van de heeren Scholten en van Hattem, tot leden dier
commissie werden gekozen, de heeren J. Rinner en A.
Yos Rz. Eindelijk werd in de plaats van den heer Scholten
tot lid van 't bestuur der Industrieschool gekozen de heer
B. J. Herweijer.
Het Nederl. schip Zeehond, kapt. Coole, van Riga
naar Amsterdam, is bij Hirtshals gestrand, doch het volk
geredmen hoopt de lading te bergen.
De KI. Crt. zegt over het nationaal geschenk aan
den Koning o. a. het volgende
„Een geschenk in goud of zilver, niet uit naam van een
enkele gemeente of corporatie, maar als nationaal cadeau,
noemen wij onbeschroomd een misgreep. Een nationaal
cadeau moet niet in de kast gezet en alleen bij feestelijke
gelegenheden voor den dag gehaald kunnen worden. Wij
ergere» ons aan de gedachte, dat een lakkei 't zal aandra
gen en wederom zal wegbergendat het wordt opgepoetst
en afgestoft als alle andere meubelen of sieradiën.
Een nationaal geschenk moet altijd te zien zijn, èn voor
den landzaat èn voor den vreemdeling. Wij moeten er op
kunnen wijzen als op een monument.
Toen Koning Willem III vijfentwintig jaren lang over
het Nederlandsche volk geregeerd had, heeft de geheele
natie zich vereenigd en Z. M. dit paleis... deze villa...
't gindsche landgoed aangeboden.... zijn naam verbonden
aan het trotsche museum... het liefdadig gesticht... de volks
zaal, die gij daar ziet verrijzen... Ziet, dat klinktl Zet er
eens tegenover:
Toen Koning Willem III vijfentwintig jaren lang over
het Nederlandsche volk geregeerd had, heeft de geheele
natie zich vereenigd en Z. M.... een gouden millieu de
table, een gouden pendule, een gouden gaskroon met can-
delabres, een gouden trekpot, een gouden kop en schotel,
een gouden soepterrine, een gouden mosterdpot, een gouden
dit of dat aangeboden. Maakt 't zoo mooi als gij wilt....
't Klinkt niet!..."
Jl. Maandag verscheen de Memorie van Antwoord
op het voorloopig verslag der Eerste Kamer over de be
grooting van Oorlog. De minister verklaart, dat hij al zijn
krachten zal inspannen om zoo spoedig mogelijk gereed te
zijn, ten einde bij een dreigend oorlogsgevaar niet onvoor
bereid bevonden te worden. Tegen het verwijt dat hij in
de Tweede Kamer met zichzelf in tegenspraak zou zijn
gekomen, verdedigt hij zich met nadruk. Verbetering van
de kazernering zal stelselmatig geschieden. De schadelijke
vestingen zullen niet gesloopt worden, voordat het ontwerp
tot regeling van het vestingstelsel behandeld is.
De leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
zijn ter vergadering opgeroepen tegen Maandag a. s., des
avonds ten 8 ure.
Op den 1 dezer bedroeg het aantal vacante predi
kantsplaatsen bij de Hervormden hier te lande 179; dat
der proponenten, die naar eene vacante plaats dingen, 12.
Bij het comité in het arrondissement Alkmaar zijn
voor het kindergeschenk aan Z. M. den Koning, ter gele
genheid van HD. Zilveren Krooningsfeest, o. a. ingekomen
de navolgende bijdragen van Texeldóór tusschenkomst
van de hoofdonderwijzers J. Remmers, aan den Hoorn,
f 2,70; G. Klok, te Koog, f 4,85; C. P. Keijser, aan de
Waal, f 10,32; J. Boonacker, te Zuid-Eijerland, f 3,50;
W. Brouwer, aan den Burg, f 5,30J. K. G. Muller, te
Oude Schild, f 5,111; P. H. Schreuder, te de Cocksdorp,
f 9,45; J. P. Quant, te Oost, f 2,60; J. Glijnis, aan den
Burg, f 15,85; totaal f 59,68^.
In 1873 werden te Hoorn geboren 342 kinderen, als
181 jongens en 161 meisjes, van welke 13 buitenhuwelijk
werden verwekt, 269 sterfgevallen hadden plaats, als 130
m. en 139 vr. Het getal huwelijken bedroeg 103, echt
scheidingen 2. Bevolking op 31 Dec. jl. 9586.
In den loop dezer week werd te Bovenkarspel de
tweede volksvoordragt gehouden, welke wederom door een
talrijk publiek werd bijgewoond. Als sprekers traden op
de heeren P. Fransen, J. J. Pool en C. Schuurman, ter
wijl de voordragten werden afgewisseld door eenige muziek
stukken, uitgevoerd door de Zangvereeniging „Oefening
en Uitspanning" aldaar en een paar solisten.
De vereeniging tot aanmoediging der redding van
schipbreukelingen te Enkhuizen heeft van een onbekende
f 40 ontvangen als bijdrage tót het fonds.
Het adres aan den gemeenteraad te Amsterdam, strek
kende om het Paleis aldaar zijne oorspronkelijke bestem
ming van Stadhuis te doen terug verkrijgen, is eergisteren
verzonden, voorzien van 1746 handteekeningen.
Omstreeks Feb. a. s. zal een merkwaardige plant in
den Amsterdamschen „Hortus" waarschijnlijk in bloei zijn.
Het is de „Doryanthes excelsa" die de heer jhr. P. H.
Six, te 's Graveland, derwaarts heeft doen overbrengen.
De bloemensteel, welke uit het midden der bladen is voort
gekomen, heeft thans, volgens eene mededeeling in Sem-
pervirens, eene hoogte van circa 3| meter bereikt; aan
zijn top ontwikkelt zich een sterke knop, die, bij goeden
voortgang een bouquet vormt van een halven meter mid
dellijn, gevuld met bloemen van het schoonste rood, eenig-
zins als de bekende goudlelie. Deze plant moet nooit in
ons land gebloeid hebben.
De opening van den Amsterdamschen Schouwburg is
bepaald op den 17 dezer, wanneer er althans geen moeije-
lijkheden in den weg komen.
Te Haarlem heeft een makelaar in effecten zijne
betalingen gestaakt en „old Engeland" opgezocht.
De toonkunst in Nederland heeft een gevoelig ver
lies geleden. De jeugdige, talentvolle violist J. de Graan
is jl. Donderdag te 's Hage aan eene uitterende ziekte
bezweken.
In de jl. Donderdag te Rotterdam gehouden gemeente
raadszitting is met 26 tegen 7 stemmen aangenomen het
voorstel tot heffing eener beursbelasting.
Te Sliedrecht heeft den 3den dezer omstreeks midder
nacht een brutale aanranding plaats gehad. Twee personen
in een tilbury gezeten, op reis naar Uitwijk, werden door
drie vreemde schippersknechts aangehouden. De deugnieten
sneden het paard los, waardoor het rijtvtig voorover en de
reizigers er uit vielen. Toen begon een worsteling, waarbij
deze laatsten erg geslagen werden en hun kleeding gekorven
werd. De politic is de daders op het spoor en in het bezit
van een der gebruikte messcu.
In Utrecht zijn sedert eenige dagen onder zonderlinge
omstandigheden verschillende gevallen van cholera voor
gekomen. Zij bepalen zich, volgens een berigt in het
Handelsblad, tot ééne buurt, in de buitenwijken gelegen,
namelijk de Kroeselaan buiten de Catharijne-barrière. Daar
was een lijder door die ziekte aangetast en men had tot
desinfectie carbolzuur in het privaat geworpen. Kort daarop
nam men waar, dat bijna alle pompen in die buurt, alwaar
een digte rij huizen gebouwd is, naar dat carbolzuur rieken
en smaken, en men derhalve zoo goed als geconstateerd
kan beschouwen, dat in de pompen van die geheele buurt
de uitwerpselen van dien éénen cholera-lijder mede wor
den opgepompt. Meerdere gevallen van cholera zijn er
het gevolg van geweest, hoewel dadelijk maatregelen zijn
genomen.
Te Balk heeft zich de rijksontvanger door een geweer
schot van het leven beroofd.
Door de geregtigden tot de in te dijken kwelder
landen, achter Vierhuizen en Hornhuizen, provincie Gro
ningen, is een vergadering gehouden, waarin besloten werd
die indijking te gunnen aan de heeren Schram de Jong Co.,
te Sliedrecht, die ook de afsluiting van het Reitdiep bij
de Zoutkamp hebben aangenomen, voor f 490,000.
Nieuwjaars-Donderdag was te Meppel druk bezocht.
Uit de stadsherberg woei de vaderlandsche vlagde gewone
besteding van schippers-knechten had als van ouds ook nu
weder plaats. De varkensmarkt was bijzonder levendig; de
aanvoer bedroeg p. m. 200, die tegen 48 a 54 ct. per kilo
gretige koopers telde. Dragtige varkens golden f 13 a
f 32; magere dito f 6 a f 18, fr. schapen f 12 k f 40.
De heer Loyson (vroeger père Hyacinthe), zal eerst
daags in ons land eenige voordragten houden.
Berigten uit Batavia, dd. 6 Dec. jl., luiden o. a.
„Op al de transportschepen, vóór Atsjin aangekomen,
zijn 77 man, op eene enkele uitzondering na allen mindere
militairen of dwangarbeiders, aan cholera overleden.
De stoornis, die eenigen tijd bestaan heeft in de tele
grafische gemeenschap tusschen Singapore en Penang, is
het gevolg hiervan geweest, dat de telegraafkabel moed
willig was doorgehakt. Het gouvernement der Straits
Settlements heeft eene premie van 250 dollars op het ont
dekken van den dader gesteld."
In een brief, voorkomende in het Makassaarsch Han
delsblad van 17 October jl., leest men het volgende:
Boeloengan.
Sedert de laatste 3 jaren had geen Europeesch ambtenaar
Boeloengan bezocht, waardoor deze afdeeling geheel aan
haar lot werd overgelaten en willekeur en despotisme zon
der eenig bedwang de vrije hand hadden. Dagelijks hoorde
men van slagten van menschen, dikwijls slechts om een
gering misdrijf. Dit had onder anderen nog plaats nu pl. m.
10 dagen geleden, toen de Sultan, een reeds oud en kindsch
geworden man, een slaaf bij klaren dag liet slagten omdat
die hem ongehoorzaam was. De Dajakkers van hier en
Berow worden overmoedig en zijn weer begonnen het
koppensnellen op groote schaal uit te voeren, terwijl te
Boeloengan nog onlangs eene vrouw aan de Dajakkers werd
afgestaan om gesneld te worden, ten einde te voorkomen
dat zij meer menschen zouden slagten. Eene oude pan-
delinge werd onder elkaar vrij gekocht en aan de over
moedige Dajaks afgegeven. Een paar maanden ge
leden togen zes Dajaksche hoofden in zes praauwen,
bemand met pl. m. 70 man, van uit Sambalioeng (Berow)
naar zee, om te trachten eenige koppen te snellen, ten
einde die bij een lijkfeest te bezigen voor een nu ruim
3 maanden geleden overleden Dajaksche vorst. Zij waren
eerst van plan naar Sankoelirang (Koetei) te gaan, alwaar
slechts een Europeaan (handelaar) zich ophoudt met een
paar honderd inlanders. Zij werden echter door een invloed
rijk hoofd van Sambalioeng te Batoe-Poetih teruggejaagd,
doch de koppensnellers gaven hun plan niet op, maar
stevenden naar 't noorden om te trachten de praauwen te
overvallen en de opvarenden te vermoorden. Toevallig
kwamen zij eene groote praauw van uit Boeloengan tegen,
waarop zich kinderen van de hoogste en invloedrijkste per
sonen van Boeloengan bevonden. Op 3 na der opvarenden,
die gevlugt zijn, werden allen wreedaardig vermoord. Zes
gesnelde koppen werden met groote vreugde naar huis
gebragt, en zij dreven hun overmoed zoo ver, dat zij zich
niet ontzagen om op klaarlichten dag met die koppen langs
het huis van den Sultan van Sambalioeng te gaan. Het
berigt van dien moord werd door de drie ontvlugte opva
renden naar Boeloengan overgebragt, en toen was alles in
rep en roer. Girca duizend mannen, onder aanvoering van
een paar voorname grooten van hier, maakten zich gereed
om op de Sambalioengers wraak te nemen.
Eene groote spanning heerschte na dien tijd. Geheel
Sambalioeng werd versterkt en elk huis was als het ware
eene benting, terwijl men hier van niets dan van eene
verschrikkelijke wraak droomde. Gelukkig kwam bijtijds
van onzen nieuwen adsist.-res. van Koetei en de Oostkust
van Borneo een brief voor den Sultan, meldende dat hij
hem en de hoofden aansprakelijk stelde voor alles wat door
de Boeloengangers mogt gedaan worden om wraak te nemen
op Berow. Hij zelf zou de zaak eindigen.
Hoe de zaak zich heeft toegedragen, weet ik niet juist
te melden, maar dit is mij bekend, dat acht aanvoerders
dier koppensnellers door toedoen van den adsistent-resident
werden opgevat, doch zes werden neergelegd, omdat zij
amok hebben gemaakt. De adsistent-resident kwam hier
met twee koppen van die menschen om die aan de familiën
der vermoorden te vertoonen. Dit is een gelukkig feit,
want nu is de spanning geweken, terwijl door deze door
tastende middelen of maatregelen voor langen tijd aan het
koppensnellen in de beneden-landen een einde zal gemaakt
zijn. In de Dajaksche landen zal het koppensnellen nog
wel langer in zwang blijven. Zoo ik gehoord heb, was de
adsistent-resident niet van plan den reeds ouden en kind-
schen Sultan van Boeloengan te doen vervangen; het zou
voor deze afdeeling gelnkkig zijn, wanneer het gouver
nement het zoontje van den vorigen Sultan tot deze waar
digheid mogt willen verheffen en niet den onwettigen zoon
van den tegenwoordigen Sultan. Wij zijn allen hier over
tuigd, dat wij van den tegenwoordigen adsistent-resident
alle hulp zullen ontvangen en dat door hem met kracht en
energie alle misbruiken zullen worden geweerd.
Ook worden jaarlijks nog honderden geroofde en ver
kochte slaven onder den naam van pandelingen in deze
streken ingevoerd, maar dat kwaad moet van uit Celebes
worden gekeerd, want alhoewel de adsistent-resident met
de meeste naauwkeurigheid alles in persoon onderzoekt en
niettegenstaande zijne bekendheid met de Boegineesche taal,
zoo is het hem slechts mogelijk geweest, om van de pl. m.
200 ingevoerde pandelingen een twintigtal vrij te maken.
De overigen zijn van brieven en passen voorzien en durven
niet vertellen dat zij tegen hun wil zijn ontvoerd. Deze
menschenhandel, zooals ik zeide, moet van uit Celebes
worden gekeerd, want de krachtige maatregelen van hieruit
genomen zullen slechts eene verplaatsing van dien invoer
van menschen teweegbrengen. Paré-Paré is de hoofdzetel
dier misdadige handelingen, terwijl de Bandar of Sjahbandar
aldaar brieven en passen tegen betaling aan de eigenaars
der pandelingen afgeeft, dikwijls zonder de personen gehoord
of gezien te hebben. Van dit feit heb ik mijzelf te Paré-
Paré kunnen overtuigen.
De Times zegt, dat de cholera zich weder te Berlijn
en Munchen en op enkele plaatsen van België en Neder
land vertoond heeft. Zij is nog in sommige provinciën
van Oostenrijk en overal werken slechte riolering, onzuiver
drinkwater en onzindelijkheid haar in de hand. In 1869
brak de cholera uit te Kiew; in 1872 bereikte zij over de
Karpathen Hongarije, Oost- en West-Pruissen, Bohemen
en Gallicië. In Gallicië werden in 7 weken 50.000 per
sonen aangetast, waarvan 19.000 stierven. In het voorjaar
van 1873 kwamen te Venetië gevallen voor, ofschoon aldaar
een strenge quarantaine gehandhaafd werd. Den 19 Mei
was zij te Dresden. Daar werd zij, evenals langs den
Weichsel en den Donau, door het rivierverkeer aangebragt.
Zij trad nu op in Dantzig, Breslau, Hamburg en Weenen
en werd epidemisch in Hongarije, Gallicië en Polen. Spoe
dig daarop was zij te Berlijn, Frankfort en Munchen en
onder de troepen, die gekampeerd waren bij bet meer
Garda. De meeste zeehavens werden in Aug. besmet;
Memel, Stettin, Riga, Kroonstad en Lubeck werden aan
getast, zoowel als Petersburg. De havens van Denemarken
en de Nederlanden werden eerst later besmet, doch den
6den Aug. vertoonde de ziekte zich te Antwerpen, den
29sten te Napels. Den 5den Sept. barstte zij uit te Parijs,
den 17den te Dordrecht, den 29sten te Fiume. In October
hadden gevallen plaats in Moskou en Bergen en den 19den
te Rotterdam en andere plaatsen in Nederland. In Novem
ber woedde de cholera te Rome. In Engeland werd de
ziekte verschillende keeren door krachtige maatregelen ge
ïsoleerd. en hare uitbreiding belet. Voor zoover er opgaven
van het aantal slagtoffers der ziekte bekend zijn gemaakt,
weet men dat in Hongarije van het begin van 1873 tot
in het najaar 433,295 lieden zijn aangetast, 183,549 over-
eden. In Polen stierven 30,000 menschen aan cholera.
In Pruissen kwamen van 1 Jan. tot 24 Oct. 38,624 gevallen
voor, waarvan 19,655 met doodelijken afloop. De districten
langs den Weichsel en de Elve leden het meest. Hamburg
verloor 1002 menschen. In Antwerpen werden tot 30 Nov.
120 aangetast, waarvan 76 stierven. In Rouaan hadden in
de zeven weken, dat de ziekte woedde, 140 sterfgevallen en
te Havre gedurende tien weken 176 sterfgevallen plaats.
In Weenen werden van 16 Junij tot 20 Oct. 3283 men
schen aangetast, waarvan 1466 stierven. Munchen had
332 ziekte- en 124 sterfgevallen; Venetië 641 en
306, Triëst 581 en 328, Parma 397 en 251, Brescia 419
en 242. In de vorstendommen aan den Donau werden
8445 personen aangetast en stierven er 3103, waarvan te
Bucharest alleen 406. Er schijnt dus ongeveer de helft
der zieken genezen te zijn. Alle steden, waar zuiver drink
water is, hadden niets of weinig te lijden.
Volgens het Belgische blad 1'Epervier, hebben in het
afgeloopen jaar in België 1140 duivenwedstrijden plaats
gehad, waarbij door ongeveer 198,000 duiven is gedongen
naar 24,770 prijzen. De inleg bij die gezamenlijke con
coursen heeft omstreeks 600,000 francs bedragen.
Het officiële blad van St. Petersburg deelt mede, dat
in vijf districten van het gouvernement Szamara hongers
nood heerscht en dat door de regering maatregelen zijn
genomen om daarin te voorzien.
Chervin heeft eene methode uitgedacht om het stot
teren volkomen te genezen. Het gemis van eene juiste
aanwending der organen, die de spraak vormen, is dé
oorzaak van het stotteren. Chervin draagt nu in de eerste
plaats zorg voor den regel matigen gang der ademhaling,
geeft den tijd van rust aan tusschen iedere inademing, en
waakt voor een verspilling van lucht. Door het uitspreken
van klinkers worden de stembanden geoefend, en, komen
de klinkers goed te voorschijn, dan kunnen de lippen, de
tong en andere deelen van den mond, die bij de vorming
van woorden noodig zijn, de medeklinkers vormen. Op
een duidelijke wijze wordt den leerling voorgesteld, hoe
wijd hij den mond openen, welken stand hij aan de lippen
geven moet om den een of anderen klinker, toonklank of
medeklinker goed uit te sprekendoor een soort van
notenschrift kan de leerling de waarde van de uitspraak
van iederen klinker inzien. Voor de verder gevorderden
wordt door punten aangegeven waar moet worden opge
houden, zoodat de stem rust krijgt en de longen een nieuwen
voorraad lucht kunnen opnemen. Allengs krijgt de stot
teraar zijn spraakwerktuigen in zijn magt, en kan hij juist
en zonder haperen spreken.
Het onfeilbaar middel om het stotteren af te leeren, is
in korte woorden zaamgevat. Diep ademhalen voor men
begint, langzaam spreken, iedere lettergreep een weinigje