Buitenland.
Burgerlijke Stand. Gemeente Helder.
Burgerlijke Stand. Gemeente Callantsoog.
Marine-Haven Nieuwediep.
De indijking van een deel der Zuiderzee.
De inlijving eener twaalfde provincie bij Nederland, niet
door oorlogsgeweld, maar door een overwinning op de zee
behaald, is een lievelings-denkbeeld van velen in den lande,
die overtuigd zijn, dat Nederland niet stil moet staan op
den weg, die van de Beemster, de Purmer, de Haarlemmer
meer, enz. welvarende streken gemaakt heeft. De inpoldering
van een gedeelte der Zuiderzee is een reuzenwerk, dat zeker
eenmaal tot uitvoering zal komen, maar dat wij zoo gaarne
nog door het thans levende geslacht zagen verwezenlijkt.
De gegevens daartoe noodig zijn in voldoende mate aan
wezig. Wie zich daarvan overtuigen wil, leze de brochure,
welke thans bij de gebrs. J. en H. van Langenhuysen te
's Gravenhage verschenen is onder den titel: „Hoe staat
het met de droogmaking van het zuidelijk gedeelte der
Zuiderzee
Op heldere wijze worden in deze brochure, waarbij een
naauwkeurige kaart is gevoegd, de geschiedenis, de omvang
de kosten, de gevolgen en de finantiële vooruitzigten van
dat groote werk uiteengezet, dat binnen 12 tot 16 jaren ons
land zou kunnen vergrooten met eene nieuwe provincie van
195,300 hectaren, 1/18 van het tegenwoordig gebied, en
dus uitgestrekter dan Zeeland en Utrecht. Sedert de heer
van Diggelen in 1849 het veel omvangrijker plan tot in
dijking der geheele Zuiderzee langs de Noordhollandsche en
Priesche eilanden ontwierp, dat later, vooral wegens de
watermassa van den IJssel, onuitvoerbaar bleek, is een
beperkter indijking naauwkeurig onderzocht, vooral door
de ingenieurs J. A. Beyerinck en T. J. Stieltjes voor de
maatschappij van grondcrediet, aan wie door den minister
J. J. Rochussen de uitvoering van dat werk was aan
geraden. Door eene staatscommissie, in 1866 benoemd,
werd op de voorloopige aanvrage om concessie een niet
ongunstig rapport uitgebragt, doch nader onderzoek noodig
geacht. De regten der maatschappij waren intusschen
overgedragen op eene vereeniging, welke in 1870 een
volledig ontwerp aan de regering indiende, waarover een
nieuwe staatscommissie in April 1873 een meer gunstig
rapport heeft uitgebragt.
De kosten, oorspronkelijk op 84,8 millioen begroot en in
1872 in het definitieve ontwerp Stieltjes op 98 millioen
gesteld, zijn door de staatscommissie van 1870 op 123*
millioen geraamd, waarbij echter nog voor rente gedurende
den tijd van aanleg door de ontwerpers op 12, door
de commissie op 16 jaren geschat nog 55| millioen zal
komen, zoodat het geheele werk, volgens de duurste bere
kening, op 180 millioen zal komen en elk der in te dijken
176,000 hectare land ruim f 1000 zal kosten. De conces
sionarissen vragen van den staat, die daarvoor eene nieuwe
provincie met hare te wachten vermeerdering van belas
tingen verkrijgt, eene bijdrage van f 250 per hectare,
ongeveer evenveel als door de schatkist voor het Haarlemmer
meer 'is gegeven. De hectare behoeft dan slechts f 766
op te brengen om de kosten te dekken en hoewel de hectare
in het Haarlemmermeer slechts f 473 gemiddeld heeft
opgeleverd, rekenen de concessionarissen op eene hoogere
waarde, daar sedert 1850 de gronden zoozeer in prijs zijn
gestegen, de bodem der Zuiderzee vooral in het zuiden
wegens het kleibezinksel der rivieren veel bruikbaarder
zal zijn en de gronden in het Wijkermeer onlangs gemiddeld
f 2170 per HA. hebben opgebragt.
De geneeskundige inspecteurs in de omliggende provin
ciën hebben als hun oordeel te kennen gegeven, dat het
wegruimen van een grooten waterplas op den duur voor
den gezondsheidstoestand voordeelig zal zijn. De uitvoering
van het werk zal een groot aantal handen werk geven en
de nieuwe provincie zal een groot aantal Nederlanders tot
welvaart brengen en de bevolking doen toenemen. De
gemeenschap tusschen Holland en de noordelijke provinciën
wordt er door verbeterd en vele dijkwerken en hun kost
baar onderhoud worden onnoodig.
Vele indirecte voordeden ziin dus van deze grootsche
onderneming te verwachten en daarom sluiten wij ons gaarne
aan bij den wenscb, ten slotte in deze brochure geuit, dat
de regering, welke het gunstige rapport der staatscommissie
reeds bijna een jaar in handen heeft, weldra een ontwerp
aan de Staten-Generaal aanbiede om door 's lands vertegen
woordiging dit gewigtig onderwerp te doen beslissen. (Hld.)
Frankrijk.
Naar aanleiding van de festiviteit, gehouden te Londen
op 18 Maart door de uit Parijs gevlugte communisten, geeft
Figaro de volgende mededeelingen over de bekende
Communards, die waarschijnlijk van de politie afkomstig
zijn. Daaraan is het volgende ontleend
Landeck, vroeger „commissaris der commune van
Marseille," is goudwerker. Hij is knap in 't zetten van
steenen en verdient dagelijks van vijftien tot twintig francs,
waardoor 't hem mogelijk wordt er steeds zeer elegant uit
te zien. Hij behoort tot de aristocratie zijner partij. Dat
laatste geldt ook van Vermersch, die't meeste letterkundige
talent heeft. Hij heeft de dochter van een Hollandschen(?)
drukker getrouwd, leeft huiselijk en schrijft slechts nu en
dan bij wijze van uitspanning brandbrieven in Zwitsersche
en Belgische bladen en revolutionnaire gedichten. Hij houdt
zich weinig op met zijne partijgenooten, daarentegen ziet
men hem dikwijls in het Britsche museum en in de bibli
otheek der city, waar hij met Engelsche geleerden en
kunstenaars omgaat.
Lissagaray, de bloedverwant en tevens de grootste vijand
der Cassagnacs, is op zijn 36ste jaar reeds een grijsaard en
leidt een jammerlijk leven. Jules Vales schijnt zich in
zekere gegoedheid te mogen verheugenhij geeft voor eene
erfenis te hebben ontvangen, waf echter, daar hij door de
Fransche regtbanken ter dood is veroordeeld, niet zeer
waarschijnlijk klinkt. Ook hij schrijft correspondenties in
dagbladen (o. a. in de Republique Fran^aise) en houdt zich
ver van zijne mede-communards. Lacord, van zijn vak kok,
is te Londen agent van eene delicatessenzaak en de „overste"
Boursier makelaar in sterke dranken. Beiden verdienen
veel geld en men kan hen eiken avond in het café de
l Europe (Leieester square) in den kring der welgestelde
vlugtelingen eene partij domino zien spelen. Rouvier, aan
wiens handen het bloed der Rue Haxo kleeft (onze lezers
weten, dat daar een aantal agenten en priesters zijn vermoord),
vindt in de pottebakkerij een rijkelijk bestaan. Zijn huis
is de vergaderplaats van alle revolutionairen, er worden
zoo grimmige redevoeringen gehouden, dat zijne dochter
onlangs uit puren schrik naar Parijs is ontvlugt. Douvet,
een hoofdagent der Internationale, de „kolonel" Desgo-
nieres en de jonge Dacosta geven een blad uit: de Courrier
de PEurope. Bayard en Masson zijn tot de Bonapartisten
overgeloopende laatste bezorgt de Engelsche uitgave van
1'Ordre. Dupont, vroeger lid der commune, heeft een
fabriek van muziekinstrumenten opgezet.
Longuet, tijdens de commune redacteur van 't Journal
Officie!, heeft eene dochter van Karl Marx getrouwd. Ledru,
indertijd commandant van 't fort van Vincennes, heeft het te
Londen zoo bont gemaakt, dat hij ook van daar moest
vlugten. H. B. Clément, de bloeddorstigste van alle com
mune-mannen, geeft Fransche lessen en maakt coupletten
voor de Parijsche cafés-chantants.
Gelijk de meerbemiddelde communisten in het café de
PEurope, komen de armeren zaïnen in de gaarkeuken van
de weduwe Plantade, eene inrigting, die slechts door Boz
waardig kan beschreven worden.
Figaro verhaalt, dat in de vorige week een Engelsche dief,
Smith Wideson, volgenderwijs te Parijs in handen der
justitie is gevallen. De man had jl. Woensdag den geheelen
morgen in de rue de la Folie-Regnault rondgezworven,
buit zoekende. Een laag gebouw, blijkbaar een bergplaats,
had vooral zijn aandacht getrokken, en hij vroeg eindelijk
aan een voorbijganger, wat daar bewaard werd. Deze
begreep èn uit de vraag èn uit de spraak van den vrager,
dat hij met een vreemdeling in Parijs te doen had, en
antwoordde: „Kostbare en zeldzame gereedschappen en
werktuigen." Wideson bedankte, ging heen en nam zich
voor des avonds terug te komen om er in de volle beteekenis
des woords „het zijne van te hebben." Werkelijk keerde hij,
van de noodige hulpmiddelen voorzien, in den laten avond
terug. Weldra had hij het slot geopend, trad de berg
plaats in, deed de deur achter zich toe en wilde gaan
onderzoeken wat er van zijne gading was. Maar eensklaps
hoorden de voorbijgangers en de buren een vreeselijk
angstgegil. Een paar agenten schoten toe en men ging
binnenEen zonderling schouwspel vertoonde zich aan
hun oog. Smith Wideson, de dief, lag met te berg ge
rezen haren op den grond, stiet in het Engelsch allerlei
van schrik getuigende kreten uit. Hij was in de bewaar
plaats van Roch, den scherpregter, en zoodra hij zijne
lantaarn ontstoken had, zag hij de guillotine geheel opgesteld
voor zichhij zag verschillende stellen blankgeslepen val
bijlen, de manden waarin de hoofden worden opgevangen,
kortom het geheele arsenaal van den beul voor zich. Hij
is er echter niet met den schrik alleen afgekomen, maar in
arrest genomen.
Volgens de National is te Lierville, in het departement
der Oise, een man gevonden, die geheel versteend was, en
even hard en geel als de Egyptische mummiën. Hij is
echter gekleed in het gewaad van onzen tijd. Het geheim
zinnige van de zaak is vooral, dat hij in eene bergplaats
van stroo, die voor vier maanden eerst werd aangelegd,
gevonden werd. Het lijk moet, naar men meent, van
elders aldaar zijn gebragt, maar vanwaar begrijpt men
niet. De geneesheer, die de schouwing deed, ontdekte geen
sporen van geweld. De vondst is zoo raadselachtig, dat zij,
die niet in Lierville wonen, geneigd zijn te gelooven dat
hij den 1 April is opgevischt.
Duitschland.
Ook te Berlijn is thans eene vereeniging opgerigt ter
bevordering van het verbranden van lijken. Het voorloopig
bestuur heeft reeds de statuten uitgegeven.
Eene vrouw te Keulen, wier man bij den aanvang der
carnavalsfeesten den huiselijken haard was ontloopen en op
Aschdag nog niet was teruggekeerd, was te weten gekomen
dat haar beminde echtgenoot gedurende zijn afwezigheid in
verscheidene restaurants als Muzelman verkleed gezien was,
en wel in het gezelschap van een jonge schoone, die niet
te goeder naam en faam bekend stond. De in haar eer
gekrenkte ega ging nu met haar vriendinnen, zes amazonen
van de Oude Markt, reeds vroeg in den morgen aan het
zoeken en vond eindelijk haar ontrouwen Turk niet ziin
liefje in een koffijhuis. Zij alleen ging op het niets kwaad
vermoedende paar los. Zoodra nu de in zijn zoete droomen
gestoorde Turk zijn wederhelft zag, ging hij grimmig op
haar los, maar werd reeds dadelijk gegrepen en deerlijk
toegetakeld door de twaalf vuisten van de dames der markt.
In weinige minuten was dan ook van het schilderachtige
costuum van den Muzelman niets overgebleven, en hij mogt
zich gelukkig rekenen, toen hij eindelijk er in slaagde zich
uit de handen zijner aanvalsters los te rukken.
Oostenrijk.
De Hongaarsche dagbladen melden, dat de beruchte
roover Rosza Sandor bij arrest van het koninklijk hoog-
geregtshof te Buda-Pest tot de strop veroordeeld is. Het
hof heeft het arrest, in eerste instantie gewezen, waarbij
hij tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld is, gecasseerd.
Rosza Sandor, die ruim het vierde eener eeuw de schrik
der Hongaarsche boeren was en waarvan men de onge-
loofelijkste rooverstukjes weet te verhalen, heeft reeds
driemalen gratie ontvangen, tweemalen van de doodstraf en
eenmaal van eenige jaren gevangenisstraf; hij stond thans
teregt wegens 30 diefstallen, waarvan 21 met geweld en
poging tot moord, zoodat de overtuiging van het hof, dat
bij onverbeterlijk is, zeker niet ligtvaardig genoemd kan
worden.
Amerika.
Te Caldwell, in Amerika, heeft men een familie,
waarvan alle leden schijndood zijn geweest of het waar
schijnlijk zullen worden: een familie van schijndooden dus.
Zoodra een persoon, tot dat merkwaardig geslacht behoo-
rende, oogenschijnlijk een lijk is, begint hij juist weer
teekenen van leven te geven als men een aanvang maakt
met de begrafenis. Een lid dezer familie was naar allen
schijn gestorven; men bewaakte het lijk en twee weken
later kwam er weer leven in. De zuster van dien man
werd ziek, bleef zes dagen in verdooving, kwam weer bij
en leefde daarna nog twee jaar. Zijn broeder stierf
ten minste men meende dat het zoo was, omstreeks
verleden jaar Kerstijd, doch toen de toebereidselen voor
diens begrafenis tot op zekere hoogte gevorderd waren,
stond de man op en ging weer aan zijn werk. Intusschen
stierf hij in het laatst der vorige maand op nieuw en men
maakte nogmaals aanstalten voor de begrafenis. Met het
oog op de eigenaardige verschijnselen, die zich steeds bij
hem en zijne familieleden hadden voorgedaan, werd het
lijk bewaakt en na verloop van eenige dagen vertoonden
zich werkelijk weder eenige teekenen van leven, die even
wel allengs afnamen, tot eindelijk bleek dat de man inder
daad voor goed overleden was.
Opgave van af Zaturdag middag tot Dingsdag middag.
ONDERTROUWDJ. B. Leijding, koffijhuishouder, weduwnaar
van W. Tjaling en A. Gomes. H. Kunst, schilder en A. Bruin.
GETROUWDGeene.
BEVALLEN M. Punke, geb. Kreiner, (Z.). S. Edelenbos, geb.
de Jong, (Z.). A. van Leiden, geb. van der Wal, (Z.). H. Houtkoop,
geb. Steinrath, (Z.).
OVERLEDEN M. Doekes, 3 maanden. E. Wenneker, 17 jaren.
J. Kooijman, 2 maanden. J. Schoenmaker, 43 jaren. Levenloos
aangegeven 1.
Van 1 tot 31 Maart 1874.
ONDERTROUWD en GEHUWD: Geene.
GEBOREN: Simon, zoon van Willem Zwaan en Pietertje Kater.
OVERLEDEN: Geene.
Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet)
Win drigting
en Kracht.
zwtz. 5k.
zw. 1
zwtw. 0.5„
wzw. 0.3„
Weersgesteldheid
Barometer
mm.
Stand. Afw.
749.80
755.51
760.85
761.35
Thermometer
C.
Stand. Afw.
- 9.93
- 4.17
t 1.23
t 1.73
10.7
9.2
8.0
9.7
2.3
0.7
1.4
1.0
§a'
-S O
2
9 P
0.66
0.89
0.91
0.86
Toestand
van
de zee.
Slechtw.
Vlak.
5 April 12 u. Bewolkt, mooi weer.
6 April 12 u. Helder, beneveld, mooiweer.
7 April 8 u. Idem.
7 April 12 u. Idem.
Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart.
Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming.
11 Maart. Eleetra. P.ILLandweer. Batavia.
21 Maart. ElizabethMaria. H. J. Muller. Soerabaija.
27 Maart. Amstel. H.O.Haacke.Batavia viaCardiff
24 Maart. Zeenymph. P.V.Coulon. Macassar.
30 Maart. SoerabaijaPaeket.D.O.Rolff. Soerabaija.
31 Maart. 5 April. Irene. J.H.Meijer. Middel.Zee.
3 April. PadangPacket. J. Schultz. New-York.
14 Febr. Sundswall. A.M.Gundersen. St. John.
6 April. B. R. H. H.N.Prins. BataviaviaNewc.
Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart.
Binnenk. Sehip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst.
4 April. Achilles. R. Rhetz. Amons en Co. New-York.
4 Alice Roy. T. Douglas. van Vliet Co. Port Royal.
5 Sirius. E. Overlack. ZurMiihlen&Co. Smirna,
1. v. Antwerpen.
5 Cycloop. J.J.Muntendam. Smirna.
Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de
Buiten- of Binnenhaven te lossen.
Sehip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor.
Seaham. C. Stobbs. Seaham. Steenk. Duinker&Goedk.
Kearsarge. A. D. Field. Batavia. Stukg. vanVliet&Co.
LoyalStandard. T. Cobon. Seaham. Steenk.
LATERE BEBI6TEIV.
Men meldt uit Hoogeveen, dd. 5 dezer, aan de
N. Rott. Crt:
„Heden nacht is hier een verschrikkelijk misdrijf gepleegd,
en wel een vierdubbelen moord.
Zekere Jan Kroeaen, die met nog twee andere huis
gezinnen één huis bewoonde, klom vroeg in den morgen
door een raam bij een zijner huurlieden binnen, gewapend
met een hooivork. De bewoners, door dit binnenkomen,
dat natuurlijk ürnet vrij veel geraas vergezeld was, ver
schrikt, trachtten den woedenden man te ontkomen, hetgeen
hun aanvankelijk met hulp van een buurman gelukte-
Kroesen vervolgde hen echter, achterhaalde hen, en
bragt hnn allen, man en vrouw en twee kinderen, op een
gruwelijke wijze om 't leven.
Noch wraakzucht noch dronkenschap noch hebzucht is
hier in 't spel geweest, maar de daad moet bedreven zijn
in een vlaag van godsdienstigen waanzin.
Uit Assen wordt ons geschreven, dat de officier van
justitie aldaar zich reeds naar de plaats des onheils begeven
heeft, om een onderzoek in te stellen."