1874. N°. 15.
Woensdag 4 Februarij.
32 Jaargang.
LOTING VOOR DE NATIONAL!; MILITIE.
EERSTE BEKENDMAKING.
Uitgever
A. A. BAKKER
Cz.
Binnenland.
HELDERSCHE
E\ MEIWEDIEPER COURANT.
#Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingkdao-, Donderdag- en Zaturdao namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau:
SSGLENPLEIN, 163.
Prijs der Adverteatiën Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS
Naar Oost-lndië: via Triêst 17 Febr. 's avonds 6 u.
Marseille 12 Febr., 's avonds 6 u.
Brindisi 9 Febr., 's avonds 6 u.
Curagao en Suriname, 16 Febr., 's morg. 6 u.
Kaap de Goede Hoop, via Sonthampton: 13 Febr.,
's morg. 6 n.
BURGEMEESTEE en WETHOUDERS der gemeente
HELDER maken bekend, dat de lOTIiVfi over de in
1873 in deze gemeente ingeschrevenen voor de ligting dei-
Nationale Militie van 1874 is bepaald op Mnandag den
drie.en-twïntigsten Februarij eerstkomendedes
voormiddags ten tien ure.
De loting zal plaats hebben in de BOUWZAAL,
achter Het Bureau voor Gemeentewerken, op de
Kerkgracht.
Gedurende vijf dagen, te rekenen van den dag waarop
de loting heeft plaats gehad, kunnen tegen de wijze waarop
zij is geschied, bij de Gedeputeerde Staten bezwaren worden
ingebragt door belanghebbende lotelingen, of door hun
vader of voogd, bij verzoekschrift, op ongezegeld papier,
onderteekend door hem die het bezwaar inbrengt.
Dat verzoekschrift moet worden bezorgd bij den Burge
meester dezer gemeente.
Voorts wordt in herinnering gebragt, dat zij die vermee-
nen vrijstelling van dienst te kunnen erlangen, daarvan bij
de loting opgave moeten doen aan den Heer Militie-
Commissaris.
Zij, die vrijstelling van dienst reclameren wegens broeder-
Ti0 diamanten van Grootmoeder.
dienst of ah eenige zoon, moeten zich op Vrijdag den zesden
Februarij te voren, des morgens tusschen 9 «ra 12 ure, ver
voegen aan het Raadhuis; eerstgenoemden met de geboorte
bewijzen van al hunne broeders en de bewijzen van dienst of
zakboekjes hunner broeders, op wier dienst zij hunne reclame
gronden, en laatstgenoemden met de trouwakten hunner ouders.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
den 2 Febr. 1874. L. VERHEY, Secretaris.
{Vervolg.)
Toen Max Daveland zich ter ruste begeven had, had tegelijk
de huisheer zijn slaapkamer op de bovenste verdieping opgezocht
Valentine en Ellen waren hem gevolgd. Valentine vond op haar
lief en aardig slaapkamertje, dat eveneens op den tuin het uitzicht
had, het venster nog geopend. Zij zag dat de regenwolken, die
den geheelen dag den hemel reeds bedekt hadden, met het vallen
van den avond nog dichter geworden waren en bedekten den
geheelen hemel nu zoo, dat daaraan noch maan noch sterren zicht
baar waren, Een zachte motregen viel zaehtkens neder. Valentine
.ging in het venster zitten en verkoelde haar gloeiend voorhoofd
door de enkele koele druppels, die nedervielenwant haar voor
hoofd was brandend heet en hare wangen gloeiden. Was het, dat
de muziek haar meer dan anders had aangedaan?. Zij gevoelde,
dat zij in een eigenaardige spanning verkeerde, in een ongerustheid,
die toch niet kwelde, alsof haar in de eerstvolgende oogenblikken
iets onverwachts, iets dat van invloed op haar geheel volgend leven
zou zijn, zou overkomen. Daarbij kwamen echter ook spoedig
weder de angstige gedachten en de bezorgdheid voor iets, dat
stil en geheim achter haar rug gedaan werd; de bezorgdheid voor
een booze intrigue, waarvan Gaston het plan beraamd had en
die Miss Ellen met hare rozige, dunne en koude vingers, die
Valentine altijd gevreesd had aan te raken, zou helpen ten uitvoer
brengen. Miss Ellen bad hare opvoeding bestuurd, maar zij had
hare genegenheid niet gewonnen, noch vroeger, toen zij hare leer-
meesteresse was, noch nu na den dood van Valentine's moeder,
nu zij de vrouw des huizes verving en evenzoo de plaats bij mijn
heer d'Avelon als echtgenoot scheen te willen vervangen. Valentine
kon het zich niet verheelen, dat zij om dat doel te bereiken Gaston
en diens wenschen zeer begunstigde, ja, zij moest zelfs vermoeden,
dat bij hare vereeniging met Gaston de ïlibeaupierre, haar vader
zich reeds aan miss Ellen verbonden had. Miss Ellen oefende ten
minste reeds nu een vrij groote heerschappij over mijnheer d'Avelon
uit. Zoo was diet verbond tusschen Gaston en miss Ellen een
natuurlijk verbond en juist dit vermeerderde nog Valentine's bezorgd
heid. Van tijd tot tijd beving haar te midden van hare opge
wekte stemming een zekere beklemdheid, evenals een windvlaag
de oppervlakte van een als 't ware stilliggenden en droomenden
vijver in beweging brengt en doet kabbelen.
Valentine zag uit haar venster neder op den stillen daar in de
duisternis beneden haar uitgestrekten tuinzij zag op de daken der
stallen, op de daarachter langzaam oploopende hoogten, op de
smalle maar vrij diepe insnijding, die in het westen den kring
dezer hoogten verbrak. Plotseling viel bet haar op dat het gewone
schouwspel, dat zij anders des avonds uit haar venster
op die insnijding had, nu niet gezien werd. De gloed en het
van tijd tot tijd sterker wordende licht der vuren van de ijzer
fabriek, die tot Givres behoorde en die juist achter die insnijding
lag, over wiens kam men anders iederen nacht den vuurgloed kon
zien, zooals hij met regelmatige tusschenpoozen sterker werd en
langzaam weder verminderde om bij nieuwen aanvoer van kolen
■weder sterker te worden, werden heden avond niet gezien.
Waarom was dat vuur er niet, dat anders alleen slechts in
HELDER en NIEUWEDIEP, 3 Februarij.
Wij ontvingen gisteren in den vroegen morgen eenig-
sints verkort het volgend telegram 'twelk we direct onder
onze abonnés hebben verspreid:
Blijkens een bij het Departement van Koloniën ontvangen
telegram van den luit.-generaal van Swieten, gedagteekend
28 Jannarij en te Penang in den morgen van jl. Zondag
aangeboden, hebben sedert den 24$ten Januarij geene vij
andelijkheden meer plaats gehad. Alles deed gelooven,
dat na de volkomen overwinning die behaald is, de strijd
geëindigd en de onderwerping der XXV en XXVI Moe
kim nabij kan geacht worden. Panglima Polim (hoofd der
XXII Moekim, die volgens vroegere berigten den oorlog
leidde) en de Sultan (zoo laatstgenoemde althans niet, gelijk
gezegd werd, aan de cholera was overleden) schenen den
strijd te willen voortzetten, maar zullen dat niet kunnen,
omdat zij van alle bondgenooten der noordelijke en weste
lijke staten verlaten zijn.
De cholera eischte op nieuw groote offers, vooral onder
de laatstaangekomen troepen van Padang. In drie dagen
tijds 83.
„Zoo even,, telegrafeert de opperbevelhebber ten
slotte „wordt berigt dat Panglima Polim ook door de
cholera is aangetast."
den nacht van Zondag op Maandag was uitgedoofd? Hadden de
arbeiders het werk gestaakt, had de oorlog hen van hnn rustig
dagwerk afgeroepen, of had een andere gebeurtenis den stilstand
dezer fabrieken veroorzaakt? Dat kon toch zeker niet zoo zijn,
want dan zou Gaston het zeker medegedeeld en er uitvoerig met
haren vader over gesproken hebben. Zoo denkende ging er plot
seling voor Valentine een licht op, dat haar zorg vertienvoudigde.
Gaston, zoo zeide een inwendige stem haar, was naar de fabriek
gegaan, hij had de werklieden, die hij daar werk gaf, een troep
sterke en woeste menschen, die bijna allen van Waalsehe afkomst
waren, bijeengeroepen, ze met werken doen ophouden, hun
bevolen hem naar La Eerme d'oeil te volgen en deze te omsingelen
en den Duitschen officier, die daar overnachtte, op te lichten.
Was dit zoo of was het slechts een voortbrengsel van hare phan-
tasie, van hare met den jongen Duitscher bezig zijnde verbeelding?
Wie zal het haar zeggen? hoe kon zij zich daaromtrent licht ver
sohaffen?.... wat kon zij doen?... Als miss Ellen den gast de
benedenkamer maar niet aangewezen had! Dit stemde zoo ver
ontrustend met haar argwaan overeenhet was zooveel gemak
kelijker hem, zonder het geheele huis in opschudding te brengen,
uit dit beneden gelegen vertrek te halen en voort te slepen.
Valentine stond daar, bezon zich en staarde naar de streek
aan den horizon, waar de vuren branden moesten of zij misschien
niet weder zouden beginnen te ontbranden. Maar de horizon werd
hoe langer hoe donkerder. Haar hart klopte hoorbaar. Zou zij
op zulk een verdenking heengaan en Max waarschuwen? Wat
zou zij tot hem zeggen? Wat zou zij aanvoeren, opdat hij haar
angstig vermoeden, hare bezorgdheid niet voor de inbeeldingen van
een jong meisje zou houden en er ten laatste nog gevolgtrekkingen
uit zou maken, neen, om alles ter wereld niet, zij kon zich
vergissen en dan, hoe mogt zij Gaston zoo blootstellen, hem
tegenover een vreemdeling zoo verraden, dat zij hem tot zulk een
boos plan in staat achtte, ja zij moest zich vergissen, want Gaston
kon onmogelijk van plan zijn door zulk een daad haar vader en
het gansehe huis te compromitteeren
Valentine haalde weder vrijer adem, toen zij dezen gedachten-
gang begon te volgen; plotseling echter hield zij haar adem in.
Zij meende eenig gerucht te hooren.... bewoog er zich een deur
in hare nabijheid, zacht en bijna onhoorbaar? De angst had
Valentine's zintuigen gescherpt; ja, zij hoorde een deur open
gaan en daarenboven nog een zachten tred in den corridor.
Het moest, het kon niet anders, de deur van Miss Ellen's
kamer wezen.
Valentine keerde zich om, greep haar kandelaar, maar zette hem
even spoedig weer neder. Het was beter te zien, zonder dat zij
zelve opgemerkt werd, wat miss Ellen aandreef om haar slaap
kamer te verlaten en heimelijk den corridor af te gaan. Valentine
opende daarom haar deur even zacht en voorzichtig en zag den
corridor langs. Ja, zij zag, dat miss Ellen, nog geheel en al
gekleed met een licht in de hand reeds den naar beneden
voerenden trap afdaalde en reed3 half uit haar oog verdwenen
was. Valentine sloop haar nazij betrad, toen miss Ellen beneden
gekomen was, de bovenste trede en ging onhoorbaar over het
zachte tapijt, waarmede de trap bedekt was, naar beneden. Beneden
gekomen, zag zij door de half opengelaten deur der eetzaal tot
ia dea salon, dien miss Ellen met haar kandelaar nu gebrekkig
De mailboot Conrad arriveerde 31 Jan. jl. te Batavia,
37 stoomdagen van af Sonthampton. Alles wel.
De mailboot Prins van Oranje kwam eergisteren te Na
pels aan, des morgens ten 4 en vertrok van daar des
namiddags ten 2 ure. Alles wel.
De installatie van den nieuwbenoemden pastoor alhier,
den eerw. heer B. Brinkman, zal geschieden a. s. Donderdag
avond, door den eerw. deken van Schagen.
In de vorige week werd de schrale vangst, waarvan
we den laatsten tijd steeds melding maakten, vergoed door
de binnenkomst alhier van 13 Maassche sloepen met het
volgende: 6200 kabeljaauwen, 214 lengen, 31 ijlbotten,
6360 schelvisschen, die gezamenlijk bij afslag ruim f 10,904
opbragten. Er werden flinke prijzen besteed. De Urker
visschers, slechts één dag uitgegaan, bragten niet meer dan
van 1 tot 30 schelvisschen aan.
De schelvisch schijnt onze kust voorloopig te hebben
verlaten en men zal nu de vangst gaan beproeven van
schol, tong en tarbot.
In het afgeloopen jaar boden 3394 schuiten hunne vangst
ter afslag aanbestaande in 29,967 kabeljaauwen, 207,966
schelvisschen, 40,208 roggen, 137,503 tongen, 1,960 lengen,
353 ijlbotten, 313 tarbotten, 284 wigtjes groote schol,
2,415 wigtjes kleine schol.
De opbrengst was circa f 161,916,97.
Onder deze opgaaf is niet begrepen hetgeen uit de hand
verkocht werd door Scheveninger- en Egmonder bommen.
De opbrengst van haring, geep, bot en paling is niet
op te geven, daar de visschers zich met deze artikelen
buiten den afslag houden.
Het volgende jaar hopen wij door de verbeterde rege
ling van den afslag, een naauwkeuriger statistiek van de
vischvangst te leveren.
Onlangs is alhier uitgegeven een valsch guldenstuk
met de beeldtenis van Koning Willem II en het jaartal
1848.
Gisteren arriveerde alhier uit Haarlem en Leiden
een gedeelte infanterie ter versterking van het garnizoen.
verlichtte. Zacht trad Valentine de eetzaal binnen, zieh aan de
stijlen der deur vasthoudende, en volgde met hare oogen alle
bewegingen van miss Ellen verder vooruit te gaan in de duister-
nis, die haar omgaf, waagde zij niet, vreezende dat zij zich tegen
een tafel of tegen een ander meubelstuk zou stooten en zich dus
lichtelijk zou kunnen verraden. Om verder te gaan was ook vol
strekt niet noodig; zij zag genoeg.
Zij zag hoe mis3 Ellen dwars door den salon naar de op het
terras voerende glazen deur ging, deze, die zooals altijd des avonds
door mijnheer d'Avelon zelf gesloten was, ontgrendelde en ontsloot,
en haar daarop in een kier zette, en eindelijk langs denzelfden
weg, waarlangs zij gekomen was, terugkeerde. Valentine ging naar
den gang terug, zij verborg zich achter een groote, daar staande
kast; van uit deze schuilplaats zag zij, dat miss Ellen een oogen-
blik dwars den gang doorliep, terwijl zij zorg droeg midden op
den looper te blijven, vervolgens weder den trap opging en daarop
met haar licht verdween.
Valentine drukte beide handen op haar koortsachtig kloppend
hart, hief ze vervolgens in de hoogte en drukte ze krampachtig
tegen hare beide slapen. Een kreet van angst en van veront
waardiging scheen zieh aan hare lippen te willen ontworstelen,
maar hij werd, terwijl haar borst zich stormachtig bewoog, onder
drukt. Daarna deed zij een stap voorwaarts, richtte haar hoofd
op als om te luisteren, en nam toen zonder zich te bezinnen
denzelfden weg, dien miss Ellen genomen had, door de eetzaal
en den salon naar de deur bij het terras. Deze opende zij zonder
gedruisch te maken zoover, dat zij er uit sluipen kon, ijlde over
het terras, sloeg den hoek van het gebouw om, ging door den
tuin, sloeg den tweeden hoek om, en bleef eindelijk voor het raam,
dat het dichtst bij dezen hoek was staan.
Daar de tuin, naar achteren langzaam opwaarts stijgende, dus
hooger was dan het terras voor het huis, stond zij daar hoog
genoeg om zacht aan het venster te kunnen kloppen, ...eenmaal,
tweemaal, ten derden male harder.
Zij hoorde iemand in de kamer loopen, daarop het openslaan
van de van binnen aangebrachte luiken, eindelijk werd de eene
deur van het venster een weinig geopend en het hoofd van een
man, dien men in de duisternis niet kon herkennen, zag de
geopende deur uit.
,,Ik heb u iets mede te deelen," zeide Valentine nauw hoor
baar, nauwelijks verstaanbaar. „Trek oogenblikkelijk uwe kleêren
aan, gij moet weg, een groot gevaar bedreigt u, men wil hier
binnen breken, men wil...."
„Mijn God! zijt gij het Valentine! gij? een gevaar?.... en gij
komt om mij te waarschuwen? om mij te...?"
„In Godsnaam, spreek zachter!... of beter nog spreek in het
geheel niethaast u om u te kleeden, spring dit venster uit....
dan zal ik u geleiden, maar haast u voor het te laat is."
„Maar welk gevaar kan het zijn?"
Valentine hief als het ware smeekend de handen tot hem op.
„Geloof mij dan toch, dat uw leven misschien aan één minuut
hangt" riep zij bijna toornig uit.
Max verdween binnen in de kamer. Er verliepen eenige minuten,
daarop werd de vensterdeur geheel eu al geopend. Max stak er
zijn arm uit, zette zijn degen op den grond tegen den muur en
sprong er vervolgens zelf uit. Een oogen blik later stond hij beneden