Burg-erlijke Stand. Gemeente Helder.
Burgerlijke Stand. Gemeente Texel.
Marine-Haven Nieuwecliep.
SCHAGER MARKT van HEDEN.
f
en te Londen niet ongeneigd de hulp van een onpartijdig
scheidsgeregt in te roepen. Men heeft het oog op den
Keizer van Duitschland.
De vorige week zijn te Londen weder 25 melk
boeren veroordeeld tot boeten van f 120 en de k den
wegens het vermengen der melk met water.
De Cimbria, te Plymouth aangekomen, brengt 1 non-
derheden aan omtrent het executeren van een de' os pr
bemanning van de Yirginius. De krijgsraad werd iot
spoedige handelingen aangespoord door telegrammen uit
Havana, terwijl telegrammen gerigt aan den Amerikaanschen
consul, waarin bijzonderheden werden gevraagd omtrent de
nationaliteit der gevangenen, voorbedachtelijk achterwege
werden gehouden. Ten einde interventie te voorkomen,
werd bevel gegeven de gevangenen binnen 24 uur te fusil
leren; en het berigt der executie maakte in Havana een
gunstige» indruk. De gevangenen werden, na schuldig te
zijn bevonden, naar een open plein van Santiago gebragt
en, in tegenwoordigheid van een overgroot publiek, op den
middag door een detachement mariniers doodgeschoten.
Eerst werden drie generaals gefusilleerd, daarop zes-en-dertig
van de bemanning der Virginiusden volgenden dag
(8 Nov.) kregen nog 12 Cubaansche vrijwilligers den kogel.
Onder de laatsten bevonden zich Frauehi Alfaro, een schat
rijk man, die den autoriteiten een millioen dollars voor het
sparen van zijn leven bood. De menigte bleef zeer kalm
tijdens deze slagting; des avonds werden serenades gebragt
aan den kapitein-generaal en den generaal, die het bevel
voerde over de mariniers. De bladen op Cuba keuren
eenparig de wijze van handelen goed.
Men berigt uit Plymouth, dd. 19 Nov., het volgende
Het schip Kanagawa, kapitein W. P. Carst, van Brouwers
haven met kolen naar Java bestemd, liep jl. Maandag hier
binnen om schade te herstellen, bekomen door eene aan
varing, Zondag avond 11., te 10 uren, met eene stoomboot,
die, toen de Kanagawa met een stijven oostenwind het
Kanaal afliep, tusschen Wight en Portland vooruit gezien
werd, het Kanaal opstoomende. De lichten van de
stoomboot werden ëerst gezien aan de eene boeg van
het schip en vervolgens aan de andere. De stoomboot
veranderde driemaal van koers en scheen op besluitelooze
wijze heen en weder te gieren. Toen de schepen elkander
digt genaderd waren, zag men beide lichten en het top
licht van de stoomboot. Plotseling werd echter de koers
van de stoomboot veranderd, dwars voor de Kanagawa
over en den bevelvoerenden officier hoorde men roepen:
„met volle kracht vooruit!" Het gevolg van doze manoeuvre
was, dat de stoomboot, klaarblijkelijk een groot schip, met
vreeselijke kracht op de Kanagawa inliep, boegspriet, voor
tuig en vaste boeg wegnam en vernielde, terwijl de naden
èn lasschen voor aan de boeg ontzet werden. De schok
was zóó geweldig, dat het schip plat op zijde werd ge
worpen en gevaar liep te zinken. Gedurende eenige
minuten, dat de stoomboot bezig was om zich te klaren
van het tuig, waarin zij verward was, riep het volk van
de Kanagawa haar toe om bij hen te blijven, want dat het
schip zinkende was, doch zoodra de boot zich geklaard
had, stoomde zij weg, zonder de minste moeite te doen om
zich te vergewissen omtrent den staat van het schip waar
mede zij in aanvaring geweest was.
Duitschland.
Naar luid der Duitsch oud-kath. nieuwsbladen houdt
zich de grijze prof. Dr. van Döllinger, de vader van het
oud-katholicisme, thans onledig met het vervaardigen van
belangrijke geschriften op het gebied van geloof en zedeleer,
door welke gewrochten, zooals die bladen zeggen, op nieuw
geduchte wonden aan bijgeloof en bedorven zedeleer zullen
geslagen worden. Zoo ziet men dat die groote god
geleerde, die om zijn vergevorderden leeftijd niet meer
werkend in het openbaar kan optreden, in zijne stille
studeervertrek wapenen smeedt om zijne jeugdige strijdge-
nooten behulpzaam te zijn.
Dit berigt moge dan ook eene wederlegging zijn van
dat dwaze berigt hetwelk onlangs door sommige Ultramon-
taansche bladen haren lezers werd opgedischt, als zoude*
prof. van Döllinger de zijde der oud-kath. wederom ver
laten hebben.
Amerika.
De minister Buitenlandsche Zaken te Washington heeft
een langdurig onderhoud gehad met den Spaanschen gezant.
Beiden hadden verzoenende depêches uit Madrid ontvangen.
De hoop op een vredelievende schikking neemt toe. De
president wacht met de finale redactie van zijn boodschap
aan 't congres tot een definitief antwoord van Spanje is
ontvangen.
Volgens een te New-York ontvangen berigt is men
te Havana druk bezig met het nemen van maatregelen van
tegenweer. De bevolking heeft besloten geene concessiën
te doen. Ook in de Vereenigde Staten worden de toebereid
selen voortgezet, hoewel de oorlogzuchtige geest veel is
verminderd.
De beruchte New-Yorker Tammanny-man, William
Tweed, onze lezers zullen zich de schandelijke zwende-
larijen en rooverijen van de bende nog wel herinneren
heeft eindelijk zijn welverdiende straf ontvangen en is ver
oordeeld tot 12 jaren gevangenisstraf en een boete van
12750 dollars. Vroeger hadden hij en Gould en Fisk altijd
de regters omgekocht, maar nu kon het niet meer, omdat
de regters in kwestie op het oogenblik zeiven wegens
bedriegerij geregtelijk worden vervolgd.
De te Pliiladelphia gevestigde berigtgever der Londen-
sche Times schrijft, onder dagteekening van 7 Nov. jl.
over het gebeurde met de Virginius het volgende: „Het
vrijbuiterschip der Cubaansche opstandelingen Virginius,
dat den Spanjaarden zoo langen tijd verschalkt heeft en
oorlogs-contrabande op de Cubaansche kust heeft gelost,
is ten laatste genomen. Het schip zeilde bijna altijd onder
Amerikaansche vlag, had Amerikaansche scheepspapieren
en nam, wanneer het werd nagezet, zijne toevlugt in de
havens van Aspinwal of Kingston, op Jamaica, alwaar
zijn Amerikaansch karakter erkend en beschermd wordt.
De haat der Spanjaarden tegen dit schip was groot en de
verovering er van was een nationale wensch geworden. In
het laatst van October verscheen de Virginius, ter vervul
ling van hare gewone taak, op de zuidkust van Cuba,
maar zij werd verrast en was genoodzaakt weg te zeilen.
Het berigt, dat zij gezien was, werd spoedig aan de Spaan-
sche overheid gezonden, en de kanonneerboot Tornado
werd afgezonden om haar op te sporen. Deze zag haar,
na eenige dagen kruisens, den 31 Oct. en zette haar on
middellijk na. De Virginius zette als gewoonlijk koers
naar Jamaica, zoo snel mogelijk van Cuba wegzeilende en
al hare stoomkracht gebruikende. Zij wierp verscheidene
paarden en een deel van hare lading over boord en ver
brandde ook een deel van hare proviand, maar kon niet
aan de kanonneerboot ontkomen. Ten tien ure in den
avond, nabij de kust van Jamaica, haalde de Tornado haar
in en gaf de Virginius zich met al hare opvarenden, 170
man sterk, over. Zij werd naar Santiago de Cuba opge-
bragt, en de tijding van het gebeurde had te Havana
groote demonstratiën van vreugde tengevolge. De huizen
werden er versierd en geïllumineerd en eene inschrijving
werd geopend voor een geschenk aan de bemanning der
Tornado. Er werd een optogt met fakkellicht gehouden
en den kapitein-generaal werd eene serenade gebragt.
Onder de gevangen genomenen bevonden zich verscheidene
hoofden der opstandelingen, en vier hunner, Barnabo de
Verona, Pedro Cespedes, Jesus del Sol en de generaal
Ryan, hebben te Santiago teregtgestaan; zij zijn ter dood
veroordeeld en in den ochtend van 4 Nov. gefusilleerd.
Ook anderen hebben teregtgestaan, maar hun lot is nog
niet bekend. Kapitein Joseph Fry, van New-York, was
tijdens de opbrenging gezagvoerder van het schip."
Opgave van af Dingsdag middag tot Donderdag middag.
ONDERTROUWDGeene.
GETROUWDJ. G. J. Paraviciui di Capelli en W. A. Bakker.
J. B. Kleijn en G. de Vries. J. van der Velden en J. S. Fellmann.
BEVALLEN: M. Urban, geb. Reek, (Z.). M. Kloppers, geb.
Visser, (D.). 11. van Meegenburg, geb. Mulder, (Z.).
OVERLEDENH. van Dam, 17 maanden. J. Bood, 81 jaren.
C. H. Verbrugge, 18 maanden.
Van 19 tot 26 November 1873.
ONDERTROUWDGeene.
GETROUWD: Gerrit Visser en Geertje Duinker. Klaas Schagen
Jsz. en Antje Kuiper.
GEBORENErederik, zoon van Geert Wigman en Johanna
Mnrtinusse. Hendrika, dochter van Cornelis Nieuwenhuizen en
Trijntje Dijksen.
OVERLEDEN: Liesbetli Duinker, 57 jaren, weduwe van Simon
Boon. Jan Hopman, 71 jaren, weduwnaar van Dirkje Sehrama.
Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart.
Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming.
7 Oct. SusannaElizabeth. G.vanderBorden. Pensacola.
30 Oct. Tromp. P. Hoekstra. Batavia.
18 Nov. Cato Paulie. E. R. Hotze. Suriname.
25 Nov. KaapstadPacket. P. Oollenteur. Curaqao.
26 Nov. Hendrik Daniël. A.J.Ouwehand. Suriname.
26 Nov. Confiance. H. Holle. Messina.
26 Nov. Spes Nostra. J.J.Beekhuis. Buenos-Ayres
Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart.
Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst.
25 Nov. Zeenymph. P.VitringaCoulon. ZurMühlen&Co. Macassar.
25 Alafusos. E. Petrizi. Order. Taganrog.
Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de
Buiten— of Binnenhaven te lossen.
Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor.
Otteren. P. E. Torjussen. New-York. Tarwe. ZurMühlen&Co.'*
*Herplaatsing wegens misstelling in ons vorig nummer.
Eleonora. C. Mead. Sunderland. Steenk. Order.
Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet)
O
a
Windrigting
en
Kracht.
Barometer
mm.
Thermometer
C.
Yochtigli.j
procent. jj
Toestand
van
de
zee.
Stand. Afw.
Stand.
Afw.
26
12
z. 3.8k.
759.16 f 0.04
9.4
t 3.1
0.90
weingolv
27
8
zw. 18„
744.50,-14.66
9.0
f 4.3
0.89
holwater
27
12
zw. 15
745.48-13.68
1
9.4
f 3.1
0.85
it
Weersgesteldheid: 26 Nov. 12 u. Bewolkt, beneveld, winderig.
27 Nov. 8 u. Betr., wind-®enb., onstuimig.
27 Nov. 12 u. Digibewolkt, wind.
PER TELEGRAAP.
150 Paarden
Ossen
Stieren
50 Gelde-Koeijen
Kalf-ICoeijen
Vaarzen
Hokkelingen
10 Nucbt.Kalveren
VetteRammen
1310 Schapen
60a500
- 160a310
- 40a 70
- 8a 16
- 24a 40
Gisteren avond omstreeks 7 ure strandde tusschen de
banken op de hoogte van Falga nabij Kijkduin de Bremer
stoomboot König Wilhelm I, kapt. J. Hilders, van New-
York naar Hamburg bestemd met 50 passagiers en 90
man equipage, en geladen met tabak. Omstreeks ten 8
ure des avonds werd de adsistentie ingeroepen eener
sleepboot, en niettegenstaande de vele moeijelijkheden aan
den togt verbonden vertrok de sleepboot stad Amsterdam,
kapt. Bakker, naar de plaats waar het gevaar dreigde.
Nadat het echter was gebleken, dat het onmogelijk was
de sleeptrossen vast te krijgen, keerde de boot naar de haven
terug, 's Nachts ten half 2 ure vertrok de sleepboot op
nieuw derwaarts, thans op sleeptouw hebbende de redding
boot, gestationeerd aan de haven, terwijl ook de reddingboot
te Huisduinen naar het strand werd gebragt.
Op de strandingsplaats aangekomen, werd de reddingboot
door de sleepstoomboot losgelaten, en werd de redding der
opvarenden beproefd. Inmiddels werd tusschen het gestrande
schip en de sjeepboot aanhoudend flambouwvuur onder
houden. Na eenigen tijd kwam de reddingboot bij de sleep
boot terug; de bemmamiing gaf te kennen, dat de stoomboot
vol water was geslagen, zoodat men het niet geraden vond
om zieh verder tusschen de banken te wagen. Ten omstreeks
9 ure 's morgens keerde de sleepboot met de reddingboot
in de haven terug. Heden middag ten 12 ure heeft
men zich echter weder naar de plek des gevaars begeven.
Met het ebgetij zal men, ook van 't straud te Huisduinen,
op nieuw de redding beproeven.
Volgens latere berigten, was men bezig de opvarenden
af te brengen.
Iets over Paarden.
Lammeren f 22 a 32
3 Bokk. en Geiten - 2 a 7
20 MagereVarkens- 12 a 20
30 Biggen - 5 a 7
130 Eenden c. 50 al30
40 Kippen - 60 al50
Boter per kop -102)a
KaasperK.G. - 35 a 50
Kip-Eijereu per 100 -600 a
Eend-Eijeren a
liATCKK BEitICTFA.
Voor zoover bekend is, zijn in de week van 16 tot en
met 22 dezer in de provincie Noordholland 4 runderen
uithoofde van longziekte afgemaakt, namelijk 1 te Beemster
en 3 te Bloemendaal.
Algemeen rijst in Engeland de klagt dat, bij de steeds
stijgende vraag naar paarden, het aanbod afneemt. Tien
jaren geleden kon men een goed paard voor kar, rijtuig
of zadel voor 30 a 40 p. st. koopen; terwijl men een
dergelijk paard op het oogenblik niet voor den dubbelen
prijs kan krijgen. In geen artikel zijn dan ook de prijzen
zoo gestegen, zelfs niet in die van het vleesch. Eenige
leden van het Engelsche Hoogerhuis hebben een onderzoek
ingesteld naar de reden van de duurte der paarden en aan
het verslag dezer commissie over de „paardenkwestie,, ont
leent het Handelsblad de volgende bijzonderheden.
Verschillende getuigen werden gehoord, wier antwoorden
werden medegedeeld. Eerst ondervroeg lord Bosebery de
twee voornaamste paardenkoopers van Londen, de heeren
Tattersall en Joshua East.
De heer Tattersall wiens naam bekend is over de
geheele wereld bij ieder die van paarden houdt verklaarde
dat hij per jaar een zesduizend paarden verkocht, de
volbloed-raspaarden niet medegerekend. De groote uitvoer
van Engelsche paarden naar het buitenland was de voor
naamste reden der tegenwoordige schaarschte. Zoo groot
was de vraag naar Engelsche paarden, dat men langzamer
hand verwonderlijke kunstjes was gaan invoeren. Men
voerde jonge paarden uit het buitenland in en verkocht ze
dan weer voor den uitvoer. Op deze wijze ontstond er
groote verwarring aangaande de inlandsche paarden.
„Ik heb van een paard gehoord", zeide de heer Tattersall,
„dat op zijn minst een half dozijn keer over de zee geweest
is, zoodat het den weg heen en weer best kende. Het
werd dus beurtelings een Engelsch en een buitenlandsch
paard." Dit paard verwisselde op deze wijze even vaak
van eigenaar alseen partij katoen weleer op de Amster-
damsche markt.
„Verleden jaar (1872) vergelijkende met 1864," zoo
ging de heer Tattersall voort, „vind ik, dat de prijs van
gewone paarden 70 pCt. en van jagtpaarden (hunters) meer
dan 100 pCt. gestegen is.
De heer Joshua East, de paardenkoopman van St. Mar-
tins Lane, die vooral in koetspaarden handelt, legde ongeveer
dezelfde getuigenis af. De boeren telen weinig jonge
paarden, gedeeltelijk ten gevolge der mindere risico welke
veeteelt medebrengt, gedeeltelijk omdat de belasting het
telen van weelde-paarden zoo moeijelijk maakt. In elk
geval vermindert het ras, zoodat dit zij ter loops ge
zegd wedrennen al even weinig het paardenras verbeteren,
als het uitloven van medailles het ras van dramatische
schrijvers ontwikkelt. Welke echter ook de reden zij,
zooveel is zeker, dat men zelfs tegen grof geld bijna geen
goede koetspaarden krijgen kan. „Veel koetspaarden
vooral opzigtige showybovenlandsche paarden worden
in Engeland ingevoerd," zeide de heer East, „maar ze zijn
allen zeer middelmatig." of a very inferior quality.)
Zich tot graaf van Malmesbury wendende, zeide hij:
„Indien gij mij zeidet, dat ge 400 p. st. (4800) wildet
geven voor een paar koetspaarden, waaraan gij uw vrouw
zoudt durven toevertrouwen, en mij 14 dagen tijds gaf om
ze te krijgen, dan zou ik u niet durven waarborgen ze te
zullen leveren. Ik durf zeggen, dat ge ze in geheel Londen
niet zoudt vinden!"
Nu kwam de beurt aan den heer Shaw, een der voor
naamste paardenfokkers van Yorkshire, waar de groote
Engelsche karpaarden geteeld worden. „Op het oogenblik
worden karpaarden verkocht voor 60 a 80 p. st., en ik
kan het soort van paard dat ik noodig heb, en dat ik
zeven jaar geleden voor 30 p. st. krijgen kon, thans niet
voor 80 p. st. krijgen."
Belangrijke getuigenis werd nu gegeven door den heer
Augustus C. Church, directeur-secretaris van de London
General Omnibus-Company, wiens ondervinding zich over
zeventien jaren uitstrekte. Ongeveer al de paarden, welke
de compagnie gebruikt, zijn buitenlandsche. Zij loopen
verre na zoo snel niet als Engelsche paarden, doch voor
langzaam omnibuswerk zijn zij even goed. Zij worden,
als ze van 5 tot 7 jaar oud zijn, voor ongeveer p. st. 34
gekocht. Meer kan de compagnie onmogelijk voor een
paard geven. Zij houden het ongeveer 4| jaar, soms 5
jaar, uit. Zij zijn dan meestal onbruikbaar voor verder
werk en worden aan den vilder voor p. st. 21 verkocht.
Tegenwoordig brengen ze 10 shilling meer op. Een aan-