1874. N-.57. Woensdag 13 Mei. 32 Jaargang. ©5 'i ^iIüemïï Itroninp^tst. S G II TJTT E R IJ. A. A. BAKKER Cz. m Binnenland. HELDERSCHE EX XIEUWEDIEPER COURANT „Wij huldigen het goede." Venchijut Dingadao-, Dondkbdag- en Zaturiub namiddag. .bonnementipriji per kwartaal1.8 franco per post 30. - 1.65. Uitgever Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Advertentiëii Van 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Triumf! de vreugde stijgt ten top! Hijscht Hollands vlag en wimpels op, Brengt lovers aan en bloemen, Het schoonste wat de Meimaand biedt! Heft luide aan het feestlijk lied, Om 's Konings naam te roemen. Dat 't volksgejuich hem tegenschal', 't Kanonschot hem ter eere knal', Muziek weerklink', en ieders borst De kleur draag van den Vorst. 't Is feest, 't is feest, 't is Neêrlands feest, Als 't voor geen Vorst nog is geweest, Uit d' ouden stam gesproten Den stam, vóór eeuwen hier geplant En opgegroeid met Nederland: Onscheidbre bondgenooten Oranje, dat, voor Neêrlands heil, Had leven, kracht en schatten veil, En, één met ons in vreugde en druk, Slechts oogde op ons geluk. VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS Naar Oost-lndië: via Triest 26 Mei 's avonds 6 u. u u Marseille 21 Mei, 's avonds 6 u. huk Brindisi 18 Mei, 's avonds 6 u. Curafao en Suriname, 16 Mei, 's morg. 6 u. Kaap de Goede Hoop, via Southampton: 13 Mei, 's morg. 6 u. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER, Gezien Z. M. besluit van den 21 Maart 1828 (Staatsblad No. 6), houdende reglementaire bepalingen tot invoering der Wet op de Schutterijen van den 11 April 1827 (Staatsblad No. 17), in verband gebragt met Art. 6, 7, 8 en 9 van gezegde Wet. Gezien de dispositie van den Heer Staatsraad Gouverneur van Noordholland, dd. 11 April 1828, No. fj-Jïï (Provinciaal blad No. 41), omtrent de executie der Wet op de Schutterijen. Roepen bij deze op alle manspersonen, ingezetenen dezer gemeente, welke op den eersten Januarij 1874 hun 25»tc jaar zijn ingetreden, en alzoo diegenen welke in deu jare 1849 zijn geboren, alsmede de zoodanigen, welke, ofschoon in andere gemeenten ingeschreven, sedert de laatste inschrijving binnen deze gemeente zijn komen wonen en op den lsten Januarij 11. hun 34ste jaar nog niet hebben voleindigd, en alzoo geboren zijn in de jaren 1840 tot en met 1848 ingesloten, de vreemdelingen vun denzelfden ouderdom, die sedert de laatste inschrijving in de termen gevallcu ziju, om volgens Art. 2 der Wet van 11 April 1827 als ingezetenen te worden beschouwd, benevens de gepas- porteerde Militaireu, die, om welke redenen dan ook, zich nog niet ter inschrijving voor de Schutterij hebben gepresenteerd, ten einde zich ia de daartoe gereed gemaakte registers te doeu inschrijven: tevens te '•kennen gevende: Dat de inschrijving zal begiuueu den 15 Mei aanstaande, en geheel zal moeten zijn afgeloopen den eersten Juuij daaraanvolgende, terwijl in een der vertrekken van het Raadhuis alhier voor de inschrijving zal worden gevaceerd op alle werkdagen, van 's morgens 9 tot 12 ure. En ten einde voor te komen, dat iemaud, io de termen der inschrijving vallende, zich door onwetendheid aan pligtverzuim schuldig maakt, heeft het gemeentebestuur noodig geoordeeld een ieder bekeild te maken met en te her inneren aan de navolgende bij de Wet van 11 April 1827 (Staatsblad No. 17) gemaakte bepalingen. Dat een iegelijk zonder onderscheid, of hij inogt vermeenen al of niet onder de bij de Wet vrijgestelden of uitgeslotenen te behooren, verpligt is zich voor de Schutterij te doen inschrijven; Dat zij die in meer dan eene gemeente hun verblijf houden of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd, tot de inschrijving verpligt zullen zijn binnen die gemeente, waar eene dienstdoende Schutterij aanwezig is, en bij aldien in die verschillende gemeenten alleen dienstdoende of alleen rattende Oranjes smart is onze smart, Oranjes vreugd verheugt ons hart, 't. Wordt alles saam gedragen, Want Vorst en volk, in Nederland, Zijn innig aan elkaar verwant, 't Zij heil of onspoed dage. Euroop' verwonderd gade slaat, Hoe vrijheidsmin hier samengaat Met warme liefde voor den Vorst, Die kroon en scepter torscht. Hier is een vaste band gelegd, Die Vorst en volk te zamen hecht, Door niets zich laat verscheuren; Die met den tijd nog sterker bindt, Hen beiden steeds vereenigd vindt, Wat of ook inoog gebeuren. Hier wuift bet volk zijn gulsten groet D' Oranje-Koning te gemoet, En 't jubelt, als het hem aanschouwt, Op wien heel 't land vertrouwt. De Koning leev'! de Koning leev'! Dat God hem vrede en voorspoed geev! Zoo klinken onze zangen, Zoo klinke ons lied ook op deez' dag, Dien 't dankbaar volk staag nadren zag Met liefde en blij verlangen Nu Willem vijfentwintig jaar Zijn Rijk behoedde voor gevaar, En reeds zóó lang zijn wijs beleid Aan Neerland heeft gewijd. Schutterij bestaat, zich te doen inschrijven in die gemeente, alwaar zij voor de personele belasting zijn aangeslagen en de ambtenaren in die gemeeute, alwaar zij hun verblijf houden; Dat degenen welke van hunnen juisten ouderdom geen voldoend bewijs ge\eu, naar het oordeel van het Plaatselijk Bestuur zullen worden ingeschreven, onverminderd de bevoegdheid van de ingeschrevenen, om van hunnen juisten uiiderdom nader te doen blijken; En dat eindelijk zij, welke bevonden worden zich niet vóór den laten Junij te hebben doen iuschrijvcn, door het Plaatselijk Bestuur zullen worden inge schreven cn in eene geldboete verwezen worden, terwijl zij daarenboven zonder loting bij de Schutterij zullen worden ingelijfd, indien het zal blijken, dat er tijdens de \erzuimde inschrijving gcene reden tot uitsluiting of vrijstelling ten hunneD aanzien bestond. Burgemeester en Wethouders vermanen tevens ieder ingezetene dezer gemeente, welke het aangaat, om zich tijdig van een geboorte-extract te voorzien, waar door zich ieder van zijnen juisten ouderdom kan verzekeren, en hetwelk bij de inschrijving zal moeten worden vertoond, alsmede om zich ter behoorlijker tijd tot de inschrijving aan te melden, ten einde de straf, wegens nalatigheid vastgesteld, voor te komen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAK MAN BOSSE, Burgemeester, den 1 Mei 1874. L. VERHEY, Secretaris. f? HELDER en NIEUWEDIEP, 11 Mei. De plaats onzer inwoning had gisteren en heden reeds een feestelijk aanzien. Van vele gebouwen wapperde de vaderlandsche driekleur, vaak gepaard aan den oranje wimpel, en op onderscheidene plaatsen prijken groen en bloemen. Behalve de in ons vorig nommer vermelde eere poorten in het westelijk deel der gemeente, vermelden we hier nog de nette versiering van 't Raadhuis, de sierlijke eerepoorten aan en nabij de Binnenhaven en in de 2de Vroonstraat. Een onzer plaatsgenooten liet ons in zijne werkplaats bezigtigen een kolossaal beeld, deStedemaagd voor stellende, getooid met vaandel en schild, een en ander op de keurigste wijze vervaardigd en bestemd om op de feest dagen vóór zijne woning aan den Kanaalweg te worden geplaatst. In verschillende deelen der gemeente maakt men aanstalten voor de verlichting op den avond van de gondelvaart. In de Israëlitische kerk zal heden avond, in die der Chr. Geref. gemeente morgen ochtend vroeg eene gods dienstige viering van het krooningsfeest plaats hebben. Ofschoon de feestcommissie voor 't geval van ongunstig Hij lieeft zich goed voor ons betoond, En goed voor 't land, waarin hij troont, Zijn heerschappij bracht zegen; In vrede en welvaart leefden wij God lof! wij bleven vrank en vrij, Bevoorrecht allerwegen. De Koning bleef zijn spreuk gestand: Je maintiendrai! voor 't vaderland! Den ouden wapenkreet getrouw: Ce sera moi, Nassau! Nu scharen we ons aan 's Konings zij, En gaan met hem ter feestgetij, Vereend 't verleen herdenken En, dankt hij voor zijn heuglijk lot, Wij doen 't met hem en bidden: God! Wilt hem Uw bijstand schenken. Wij smeeken van Uw Vaderhand: Bescherm en Vorst en vaderland, En gun, dat hij, die feest thans viert, Nog lang ons volk bestiert. Wie Neêrlands bloed door de adren vloeit, Voelt thans vooral zijn hart ontgloeid, En juicht voor Neêrlands Koning. Dat ieder hem oprecht vereert, Geen andren Vorst dan hem begeert, Dat tuige ieders woning; Dat tuige ons dankend, jublend lied, Dat blij van aller lippen vliet, Om onzen Vorst te loven; Luid klink' 't Oranje boven weder (blijkens achterstaande annonce) hare maatregelen genomen heeft, wenschen wij dat de feestelijkheden, waar aan zoovele zorgen zijn gewijd, door fraai weder mogen begunstigd worden. De mailboot Madura, van Batavia naar hier, zou gisteren van Port-Saïd vertrekken. Een oppassend ambtenaar van de Hollandsche spoor kwam gisteren ter hoogte van Sloterdijk noodlottig om het leven. Uit een waggon van den trein, van Amsterdam naar hier, stappende ontving hij van een deur zulk een slag, dat hij zijn evenwigt verloor en op den weg dood ter neder viel. HH. KK. HH. de groothertog en groothertogin van Saksen-Weimar kwamen jl. Vrijdagavond te 8 ure per Rijnspoor in de residentie aan, begeleid door Z. K. H. Prins Hendrik, die HD. bloedverwanten tot Arnhem was tegemoetgereisd, en vergezeld van eenig gevolg. Aan de station van den Rijnspoorweg te 's Hage wachtte de voor name reizigers eene hartelijke ontvangst. Z. M. de Koning omhelsde zijne zuster en bood haar een prachtigen bloem ruiker aan. Niet minder hartelijk was de verwelkoming der vorstelijke personen door H. M. de Koningin en Z. K. H. den Prins van Oranje. Na eenig toeven in het salon, gedurende 'twelk de groothertog en zijne gemalin met de dames en heeren uit het gevolg van HH. MM. kennis maakten, werden de vorstelijke bloedverwanten door den Koning en de Koningin in een staatsierijtnig naar het Zomerverblijf Buitenrust geleid, alwaar zij hunnen intrek namen. De regering heeft bij de Tweede Kamer ingediend een nieuw artikel 19 der wet van 29 Junij 1854, aldus luidende "Hij, die bédelt, wordt gestraft met eene gevangenisstraf van zes dagen tot drie maanden. Niet strafbaar is het, indien blijkt, dat de dader niet in staat is om te werken en dat hij zich bij de betrokken armbesturen en bij het gemeentebestuur vruchteloos om de noodige ondersteuning heeft aangemeld. De regter kan gelasten, dat landloopers en bedelaars, die reeds eenmaal wegens landlooperij of bedelarij zijn ver oordeeld geweest, na het einde der gevangenisstraf naar een bedelaarsgesticht of werkhuis zullen worden overgebragt. Het verblijf van veroordeelde landloopers en bedelaars

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 1