STATEN-GEMAAL. Buitenland. Eugeland. Het Nederl. schip Nehalennia, kapt. Hollanders, van Amsterdam naar Batavia, is volgens telegram bij Anjer verbrand. Een sloep, waarin de eerste stuurman en 7 man, is te Anjer aangekomen. In bet Politieblad wordt opsporing, aanhouding en opzending verzocht van Willem Karei Clemens Sassen Jr., oud 56 jaren, vroeger procureur-generaal op Cura9ao, laatst wonende te Rotterdam, die, bij vonnis van het kanton- geregt te Cura^ao, van 5 Junij jl., veroordeeld is tot eene gevangenisstraf van 2 maanden, eene geldboete van f 10, subsidiair te vervangen door 3 dagen gevangenisstraf en in de kosten." Zooals men weet staat de veroordeeling van den heer Sassen in verband met oneenigheden tusschen dezen heer en de Curaijao-autoriteiten. Beroepen te Doesburgh ds. C. A. Renier, pred. te Bergschenhoek. Beroepen bij de Doopsg. gemeente te Vlissingen, ds. J. I. de Bossy, pred. te Wormerveer a/h Zuid. Aangenomen het beroep naar Schiedam, door ds. H. W. Creutzberg, pred. te Ylissingen. Volgens de „Nieuwe Bijdragen van October, zijn in de gezamenlijke provinciën 123 hulponderwijzers-plaatsen vacant. Op een tractement van f 400 melden zich geene sollicitanten meer aan. Door den storm van den 21 dezer zijn, naar men meldt, van het noordelijk havenhoofd van het Noordzee kanaal 100 en van het zuidelijke ruim 50 blokken weggeslagen. Jl. Maandag ontstond brand in het perceel, bewoond door den heer Kievit, te Texel, welke echter door krach tige hulp van de ingezetenen van het dorp den Burg spoedig gebluscht werd. Dezer dagen heeft zich te Hoorn geconstitueerd een afdeeling der te 's Hage gevestigde Maatschappij tot bescherming van dieren. De heer J. R. Oorver Hooft is te Amsterdam gekozen tot lid der Provinciale Staten van Noordholland. Uit Amsterdam berigt men, dat ruim 1200 diamant slijpers en klovers uit gebrek aan werk leêgloopen. Daar deze klasse van menschen in den regel weinig andere bezig heden hebben dan hun gewone werk en buiten de werkuren een vrolijk leven leiden, geeft hunne tegenwoordige positie niet weinig aanleiding tot uitspatting; vooral omdat hunne beurzen over het algemeen goed gevuld zijn. Op het initiatief van den heer Franss P. L. Pollen, te Scheveningen, is het plan tot rijpheid gekomen om een aquarium op uitgebreide schaal in het genre van dat te Brighton voor zee- en zoetwaterbewoners te stichten, waar aan zal worden toegevoegd een museum van visscherij- voorwerpen van Nederland en zijn Overzeesche Bezittingen, alsmede een meteorologisch observatorium en een zoölogisch laboratorium in den geest als te Napels bestaat. Aan deze instelling zal worden verbonden een hotel met restauratie, alsook eene uitspanningsplaats van ruim een bunder groot met muziek-kiosk. De uitgekozen plaats is in het ontworpen Scheveningsche park van den heer van Stolk, bij Klein- Zorgvliet. Het plan is reeds zoover gevorderd, dat zich voor de verwezenlijking eene voorloopige commissie gevormd heeft, bestaande uit de heeren Franijois P. L. Pollen te Scheveningen, prof. Selenka te Leiden, dr. Bleeker, mr. Th. van Stolk en P. T. W. Mouton te 's Hage. De kassiersknecht K. van de firma Meijers Co. te 'sHage, die zich 11. Zaturdag met een som van 1 1800 uit de voeten had gemaakt, is in zijn eigen huis in hechtenis genomen. Het geld was niet meer in zijn bezit, maar was, volgens zijn verklaring, ook hem weer ontnomen. Te Rotterdam is tentoongesteld het model der monu mentale fontein, welke aldaar wordt opgerigt ter herinne ring aan het Aprilfeest van 1872. 't Stelt voor een Hol- is weder op f 30000 geraamd); en een nieuwe controleur, een nieuwe deurwaarder en nieuwe schatters hebben ons gevoelig in de beurs getast. I)e vorige controleur, een bejaard en. ziekelijk man, had de zaken waarschijnlijk niet te streng aangebonden, maar de nieuwe haalt de schade dubbel innaar ik verneem is het primitief cohier der patenten met niet minder dan f 1800 verhoogd en zijn sommige aanslagen verdrievoudigd. Ik betwijfel zeer of hier wel altijd .met de noodige kennis van den toestaud gehandeld is. Appelleeren zult gij zeggen, en ik zeg 't ook. Maar openlegging van zaken is niemand welkom, allerminst voor hen die 't niet voor- deelig gaat en toch hun crediet zoeken staande te houden. En dezulken drukt de enorme verhooging het meest. Bij de gemeente is men ook court d'argent, waaraan de bij onze feesten betoonde royaliteit zeker geen goed gedaan zal hebben. l)e begrooting voor 1874 draagt daarvan de blijken, zullende er in dat jaar weinig aan openbare werken gedaan en slechts het allernood zakelijkste verricht worden. Hooger lasten en minder publieke werken, de conclusie is niet vreemd, dat men er de laatste jaren te duchtig op ingehakt heeft. De heer van Lelyveld, die bij herstemming voor het lidmaatschap van den gemeenteraad evenveel stemmen bekwam als de heer 0. Bosman en door het stembureau, met nietig verklaring van 2 stemmen op G. Bosman, als oudste in jaren verkozen was geproclameerd, nadat de raad zijne benoeming had goedgekeurd, zijn ontslag genomen, zijn zetel niet aan eene toevallige omstandigheid hoo- geren leeftijd te danken willende hebben. Die verklaring strekt hem tot eer en zou zijne vernieuwde candidatuur bevorderlijk kunnen zijn, had hij niet uitdrukkelijk te kennen gegeven, niet weder in aanmerking te willen komen. Aldus blijft een vacature in den raad, en is eene tweede ontstaan door de benoeming van den heer van der Kaay als kantonrechter te Leiden. Het verwondert u zeker hoe iemand, die zoo op en top Alkmaarder was als mr. v. d. Kaay, heeft kunnen besluiten ons te verlaten, toch kunt gij u ver zekerd houden, dat zijne redenen daarvoor alleszins eerbiediging verdienen. Voor Alkmaar is zijn vertrek een groot verlies, al is er ook eene partij die het als winst zal beschouwen. Als lid van den gemeenteraad en in verschillende andere functiën was mr. v. d. K. de rechte man op de rechte plaats, de man wiens kennis en door zicht zijne adviezen op hoogen prijs deden stellen. De liberale partij in ons arrondissement verliest in hem bovendien een bekwamen en niet gemakkelijk te vervangen leider, reden te meer die mij aanleiding gaf om in uw blad een oogenblik bij zijn vertrek stil te staan. Ei, zeg mij, wie kan en zal den mantel van dezen heen- geganen profeet opvangen landsche maagd, omgeven door wapenschilden en rustende op een voetstuk, dat bezet is met beeldwerk en zinnebeel dige figuren, alseen Batavier, een poorter, een krijgsman en een werkman, de laatste uit deze eeuw. Door de commissie vcor liet oprigten van een asyl voor oude en verminkte zeelieden te Brielle, is eene brochure verspreid, waarin een chromolithografie voorkomt, vervaar digd door den lithograaf J. Bos Wz,, voorstellende het ontworpen asyl naar de teekening van den architect Ouds hoorn. Het gebouw zal opgetrokken worden in den re- naissance-stijl en vormt een open vierkant; zoowel het middengebouw bevat boven de midden- of hoofddeur het borstbeeld van prins Willem den Zwijger en boven de ramen aau iedere zijde van die deur een gekroond wapenschild, ter regterzijde dat van „Nassau-Dillenburg," ter linker zijde dat van „Oranje." Boven het middelste dakvenster is een medaillon aangebragt, waarop het jaarcijfer 1872. Aan iedere zijde van den trap voor den hoofdingang is een leeuw geplaatst, houdende een wapenschild, dat ter regterzijde bevat het wapen der stad Brielle, links dat van het eiland Voorne. Elke woning bestaat uit een woon kamer, slaapkamer, keuken, kelder en zolder. Achter elke woning is een plaatsje, zoowel onderling als van den open baren weg afgescheiden. Het open vierkant, dat het ge bouw vormt, is bestemd tot den aanleg van een park, in welks voorste gedeelte het monument zal prijken. Het ge heel zal een verblijf zijn met nationale herinneringen aan de kloeke daden van het voorgeslacht en der dankbaarheid van tijdgenooten. U. D. Hoever jongens de straataardigheden dikwerf drijven, bleek dezer dagen al weder. Bij den winkelier V. in de Mariastraat, te Utrecht, stonden eenige jongens voor de winkelramen te spelen, toen op eens een der jongens door zijne kameraden opgepakt en door een groote winkelruit gesmeten werd, zoodat hij in den winkel teregt kwam. De regtbank te Arnhem deed jl. Woensdag uitspraak in vier overtredingen der geneeskundige wetten. Een geneesheer uit Twello, de kastelein van Beekhuizen en twee geneesheeren uit Velp werden tot verschillende geldboeten veroordeeld, wegens het verzuimen van aangiften omtrent ziektegevallen. Van 't Loo schrijft men aan de N. A. Ct., dat zich aldaar eene bouwcommissie heeft gevormd, met het doel, een logement te bouwen, in den trant der groote Zwitsersche logementen. Z. M. de Koning is met dat plan zeer inge nomen en heeft van zijne belangstelling blijk gegeven, door aan den bouwmeester, belast met het maken van een plan, eene photografie van het door Z. M. het laatst te Vevey bewoonde hotel ter inzage te zenden. De kosten van het bouwen enz. worden berekend op een millioen. Het maatschappelijk kapitaal zou drie millioen bedragen. Dit plan zou tevens gepaard gaan met den aanleg van grooten tuin, wandelpark, dreven, enz. Te Brugge heeft iemand tegen een vriend gewed, dat hij binnen een bepaalden tijd een millioen gebruikte post zegels zou verzamelen. De verliezer der weddingschap zal voor eigen kosten een weldadigheidsinstelling moeten oprigten. Het Journal de Bruges, dat op de hand van een der wedders is, roept al zijn lezers in hartroerende bewoordingen op, om aan zijn uitgever al de postzegels in te zenden, die zij magtig kunnen worden. Cham, de geestige teekenaar van Charivari, beweert dat het tot heden nog maar aan een enkel persoon gelukt is, om licht te brengen in de beraadslagingen van den krijgsraad te Trianonde jongen, die 's middags om half vijf de lampen brengt. Eerste Kamer. Zitting van Dingsdag 25 November. De beraadslaging over de Indische begrooting is voortgezet. Hoofdstuk I (Uitgaven in Nederland) is aangenomen met 32 tegen 2 stemmen. De heeren van Goltstein en Cremers stemden tegen, wegens de Indische hrigade, waar zij zich tegen hadden verklaard. Zitting van Woensdag 26 November. De overige deelen der Indische begrooting worden met algemeene stemmen aangenomen, 't ontwerp betreffende 't Indische muntwezen met 25 tegen 1 stem. De Kamer is tot nadere bijeenroeping gescheiden. Tweede Kamer. Zitting van Dingsdag 25 November. Voortzetting der beraad slaging over de begrooting voor Binnenlandsche Zaken en wel over de afdeeling Waterstaat en Publieke Werken. Met 34 tegen 30 stemmen is aaugenomen een amendement van den heer Tak om den post jaarwedden van ambtenaren bij den Waterstaat met f 4000 te verhoogen. Zitting van Woensdag 26 November. Heden zijn slechts enkele artikelen der afdeeling Waterstaat afgedaan. Men is begonnen met den post tot verbetering van het Ilillegat. Uit het antwoord van den minister van Oorlog op het begroo- tingsverslag der Tweede Kamer blijkt, dat de aanhangige vesting wet met het geconcentreerd stelsel van defensie spoedig in behan deling kan komen, daar deze in geen onvermijdelijk verband staat met het organiseren der levende strijdkrachten. Ook met het ontwerp op de inkwartiering vereenigt zich de minister volkomen. Het incompleet bij het leger is niet weinig toegenomen, omdat bij het Oost-Indisch leger zijn overgegaan of gedetacheerd; 109 officieren, 210 onderofficieren, 295 korporaals, 1090 soldaten en 15 miliciens. Daar 't gebrek aan vrijwilligers voortduurt, moet de militie beter geoefend worden, ten einde ook daaruit kader te kunnen trekken. Het reserve-kader is opgeheveu, omdat het geen noemenswaardige hulp geeft in tijd van nood. Eenige verbete ringen in het lot der onderofficieren worden voorbereid; daar onder behoort dat de kortingen voor het kleeding- en repa ratiefonds tot de groote uitzonderingen zullen behooren. Bij de infanterie ontbreken thans 46 officieren. Op de militaire academie te Breda zijn geen cadets voor dat wapen. De inrigtingeu vau onderwijs te Maastricht, 's Bosch en Kampen tellen 91 leerlingen. Wat de miliciens betreft, de oudere ligtingen zullen een maand onder de wapenen worden geroepen; die van 1874 zullen waar schijnlijk 8 maanden bij de corpsen blijven. 't KampereD is hoofdzakelijk tot oefening voor opper- en hoofd officieren. Er zullen dus slechts zooveel troepen in 't kamp worden gebragt, als uoodig is voor het vormen van bataillons van vol doende sterkte voor de oefeningen op groote schaal. Uit de debatten van Junij jl. schijnt te blijken, dat de afschaffing der plaatsvervanging misschien door de Staten-Generaal zou worden goedgekeurd, maar als de nommevverwisseling en een aantal vrij stellingen blijven bestaan, beteekent die afschaffing niets, en het doel om 't gehalte van de miliciens te verbeteren, doordien ook de meer beschaafde jongelieden er toe zouden behooren, werd er niet door bereikt; daarom zal de Begering in 't behoud der plaats, vervanging berusten, maar den plaatsvervanger met den milicien vokomen gelijkstellendaardoor hoopt de minister, dat het gehalte van 't jaarlijksch contingent zal verbeteren. De wet op de leger- organisatie moet wachten op de militie-wet, die spoedig zal inge diend worden. - De minister is er bepaald tegen om zijne be grooting in een crediel-wet tc veranderen en geeft daarvoor de redenen op. Indien er gebrek aan officieren van gezondheid mogt ontstaan, zou men in kleine garnizoenen tegen betaling de praktijk aan burgerlijke geneesheeren kunnen opdragen. Door ver beterde tractemeuten hoopt de minister echter, dat er geen gehrek zal ontstaan. De minister acht het ter wille van het antecedent onraadzaam aan de reclame van de Gebr. Schoonenburg te Amsterdam te vol doen. 't Wordt overwogen om te Amsterdam een depot van hulzen en kogels te maken en daaraan een inrigting te verbinden om des noodig een zeker aantal patronen daags te kunnen af leveren. Frankrijk. In het verkoophuis van den staat, te Parijs, is jl. Vrijdag een merkwaardige veiling gehouden. Daar werden toch verkocht de op straat gevonden en niet opgevraagde voorwerpen; de voorwerpen van de griffie der prefektuur van politie, welke voorwerpen van diefstallen afkomstig en niet opgeëisclit zijn; de kleederen van de niet herkende ten- toongestelden in de Morgue of het lijkenhuis. Men kan daaruit opmaken welk een rommelzoo er dus was. Voorwerpen van vermoorden, zelfmoordenaars, dieven, bestolenen, gestorven krijgsgevangenen in Duitschland wer den onder den hamer gebragt en gingen over in handen van inhalige opkoopers. De geheele opbrengst bedroeg bijna 60,000 fr., waaronder slechts 400 fr. voor de onop- geëischte nalatenschap van 98 in ballingschap of gevangen schap overleden Fransche soldaten. De minister van Koophandel, de heer Chichester Fortescue, heeft aan de voorzitters van verscheidene spoorweg-maatschappijen eene circulaire doen toekomen ter zake van een onlangs in het licht verschenen rapport over de spoorweg-ongelukken in het jaar 1872, De minister merkt op, dat de toestand, welken dat verslag onthult, in 1873 nog verergerd is. Een groot deel der rampen, waarvan in het verslag spraak is, waren het gevolg van oorzaken, welke de maatschappijen in hare magt hebben, en moeijelijk is het te gelooven, dat alle noodige voorzorgen genomen worden, ten einde hare her haling te voorkomen. De tegenwoordige onveiligheid van het spoorwegverkeer legt de maatschappijen de zware verantwoordelijkheid op van geschikte middelen tegen een zoo groot euvel te moeten vinden. Op gebrek aan stiptheid, aan behoorlijke ruimte en toestellen enz. wordt door Hr. Ms. regering de aandacht gevestigd, en nadrukkelijk wordt de hoop uitgesproken, dat de directiën zullen doen wat zij kunnen, ten einde tegemoet te komen aan de billijke eischen van het publiek en het Parlement. - Onder de marine- en leger-berigten der Times wordt gemeld, dat het in Europesche wateren vertoevende escader der Vereenigde Staten, tengevolge van de bestaande verhou ding tusschen de Amerikaansclie en de Spaanscheregering, last ontvangen heeft om op den 1 Dec. te Gibraltar met het vlaggenschip Wabash, zamen te treffen. Intusschen zijn de berigten omtrent de verwikkelingen dezer dagen van meer vredelievenden aard geworden. De Edinburgh lieview bevat een artikel over Cuba, waaruit duidelijk blijkt, hoe onregtvaardig het zou zijn de Spaansche regering verantwoordelijk te stellen voor het gebeurde. Wij ontleenen daaraan het volgende: De nu reeds zes jaren durende burgeroorlog op Cuba is grootendeels de schuld van Amerikanen. Het is niet te ontkennen, dat de opgestane kleurlingen hunne munitie, wapenen, geld, levensmiddelen en vele recruten te danken hebben aan Amerika's sympathie. Toen Cespedes in 1868 de vaan van den burgeroorlog opstak, was Spanje buiten staat met kracht op te treden. De kapitein-generaal Lerfundo was zoo genoodzaakt een beroep te doen op de blanken van het eiland en die te organiseren tot een gewapenden tegenstand. Tal van vrij willigers, versterkt met avonturiers uit alle landen, gaven gehoor aan die oproeping met al den haat, die men in slavenlioudende landen tusschen de verschillende rassen opmerkt. In 't begin van dit jaar stonden 60,000 Spaansche vrijwilligers op 't eiland onder de wapens. Zij voerden den oorlog met eene bloedige energie, die zelfs de Carlis- tenkrijg in het moederland niet heeft gewekt. Dat zij toch de insurgenten niet meester konden worden, werd door hen toegeschreven aan de ondersteuning, welke deze uit Amerika ontvingen. De Vereenigde Staten waren het arsenaal, het depót en de schatkamer der opstandelingen. De hardnekkigheid van den opstand ontvlamde meer en meer den bloeddorstigen haat der vrijwilligers. Het moe derland, de regering, de kapitein-generaal hadden geene controle langer over hen. De Review noemt de namen van niet minder dan 1828 personen, die sedert den lsten Maart 1869 in koelen bloede door de losgelaten vrijwilligers- benden werden omgebragt. Zij boezemden de regering zulk een schrik in, dat deze, wat zij gaarne gedaan had, hen zelfs niet durfde ontwapenen. De Spaansche regering heeft dus geene schuld aan de moorden van Santiago en als de Amerikanen haar aanvallen, hebben zij het regt niet aan hunne zijde. Het schijnt, dat men dit in Amerika begint te begrijpen. Volgens de laatste telegrammen (reeds in ons vorig nummer opgenomen) is men in de Vereenigde Staten als te Madrid

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 2