Engeland.
Daitscblasd.
Amerika.
Burgerlijke Stand. Gemeente Helder.
Burg-erlijke Stand. Gemeente Texel.
Marine-Haven Nieuwediep.
SCHAGER MARKT van HEDEN.
ADVERTENTIE N.
i
Si
J!
Uwe tegenwoordigheid rondom mij, de adressen, die mij
in grooten getale zijn toegezonden, getuigen van de bezorgd
heid, die Frankrijk met opzigt tot zijne toekomst vervult.
De orde wordt beschermd door den degen van den hertog
van Magenta, den voormaligen deelgenoot van den roem
en de rampen mijns vaders. Zijne regtschapenheid strekt
ons tot een zekeren waarborg, dat hij het hem toever
trouwde pand niet aan de overrompelingen der partijen zal
blootgeven. Maar stoffelijke orde is nog geene veiligheid.
De toekomst blijft eene onbekende zaak; de belangen ver
ontrusten zich hierover en de hartstogten kunnen er misbruik
van maken. Daaraan ontleenen de gewaarwordingen het
aanzijn, welker weergalm gij mij overbrengt en die de open
bare meening met onweerstaanbare kracht heenvoeren naar
een regtstreeksch beroep op het volk, om de grondslagen
voor eene blijvende orde van zaken te leggen. Het plebis
ciet, ziedaar de behoudenis, het regt, de aan het gezag
weergegeven kracht, de heropening voor het land van een
tijdperk van langdurige veiligheid; het is eene groote
nationale partij, zonder overwinnaars, noch verwonnelingen,
zich boven allen verheffende, om allen met elkander te
verzoenen.
Zal het vrijelijk geraadpleegde Frankrijk den blik naar
den zoon van Napoleon III rigten? Die gedachte vervult
mij minder met trots dan met wantrouwen in mijne krachten.
Van den Keizer heb ik geleerd, hoe zwaar het oppergezag,
zelfs op de schouders van bedaagden, drukt, en hoeveel
geloof in zich zei ven en welk een diep pligtbesef er ge
vorderd worden om eene zoo verheven roeping te ver
vullen. Dat geloof zal mij schenken wat aan mijne jeugd
ontbreekt. Door den band der teederste verknochtheid en
der innigste erkentelijkheid met mijne moeder vereenigd,
zal ik aanhoudend trachten de ontwikkeling der jaren
vooruit te streven. Wanneer het uur gekomen zal zijn en
een ander gouvernement het grootste aantal stemmen op
zich vereenigt, zal ik mij eerbiedig voor de uitspraak des
lands buigen. Rijst daarentegen de naam der Napoleons
voor de achtste maal uit de stembussen des volks te voor
schijn, dan ben ik bereid de verantwoordelijkheid op mij
te nemen, die het votum der natie mij zal opleggen.
Ziedaar mijne gedachten. Ik zeg er u dank voor, dat gij
zulk een verren togt afgelegd hebt om de ontboezeming
daarvan te vernemen. Brengt aan de afwezigen mijn aan
denken, aan Frankrijk de wenschen van een zijner kinderen
over. Mijn moed en mijn leven behooren het toe. Moge
God over Frankrijk waken en het zijnen bloei en zijne
grootheid wedergeven!"
De woorden van den Prins zouden onbeschaamd zijn
zegt de Temps indien ze niet zoo naïef waren.
Edmond Lespas, te Parijs, de kapper der artistieke
wereld, heeft eene erfenis gekregen van twee millioen van
een aangehuwden oom, die eertijds naar Amerika was
vertrokken, om fortuin te maken.
Volgens Daily News zouden nabij Tunis 117 bede
vaartgangers van Mekka door een stortzee over boord zijn
geslagen en verdronken.
Bij het laboratorium der patronenfabriek te Moabit
in Pruissen zijn thans, in plaats van soldaten, 200 vrouwen
in dienst gesteld.
Uit Straatsburg wordt geschreven: „Sinds eenige
dagen bevindt zich binnen deze veste de Fransche reiziger
in wijnen, generaal Cremer. Aan zijne talrijke begunstigers
en anderen heeft hij weder eene sierlijke adreskaart gezon
den, waarop te lezen staat: „Le ginéral Cremer, voyageur
en vins." Het schijnt onzen dapperen strijder aan gindsche
zijde der Vogezen niet naar den zin te gaan; althans hij
heeft in een bierhuis uitgeroepen„houdt u maar stilgij
hebt hier twintig duizend maal meer vrijheid dan de
Franschen
De afschaffings-beweging wint nog immer veld in de
Vereenigde Staten. Hier en daar hebben echter dien ten
gevolge ongeregeldheden plaats. Te Piqua, in Ohio o. a.
was een tapper onkiesch genoeg om de dames uit zijn salon
te verjagen door zich te gaan ontkleeden. Deze grap
kwam hem duur te staan: bijna was hij door 't volk
gelijnchd geworden. Ook te Londen hebben wanordelijk
heden plaats gehad, doordien een tapper met zijn vrienden
een vóór zijn woning opgerigten tabernakel bestormde, en
de daarin aanwezige dames met emmers vuil water overgoot.
Als resultaat van de thans afgeloopen schouwing van
de lijken der Siamesche broeders, die door de geneeskundige
faculteit van Philadelphia was ondernomen, wordt gemeld,
dat de scheiding der beide ligchamen onmogelijk had
kunnen plaats hebben zonder den dood van beiden te ver
oorzaken. De reden daarvan is het verband dat tusschen
den lever bestond en die eigenlijk slechts één massa vormde.
Miss Olympia Brown, predikster, is onlangs te Brid-
geport gehuwd onder voorwaarde dat zij haar geslachtsnaam
zou bewaren en niet dien van haar man John Henry
Willis zou behoeven aan te nemen. De man houdt zijn
kruidenierswinkel en de vrouw preekt eiken Zondag voor
haar getrouwe schare. Zij bewonen een klein huis te
Bridgeport, Golden Hill genaamd. Daar Olympia Brown
van de beide leden dier echtvereeniging de meest bekende
is, staat alleen haar naam op de deur geschreven.
Benjamin Dunn, een neger in Alabama, biedt eene
premie van 10 dollars in goud aan, aan iemand, van zijn
geslacht, die op de tentoonstelling van zijn district eene
vrouw zal brengen, zoo jong als de zijne, en die zoo vele
kinderen heeft als zij. De verliezende mededinger zal alsdan
den entréeprijs moeten betalen, alsmede voor een goed diné
dat hij den winner moet aanbieden. De vrouw van
Benjamin is 26 jaar oud: Hij huwde met haar in 1863
en zij is moeder van zestien kinderen, hebbende zij viermaal
tweelingen gehad. Dunn zal hiervan voldoend bewijs
inleveren, en eischt hetzelfde ook van zijn mededinger.
Naar aanleiding van den te houden plegtige intogt
van den hertog en de hertogin van fidin-
burg te Londen.
De Times maakt bij deze gelegenheid de volgende opmerking, na
aangestipt te hebben hoe een zaamgevloeide menigte en het gedrang
dat daarmede gewoonlijk vergezeld gaat aan gevaren doet denken
voor het leven van velen, vooral wat vrouwen en kinderen aangaat
„Wij mogen hopen dat de strenge Russische winter (de koude
sedert Maandag) welken Prinses Alexandrowna medegebragt heeft,
eenigen invloed zal hebben tot matiging van den aandrang. Wij
kunnen het echter niet verwachten. Oud en jong- te oud en te
jong - teedere dames, zwakken van gezondheid, die hunne genees-
heeren en oppassers ontloopen, heeren, anders gewoon op zulk een
kouden winterdag met hunne voeten op den haard voor het vuur
te blijven zitten, hebben besloten de Prinses te zien, al moeten zij
het besterven. Zij het ook maar een millioenste gedeelte eener
buiging of een glimlach, genoeg, zij willen er uren staande op een
open gedeelte der stad voor doorbrengen, met niets tusschen hen
dan het ministerie van marine en den noordoostenwind. Hoe zullen
zij naar Commassie verlangen en het volk, welks donkere gestalte
ons zoo kennelijk geworden is, benijden, omdat het niets noodig
heeft dan een parasol of' een stroohoed om de zon af te weren.
Zonder twijfel is eene sterke innige aandoening, van welken aard
ook, bevorderlijk voor levensgeesten en het bewaren van levens
warmte, doch niettemin sidderen wij bij de gedachte aan het
sterfte-getal der eerstvolgende weken. Als de zon zoo helder
schijnt, gelijk dikwijls met harde vorst het geval is, en als er geen
sneeuw of sneeuwregen valt zullen er zooveel toeschouwers zijn als
de straten of vensters bevatten kunnen, geen enkele meer of minder
en volgens zekere percentsgewijze verdeeling, zullen eenigen hunne
gezondheid of welligt hun leven er aan wagen. Dit, wij weten het
kunnen wij niet verhinderen. Misschien is het niet overbodig eene
oude waarschuwing te herhalen, die nuttig is in geval van schrik-
beroering, het opeen dringen of toe loopen. Dit is, in de eerste
plaats zich niet te begeven waar een of ander dier ongevallen kunnen
voorkomen, nl. in naauwe doortogten, op scherpe wendingen der
straten, of op een zamenloop van punten. Verder, dat indien men
zich in het gedrang begeven moet of begeven wil, men zich dan
zoo stil en rustig mogelijk houde, ten einde dat gedrang niet te
vermeerderen. Het is wonderlijk hoe eene menigte evenals water
van zelve weder effen raakt. Doch er zijn zekere klassen die zich
in het geheel niet in een gedrang behooren te begevenvrouwen
met kinderen in hare armen, vrouwen die gewoonlijk flaauw vallen,
of bij het minste voorval gillen, knapen en kleine meisjes, heeren
die gouden horologiekettingen of diamanten doekspelden dragen,
dames die zich kleeden zonder het weder in aanmerking te nemen,
en vooral groote vlegels die hunne armen zwaaijen en woelen
alsof ze in het water waren. Aangezien al deze gevaarlijke soorten
aanwezig zullen zijn, zoo zal er eenig gevaar bestaan en een ieder
behoort voor zich zeiven zorg te dragen en zich te herinneren dat
hij slechts eene eenheid in de menigte uitmaakt en gehouden is de
wetten van dat zamenstel te gehoorzamen."
Niettegenstaande deze boetpredicatie zijn weder eenige menschen in
het gedrang omgekomen en een aantal gewond.
Opgave van af Dingsdag middag tot Donderdag middag.
ONDERTROUWDGéene.
GETROUWD: P. Broekhuijzen en G. S. Hopman. J. van der
Ben en M. F. J. H. Koek. J. H. van der Blom en G. van
Brederode.
BEVALLENC. C. Baak, geb. Lintelman, (D.). H. M. Bakker,
geb. Smit, (D.).
OVERLEDENG. C. Schellinger, bijna 23 maanden. H.
Stijgers, 11 jaren. N. Schwaglij, geb. Spigt, 53 jaren.
van 11 tof 18 Maart 1874.
ONDERTROUWD: Pieter Keijzer Rz. en Trijntje Leenderts
Salm. Comelis Hartog en Trijntje Kok.
GETROUWD: Geene.
GEBORENNeeltje, dochter van Pieter Schagen en Cornelisje
Timmer. Hendrik, zoon van Jan Dalmeijer Hz. en Dieuwertje
Tuinder. Alida Catharina, dochter van Willem Eelman Az. en
Grietje Mantje. Jan, zoon van Hillebrand Dop en Pietertje Visbeen.
Jan, zoon van Arend Pieter Keijser en Neeltje Bakker.
OVERLEDEN: Geene.
Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet)
12
12
Wi ndrigting
en Kracht.
Barometer
mm.
Stand. Afw.
wzw. 8k.
wtn. 0.1„
zwtw. 1.5„
759.47
762.70
760.57
2.08
f 1.13
f L00
Thermometer
C.
bc a
'2 v
Stand. Afw.
7.9
6.0
7.7
f 1.4
t 1.3
f 0.9
Toestand
van
de zee.
0.94
0.94
0.89
Golvend.
Vlak.
Weersgesteldheid: 18 Maart 12 u. Bewolkt, winderig.
19 Maart 8 u. Helder, beneveld, mooi.
19 Maart 12 u. Ligtbewölkt, beneveld, mooi.
Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart.
Aankomst. Vertrek. Schip.
8 Maart. Bestevaer.
11 Electra.
13 Albatros.
15 Maart. 19 Maart. Béréuice.
Gezagvoerder. Bestemming.
C.v.d.Plas. Batavia.
P.H.Landweer. Batavia.
H. H. Koch. Suriname.
H. Rutters. Lissabon.
de
Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in
Buiten- of Binnenhaven te lossen.
Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor.
Augusta. J. Berg. Odessa. Rogge. Zur Mühlen Co.
PER TELEGRAAF.
5 Paarden f 60a200
Ossen - a
Stieren - a
8 Gelde-Koeijen - 140al80
Kalf-Koeijen - 160al85
Vaarzen - a
Hokkelingen - a
70 Nucht.Kalveren- 4a 14
Vette Rammen - a
224 Schapen - 32a 36
Lammeren f 26 a 31
3 Bokken&Geiten - 1 a 3
28 Magere Varkens - 12 a 18
42 Biggen - 5 a 8
60 Kippen c. 60 al75
Eenden a
Boter per kop -110 a
Kaas per kilogram - 35 a 40
Kip-Eijeren per 100 -250 a260
Eend-Ëijeren -330 a
LATEKÜ BEHIGTEN.
Jl. Woensdag heeft te Tilbnrg de onthulling plaats gehad
van het monument voor Koning Willem II, opgerigt door
den Koning, Prins Hendrik en de Groothertogin van
Saksen-Weimar-Eisenach (Prinses Sophie). Prins Hendrik,
die ten 11 ure aldaar aankwam, begaf zich een uur later
met den stoet naar het terrein, waar het gedenkteeken is
geplaatst, het plein vóór het voormalige paleis des Konings.
Graaf van Bylandt, voorzitter der feestcommissie, hield
eene toespraak tot den Prins, waarna deze het teeken van
onthulling gaf. Vervolgens voerde Prins Hendrik het
woord en stelde het monument onder de hoede der gemeente.
De burgemeester van Tilburg sprak daarop eene rede uit.
De leden van het Metalen Kruis legden een lauwerkrans,
die der Handboogschutterij een immortellenkrans op het
monument. De Prins verleende vervolgens audiëntie, bezocht
de hoogere burgerschool, de gebouwen van den Staats
spoorweg en nam eindelijk deel aan een feestmaaltijd. Ten
half vijf vertrok Zijne Hoogheid.
De ontwerper van het monument, de heer Tulder, is
benoemd tot ridder der orde van de Eikenkroon.
De gedenkzuil is van blaauwen hardsteen opgetrokken
tot eene hoogte van ongeveer 12 meters. Een soort nis
draagt de in wit marmer gehouwen beeldtenis van Willem
II, omgeven door lauwertakken en eikenbladeren en door
eene trophee (scepter, zwaard en schede, met de Eikenkroon
en de Koningskroon). In het midden vier wit marmeren
platen, waarvan de achterste geen opschrift draagt. Op
de anderen leest men met gouden letteren:
1. Opgerigt door Willem 111Koning der Nederlanden,
Hendrik, Prins der Nederlanden, Sophia, groothertogin van
Saksen, geboren Prinses der Nederlanden.
2. Ter herinnering aan de plek waar Zijne Majesteit
Koning Willem 11 in het hier gestaan hebbend gebouw over
leden is.
3. Geboren te 's Hage den 6den December 1792. Over
leden den Ylden Maart 1849.
Op regt smaakvolle wijze was gisteren avond de
zaal van Musis Sacrurn versierd, toen de heer J. H. Polak
zijne jeugdige élèves in de danskunst ter jaarlijksche feest
viering ontving. Een aangenamen indruk leverde de danszaal
op, gevuld met zoovele in feestdos getooide jongelieden,
die van hunne bedrevenheid in het dansen blijken gaven,
zeer ten genoegen van ouders en vrienden, die eenstemmig
hoogst voldaan waren over de ordelijke en nette leiding
van den onderwijzer, wiens onderwijs zich bij vernieuwing
op deze wijze aanbeval.
Door de algemeene Synode der Ned. herv. kerk is
in hare laatste zitting eenparig besloten, eene uitnoodiging
te rigten aan de kerkeraden, om het a. s. kroningsfeest
van Z. M. den Koning op door hen te bepalen tijd en
wijze godsdienstig te gedenken. Ook werd aan de synodale
commissie opgedragen, op de wijze als haar meest geschikt
zal voorkomen, ter gelegenheid van bedoeld feest, namens
de Synode aan Z. M. de verzekering te geven van hare
belangstelling in die heugelijke gebeurtenis.
In zake het treurig ongeval, (het hevig ongesteld
worden van den vader en het sterven van den zoon na
het gebruiken van spijzen) dat dezer dagen heeft plaats
gevonden in de woning van een watermolenaar onder
Schermerhorn, wordt gemeld dat de dochter, benevens een
zekere P. S. uit die gemeente, zijn in hechtenis genomen.
Beiden moeten reeds gewigtige bekentenissen gedaan heb
ben. Het lijk van den zoon zou worden opgegraven, ten
einde het aan een lijk»:houwing te onderwerpen.
Te 's Hage zijn in een druk bezochte vergadering
de statuten voor een barbiersbond vastgesteld. Het eerste
gevolg van dat bond zal zijn dat iemand, die in 's Hage
geschoren wenscht te worden, een paar centen meer zal
moeten betalen.
De berigtgever, dien de Pays naar Chislehurst had
gezonden, om verslag te geven van de feestviering aldaar
op 16 Maart, zegt met zekerheid te kunnen melden, dat
de keizerlijke Prins persoonlijk een brief had geschreven
aan Prins Napoleon, waarin deze verzocht werd aan het
feest te komen deelnemen. „Uwe plaats is aan mijne zijde,"
stond o. a. in den brief. Maar Prins Napoleon, die weg
gebleven is, heeft niet geaarzeld wat te doen. Hij heeft
aan eene scheuring in zijne familie boven eene verzoening
de voorkeur gegeven.
12^jarige Echtvereeniging
VAN
NICOLAAS ROODT
EN
MAARTJE DAM.
Helder, 20 Maart 1874.
Uit naam der familie.
O
Voorspoedig bevallen van een welgeschapen Zoon
D. DALMEIJER—TUINDER.
Texel, 13 Maart 1874.
Bevallen van eene Dochter D. WALDENMAIER-
LANGEREIS.
Helder, 19 Maart 1874.