is, dat een Engelsch huis, Vignolles Co., te
Londen, genegen is de geheele onderneming op zich te
nemen, onder de volgende voorwaarden:
a. dat zooveel mogelijk van uit de betrokken gemeenten
in het maatschappelijk kapitaal worde deelgenomen Voor
f 2,400,000 aan inschrijvingen, en b. op eenige wijze eene
subsidie worde verstrekt van 1 millioen gulden. De begroo
ting voor den geheelen spoorweg, bij globale berekening
opgemaakt, bedraagt 15 a 18 millioen gulden. Tot hiertoe
is door verschillende gemeentebesturen voor 21 a 22 tonnen
gouds ingeschreven.
De gunstige beschikkingen door de Staten Van de beide
provinciën genomen, zijn zoo bemoedigend voor 't fourneeren
van een belangrijke bijdrage, dat de zaak aan geen bezwaar
schijnt onderhevig te zijn.
De hoog.; regering heeft bovendien verklaard, dat van
staatswege geen ondersteuning zal worden geweigerd, bij
het aanbieden van een aannemelijk voorstel. (N.Rott.Crt.)
Jl. Zaturdag morgen werd te Hoorn uit zee opgehaald
het lijk eener vrouw, welke sinds 14 dagen vermist werd.
Zij was lijdende aan krankzinnigheid en haren bewakers in
den nacht ontvlugt.
Men schrijft ons uit Hoorn, dd. 24 dezer:
„Op de kleine- of scheimarkt waren ongeveer 1000
stuks koeijen aangevoerdde prijzen in de beste kwaliteit
waren hoog en de handel vlug, in mindere kwaliteit was
de prijs minder en een stugge handel.
Op de wekelijksche vette koemarkt zijn de prijzen minder,
zoodat het vleesch 10 cent per kilogram afgeslagen is."
uitgegaan, kwamen de jagtopzieners hem op 't spoor en wilden
hem gevangen nemen. Een hunner waagde het hem te naderen;
daar nam Sepp zijn geweer en weldra lag zijn vervolger levenloos
aan zijne voeten; een volle lading was hem in de horst gedrongen.
De overigen namen daarop de vlugt.
Nadat de misdaad was begaan, zwierf de ongelukkige in de
bosscheu rond en op zekeren morgen was ook de jonge vrouw met
hare kinderen uit haar huisje verdwenen. De jagt der gendarmen
en boschwachters op den wilddief en moordenaar, werd nu uitge
breid. „Als de groenrokken mij ontdekken, dan zullen ze mij
niet levend in handen krijgen," had hij tot zijn vrouw gezegd;
daarop had hij zijn geweer met scherp geladen, zijn oudste jongen
van vier jaren hij de eene hand genomen en ondersteunde met de
andere zijne vrouw, die het jongste kind op den arm droeg. Voort
ging het langs hijpaden en sluipwegen om de Oostenrijksche grenzen
te bereiken. Des nachts legden zij zich in dat bosch te slapen en
toen het scherpe oor van den ongelukkigen vervolgde de hoefslagen
zijner vervolgers hoorde op den weg, die langs het boseh liep, waar
zij zich verborgen, maakte hij zijne vrouw wakker: „de gendarmes
zeide hij. De naauwelijks ontwaakte vrouw schrikte zoo hevig, dat
he: kind dat op haar schoot sliep, door de beweging ontwaakte en
begon te 6chreijen. „Breng den schreeuwer tot zwijgen," fluisterde
hij met schorre stem. De vrouw drukte het kind krampachtig tegen
de borst om het te stillen, maar het kind was echter niet tot be
daren te brengen.
De gendarmes hielden stil en schenen te luisteren. Nu nam
Sepp den klciue nit de armen der moeder en hield zijn breede hand
op den mond van 't kind. Tien minuten bleven de gendarmes staan
en tien minuten onderdrukte de vaste hand het schreijen van het
kind. Eindelijk reden de gendarmes verder, de moeder nam haar
zuigeling weder over; lang drukte zij haar mond op de blaauwe
lippen van haar lieveling, om als uit haar borst weêr adem in de
longen van het kind te brengen, maar 't was dood. „Voorwaarts,"
beval Sepp. Hij nam de oudste op zijn rug en de moeder volgde
met het lijkje. Bij het aanbreken van den dag bereikten zij de
grenzen en ontmoetten een Oostenrijksch beambte, die vroeg of zij
wat hadden aan te geven. „Niets," antwoordde Sepp bedaard.
De vrouw naderde den grenswachter, wees op het doode kind in
haar boezelaar en zeide: „Ik heb aan te geven, dat deze man een
moordenaar is, hij heeft zijn kind vermoord." Sepp liet zich ge
vangen nemen en zit sedert in het tuchthuis. Het overgeblevene
kind is door medelijdende 1 ieden tot zich genomen en de arme
moeder zwerft sedert in de bosschen, zij is onnoozel en menschen-
schuw geworden.