--
Benoemingen, enz.
STATEiV-GEiVEltAAL.
Buitenland.
Frankrijk.
had geweigerd op aanvrage van den heer v. d. Boom de
ziekenmand te geven) naar het gasthuis gebragt, alwaar
hij gelukkig spoedig herstelde, echter om in handen der
justitie te worden overgeleverd.
Beschuldigde erkende het mes waarmede de verwondingen
waren toegebragt voor het zijne; hij wist echter van het
plegen der verwondingen niets af, hetgeen zich opheldert
door de omstandigheid dat hij veel aan zenuwtoevallen lijdt.
Het O. M. achtte de schuld van bekl. genoegzaam
bewezen. Echter vond het hier tal van verzachtende
omstandigheden, het goede gedrag van bekl., de heftige
gemoedsbeweging en de wanhoop, waarin hij verkeerde,
nadat zijn beminde hem had bedankt, en zijn zenuwachtig
gestel. Het feit moest echter gestraft worden, en daarom
vroeg het veroordeeling van bekl. tot 45 dagen cellulaire
gevangenis.
Jl. Woensdag morgen is te Amsterdam de heer
P. A. Diedericbs, directeur-uitgever van het Algemeen
Handelsblad, overleden. De overledene laat een uitgebreide
en kostbare verzameling autographen na.
In het theater Tivoli te Amsterdam raakte dezer
dagen een gordijn door eene gasvlam in brand. De directeur
Morrien, die juist als „Prins van Arragon" op het tooneel
stond, bluschte het vuur.
De Hollaudsche Maatschappij van Landbouw heeft
ter gelegenheid der paardenmarkt te Haarlem op 4 Mei
e. k. de volgende belangrijke premiën uitgeloofd: voor het
beste span paarden inl. ras van 4 tot 6 jaar oud, f 100;
id. van buitenl. of gekruist ras f 100; id. id. paard inl.
ras 6 j. oud, f 50; id. buitenl. f 50, id. inl. 5 j. oud, f50,
id. buitenl. f 50, id. inl. 4 j. oud f 50; id. buitenl. f 50,
voor het beste zadelpaard van 46 jaar oud van buitenl.
of gekruist ras f 50.
Z. K. H. de Prins van Oranje en eenige hooggeplaatste
heeren te 's Hage vormden onlangs het edelaardig plan,
een bewijs van hulde te schenken aan de moedige Urker-
visschers E. Bakker en C. Hoefnagel, die met hun matrozen
in Dec. jl. twaalf menschen van het wrak der Hamburger
stoomboot Urania, welke op Norderney was gestrand, met
groot levensgevaar van een anders wissen dood gered
hebben.
Aan het verslag der verrigtingen van het bestuur en
van den staat der Yereeniging tot bescherming van dieren
te 's Hage gedurende het jaar 187B zijn de volgende
bijzonderheden ontleend. Het bestuur ontwaart al meer
en meer, dat de beginselen van dierenbescherming alom in
den lande meer instemming gaan vinden. Uit vele plaatsen
waar vroeger in dit opzigt de grootste onverschilligheid
heerschte, zijn thans en in den loop van het jaar
is dit gebleken talrijke stemmen opgegaan om de zaak
der dierenbescherming te bepleiten en openlijk te onder
steunen. Dit is de inleiding tot het verslag, dat begint
met een kort overzigt van hetgeen op de jaarlijksche
algemeene vergadering werd behandeld.
Van de door het bestuur belegde openbare vergaderingen
verdient bijzonder vermelding die, waarop het nut van
algemeene slagthuizen (abattoirs) werd besproken en welke
ten uitslag had een adres aan den gemeenteraad, waarop
eene gunstige beslissing is genomen, waarvoor het dage-
lijksch bestuur en den gemeenteraad dank wordt gezegd.
In het verslag wordt ook ter spraak gebragt de zaak der
ontleedkunde, toegepast op levende dieren. Het bestuur
is van gevoelen, dat onnoodige folteringen moeten achter
wege blijven, en het eene onverantwoordelijke wreed- en
ruwheid is, levende dieren onder het ontleedmes te pijnigen
alleen om feiten aan te toonen, die geen bewijs meer
behoeven en reeds dikwijls en volledig bewezen zijn. De
onvermoeide pogingen, door bestuurderen der Vereeniging
werkelijk een grief?
„Een grief, dat wil ik nu juist niet zeggen, maar u zult toch
moeten bekennen, dat die onderwetsche kleederdracht verre van
bevallig is?"
„Bevallig? Ja, dat is een zuivere kwestie van smaak en over
den 9maak valt niet te twisten. Bovendien valt op de eenvoudig
heid in kleeding van onze boerinnetjes tegenwoordig niet al te veel
te roemen. In uw beeld van de vrouw, die zoo geheel dezelfde
was als haar grootmoeder, is haast meer ironie dan waarheid
hoogstens op enkele onzer West-Eriesche dorpen is zulks nog en
dan nog slechts in zekere mate het geval. Ik zelf heb nooit ge
dweept met de kleederdraeht onzer West-Eriesche vrouwen en
meisjes. Het bespottelijk optuigen met goud en koralen is min
stens dwaas, ofschoon dit in den laatsten tijd eigeidijk eerst zóó
erg geworden is, doch daarenboven heb ik als geneesheer ernstige
bedenkingen tegen het onnatuurlijk inveteren van de borst, dat de
eenige oorzaak is, waarom zoo weinig moeders hier ten plattelande
zeiven hunne kinderen kunnen zoogeu. Maar overigens zie ik in
de betrekkelijke onveranderlijkheid der vrouwelijke kleederdracht
niets, dan groot heil. Ik verzeker u," en de doctor, die nu wel
begreep, dat ik de hoedendoozen even goed in 't oog had, als hij
zelf, wees er thans met zijn pijp heen, „ik verzeker u, als je wat
dikwerf van die dingen uit de stad krijgt, dan kan je er op aan,
dat je met Nieuwjaar ook aardige rekeningen van den manufac-
tnrier hebt te wachten. Dat weet je niet, wat dat kost en dat staat
nooit stil. Als je 't pleizier hebt behalve je vrouw nog twee a
drie groote dochters te hebben, dan ben je goed af. Eerstens heb
je wel een postlooper voor je zelf alleen noodig, om boodschappen
naar de stad te doen. Ik ben trouwens geabonneerd bij Louw.
Als het niet zoo akelig en zoo duur was, zou het heel grappig
wezen, die boodschappen te hooren, die die oude trekvogel tus-
schen Hoorn en Enkhuizen dagelijks meekrijgt. lederen morgen en
iederen avond het oude liedje: „Louw hier zijn de stalen van
Kernkamp en je moet drie el meenemen van dat staaltje daar ik
een speld in gestoken heb. Vraag meteen om de stalen van zomer-
japonnen. Bij Moorhaus moet je vragen, of ik nog van die zijde
kan krijgen daar jufvrouw Marie van 't najaar een japon van heeft
gehad en de stalen meênemen van linten voor een hoed. Bij Wei-
dema moet je vragen om crinolines op zicht en bij Valkje infor-
meeren of hij ook goedkoope wol heeft om kousen te breien.
Zóó is het 's morgens en zóó is het 's avonds en zóó is het jaar
in jaar uitgeen winkel in Hoorn wordt overgeslagen
Ha, ha, ha, doctor, u weet het aardig voor te dragen, maar nu
geloof ik, dat dit toch wel een weinig overdreven is
„Overdreven, hm, ja, overdreven is het, maar door mij is het
niet overdreven."
Wordt vervolgd.) GEHARD.
in het werk gesteld om de veelvuldige proeven op levende
dieren hier te lande op een kleiner aantal terug te brengen
zijn bekend geworden door de verschillende adressen, nopens
deze aangelegenheid aan de autoriteiten gerigt.
Voorts komen in het verslag voor de verrigtingen der
correspondente!), welke ruimschoots bewijzen, dat de
beschermingszaak ook in andere plaatsen van ons land wortel
heeft geschoten. Terugziende op het afgeloopen jaar en
nagaande wat op het punt van dierenbescherming in ons
vaderland is verrigt, gevoelen bestuurderen zich niet naar
wensch bevredigd, en zij hebben daarbij voornamelijk het oog
op de treurige omstandigheid, dat hier te lande nog steeds
eene wet tegen het mishandelen van dieren wordt gemist.
Daartegenover echter staat, dat de zaak der dierenbescher
ming vooral in de laatste tijden kennelijk vooruitgaat en
ook in Nederland hoo langer hoe meer veld wint. Van vele
zijden werden bewijzen van belangstelling en medewerking
ontvangen. Het ledental breidde zich uit: de 's Graven-
haagsche Vereeniging telt thans bijna 900 leden, onder
welke er velen zijn van wie belangrijke contributiën worden
ontvangen. Sedert de vorige algemeene vergadering traden
87 nieuwe leden toe. De rekening en verantwoording over
1873 wijst een voordeelig saldo aan van f 426,77. De
ontvangsten hebben bedragen f 1819.19 en de uitgaven
f 1492.42.
De weilanden om de stad Utrecht zijn reeds zoo met
gras bezet, dat enkele veehouders hun vee in de weide
gezonden hebben.
Niettegenstaande de mededinging van den spoorweg
kan de Middel burgsche Maatschappij van Stoomvaart
(MiddelburgRotterdam) dit jaar nog 18 pCt. dividend
uitkeeren.
Jl. Donderdag ochtend is te Middelburg wederom
een persoon overleden, die van de beruchte leverworst had
gegeten; dit is thans het achtste slagtoffer.
Aan de Arnh. Crt. wordt uit 's Hage geschreven
„Toen een tiental jaren geleden Nederland en andere
mogendheden vrede sloten met Japan, werd Japan verpligt
een oorlogschatting te betalen. Een gedeelte van dat geld
werd betaald, maar voor het resteerende steeds uitstel ver
leend, onder voorwendsel dat Japan gunstiger handels-
voorwaarden zou toestaan. Aan het beleid van onzen
bekwamen gezant in Japan, mr. von Weckerlin, is het te
danken, dat Nederland onlangs een gedeelte van de nog
overgebleven schuld, ik meen een bedrag van drie ton,
heeft ontvangen, terwijl Japan op zich heeft genomen de
nog resteerende zes ton spoedig te zullen voldoen."
Verwaarloozing der jeugd, zegt hetDagbl.,is zeker ëen der
groote oorzaken, die het pauperisme in de hand werken. Wat dan
ook dient om dat kwaad tegen te gaan en wie de ont
fermende hand uitstrekt over de jonge havelooze zwervers
langs straten en pleinen, langs beemd en veld, heeft aan
spraak op de dankbare erkenning van de maatschappij.
Is er één vereeniging, die deze aanspraak mag doen
gelden, 't is stellig „Nederlandsch Mettray," te Rijsselt, bij
Zutphen. 's Is ons dan .ook regt aangenaam te mogen ver
melden, dat in den vreemde zelfs de nuttige werking en
de geheele inrigting van Suringar's stichting hoogelijk
wordt gewaardeerd.
De Londensche Echo geeft in zijn nummer van jl. Dings-
dag, in een hoofdartikel over de oorzaken van het paupe
risme, een uitvoerige beschrijving van de inrigting, die zij
als model aanprijst voor dusdanige instellingen in Engeland.
Vooral spreekt het blad zeer gunstig van de daar gevolgde
opvoedings-methode, die, door ligchamelijke straffen en
harde bejegening uit te sluiten, er op is ingerigt het eer
gevoel op te wekken en te prikkelen bij den verwaarloosde,
die in den regel slechts ruwe behandeling gewoon was en,
werd die voortgezet, nog ruwer en nog minder vatbaar
voor betere indrukken zou worden.
Waarlijk, wij mogen wel trotsch zijn op deze instelling
en haar voortdurend zoowel moreel als materieel schragen
Men meldt o. a. uit den Zuid-Oosthoek van Drenthe
aan de Groninger Crt
„Doch aan dat rondreizen van acteerende, reciteerende
en improviseerende sommiteiten maakt de nu steeds naderende
lente vooreerst weer een eind, en wij en andere zuidoost
hoekets, die noch den heer Pol, noch de heeren Coelingh
of Huis mogten hooren en zien, wij getroosten ons dat gemis
gaarne, nu wij dagelijks weêr den kwinkeleerenden leeuwerik
naar 't zwerk zien stijgen en binnenkort den nachtegaal ook
weêr in onze hulstboschjes verwachten. Zelfs al hebben de
Zweedsche kwartetzangsters, die uw geheele provincie af
reisden, gedaan, alsof er geen Drenthe, veel minder een
Drentsche achterhoek bestond, wij zijn er toch den winter
om doorgekomen, en als de zon nu over Amsterdam haar
blinkend aangezigt verheft, schijnt ze ook door onze ven
sterruiten, en als te 's Gravenhage de lente haar intogt houdt,
strooit zij ook voor onze voeten haar bloemen, waarom
zouden wij dan treuren? Onze landbouwers zetten er al
thans de tering niet van, dat de winterdagen en vooral de
avonden met gelijke eentoonigheid, als in vorige jaren, kwa
men en gingen. Ze slaan al weêr even kloek en naarstig de
hand aan den ploeg als altijd, en gengelen ook al weêr even
geduldig achter hunne dierbare schapen naar de „ma" en naar
de rogge, alsof er geen winter geweest was. Dat ze onder
wijl ook reeds aan St. Jacobi denken, dat spreekt van zelf.
Wanneer denkt een zuidoosthoeksche boer daar niet aan?
Zelfs Zondags onder de preek, geloof ik, is 't menigeen
onmogelijk er niet aan te denken. Naar men zegt, zijn er
wel, die in stilte wenschen, dat die heerlijke dag eenige
malen vaker in 't jaar kwam, gij vat het omdat het
wel zoo voordeelig voor de „geldpong" zijn zou, tweemaal
een oogst te hebben, als slechts eenmaal. Nu, wat den
St. Jacobi-dag betreft, die nu 't naast op zigt is, zoo hoor
ik algemeen, dat hij met gunstige verwachting te gemoet wordt
gezien, 't Gewas op den akker voorspelt tot dusverre
iets goeds."
De algemeene kiesvereeniging te Assen heeft haar
leedwezen te kennen gegeven over het sollen met Thorbecke's
beeld.
Het zeer zeldzame geval, dat eene vrouw van honderd
jaren nog onder curateele moet worden gesteld, doet zich
thans te Nijeveen voor. Zekere Aaltje Jans, die 10 April
1774 werd geboren en gehuwd is aan Pieter Willems
Veen, is geheel kindsch en onnoozel en daarbij stokdoof.
Ten einde in hunne behoeften kunne worden voorzien,
is het noodig, dat eenige onroerende goederen, aan haar
persoonlijk toekomende, worden verkocht. Door haar toe
stand van onnoozelheid kan zij daartoe geen last of toe
stemming geven en het is daarom noodig, dat zij onder
curateele gesteld wordt, ten einde de te benoemen curator
voor haar kunne handelen. (Ass. Crt.)
Als een curiositeit en ten bewijze, welke hooge
prijzen thans voor luxe-paarden worden besteed, wordt
gemeld, dat door den heer de Wit, te Maarssen, een span
paarden is verkocht voor den prijs van f 3100.
Het berigt, dat een Israëliet tot ouderling eener
Hervormde gemeente zou zijn gekozen, schijnt ironie ge
weest te zijn en moet gediend hebben als een persiflage
van een ouderling, die, om zijne afkeuring van de predi
katie te kennen te geven, zich in de kerk zeer oneerbiedig
gedroeg en gedekt bleef, als allen het hoofd ontblootten.
Onze verdienstelijke landgenoot Lodewijk Mulder
heeft van Z. M. den Keizer van Duitschland de Kroonorde
4de klasse ontvangen.
Een nieuw reuzen—ui. Onder den naam van
„Géant Rocca" is in het vorige jaar in Engeland een
nieuwe ui in den handel gebragt, welke van 1Ij kilo
zwaar wordt. Deze uijen worden om hunne bijzonderen
fijnen en zoeten smaak zeer geroemd. Zij schijnen eene
strenge koude te kunnen verduren, want men raadt aan,
ze in Augustus op vruchtbaren grond uit te zaaijen en de
jonge uijen in het voorjaar 2,5 decimeters van elkander
in rijen te verplanten.
Het volgende curieuse staaltje van regtspraak in de Yereenigde
Staten van Noord-Amerika is der vermelding wel waardig.
De eiseheres is Amalia Domerschlagzij verlangt 200 dollars
schadevergoeding van August Becker, die haar trouwbelofte gedaan,
maar ze niet gehouden heeft.
De gedaagde tot den regter: Ik heb acht maanden met mejufvrouw
en hare moeder onder één dak doorgehragt. Ik heb daardoor de
ondervinding opgedaan dat deze een onverdragelijk karakter heeft,
en dat met haar letterlijk geen huis te houden i9. Daarom heb ik
geweigerd de jufvrouw te trouwen.
De regter: Heeft de moeder u te kennen gegeven, dat zij plan
had bij u te komen inwonen, zich met uwe huishouding te
bemoeijen en over uw geld te beschikken?
De beklaagdeJa.
De regter. met hartelijke sympathie: Ga voort, ga voort, beste
jongen, zeg mij alles, als of ik uw vader ware.
De beklaagde: Ik hield waarlijk veel, zeer veel, van de jufvrouw
en heb enkel en alleen om hare onuitstaanbare moeder met haar
gebroken.
De regter: Ik weet genoeg, zeg mij nu slechts, jonge vriend!
wat verkiest gij? Wilt gij 200 dollars betalen of de eiseheres trouwen
en met uw schoonmoeder onder één dak leven?
De beklaagde: Hoe arm ik ben, oneindig liever betaal ik 200
dollars.
De regter -. Jong mensch, gun mij het genoegen dat ik u eens
hartelijk de hand druk. Er is een tijdstip in mijn leven geweest,
toen ik voor hetzelfde vuur stond als gij. Ware ik toen zoo kordaat
als gij geweest, ik zou mij vijf-en-twintig jaar allerlei ellende en
ergernis gespaard hebben. Ik had ook de keus, 125 dollars in
goud te betalen of te trouwen. Ik zag op tegen het offer en
trouwde. Maar het vierde van een eeuw heb ik mij de nagels
afgeknaagd van verdriet. Het doet mij genoegen thans een zoo
fikschen jongman voor mij te zien, die verstandiger is, dan ik was.
Ik spreek u vrij, en veroordeel met hart en ziel de eiseheres tot
10 dollars boete en in de kosten, omdat zij een flinken jongen
heeft willen dwingen onder de pantoffel van een schoonmoeder
te staan.
j r.'
Tot regter in de arrondisscments-regtbank te Groningen is be
noemd de heer mr. B. Durhout Mees, thans procureur bij het
Prov. geregtshof aldaar, uit welke betrekking hem eervol ontslag
is verleend, een en ander in te gaan met 1 Junij a. s.
Tot schoolopziener in het 8ste district van Noordholland is
benoemd de heer Mr. J. Gerdenier, te Hoorn.
Voor de prov. commissie van Noordholland hebben akte in de
wiskunde bekomen mej. A. Vrendenberg, van Texel en de heer
S. Baert, van hier.
De heer J. van Wijngaarden, te Alkmaar, is benoemd tot hulp
onderwijzer te Tiel.
De koninklijke bewilliging is verleend: 1. op de acte van op-
rigting der naamlooze vennootschap „Enkhuizer gasfabriek", welker
doel is de exploitatie der gasfabriek te Enkhuizen en het drijven
van handel in steenkolen en cokes.
Eerste Hamer.
Zitting van Donderdag 9 April. De Kamer heeft heden avond
hare werkzaamheden hervat. Het was de eerste bijeenkomst na de
ontvangst van het heugelijk berigt, dat de kraton was ingenomen.
Naar aanleiding daarvan werd, op voorstel van den voorzitter,
eenstemmig het volgende besluit genomen„De Eerste Kamer
brengt dankbaar hulde aan het leger, de vloot en den waardigen
opperbevelhebber voor de vaderlandsliefde, den moed en het beleid,
betoond bij de krijgsverrigtingen tegen Atsjin." Dit besluit zal
worden medegedeeld aan generaal van Swieten.
Door den minister van Koloniën zijn, onder dezelfde voorwaarden
als aan de Tweede Kamer, de stukken betreffende Atsjin overgelegd.
In het Fransche Journal Officiel worden weder eenige
over Valps,raiso ontvangen berigten omtrent de expeditie..