1874. N°. 39.
Woensdag 1 April.
32 Jaargang.
PROVINCIAAL BLAD
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
NOORDHOLLAND.
1874.
Het Bosch Saudraie
HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER CÖURANT.
iW ij huldigen het goede.9
Yersehijflt Dtngsdag-, Donderdag- e* Zaturdag namiddag.
Abonnementiprijs per kwartaal1.30.
franco por post - 1.65.
Barrad: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prij» der Advertentiön Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
VERTREKDAG ET* HER TARIEVEN"!*! A.ÏLS t
Naar 0*st-lndiê: via Triest 14 April 's avonds 6 u.
a u Marseille 9 April, 's avonds 6
Brindisi 6 April, 's avonds 6 u.
Curai;ao en Suriname, 1 April, 's morg. 6 u.
Kaap dt Goede Hoop, via Southampton: 10 April,
's morg. 6 u.
Onze abonnés In de gemeente ontvangen bij deze courant
een bijvoegsel, behelzende liet vervolg der mededeelingen
omtrent de verrigtingen van liet blokkade-cscader In de
wateren van Atsjin.
Aan bniten-abonnés wordt het op aanvrage gratis
toegezonden.
VAN
TVfo O Besluit van den 11 den Maart 1874 N°. 49, betref-
MO» fende den herijk der maten, gewigten en weegwerktuigen.
Gedeputeerde Staten der provincie Noordholland,
Gelet op art. 15 der wet van 7 April 1869 (Staatsblad
No. 57), gewijzigd bij de wetten van 19 Junij 1871,
(Staatsblad No. 62) en 31 December 1872 (Staatsbladen
No. 160 en 161) en bij het Koninklijk besluit van 22
October 1873 (Staatsblad No. 141);
Gelet op hunne besluiten van 17 December 1873 No. 27
(prov. blad No. 107) en van 7 Januarij 1874 No. 58
(prov. blad No. 3);
Hebben goedgevonden:
Een hoofdstuk nit „Drie en Negentig,"
roman van Victor Hugo.
de nieuwe
In de laatste dagen der maand Mei 1793 doorzocht een der
Parijsche bataillons, door Santerre naar Bretagne gevoerd, het
gevreesde woud Saudraie, in het gewest Astillé. Het bataillon
telde naauwelijks driehonderd man, want het was in dien verwoe
den krijg vreeselijk gedund. Het was in den tijd, toen, na de
veldslagen bij de Argonne, bij Jemmappes en Valmy, van het eerste
Parijsche bataillon, dat uit zeshonderd vrijwilligers bestoud, zeven
en-twintig man, van het tweede, drie-en-dertig en van het derde,
leven-eft-vijftig man waren overgebleven. Het was een tijd van
homerische worsteling.
De bataillons uit Parijs naar de Vendée gezonden telden negen
honderdtwaalf man. Ieder bataillon had drie stukken kanon en
waB met spoed op de been gebragt. Den 25sten April had de
sectie du Bon-Conseil voorgesteld, bataillons vrijwilligers naar de
Vendée te zenden; Gohier was toen minister van justitie en Bouchotte
minister van oorlog; Lubin, lid van den Parijschen gemeenteraad,
dié wij verder Commune zullen noemen, was met het uitbrengen
van het rapport belastden eersten Mei had Santerre twaalfduizend
man, dertig veldstukken en een bataillon kanonniers tot oprukken
gereed. Deze in der haast gevormde bataillons waren evenwel
zoo uitnemend goed ingerigt, dat zij tegenwoordig nog tot model
dienen; de wijze van hunne zamenstelling wordt heden ten dage
nog bij de linie gevolgd; zij hebben de oude evenredigheid tusschen
het aantal soldaten en dat der onderofficieren gewijzigd.
Den 28stcn April had de Commune aan de vrijwilligers van
Santerre het volgende wachtwoord gegeven: geen pardon, geen
kwartier. Op het einde van Mei waren van de twaalfduizend uit-
getrokkenen achtduizend gesneuveld.
Het bataillon in de wouden van Saudraie gedrongen was op
zqn hoede. Men haastte zich niet. Men zag regts en links, voor
en achter zich uit. Klébcr zeide: de soldaat heeft oogen op den
mg. Lang had men gemarcheerd. Hoe laat kon het wel zijn?
In welken tijd van den dag bevond men zich? Bezwaarlijk kon
men het zeggen, want in die digtbegroeide woudstreken heerschte
bijna altoos een halfdonker; in dat woud vooral was het nooit
klaar lichte dag.
Treurig was dat bosch Saudraie. In dat kreupelhout immers
De opname van het hiervolgend'e werd ons op verzoek door
de uitgevers, de heeren Nijgh en van Ditmar, welwillend toege
staan. Wij meenen onzen lezers genoegen te doen met de plaatsing
van dit hoofdstuk, welks lezing, door zijnen boeijenden inhoud,
voorzeker de begeerte zal opwekken om met het geheel kennis te maken.
I. te bepalen dat de herijk in de hierna vermelde
gemeenten zal plaats hebben als volgt
in de gemeente Warmenliuizen op 7 April, van des voorm.
10 tot des nam. 3 ure;
in de gemeente Harenkarspel, en wel te Dirkshorn, op
8 April, van des voorm. 8 tot des nam. 2 ure;
in de gemeente Nieuwe Niedorp, op 9 April, voor de
ingezetenen dier gemeente van des voorm. 8 tot des nam.
2 ure, en voor do bewoners van het dorp Oude Niedorp
des nam. van 2 tot 4 ure, en op 10 April voor de be
woners van het dorp Zijdewind, des voorm. van 7 tot 9
ure, (wordende de gemeente Oude Niedorp voor den herijk
met de gemeente Nieuwe Niedorp zamengevoegd)
in de gemeente Barsingerhorn,
op 10 April, des nam. van 2 tot 6 ure, voor de bewoners
van de dorpen Barsingerhorn en Haringhuizen en op 11
April, van des voorm. 8 tot des nam. 3 ure, voor de
bewoners van het dorp Kolhorn;
in de gemeente Winkel op 13 April, van des voorm. 9
tot des nam. 3 nre;
in de gemeente Zijpe, en wel te Schagerbrug,
op 10 April, des voorm. van 9 tot 12 ure voor de inge
zetenen van de gemeente Anna Paulowna, en des nam. van
1 tot 4 ure voor de ingezetenen van de gemeente Petten;
op 15 April, des voorm. van 8 tot 12 ure, voor de bewo
ners van het dorp Oude Sluis, en des nam. van 1 tot 4
ure voor de bewoners van het dorp Burgerbrug
op 16 April, des voorm. van 8 tot 12 ure, voor de inge
zetenen van de gemeente Wieringerwaard, en des nam. van
1 tot 4 ure voor de bewoners van het dorp 't Zand;
op 17 April, des voorm. van 8 tot 12 ure, voor de
bewoners van het dorp St. Maartensbrug, en des nam. van
1 tot 4 ure voor de ingezetenen van de gemeente Callantsoog
op 18 April, des voorm. van 7 tot 11 ure, voor de bewo
ners van het dorp Schagerbrug
(wordende de gemeenten Zijpe, Anna Paulowna, Petten,
Wieringerwaarden Callantsoog voor den herijk zamengevoegd)
in de gemeente Schagen op 20 April, des voorm. van 8
tot 12 ure, en des nam. van 1 tot 5 ure en op 21 April,
des" voorm. van 8 tot 12 ure, voor de ingezetenen van de
gemeente Schagen en op 21 April, des nam. van 1 tot 4
ure voor de ingezetenen van de gemeente <St. Maarten;
(wordende de gemeenten Schagen en St. Maarten voor den
herijk zamengevoegd);
ln de gemeente Hoogwoud:
hadden de wanbedrijven van den burgeroorlog, te rekenen van de
maand November 1792, een aanvang genomen; Mousqueton, de
hinkende woestaard, was daar uit de moord-ademende doornstrui
ken te voorschijn gekomen; het aantal moorden daar gepleegd doet'
de haren te berge rijzen. Geen ijselijker oord op aarde. Met de
meeste behoedzaamheid drongen de soldaten er binnen. Alles stond
in vollen bloei; rondom, een trillende wand van twijgen waaruit
een bekoorlijk frisch gebladerte hun tegenlonkte; door dien groe
nenden nacht, hier en daar een lagchende zonnestraal langs den
grond vlochten en spreidden de zwaardlelie, de lischbloem der
moerassen, de narcis der weide, het varenkruidje, het fraaije
bloempje, voorbode der lente, het voorjaars-saifraanknopje, een
mollig tapijt van groen, waarin de mossen in alle vormen wrie
melden, van dat hetwelk der rups gelijkt, tot dat hetwelk als eene
ster zich ontplooit. De soldaten liepen stap voor stap, stilzwijgend,
de struiken zachtkens wegschuivende. De vogels kweelden boven
de bajonetten.
De Saudraie was een dier heesterbosschen, waar eertijds, in
vreedzamer tijden, de Houiche-ba, dat is: de nachtelijke vogeljagt,
werd gehoudenthans was zij getuige eener menschenjagt.
Hel bestond geheel uit berken, beuken en eikenboomende
grond was effen, het mos en het dikke gras verdoofden den marsch
der manschap; er was geen pad, of wel paden onmiddelijk weder
verlorenhulststruiken, wilde pruimenboomen, varenkruiden, doorn
hagen, hoogstaande distels maakten het onmogelijk een mensch op
tien schreden van zich af te zien.
Nu en dan vloog een reiger door het loof, of verried een water
hoen de nabijheid van een poel.
De marsch hield aan. Men liep op goed geluk, ongerust, be
angst datgene te vinden wat men zocht.
Bij tusschenpoozen stiet men op sporen van kampementen, van
afgebrande dorpen, vertrapte grasvelden, kruizen op den weg ge
plant, takken rood van bloed. Hier was soep gekookt, daar de
mis gelezen, ginds waren gekwetsten verbonden. Maar die hier
waren geweest, waren verdwenen: waarheen? Zeer ver af misschien.
Maar welligt ook digtbij, verbergen, met de donderbus in de vuist
loerende. Het woud scheen verlaten. Maar het bataillon verdub-
helde zijne behoedzaamheid. De eenzaamheid is de moeder van
het mistrouwen. Men zag niemand. Reden te meer om ieder
te duchten.
Men had met een zeer kwalijk berucht woud te doen.
Er kon een hinderlaag zijn.
Dertig grenadiers, als éclaireurs afgezonderd en aangevoerd door
een sergeant, trokken op tamelijk grooten afstand over het gras
voor het bataillon op. Eene marketentster verzelde hen. Het liefst
blijven de marketentsters bij de voorposten. Zij loopen er het
meest gevaar, maar zien er het meest. De nieuwsgierigheid is een
der vormen van den vrouwelijken móed.
Eensklaps ontwaarden de soldaten van dien kleinen verkennings
op 22 April, mede voor de ingezetenen van do gemeente
Opmeer, van des middags 12 tot des nam. 5 ure
op 23 April, mede voor de ingezetenen van de gemeenten
Spanbroek en Obdam, des voorm. van 7 tot 12 ure en des
nam. van 2 tot 5 ure;
op 24 April, voor de ingezetenen van de gemeente Hensbroek,
des voorm. van 7 tot 12 ure,
(wordende de gemeenten Hoogwoud, Opmeer, Spanbroek,
Obdam en Hensbroek voor den herijk zamengevoegd);
in de gemeente Wognum op 24 April, des nam. van 4
tot 6 ure, en op 25 April, mede voor de ingezetenen van
de gemeenten Sijbekarspel en Nibbikswoud, van des voorm.
8 tot des nam. 3 ure, (wordende de gemeenten Wognum,
Sijbekarspel en Nibbikswoud voor den herijk zamengevoegd)
in de gemeente Blokker op 27 April, mede voor de inge
zetenen van de gemeente Westwoud, welke gemeente met
Blokker voor den herijk wordt zamengevoegd, van des
voorm. 8 tot des nam. 3 ure
in de gemeente Grootebroek op 29 April, mede voor de
ingezetenen der gemeente Bovenkarspel, van des voorm. 8
tot des nam. 1 ure, en des nam. van 2 tot 5 ure, en op
30 April, mede voor de ingezetenen van Hoogkarspel, van
des voorm. 8 tot des nam. 1 ure en des nam. van 2 tot
4 ure; (wordende de gemeenten Grootebroek, Bovenkarspel
en Hoogkarspel voor den herijk zamengevoegd);
in de gemeente Wormer op 4 en 5 Mei, mede voor de
ingezetenen der gemeenten Jisp en Wijdewormer, van des
voorm. 8 tot des nam. 2 ure, en op 6 Mei, des voorm.
van 7 tot 12 ure, speciaal voor de oliematen, bestemd voor
den groothandel; wordende de gemeenten Wormer, Jisp
en Wijdewormer voor den herijk zamengevoegd);
in de gemeente Graft op 7 Mei, van des voorm. 8 tot
des nam. 3 ure;
in de gemeente Rijp op 8 Mei, van des voorm. 8 tot
des nam. 1 ure en des nam. van 2 tot 5 ure en op 9 Mei,
des voorm. van 9 tot 12 ure
in de gemeente Schellinkhout op 11 Mei, mede voor de
ingezetenen van Wijdenes, welke gemeente met Schellinkhout
voor den herijk wordt zamengevoegd, van des voorm. 9
tot des nam. 2 ure;
in de gemeente Zwaag op 12 Mei, van des voorm. 9
tot des nam. 1 ure;
in de gemeente Venhuizen op 15 Mei, van des voorm.
8 tot des nam. 3 ure;
in de gemeente Enkhuizen op 18, 19, 20 en 21 Mei,
troep die rilling, den jagers bekend en welke verkondigt dat men
het leger van het wild nabij is. Zij hadden, als ware het, een
ademen vernomen in het digte geboomte, en meenden zelfs iets
door het loof te zien bewegen. De soldaten gaven elkander een
teeken. In die soort van ronde of opsnuffeling, als wij het zoo
noemen mogen, welk de taak der éclaireurs is, behooren de officieren
geen bevelen te gevenieder moet naar bevind van zaken handelen.
In minder dan een minuut was de plek, waar men de beweging
had waargenomen, omsingeld; een kring van gevelde snaphanen
bedreigde het midden; naar het donkere binnenste van het hees
terbosch waren in één oogwenk al de trompen gerigt, en de soldaten,
met den vinger op den trekker, het oog op de verdachte plek
gevestigd, wachtten slechts het kommando van den sergeant af,
om los te branden.
Inmiddels had de marketenster het gewaagd door de struiken te
gluren, en in het oogenblik waarop de sergeant „vuur!" ging
roepen, schreeuwde de vrouw „halt!"
En zich naar de soldaten keerende liet zij er op volgent „vuurt
niet kameraden!"
En zij snelde het kreupelbosch in. Men volgde haar.
Er bevond zich werkelijk iemand daarbinnen.
In het digtst van het geboomte, aan den rand van een dier
kleine ligte plekken, welke de ovens der kolenbranders daar maken
en waarin de wortels der boomen blakeren, binnen een soort van
opening, door de takken tot een woudkamer gevormd, en half
openstaande, als een alkoof, zat een vrouw op het mos, met een
wichtje dat zij zoogde, terwijl op haren schoot de blanke hoofdjes
van twee slapende kinderen rustten.
Dat was de gansche hinderlaag.
„Wat doet ge hier?" riep haar de marketentster toe.
De vrouw rigtte het hoofd op.
Woedend liet de marketentster er op volgen:
Zijt ge dol? Nog een oogwenk en ge waart dood."
En tot de soldaten zich wendende zeide de marketentster
„Het is een vrouw."
„Wel, dat zien we ook!" zeide een grenadier.
De marketentster hernam
„In 't bosch komen om zich te laten doodschieten! Heb je
ooit zulk een dollemanskuur beleefd?"
De vrouw, van schrik als versteend, zag wild in het rond, als
ware zij onder den indruk van een benaauwden droom en staarde
op al die geweren, die sabels, die bajonetten, die woeste aangezigten.
De twee kinderen ontwaakten en schreeuwden.
„Ik heb honger!" riep het eene.
„Ik ben zoo bang!" zeide het andere
Het kleinste bleef zuigen.
De marketentster rigtte het woord tot den zuigeling:
„Jij hebt gelijk."
De moeder was sprakeloos van schrik.