Benoeming-en, enz.
STATEN-GEXERAAL.
Men schrijft ons van Texel, dd. 22 dezer:
„Na vergelijkend examen, waaraan 18 sollicitanten deel
namen, is de heer G. Dros, hulponderwijzer aan den Hurg
alhier, benoemd tot hoofdonderwijzer te Kudelstaart, gemeente
Aalsmeer, op een tractement van f750, benevens vrije wo
ning en tuin/'
Schrijver dezes, zoo meldt men van Texel, is oog
getuige geweest van den volgenden strijd, die op nieuw
bewijst, dat het zwakste dier moedig wordt en niet tegen
een grooten vijand opziet, als het nest bedreigd wordt.
Een jong, en ditmaal gewis dood onnoozel lam was grazende,
zonder het minst booze opzet voorzeker, het nest van een
kievit genaderd. De vogel vloog op en schoot bij herhaling
pijlsnel op het lam af, telkens vinnig toepikkende. Het
lam verschrikte derwijze van die onverwachte, pijnlijke aan
vallen, dat het, geheel door angst vermeesterd, zich plat
ter aarde wierp. Daardoor echter bleef het in de nabij
heid van het nest, vanwaar de kievit het juist verjagen
wilde. De vogel hield dus niet op, en herhaalde zoo
dikwijls en hevig zijne aanvallen, totdat het lam opsprong.
De kievit joeg het dier voor zich uit totdat het eindelijk
van vermoeidheid uitgeput en radeloos in een sloot kroop.
Nu blies de kievit den aftogt, en het van angst blakende
lam werd door iemand uit de nabijheid gered. (Amst Crt.)
Reeds sedert Maart dezes jaars is een der hulpon
derwijzersbetrekkingen aan de lagere school te Nieuwe
Niedorp vacant. Gelukkig voor de schooljeugd, dat een
de ingezetenen, voorheen bij het onderwijs werkzaam,
en in het bezit van een hulponderwijzers-acte, zijne diensten
tijdelijk heeft aangeboden. Het gemeentebestuur toch riep
eerst sollicitanten op, onder aanbieding van een jaarlijksch
tractement van f 500, doch niemand kwam zich aanmelden.
Nu onlangs de oproeping is herhaald, thans met eene
jaarwedde van f 550, heeft zich slechts een als sollicitant
aangegeven.
Het grasgewas te Hoorn is ditmaal buitengewoon
overvloedig; er is veel en dik gegroeid. Het vooruitzigt
voor den veehouder is dus allergunstigst, wat het voeder
van het vee voor den aanstaanden winter betreft. Er wordt
in deze streken druk gebruik gemaakt van werktuigen
voor de hooiwinning.
Den 16 dezer werden ter waag te Purmerend ge
wogen 214,650 oude ponden kaas, een tot hiertoe nog niet
bereikt cijfer. Ruim een eeuw vroeger, den 16 Junij 1761,
werden op die waag gewogen 139,967 oude ponden.
Te Amsterdam is in eene vergadering van belang
stellenden besloten een adres aan de regering ter teekening
te leggen, waarin door de burgerij op spoedige voltooijing
van het Noordzeekanaal wordt aangedrongen.
Op de jl. Zaturdag te 's Graveland gehouden paarden
markt was de aanvoer grooter dan het vorig jaar. Ruim
740 paarden waren aan de lijn. De prijzen waren hoog
en daardoor de handel niet levendig.
- Bij de politie te Rotterdam is niet bekend dat Henri
Rochefort die stad tot zijn verblijf zal kiezen.
Volgens de Pall Mali Gazette liggen te Rotterdam
1000 brieven poste restante op den heer Rochefort te wachten.
Aan de veemarkt te Utrecht waren jl. Zaturdag ruim
332 stuks vee aangebragt; de handel in kalfkoeijen en
melkvee was zeer levendig en niet zelden werd voor een
kalf koe f 250 betaald, terwijl het melkvee f 180, de vaarzen
f 140 golden; aan de varkensmarkt was de handel redelijk;
aan de schapenmakt waren 100 stuks aangebragt, het
grootste gedeelte lammeren; lammeren werden verkocht
van f 68, magere schapen f van 812, vette Schapen
van f 23—30. (Utr. Dagbl.)
De algemeene vergadering van het Schoolverbond, te
Utrecht gehouden, heeft zich met 35 tegen 13 stemmen
voor het beginsel der invoering van leerpligt verklaard.
Men meldt uit Zeeland a. o. aan het U. D.
„De gemeenteraad te Vlissingen heeft dezer dagen een
hoogst belangrijke discussie gehouden over de kwestie, of
een „ambtenaar" een „beambte" of een „beambte" een
„ambtenaar" is, waarbij de heer van Uije Pfeterse beweerde,
dat hij als wethouder „ambtenaar" van den burgerlijken
stand was, maar een commies ter secretarie geen „ambtenaar,"
doch slechts een „beambte." Ieder heeft toch zijn bijzondere
soort van trots, en „ambtenaar" van den burgerlijken stand
is toch nog iets anders dan een „beambte" ter secretarie!
Misschien had de heer van Uije Pieterse van Dale wel
geraadpleegd, die een „beambte" noemt „ambtenaar" (niet
van hoogen rang).
Zulke discussie» zijn toch wel leerzaam, ook zeer in het
belang der gemeente, en daarenboven zeer vleijend voor
den commies, die bij name werd genoemd en als een wezen
van lageren stand voorgesteld. De Vlissingsche gemeente
raadsleden houden er echter van, om de zaken en personen
bij hun namen te noemen; van daar ook dat de heer
Schraver in de openbare zitting den gemeente-bouwmeester
eenige liefelijkheden naar het hoofd wierp, die men elders
waarschijnlijk in besloten zitting zou hebben gezegd, om
den bedoelden persoon niet al te lekker te maken.
Als eene bijzonderheid vermeld ik ten slotte nog, dat
het feest van 12 Mei jl. te Sint Anna ter Muiden zal
gevierd worden op den eersten dag der kermis, den 24 dezer
dit zal waarschijnlijk toch wel de laatste viering van het
krooningsfeest wezen."
Men meldt uit Boxmeer, dd. 19 dezer:
„Eergisteren ochtend omstreeks 7 ure was de landbouwer
P„ Lamers, te Beugen, met zijne vrouw ter kerk, terwijl
een löjarig dienstmeisje boter karnde. Gerucht in den stal
vernemende, opent de meid de staldeur, en zij ziet daar
tot haar niet geringe onsteltenis een man met zwarten jas.
De vreemdeling riep haar toe: „groet Lamers van mij,"
waarop hij zich door de buitendeur verwijderde. Naauwelijks
was de meid aan de karn teruggekeerd, of door een raam
zag zij den vlam uit den stal slaan. De brand heeft het
geheele huis in asch gelegd, waardoor eene schade van
p. m. f 3000 veroorzaakt werd. De politie doet ijverig
onderzoek naar den brandstichter, maar de weinige aan
wijzing, welke de dienstmeid kan geven, maakt haar dit
onderzoek zeer bezwaarlijk."
Te Herwijnen wordt een veulen, dat de merrie, die
het geworpen had, niet wilde zosren, door een geit groot-
gebragt. Dat voldoet zeer goedhet veulen ziet er best uit,
Te Poederoijen zijn weer, evenals in vroeger jaren,
alle jonae ooijevaars gestolen.
Het zoogenaamd Deventer hout is dit jaar hoog in
prijs en geldt f 9 a 10 de vim, doch bijzonder hoog is de
prijs van de schors of run, welke voor f 5.25 k 5.50 per
hectoliter wordt verkocht.
In de laatste twee nachten heeft te Deventer de vorst
groote schade aangerigt. De boekweit en de aardappelen
hebben veel geleden.
Uit 't noorden van Overijssel meldt men
„De aanhoudende droogte geeft tegenwoordig aan de
veenlieden handen vol werk, en maakt, dat de nieuwe turf,
die voor een deel reeds tot verzending naar Holland en
Friesland gereed staat, dit jaar spoedig klaar is en uitmun
tend van kwaliteit zal zijn. Prijs: 1ste soort f3 k f3.25,
2de soort f 2.60 k 2.70 per 1000 stuks.
In zekere familie te Harlingen was onlangs ruzie
ontstaan. De vader van den man liet den inboedel van
zijn zoon verkoopen uit hatelijkheid tegen de schoondochter;
de zoon zelf vaart met een turfschuitje en was afwezig.
Toen nu de schoondochter haar huisraad miste, besloot zij
geheel te breken met haar verleden en begaf zich met een
anderen man naar Amsterdam, om daar of verderop een
gemeenschappelijk leven te leiden, terwijl zij hare drie
kinderen, aardige meisjes, onbeheerd en op straat achterliet.
De man, met wien zij de wereld introk, was ook gehuwd
en liet zijne ziekelijke vrouw met vier kinderen achter.
Tot heden zijn de beide reisgenooten nog niet teruggekeerd
en schijnen nok geen plan te hebben op retour.
Te Winschoten is een vrij groot lam door twee
raven en twee eksters zoo gebeten en gewond, dat het
aan de gevolgen er van sterven moest.
Naar aanleiding van het voorgevallene met den gou
verneur-generaal van Neêrl.-Indië en kapt. van Daalen,
zegt het Zondagsblad o. a.:
„Onwillekeurig rijst de vraag: waar gaan wij heenMoet
het Nederlandsch Indisch bestuur abdiceeren voor de heeren
Van Daalen? Moeten wij ons Frankrijk tot voorbeeld
kiezen, waar ieder minder officier 't beter wil weten dan
de chefs, zoodat 't leger werd gedemoraliseerd en nederlagen
zijn geleden zoo groot als waarvan de geschiedenis gewag
maakt.
Wij hebben in Indië te doen met drie van Daalen's.
Van Daalen 1. de kolonel, bekend als geen onverdienstelijk
officier, maar die nog niet gezuiverd is van de beschuldiging,
dat hij, door verkeerd beleid, tegenover een niet toegerusten,
verschrikten vijand een overhaasten terugtogt aannam,
welke niet alleen een tweede veel sterker expeditie nood
zakelijk maakte, maar den vijand zijn energie teruggaf en
gelegenheid om zich te versterken.
Het gevolg hiervan was dat de kolonel niet voor hooger
rang in aanmerking kwam en hem voorloopig een eervol
ontslag uit de dienst werd geweigerd.
Sedert echter wordt door de van Daalens al 't mogelijke
gedaan, om den gouvernfeur-generaal te grieven en zijn
gezag te ondermijnen. Van Daalen No. 2, de kapitein, wiens
karakter minder geroemd wordt dan zijne bekwaamheid,
bedrijft de daad, waarvan reeds melding is gemaakt, en
eindelijk van Daalen 3, ter kwader ure aan 't hoofd der
Javabode geplaatst, bezigt naar 't schijnt deze positie uit
sluitend om van Daalen 1 te wreken. De taal door dezen
van Daalen gevoerd om den gouverneur-generaal en ieder
die met hem ingenomen is, te verguizen, is van dien aard,
dat wel groote, aan zwakheid grenzende lankmoedigheid
van den gouverneur-generaal noodig is, om geen einde te
maken aan dat schelden.
't Is alsof men te doen heeft met een complot van
Daalen tegenover de autoriteiten in Indië.
Het heeft ons leed gedaan, zoo besluit genoemd blad, dat
van Daalen No. 2, na de beleediging 's Konings vertegen
woordiger aangedaan, geen bevel ontving, binnen 24 uur
de kolonie te verlaten, en als van Daalen No. 3 hem ver
gezeld had, dan zou dit een zeer wenschelijke opruiming
zijn geweest.
Men vermoedt dat generaal van Swieten's invloed een
onmiddelijk ontslag voorkomen heeft, maar als de regering
in 't moederland het prestige van 't gezag niet krachtig
handhaaft en zulke onbetamelijkheden niet straft, dan zien
wij de toekomst donker in. Er is een groot onderscheid
tusschen vrijheid en bandeloosheid."
Een beroemd Engelsch geleerde, de heer Wallace,
van wien o. a. een werk door prof. Veth in 't Neder
landsch is vertaald, heeft een paar belangrijke artikelen
geschreven ter verdediging van 't Spiritisme. Hij komt
daarin tot de slotsom, dat spiritisme een proefondervindelijke
wetenschap en de eenige grondslag voor ware wijsbegeerte
en zuivere godsdienst is.
Wat een dagblad-reporter al niet moet doen toont het
volgende: Bij het huwelijk der dochter van president Grant
waren de strengste maatregelen genomen om alle verslag
gevers van bladen te weren. Een agent van een New-
Yorsch blad wist er toch bij te komende g isten werden
bediend door negers; hij liet zich daartoe in dienst nemen,
nadat hij zich de banden en hef gelaat zwart had geverfd.
Geen schoolblijven meer Een Amerikaansch
blad geeft aan een pak slaag verre de voorkeur boven het
schoolblijven. Zoo'n kastijding zegt het bevordert den
bloedsomloop; men verkrijgt daardoor grooter ontwikkeling
der hersenen, ergo beter leerlingen.
Amerikanen hebben een dagblad opgerigt onder den
naam van Whiffs of Ararat, hetwelk aan den voet van
dezen berg wordt uitgegeven. Dat excentrieke dagblad telt
een aantal abonné's onder de bewoners van den omtrek
en correspondenten, die het belangrijke locale berigten
zenden; zoo deelt het onder anderen mede wat de oorzaak
is der aardbevingen volgens de inlanders. Volgens hen rust
de wereld op den nek van een reusachtigeu stier, die zijn
kop schudt, wanneer de vliegen hem plagen en daardoor
die schuddingen te weeg brengt.
Het is ligt te begrijpen, dat, met zulke lezers, men niet
zeer beducht behoeft te zijn voor een onderzoek naar dag-
teekeningen, plaatsen of personen en dat men ook niet veel
kans loopt vervolgd te worden wegens het verspreiden van
valsche tijdingen.
De minister van Financiën heeft ter kennis van belanghebbenden
gebragt, dat ter opleiding voor telegrafist in de maand Sept. a. s.
een tiental leerlingen bij de Rijkstelegraaf kunnen worden toegelaten,
aanvankelijk op een daggeld van één gulden. Deze leerlingen
kunnen, na voldoende blijken van geschiktheid gegeven te hebben,
dingen naar de betrekking van telegrafist 3de kl., waaraan eene
jaarwedde van acht honderd gulden verbonden is. De eandidaten
moeten zich vóór of op 15 Aug. aanmelden bij het departement van
Financiën. Zie verder de Staatscourant van 28 Junij.
Tweede Hamer.
Zitting van Zaturdag 20 Junij. Bij de opening is ingekomen
en voorgelezen eene missive van den tijdelijken Voorzitter van den
ministerraad, inhoudende het verzoek om de behandeling der defi-
nitive begrooting voor Marine uit te stellen tot Maandag a. s.
Daartoe is besloten en de zitting tot dien dag verdaagd.
Zitting van Maandag 22 Junij. De mededeeling, door den
tijdelijken voorzitter van den ministerraad (den heer Geertsema)
gedaan, luidt woordelijk als volgt:
„Als daartoe door Z. M. den Koning gemagtigd, heb ik de eer
te verklaren, dat het wetsontwerp tot wijziging der kieswet van
Junij 1850 door de regering wordt ingetrokken. Ik heb tevens de
eer daaraan toe te voegen de mededeeling, dat de gezamenlijke
ministers begrepen hebben in de gegeven omstandigheden aan den
Koning hun ontslag te moeten vragen. Het adres daartoe strekkende
is reeds jl. Zaturdag aan den Koning verzonden, maar de ministers
mogten aan hun besluit geen openbaarheid geven, zoolang zij niet
berekenen konden, dat het ter kennis van Z. M. zou zijn gekomen.
Van daar het verzoek aan de Kamer om de beraadslaging over de
begrooting van Marine tot heden te verdagen."
Daarna is het budget van Marine met algemeene stemmen aan
genomen.
Heden worden nog eenige kleine wetjes behandeld die geen uitstel
gedoogen; daarna gaat de Kamer uiteen.
Het wetsontwerp tot uitbreiding van het spoorwegnet met gedeel
telijke subsidie vau staatswege strekt tot aanleg van de volgende lijnen:
1. Van Dordrecht over de Merwede, langs Sliedrecht, Gorin-
chem en Leerdam naar het station van den Staatsspoorweg bij
Kuilenburg; 2. van het station van den Staatsspoorweg bij Kuilen
burg langs Buren en Tiel naar Eist; 3. van Leerdam naar Buren;
4. van het station van den Staatsspoorweg bij Kuilenburg over de
Lek naar Amersfoort; 5. van Almelo naar Zwolle en Meppel6. van
de haven van Velsen langs Zaandam, Purmerend en Hoorn naar
Enkhuizen7. van Hoorn naar Alkmaar; 8. van Stavoren langs
Hindeloopen en Sneek naar Leeuwarden.
Te Enkhuizen en te Stavoren moeten door den aanleg van nieuwe
en de uitbreiding van bestaande werken, volgens door den minister
van Binnenl. Zaken vast te stellen plans, havens worden daargesteld
en met den spoorweg in verbinding gebragt, diep 4 meters onder
gewoon laagwater en voldoende ruimte aanbiedende voor de behoeften
van de gewone scheepvaart en voor de stoombooten bestemd om de
gemeenschap tusschen de spoorwegstations aldaar te onderhouden.
In zes jaren moet het geheele net voltooid zijn. De subsidie
bedraagt 30 pCt. van de kosten van aanleg, enkele lijnen of ge
deelten als de lijn KuilenburgAmersfoort uitgesloten; deze moet
geheel voor rekening der concessionarissen worden gelegd. Het
waarborg-kapitaal bedraagt 2 millioen. Als maximum der subsidie
is de som van 14 millioen aangenomen.
Bij de Kamer is een wetsontwerp ingekomen tot goedkeuring
eener overeenkomst met Duitschland ter zake van de aansluiting
van den Noorder-spoorweg.
Buitenland.
Een geestig schijver trekt in de Independance te velde
tegen de philantropie op het slagveld
„De Florence Nightingales, de doctors en ziekenver
pleegsters van het Roode Kruis, verdienen allen lof, maar,
zegt de schrijver, zij zien niet in, dat zij eenvoudig de
oorlogen aanmoedigen, door het den strijdenden gemakkelijk
en aangenaam te maken en het slaan van wonden en het
bedenken en uitvoeren van vernielingsplannen in de hand
te werken. Une bonne sauvagerie," zou vrij wat beter zijn
wanneer men zich niet meer bekommerde over de slagt-
offers van den oorlog, gevangenen, zieken, gewonde sol
daten, burgers, mannen, vrouwen en kinderen, veroverde
provinciën, belegerde steden, vee, velden, wijngaarden,
wouden, kunstvoortbrengselen en musea, zou men meer tegen
een oorlog opzien. Het zijn juist de despoten, de tirannen,
de veroveraars, de eerzuclitigen, die het Roode Kruis aan
moedigen, het. voorstel tot veraangenaming van den toestand
der gevangenen toejuichen, ontplofbare geweerkogels af
keuren en de menschenslagting poëtiseren en liefelijk willen
maken. Hun doel is slechts den oorlog niet onherstelbaar
impopulair te maken. Men wil het doen voorkomen, als of
de oorlog voortaan een duel zal zijn. Maar een duel wordt
gevochten met gelijke wapenen en in den oorlog is iedere
list geoorloofd. In den oorlog mogen Oostenrijk en Pruissen
het kleine Denemarken aanvallen en worden zij, als zij het
kleine heldhaftige volk hebben verpletterd, als helden ge
roemd. De oorlog blijft afschuwelijk, al werpt men met
een traan van medelijden eenige droppels eau de cologne
op het slagveld en een weekhartige phlantropie, een poëtisch
christelijk menschlievend waas geeft aan een beestachtig,
onchristelijk, bloeddorstig werk. Niet de gevolgen, maar de
oorzaak moet verholpen worden. Sentimentele vredebonden
maken zich zelve belagehelijk, maar het Roode Kruis en
de commissie voor de gevangenen doen positief kwaad, om
dat zij den oorlog aanmoedigen. Het Roode Kruis gaat
uit van een verfijnd zachthandig militairisme.
De ontplofbare geweerkogel is veroordeeld, maar de
mitrailleusses, die met een enkelen draai een geheel bataillon