Benoeming-en, enz. STATEN-GENERAAL. Buitenland. maar ééne zaak het kanaal, de haven; zoo goed, zoo snel mogelijk. Zij smeeken U, Sire! dat het Uwor Majesteit behagen moge, met de energie, met de toewijding die Uwe Majes teit kenmerkt, waar het de behartiging der volksbelangen geldt, onmiddelijk de vereischte maatregelen te beramen, om Amsterdams handel en scheepvaart voor den ondergang te behoeden. De nieuwe waterweg voor Amsterdam zij weldra een schoone parel aan Uwe kroon. Amsterdam, Junij 1874. 't Welk doende, enz. J. Boissevain, G. J. de Clercq, J. G. Engels, I. Gosschalk, P. Hartsen, C. A. von Hemert, Herman J. van Lennep, J. H. van der Meulen Cz., A. S. van Nierop, M. J. Pijnappel, J. Regtdoorzee, T. C. Schol, F. C. Tromp, J. W. Tydeman, W. van der Vliet." Jl. Donderdag morgen, hebben drie jongens, oud 19 14 en 13 jaren, in de Klarensteeg te Leiden diefstal gepleegd door middel van insluiping, en hebben aldaar uit een toonbanklade ongeveer f 4 aan zilvergeld weggenomen; aan de politie, spoedig van het voorgevallene in kennis gesteld, mogt het gelukken de drie jongens, nog in het bezit van het gestolene, aan te houden. De hooibouw te Capelle (Langstraat) is in vollen gang. De kwaliteit is uitmuntend, de opbrengst over het algemeen middelmatig. Nadere berigten over dit product kan men thans wekelijks tegemoet zien. Het 28ste landhuishoudkundig congres, te Zierikzee, heeft jl. Woensdag bepaald dat het 29ste in het volgende jaar gehouden zal worden te Heerenveen (Schoterland). Uit Zierikzee schrijft men, dat de landbouwfeesten aan de anders zoo stille stad eene buitengewone levendig heid en vrolijkheid hebben geschonken, terwijl zelfs het geheele eiland Schouwen deelt in de feestvreugde, dat dan ook op zijn beurt het den vreemdelingen zoo aangenaam mogelijk maakt. Versieringen met groen en bloemen in de stad zelve, muziekuitvoeringen en illuminatiën verdienen allen roem. De 1ste algemeene vergadering, op jl. Woensdag, is met eene keurige toespraak door den voorzitter, mr. J. Moolenburgh, geopend. Hij sprak daarin over het belang van het geheele congres en over dat van sommige vraag punten, die er in behandeling zullen komen, b. v. dat der meekrapcultuur, die steeds zooveel voordeelen voor Zeeland had afgeworpen, maar nu door de uitvinding van de kunst-alizarine zeer bedreigd wordt. In de vergadering der 1ste afdeeling is eerst aan de orde gesteld de vraag: „Wat kan in 't belang van de meekrapteelt worden gedaan, ten einde het hoofd te bieden aan de dreigende concurrentie der kunst-alizarine enz. Over deze kwestie werd het woord gevoerd door de hh. dr. Schoor, v. d. Have, Ochtman Slierendrecht Ollivier en anderen. De discussie scheen het duidelijk te maken, dat men hier en daar wel met wat te veel haast aan 't op ruimen der meestoven is gegaan; dat de kunst-alizarine op den duur wel een concurrentie zijn zal, maar geen doodende mededingster. Als de landbouwers verbeterde bemesting invoeren, als proeven zullen genomen zijn met andere, met Napelsche meekrapsoorten, als 't product en dit kan met eenige verandering in de stoven geschie den spoedig wordt afgedroogd, enz., dan is er geen vrees voor de concurrentie der kunst-alizarine, die ook reeds meer aan 't dalen is, misschien wel omdat ze in Indië minder kleurhoudend is gebleken. Deze vraag was zeker een der belangrijkste voor de provincie, waar de meekrapcultuur in vroeger jaren zulke rijke winsten voor landbouwer en arbeider heeft afgeworpen, en met belang stelling werden dan ook de discussiën daarover gevolgd. Met de bespreking van nog andere vraagpunten, o. a. over bemesting, werd deze afdeelings-vergadering gesloten. In de vergadering der 2de afdeeling, zijn mede ver schillende punten behandeld o. a. punt 15: laten de land- bouw-tentoonstellingen hier te lande niet dikwijls veel te wenschen over? Op welke wijze is hierin verbetering te brengen?" De voorzitter meende, dat meer verlotingen aan tentoonstellingen moesten worden toegevoegd, terwijl dr. L. Mulder als zijne overtuiging uitsprak, dat er te veel tentoonstellingen zijn; ze moesten minder in getal maar beter zijn. De volgende besluiten werden o. a. genomen Mr. A. Kerdijk's voorstel werd aangenomen: a. het congres zal medewerken ter bevordering van de coöperatie onder den kleinen burgermanb. het zal een verzoek rigten aan de Hooge Regering om wettelijke regeling te verkrijgen der coöperatie; c. de leden van 't congres zullen door dag bladen en tijdschriften, door voordragten in de eerste plaats medewerken om gezonde begrippen onder de landbouwende standen over de coöperatie te verspreiden. Er zullen pogingen aangewend worden om eene een voudige handleiding te verkrijgen, waarin 't nut der baro metrische waarnemingen voor den landbouw wordt verklaard en uiteengezet. De wenschelijkheid zal uitgesproken worden der bescher ming van vogels, die voor den landbouw nuttig zijn. Die be scherming moet komen van den kant der provinciale- en gemeente- verordeningen. Er zal eene commissie worden benoemd om een verslag uit te brengen in zake een historisch critisch overzigt der chemische meststoffen, gesteund door onwraakbare feiten en proefnemingen. De aandacht der gemeente Zierikzee, die zich nog steeds met het spoeling-stelsel behelpt, zal worden gevestigd op het Delftsche tonnenstelsel. De tentoonstellingen, thans te Zierikzee gehouden, vol doen zeer, vooral die van werktuigen en producten. De Zeeuwsche maatschappij heeft er alle eer van. Tot leden van het bestuur voor het volgend congres zijn benoemd de heeren van Harinxma, te Beesterzwaag, voor zitter; Binnerts en van Beijma, te Heeren veen, secretarissen; de Blocq, te Engwirden, penningmeester; van Heioma, te Heerenveen, van Beijma, te Weidum; Oosting, te Oranje woud; Pasma, te Nijehaske; Vegelin van Claerbergen, allen leden. De Haagsche correspondent van de Arnh. Crt. paro- diëert niet onaardig het overdreven woekeren der publieke vermakelijkheden-houders met La Fille de Madame Angot. Hij schrijft: „Neennu ga ik geen enkel feest meer bijwonennu heb ik er genoeg van. Men zal mij nergens meer zien waar groote agglomeraties van menschen plaats hebben, waar gezongen en orgelgedraaid wordt, althans niet vóórdat de Rotterdamsche kermis weêr in het land is. Die dreunen uit de Fille de Madame Angot hangen mij de keel uit; ik kan er niet langer tegen. Gisteren hadden we hier Koningins verjaardag, 's Middags parade; ik kom de muziek van de grenadiers, die het vaandel gaat afhalen I tegen, en hoor een marsch uit de Fille; op de parade 1 zelf..... een marsch uit de Fille; de schutterij-muziek laat hare gaven liooren in den namiddag in het Voorhout, onder anderen met een marsch uit de Fille. 's Avonds in het Bosch al weêr de Fille, waarmede wij uit de societeitstent worden weggeblazen naar de Maliebaan, waar vuurwerk zal I worden afgestoken en vanwaar ons uit de verte reeds de I Fille, thans voor de variatie eens uit de instrumenten der huzaren-muziek, te gemoet schettert. Voeg daarbij dat ik den ganschen dag vervolgd word door een draaiorgel, dat alleen de Fille op zijn repertoire schijnt te hebben, en dat men in Nederlands residentie geen voet op straat kan zetten, of men hoort overdag de straatjongens en 's avonds de niet altoos even nuchtere volwassenen van beide seksen uitgalmen en uitbulderen, ook al weêr op den dreun van het koor der Conspirateurs Daar ken de Koneng niks an doen, Daar ken de Koneng niks an doen! Ik ben en meissie van fezoen. Varianten op den laatsten regel zijn door de politie, krachtens „hare discretionaire magt", verboden." Te Steenwijk is de bliksem geslagen in den toren der Groote Kerk, tengevolge waarvan de vlammen er weldra uitsloegen en de spits geheel vernield werd. Eenige wakkere mannen hadden na groote krachtsinspanning het geluk, den brand in zijn verderen voortgang te stuiten; de I haan en het kruis werden omvergehaald, ter voorkoming van verdere onheilen. Te Groningen greep jl. Woensdag ochtend een droevig voorval plaats. De steiger, aan den achtergrond van het regerings-hötel, bewoond door den heer commissaris des Konings aldaar, geplaatst, brak eensklaps, tengevolge waarvan twee der daarop aanwezige werklieden naar beneden stortten. Een hunner, een negentienjarig jongmensch, gaf korte oogen- blikken daarna den geest, terwijl de ander zwaar gekwetst werd weggevoerd. Ongevallen van dien aard, ofschoon gelukkig niet met zoo droevige gevolgen, zijn hier meer voorgekomen, waardoor het vermoeden gewettigd wordt, dat bij het opstellen van zoodanige steigers niet altijd met de noodige zaakkennis en behoedzaamheid wordt te werk gegaan. Te Colmschate is een 60jarige vrouw door een koe op de hoorns genomen en op een vrij ju-ooten afstand ueergeworpen. Zij is op verscheidene plaatsen ernstig bezeerd en verkeert in een zeer zorgvollen toestand. Uit het Noorden des lands meldt men aan het Vaderland, dat de ingevallen regen nog hoop geeft op 't behoud van de duizenden bunders boekweit- en aardappelengewas, die door de nachtvorsten zwaar hebben geleden. Er zijn een aantal landlieden, die hun velden reeds weder hebben omgebouwd om die te bezaaijen met wintervoeder voor 't vee. Toch is de geleden schade belangrijk, zoodat het moeijelijk gaat de enorme som aan te geven, die aan de veldproducten verloren is gegaan. In het mail-overzigt van het Alg. D. v. N.-I. leest men: Voor het eerst sedert het vertrek van generaal van Swieten uit Atsjin zijn dezer dagen in de Javasche Crt. berigten van daar publiek gemaakt, afkomstig van den kapt. ter zee Kip. Uit deze berigten blijkt, dat, zoo de vijandelijkheden daar ginds nog niet hebben opgehouden, onze middelen voldoende zijn om aanslagen te verijdelen. De vijand heeft het vertrek der hoofdmagt op 26 April afgewacht, om 27 April een aanvallende beweging te maken. Desniettemin is de medewerking der Borneo voldoende geweest, om hem in bedwang te houden. De groote strijd met Atsjin moet dan ook als geëindigd beschouwd worden. Van een derde expeditie is geen sprake. Had generaal van Swieten gewild, hij zou reeds veel vroeger naar Java hebben kunnen terugkeeren, onmiddelijk na het nemen van den kraton. In een particulier schrijven aan het Handelsblad uit Kotta Radja komt een beschrijving voor van een verdedi gingswerk der Atsjinezen, dat door onze troepen was genomen. De vele feilen welke deze sterkte in het oog van den deskundige heeft, geven den schrijver de over tuiging, dat geen Europeaan daarin de hand heeft gehad, zooals in verschillende berigten omtrent de eerste expeditie was gezegd. Men kon haar tot 20 passen naderen en zich daar bedekt opstellen, terwijl er oor de bezetting geen middel was haar te verlaten dan zwemmende over eene breede, diepe rivier. De Nord deelt thans het ontwerp mede van de nieuwe oorlogswet, dat door de Russische regering bij het te Brussel te houden congres zal worden ingediend. De officiële titel luidt: „Ontwerp van eene internationale conventie, betref fende de wetten en gewoonten van den oorlog" en het is een stuk, dat drie kolommen van de groote Fransche bladen vult. Het bevat 70 artikels, verdeeld in afdeelingen en hoofdstukken. De titels der hoofdstukken luiden aldus: 1) Algemeene beginselen. Afdeeling I „Van de regten der oorlogvoerende partijen. Hoofdstuk I. Van de militaire autoriteit op het grondgebied van den vijandigen staat. 2) Wie als oorlogvoerende partijen beschouwd worden; van de strijders en niet-strijders. 3) Van de middelen om den vijand te benadeelen, de geoorloofde en niet geoorloofde. 4) Van de belegeringen en bombardementen. 5) Van de spionnen. 6) Van de krijgsgevangenen. 7) Van de niet- strijders en de gekwetsten. Afdeeling II (van de regten der oorlogvoerenden ten opzigte van bijzondere personen) bevat de volgende hoofd stukken: 1) Van de militaire magt tegenover bijzondere personen. 2) Van de requisities en contributies. Afdeeling III spreekt van de betrekkiugen tusschen de oorlogvoerende partijen onderling en bevat drie hoofd stukken; het eerste over de middelen van gemeenschap en de parlementairen, het tweede over de capitulaties, het derde over den wapenstilstand. Afdeeling IV behandelt in een hoofdstuk de represailles (wraakneming). Van de middelen om den vijand te bena deelen zijn uitgesloten: vergiftigde wapens en vergif over 't geheel, de moord van vijanden, die hunne wapens ver loren hebben of zich niet langer kunnen verdedigen. Het is verboden te verklaren, dat geen kwartier zal worden gegeven. In dit geval behoeft ook de tegenpartij geen kwartier toe staan. Een garnizoen, dat hardnekkig eene vesting verdedigt, mag niet met den dood bedreigd worden. Ontplofbare kogels beneden 400 grammen gewigt zijn ver boden en eveneens projectielen, „die onnoodige smarten veroorzaker." Een opene stad mag niet worden aangevallen of gebom bardeerd, zoo de inwoners geen weerstand bieden. Bij 't bombarderen van eene versterkte stad moeten de kerken en inrigtingen voor kunst, wetenschap of van weldadigheid zooveel mogelijk gespaard worden. Spionnen worden aan „de geregtigheid overgeleverd", zoo zij geene militairen zijn, in welk geval ze eenvoudig krijgsgevangen gemaakt worden, evenals de gevangen genomen luchtschippers, die depêches overbrengen. Krijgsgevangenen, die op hun woord van eer zijn vrijge laten, maar op nieuw als strijdende gevat worden, moeten voor den krijgsraad teregt staan. De geestelijken, doctors, apothekers en chirurgijns zijn onzijdig, hebben aanspraak op de hulp van beide partijen en verliezen hunne regten niet als zij genoodzaakt worden voor hunne persoonlijke verdediging de wapens te gebruiken. Het leger op vijandelijken bodem moet de godsdienstige overtuiging, de eigendommen, het leven, de eer der inwoners eerbiedigen. Burgers, die in 't bezette land de wapenen opvatten, worden aan 't geregt overgeleverd. Contributies mogen worden geheven, maar moeten evenals de requisities zoo mogelijk worden vergoed. De Berliner Abendpost schrijft, dat het tot stand komen van de Brusselsche conferentie thans verzekerd is. Het was nog niet bekend of Frankrijk aan de conferentie deel zou nemen, ook Engeland zou nog geen bepaald besluit genomen hebben, doch naar allen schijn waren de beden kingen, welke Engeland eerst gemaakt had, op grond van de door Engeland consequent gevolgde neutraliteits-politiek, verdwenen. De heer Paul Mendelssohn Bartholdy, chef van het bekende Berlijnscbe bankiershuis, is den 21 Julij overleden. Een werkman huisverwer, te Austruther in Fifeshire, is door het overlijden van een verre bloedverwant, over- wacht eigenaar geworden van 100.000 pd. st. De gelukkige erfgenaam was juist in besogne tusschen hemel en aarde, toen die stroom van 't aardsche slijk tot hem kwam. In Syracuse is een kerk ingestort terwijl er dienst was. 14 menschen verloren bij dit ongeval 't leven, terwijl er ruim 100 meer of min ernstig gekwetst werden. De Koning van de Sandwich-Eilanden wordt binnen kort in Europa verwacht, ten bezoeke van de voornaamste hoofdsteden. In een handelstad ergens in het buitenland speelden eenige kinderen van bankiers met elkander. Het ondste, een lief meisje van 11 jaar, stelde voor bankiertje te spelen. Zij gaf ieder een rol. Tot haar broerje zeide zij: „Gij zult met de kas doorgaan, terwijl ik mijn juweelen verkoop.,/ Tot een ander: „Gij zijt een compagnon en moet u een kogel door uw domme hersenen jagen.» Voor ieder kind was er wat te doen, behalve voor het jongste, dat begon te schreijen, omdat het niet meê mogt doen. "Ja, zeide de jonge jufvrouw, gij zijt eindelijk nog te dom mede te spelen maar wees maar stil; gij zult de aan- deelen koopen." Zooals de ouden zingen piepen de jongen. De kapt.-luit. ter zee J. A. Baart de la Taille, laatst behoord hebbende tot het escader in Oost-Indië en den 27 dezer in Neder land teruggekomen, wordt met dien datum op non-activiteit gesteld. Eerste Kamer. Zitting van Donderdag 25 Junij. Een vijftal wetsontwerpen, waaronder de begrooting van Marine, zijn tegen heden aan de orde gesteld. Frankrijk. Mevrouw Lincoln, de weduwe van den grooten Abraham Lincoln, is met hare dochter dezer dagen te Parijs aan gekomen. Geheel Parijs stroomt naar den acclimatatie-tuin om twee orang-outangs te zien, welke een natuurvorscher heeft medegebragt van het eiland Borneo. Het belangwekkende paar is, als twee kleine kinderen, in doeken gewikkeld en wordt met de meeste zorgvuldigheid verpleegd. Beide apen hoesten sterk en men vreest dat zij teringachtig zullen worden. Kenners beweren dat zij tot de schoonste en meest volmaakte klasse der orang-outangs behooren. Te Trébizonde zijn twee personen opgehangen, wier proces vier jaren aanhangig was. Vader en zoon hebben zich in vereeniging met nog drie andere familieleden aan niet minder dan honderd vijf-en-twintig (zegge 125) moorden schuldig gemaakt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 2