1874. N°. 14.
Zondag 1 Februarij.
32 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
„Wij huldigen het goede.
Yeriekynt Pinqbdao-, Dondkadaq.- «n Zatukdas namiddag.
jLbonaemoHtiprija por kwartaal1.30.
franco per poat 1.65.
Bureau MOLENPLEIN, N°. 163.
Prija der Adverteatiën Yoa 14 regelb 60 cent,
elke regel meor 15 cent.
Groote lettera of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Binnenland.
HELDER en NIEUWEDIEP, 31 Januarij.
Een van den gouverneur-generaal van Nederl.-Indië
bij het departement van Koloniën ontvangen telegram,
hetwelk overigens niets omtrent de krijgsverrigtingen in
Atsjin bevat, vermeldt, dat de val van den kraton algemeen
in Indië een grooten en goeden indruk maakt.
Omtrent het „zeer gering verlies", waarvan het laatste
telegram van den luitenant-generaal van Swieten melding
maakte, zijn nog geen nadere berigten uit Indië ontvangen.
Als eene herinnering aan onze overwinning op Atsjin,
prijkte jl. Donderdag bij gelegenheid van het 3de Casino
in de zaal van Mnsis Sacrum een keurige trophée van
vlaggen, waarvoor de bnste des Konings stond, terregter-
en linkerzijde las men op schilden de namen van van
Swieten en van Gogh. Op een transparant waren aange-
bragt de woorden „Hulde aan Nederlands land- en zee-
inagt." Op den voet van het monument stond „Atsjin."
Het geheel, omgeven met een lauwerkrans, was a giorno
verlicht.
Onze plaatsgenoot C. Dito is dezer dagen door de
Noord- en Zuidhollandsche Reddingmaatschappij begiftigd
met de gouden medaille, waarop de inscriptie: „Cornelis
Dito 18521873," en een getuigschrift. Wij vermoeden
dat liet schenken daarvan is geschied naar aanleiding der
'brochure, waarin de heer D. Dekker zoo naar waarheid
de daden schetst van dezen „held in stormgevaar," die
gedurende het tijdsverloop van ruim 20 jaren onderscheidene
menschenlevens heeft gered.
Ten behoeve der weduwe en kinderen van Faulus
Visser, dezer dagen op noodlottige wijze omgekomen, zal
door het gezelschap Ernst en Scherts eene buitengewone
vergadering worden gegeven.
H. M. de Koningin heeft, naar men mededeelt, jl.
Dingsdag avond de dochters van luitenant-generaal van
Swieten bij zich ontboden, om haar geluk te wenschen
De diamanten van Grootmoeder.
Vervolg
Max stond op en miss Ellen, die juist gescheld had, opdat de
bedienden de lampen zouden brengen, bracht hem zeer gewillig
schrijfmaterialen. Valentine sloeg haar daarbij gade en meende
een uitdrukking van triompheerende genoegdoening op haar gelaat
"te lezen. Wat beduidde dit alles? Was het een tusschen haar en
"Gaston afgesproken spel, om Max des nachts hier te houden en
hem dan de eene of andere hinderlaag te leggen? Valentine kreeg
een duister vermoeden; met schuwe blikken sloeg zij nu haar
vader gade. In zijne rustige gelaatstrekken zag men niets anders,
dan de gedachte aan zijn spel, waarvan hg den stand, terwijl
Max aohreef, met oplettendheid bestudeerde. Vervolgens zag zij
naar Gaston, die weder beteekeniivolle blikken met Ellen scheen
te wisselen en daarna van terzgde op den schrijvenden Duitschen
officier staarde met een uitdrukking in zijn gefronsde wenkbrauwen,
die niets goeds voorspelde. Toen Mnx gereed was en heenging
om zijn oppasser het briefje te brengen, zeide miss Ellen, eveneens
op het punt staande heen te gaan
„Ik zal'zeggen, dat men de kleine logeerkamer voor onzen gast
.gereed maakt."
„Die naast de eetzaal? Waarom niet de grootere en betere
boven?" vraagde Valentine.
„Omdat de kleinere voor hem gemakkelijker gelegen is, die is
parterre, en hij dus ons allen niet behoeft te storen, wanneer hij
morgen in de vroegte reeds terugkeeren wil. Ook zijn boven de
gordijnen weggenomen en kunnen dezen avond niet weder in orde
'worden gebracht."
Daartegen viel niets te zeggen, ofschoon de kleine logeer
kamer anders slechts tot noodhulp diende en veel minder gemak
aanbood dan de groote, boven in dezelfde lijn met de overige slaap
kamers liggende, en die'de eigenlijke logeerkamer was.
Max was bij zjjn oppasser op een zekeren tegenstand gestooten,
toen hg dezenopdroeg zonder hem naar Void terug te keeren en
hoofdman Sontbeim een briefje te overhandigen. De eerlgke jongen
rond het bedenkelijk zijn superieur ;zoo geheel alleen op een plaats
achter te laten, waar hg, wat zgne persoonlijke ondervinding betrof,
in het 'gèhêiePgeen vertrouwen wekkende sympathiën gevonden
had, die''hëm zulk een eenzaam overnachten op la Ferme d'oeil
'Voorzichtig en raadzaam deden toeschijnen. Maar Max, die haast
had om naar lijn spel terug te keeren, maakte aan zijn tegenspraak
een einde door een bepaald bevel en' Frederik ging dus heen om
Rgn paard gereed te maken.
De avond ging»verder rustig voorbij.' De beide spelers kwamen
tot een voor mijnheer d'Avelon zeer bevredigend einde der eerste
partij, hij had Max mat gezet en betreurde het slechts, dat Gaston
er niet meer was om getuige te zijn van zijne overwinning. Gaston
had zich dadelijk, nadat Max zijn oppasser teruggezonden had,
wegens dringende zaken verontschuldigd langer te blijven, daar
hij zich dadelijk naar Givres moest begeven. Terwijl de heeren
Üe revanche-partij speelden, had Valentine zich aan de piano gezet
•en Max was met het grootste gedeelte zijner oplettendheid, die
-toch door mgnheer d'Avelon met zijne behendigheid en grootere
ervarenheid zoozeer in beslag werd genomen, spoedig niet meer bij
met het vermeesteren van den kraton. Bij het afscheid
nemer. vereerde H. M. aan de jonge dames haar fotografische
afbeelding in album-formaat. (D.)
Beroepen te Oosterland (Wieringen) ds. W. J.
Pijzei, pred. te Loenen op de Veluwe.
Drietal te 't Hage: Hogerzeil te Arnhem; van Hoogen-
huijzen te Steenwijk; dr. Gerth van Wijk te Groningen.
In den namiddag van den 26 dezer is uit eene sloot
te Midden-Beemster het lijkje opgehaald van een pasgéboren
kind van het vrouwelijk geslacht. Terstond viel er kwaad
vermoeden op een dienstmeid, S. S. genaamd, die daar
gedurende eenige weken gewoond had, ongesteld geworden
en kort na hare herstelling naar Edam vertrokken was.
In den avond van denzelfden dag is zij te Purmerend door
den kantonregter in verhoor genomen en heeft dadelijk
bekend, dat zij onlangs bevallen was en in radeloosheid
het kind, dat leefde, in 't water had geworden. Daarop
is zij gevankelijk naar 't huis van arrest te Hoorn gebragt.
De gemeente-landerijen te Beverwijk, 3 jaren geleden
verpacht voor plus minus f 4500, hebben jl. Donderdag
in publieke verhuring voor den tijd van 5 jaren opgebragt
f 6532.
Jl. Dingsdag avond was de Frascatie-zaal te Am
sterdam overvol van belangstellenden in de door het
Nederlandsch Protestantenbond uitgelokte gedachtenwisseling
over het hangend kerkelijk vraagstuk: de tweespalt in den
boezem der Nederd. Herv. Kerk. Na welsprekende rede
voeringen in verzoenenden geest van den hoogleeraar
Rauwenhoff en ds. Meijier werd door de aanwezigen onder
algemeene toejuiching eene motie aangenomen van den
volgenden inhoud:
„De vergadering acht het wenschelijk dat de eenheid der
Nederd. Herv. Kerk behouden blijve, maar voor alle dingen
dat de vrijheid van geloof en belijdenis in die kerk gehand
haafd en in hare wetten openlijk uitgesproken worde."
Een door de hh. N. F. Niermeijer, Stricker, dr. Pantekoek
en dr. Modderman in dien geest zamen te stellen adres zal
betreffende deze zaak aan de synode worden gerigt.
het spel van zijn tegenstander, maar bij het spel van het jonge
meisje. Valentiue speelde slechts Duitsche muziek.... Was het
slechts vriendelijkheid jegens Max?.... in ieder geval speelde zij
die met een diep en innig gevoel; Max kon niet anders zeggen,
dan dat haar spel een diep in het hart doordringende overtuiging
van de indentiteit van het Duitsehe gemoed en de Fransehe ziel
mededeelde; hij gevoelde zich door het ruischen dezer toonen, in
welke een ziel hare vleugels tot een hooge vlucht uit elkander
scheen te slaan, tot in het diepst van zijn gemoed getroffen.
Miss Ellen had een poos naast Valentine gestaan en de muziek
bladen voor haar omgeslagen, vervolgens stond zij ongeduldig op,
even alsof die Duitsche muziek haar niet meer boeide en liep heen
en weer, totdat zij eindelijk met een boek bij de lamp in den versten
hoek van den salon ging zitten.
Max had door hieraan zijn aandacht te wijden eerst een paard
en kort daarna zijn koningin verloren. De pendule op den schoor
steen sloeg juist elf uur, toen mijnheer d'Avelon ten tweeden male
zijn overwinnend „mat" liet hooren. Valentine stond van de
piano op en zag Max als het ware met een dankbaar lachje aan,
hij wist nog niet hoezeer het tot het geluk van den huisheer en
tot het behoud van den huiselijken vrede bijdroeg wanneer mgn
heer d'Avelon in een schaakpartij overwinnaar was gebleven. Deze
Het Max eerst na een dronk, die nu binnengebracht werd en na
een grondig debat over de beide gehoudene spellen, ter ruste gaan.
Hij geleidde hem dwars door de eetzaal naar eene aan gene zijde
daarvan gelegene op den tuin uitziende, kleine slaapkamer, waar
hij hem met een hartelijken handdruk goeden nacht wenschte.
Max sloot zijn deur, zag naar de vensters, die hij bevond dat
goed gesloten waren, legde zgn degen en den kleinen revolver,
dien hij in den zak van zijn overjas bij zich droeg, op zgn nacht
tafel en begaf zich te bed. .Dot hij niet slapen kon, was natuur
lijk. Want hij was te moede als iemand, die uit den toestand
van de volkomenste gemoedsrust plotseling door een zonderlinge
beschikking van het noodlot in een geheel anderen toestand ver
plaatst wordt. Hij lag op zijn goed Fransch bed niet veel beter
dan op een stormachtig bewogen zee, ten minste hij lag in een
vloed van gedachten, die hem geweldig heen en weer slingerden,
zonder ergens een vast en zeker punt te hebben, waarop hg
steunen kon. Het waren alleen kwellende vragen, die zich bg
hem opdrongen, en zijn hart en verstand in het nauw brachten.
Wel is waar had Gaston de Ribeaupierre beloofd hem ran
zijn dwaling te overtuigen, dat hij hier zijn verdwenen
oom had terug gevonden, maar de woorden van Gaston
hadden weinig indruk op hem gemaakt. Zeker, hij moest
die bewijzen ontvangen, hij moest het als een duren plicht
beschouwen ze nauwkeurig te onderzoeken, maar het was hem
toch duidelijk, dat Gaston zich bedroog, dat diens bewijzen geen
steek zouden houden. Max vond zelfs iets van een stem der
natuur in het gevoel van sympathie, dat d'Avelon hem zoo spoedig
getoond had, als ook in het diepere, meer uitsluitende en nu
reeds tot hartstocht aangegroeide gevoel, dat hem bij den aanblik
van Valentine had aangegrepen, in den geheel en al eigenaardigen
indruk, welke hare trekken reeds op hem maakten, toen hij voor
de eerste maal hare beeldtenis aanschouwde. Hoe vragend hadden
deze schoone oogen hem dezen-avond aangezien, hoe vol verwachting
Hierna sprak dr. Modderman tot ondersteuning vanhet
denkbeeld: aan de verschillende gemeenten vrijheid te geven
zich in kerspelen te verdeelen; welke meening nader door
I dr. van Hamel aangedrongen werd.
De hh. van Gorkum en Hugenholtz jr. waren door onge
steldheid verhinderd aan hunne spreekbelofte te voldoen.
Te Amsterdam wacht men een aardige cause célèbre.
Men zal zich herinneren, dat in 't poortje van den Vijgen-
dam naar 't Rokin, naast de woning van den hoedenmaker
Froger, een paaltje stond. Burgemeester en Wethotiders
hebben in 't belang van 't verkeer, ook van voertuigen,
dat paaltje doen wegnemen, ofschoon de heer Froger
beweert, dat volgens zijn koopcontract dat paaltje daar moet
blijven, terwijl het doorrijden met rijtuigen voor zijne
bejaarde moeder hinderlijk is. De wethouder van publieke
werken heeft, in plaats van de zaak in der minne te schik
ken, den heer Froger op 't stadhuis laten ontbieden en
hem op hoogen toon bejegend. Deze heeft aan den raad
verzocht, dat het paaltje weder zal worden ingeslagen; de
raad heeft, nadat eerst de stemmen gestaakt hadden, met
16 tegen 13 stemmen afwijzend beschikt. Thans is een proces te
'wachten, dat der burgerij enkele duizenden kan kosten,
terwijl men, door eenige welwillendheid te betoonen, wei-
ligt de zaak in der minne had kunnen beslechten.
Te Haarlem is jl. Donderdag aanbesteedhet bouwen
van een school en onderwijzerswoning te Callantsoog
waarvoor de minste inschrijver was de heer G. Bouwman,
te Wieringerwaard, voor f 11,780.
Het Handelsblad waagt de volgende gissing omtrent
hetgeen nu verder in Atsjin moet plaats grijpen
Dat de Atsjinezen alle verdere verdediging zullen opgeven,
is niet waarschijnlijk.
Een vorig berigt meldde, dat de tweede helft der derde
brigade uit Padang was ontboden, omdat de XXV en
XXVI Moekim meer dan de Sultan zelf geneigd waren,
den strijd door te zetten, hetgeen echter niet geheel strookt
met de reeds lang geleden vermelde geneigdheid der eerste
om zich onzijdig te houden.
hadden zij in de verte gezien, alsof zij vandaar de nadering van
een verborgen noodlot, half schuw, half moedig verwachtten, alsof
zij wilden zeggen: Ik koester in mg een wereld, een leven en
wie komt met het tooverwoord dat deze wereld opent?....
Neen, het was onmogelijk dat hij zich bedroog; maar des te
beter was het mogelijk, dat hij, toen hij zoo geheel en al zonder
vast plan handelde en zich door de ingevingen van het oogenblik
liet meêsleepen, hij noch edel noch verstandig had gehandeld.
Was het edel, dat hij aan menschen, die hem zoo argeloos en zoo
hartelijk hadden ontvangen, verborgen hield hoe na hij hun ver
want was? Als het alleen gebeurd was om mijnheer d'Avelon te
verschoonen, dan zeker; maar was het niet veel meer een hatelijke
krggslist geweest om niet voor altijd van "Valentine verwijderd te
worden, en zou hij niet openhartiger en grooter gehandeld hebben,
wanneer hij in al zijn spreken en doen waar was geweest en tot
d'Avelon gezegd had„ik herken u, ik doorzie uw masker, gij
zijt mijn oom en ik uw neef; maar verschrik niet, ik kom niet
met verouderde aanspraken, of als erfgenaam van reeds lang ver
jaarde en begravene verwijten tegen u." Openhartiger en eerlijker
zou het geweest zijn, zonder twijfel; maar dan was lig altijd een
levend verwijt, een gestadige vernedering voor d'Avelon gebleven;
hij zou zijn grootmoedigheid het karakter van beleedigende meer
derheid niet hebben kunnen ontnemen. Een vragen om Valentine
zou dan iets vorderends, iets eischends, iets dwingends hebben,
neen, daaraan had hij niet kunnen denken, en daarenboven, die
Gaston met zijne aanspraken op Valentine's hand was er altijd
ook nog, en tegenover hem wilde Max geen toegevendheid gebrui
ken, tegenover hem wilde Max vim zijn recht gebruik maken, hij
geloofde toch, of verbeeldde hij het zich misschien slechts? dat
Valentine een inwendigen afkeer van dezen man had en dat slechts
uitwendige oorzaken beiden tot deze echt Fransehe vereeniging
noodzaakten. Dus zou hij ook Valentine daarvan gered hebben,
zoodra hg Gaston het recht, dat hem toekwam, had voorgehouden,
en zoodra deze zou inzien, dat hjj in Valentine geen rijke erf
dochter zon vinden. En daarom had hg dezen zoo openhartig
alles medegedeeld, wat hij voor zgne bloedverwanten verborgen
had gehpuden, zooali liet oogenblik hem ingegeven en hem mede-
gesleept had, misschien wel als een echte dwaas; want waarom
moest hij tegenover Gaston deze openhartigheid aan dep dag leggen,
terwijl dieze er, God weet welk, misbrnik van maken kon. Was
het dns verstandig van hem gehandeld? Hij had zijn geheele
Duitsche eerHjkheid in zijn gedrag tegenover dezen Franschman
getoond, zonder te bedenken dat Gaston de Ribeaupierre, wanneer
hij tengevolge van de hem gedane mededeelingen terugtrad,
dit niet zonder bittere gevoelens en hevigen wrok zoudoen. Daar
van kon Max in ieder geval beter overtuigd zijn, dan van Gaston's
ridderlijkheid en edelmoedigheid, waarvan hij tot nog toe niet het
geringste bewijs ontvangen had. Hoe gegrond was dus de bezorgd
heid van Max, dat Gaston niet zwijgen zou, dat hij d'Avelon door
verbreiding van datgene, wat hij vernomen had aan de openbare
meening zou blootstellen. Max werd bij zijne overdenkingen wéinig
gerustgesteld door de verwijtingen, die hij zich zeiven deed, dat
hij zonder voldoenden grond de eerlijkheid en bescheidenheid van
een ander in twijfel trok. Hij had als een onbezonnen Speler,
slechts om een duel te ontgaan, dat hem voor altijd van la Ferme