1874. N°. 79.
Vrijdag 3 Julij.
32 Jaargang.
Onze politieke toestand,
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
K A PAST E R.
BER1GTEN BETREFFENDE DEN OORLOG MET ATSJIN.
HELDERSCHE
EK NIEUWEDIEPER COURANT.
,,Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
A.bonnementsprij8 per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65
Prij» der Advertenties Vtn 11 regel» 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Klken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië
via Brlndiai.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
Aan de ingezetenen die daarbij belang hebben wordt kennis
gegeven, dat de Landmeter van het Kadaster op MAANDAG den
6 DEZER, een aanvang zal maken met het opnemen der kadastrale
veranderingen, dienst 1875, in deze gemeente.
Helder, De Burgemeester der gemeente,
den 1 Julij 1874. STAKMAN BOSSE.
De afstemming der censuswet door de Tweede Kamer
heeft al wederom lot een ministeriëelen crisis gevoerd en
tot de daaraan verbonden staking der parlementaire werk
zaamheden, tot stilstand dus op wetgevend gebied, tot dien
toestand van onzekerheid omtrent het regeeringsbeleid,
welke hier te lande wel niet zoo dikwijls voorkomt als in
Griekenland en Spanje, maar toch dikwerf genoeg om
Enropa te doen meenen, dat wij het onderling duchtig
oneens zijn en volstrekt niet weten wat wij willen.
En daar is waarlijk reden voor: wij verbrokkelen ons
tot zoo vele partijen met of zonder behoorlijk geformuleerde
beginselen, dat bijna niet eene krachtig genoeg is om, tot
de regeering geroepen, zich tegenover de tijdelijk saam
verbonden vijanden te handhaven, en de organisatie van
de talrijkste partij is zoo onvolkomen, onder hare leden
heerscht zooveel eigenzinnigheid en eigenliefde (men noemt
dat zelfstandigheid), zoo weinig gezond partij-besef, dat
sommigen niet zelden zich bij de tegenpartijen scharen, om
dezer overwinning te helpen verzekeren en aan eigen partij
cle nederlaag te berokkenen. Bij de aanwezigheid van dit
euvel behoort er dan ook in Nederland veel zelfverloo
chening en vaderlandsliefde toe om als minister plaats te
nemen in een liberaal kabinet.
Het ministerie, dat zich thans genoopt heeft gevonden
den Koning om ontslag te verzoeken en zij, die er in de
laatste jaren deel van uitgemaakt hebben maar er bij vorige
crisissen of nederlagen aan ontvallen zijn, hebben in ruime
mate de bitterheid gesmaakt van niet alleen te moeten
kampen tegen politieke vijanden, maar ook tegen hen, die
zich als vrienden hadden belmoren te gedragen. Verschil
lende en daaronder belangrijke, groote zorg vereischt
hebbende wetsontwerpen, nu laatstelijk ook dat tot ver
laging van den census, werden verworpen, in den regel
doordat eenige weinige liberale Kamerleden zulke onover
komelijke bezwaren meenden te hebben, dat zij zich moesten
voegen bij de tot de oppositie behoorende afstemmers. De
cen=nswet viel omdat zich bij de 13 roomsch-catholieke,
12 conservatieve en 6 anti-revolutionaire tegenstemmenden
8 liberalen schaarden, waaronder er waren, die aan het
debat geen deelgenomen en het niet der moeite waardig
geacht hadden hunne stem te motiveeren. De conserva
tieven, die steeds over het niet vertegenwoordigen van liet
meest vaderlandlievende deel der natie, van de kern des
volks, en over de overheersching der bourgeoisie geklaagd
hebben, en wier aanvoerder Heemskerk Az. het eerst met
een ontwerp tot wijziging van den census te voorschijn
kwam en de zaak tot eene partijkwestie maakte, en de
anti-revolutionairen, die zich in hunnen strijd tegen de
neutrale volksschool steeds op „liet volk achter de kiezers"
beroepen hebben, mogen hunne afkeuring trachten te ver
dedigen met de bewering, dat de voorgestelde hervorming
op geen beginsel rustte en niet ver genoeg ging om hunne
wenschen te bevredigen, de tegenstand der 8 liberalen
betrof, althaDS voor zoo ver de heeren Harinxma en Bergsma
het te kennen gaven, een verschil in den census van f 2
Waar de minister zijne primitieve afdaling van f 32 op
f 20 ter wille van het gemeen overleg gebracht had op
f 26, hieven die heeren staan op de door hen gestelde
f 28, en verkozen zij de verwerping der wet, met de
daarvan te verwachten gevolgen en mogelijke nadeelen
voor de liberale zaak, boven het prijs geven van het
gevoelen.
Waren onze laatste ministers misschien zulke onbedreven,
onbeteekenende staatslieden, dat hunne voorstellen den toets
eener bezadigde en onpartijdige beoordeeling niet konden
doorstaan en niets dan verwerping verdienden? Uitstekende
staatslieden worden maar zelden in ons vaderland geboren,
en wij meenen, dat noch onder de anti-liberale partijeD,
noch onder de zoogenaamde vrienden die het „feilen toonen"
overdrijven, de mannen te vinden zijn, die- met meer toe
wijding of bekwaamheid het bewind zouden voeren. Hebben
de ministers menigen wensch onvervuld, ingrijpende en
zelfs naar veler oordeel noodzakelijke hervormingen achter
wege gelaten, de tegenwoordige samenstelling der Tweede
Kamer, waarin niet één kabinet een goed aaneengesloten
en besliste meerderheid kan vinden, stelde hun een slagboom
tegen het voorstellen van groote maatregelen en moest
verlammend werken op de beste bedoelingen. Dat er niet
meer door de Kamer verricht, niet ineer door do samen
werking van regeering en Vertegenwoordiging tot stand
gebracht is, mag niet aan de ministers geweten worden,
maar hebben de kiezers zich zei ven te wijten.
Geeft de aftreding van een ministerie steeds een stoornis
in de regeeringszaken, ook thans is dit in groote mate
het geval, nu een wetsontwerp op het hooger onderwijs
sints eenigen tijd aanhangig, een ander tot uitbreiding van
ons spoorwegnet pas ingediend is, nu de werken aan liet
Noordzeekanaal dringend eene tusschenkomst der regeering
vorderen en de toestand in Atsjin nog niet zoodanig kan
genoemd worden, dat het doel van den tegen dat Rijk
gevoerden oorlog voor volkomen bereikt te houden is.
Om dit alles betreuren wij het, dat het kabinet de ver
werping der censuswet als eene reden tot aftreding heeft
beschouwd; wij oordeelen dio gebeurtenis daartoe niet
gewichtig genoeg en hoogstens als eene aanleiding voor
den minister van hinnenlandsche zaken om zijn ontslag te
vragen; maar wij begrijpen, dat de op nieuw ondervonden
tegenwerking en teleurstelling den reeds lang met alsem
gevulden beker hebben doen overvloeijen, en de ministers
hebben doen besluiten om den Koning te verzoeken, hen
door andere bewindslieden te vervangen. (Slot volgt.)
In een telegram van den gouverneur-generaal van
Nederl-Indië, den 29 Junij van Buitenzorg verzonden en
den volgenden nacht te 's Hage ontvangen, wordt het
navolgende medegedeeld:
„Den 20 dezer (de datum is door eene fout in de cijfers
niet geheel zeker), zijn bijna al onze etablissementen in
Atsjin door talrijke Pedirezen beschoten, doch zonder
resultaat.
De vijand, die zich versterkt had op den resteroever
dér Atsjin-rivier tnsschen Penajong en de marine-benting,
beschoot opvarende sloepen en wondde vier der onzen.
Van een patrouille, op den linkeroever in hinderlaag gelegd,
wei-den acht gewond. Des middags werd eene kleine
afleeling uitgezonden, die den volgenden dag werd versterkt.
De vijand werd uit zijne sterkte met gevoelig verlies ver
dreven, terwijl onzerzijds 17 man gewond werden. Elf
officieren en 450 man zijn naar Padang en Batavia geëva
cueerd. Den 22 dezer zou Kotta Radja Bedel (oostelijk
van den mond der Atsjin-rivier) door de marine beschoten
worden. De weersgesteldheid was heter; de communicatie
met de reede langs de rivier nog(hier is weder eene
fout in het cijfer).
Den 20 Mei, ten 7 ure, had te Batavia de lijkdienst plaats
voor de gesneuvelde krijgers van Atsjin. Indrukwekkend
was het schouwspel, dat de R. K. kerk aanbood. Het
hoofdaltaar en de twee kleinere altaren waren met zwart
laken en draperieën behangen, terwijl aan de waskaarsen
overal doodshoofden bevestigd waren. Tegenover het hoofd
altaar was een eenvoudige maar sierlijke catafalk opgerigt,
waar zes kaarsen om heen geplaatst waren, insgelijks met
doodshoofden versierd. De kolommen waren met zwarte
guirlandes getooid, zoo ook het plafond, terwijl het koor
met de Nederlandsche driekleur prijkte, waarover zwarte
guirlandes aangebragt waren. De preekstoel was ook geheel
met zwarte draperieën omhangen. De mis werd gelezen
door msgr. Claessens, bijgestaan door de pastoors Hendrichs
en van Moorsel. Om het altaar stond een peloton soldaten
geschaard, gewapend en in groot tenue, alsmede een tam
boer, onder de bevelen van den 2den luit. Stutzer, die de
geweren presenteerden en den generalen marsch sloegen
bij de offerande. De stafmuziek heeft zich uitstekend van
hare taak gekweten. Onder de aanwezigen merkte men
op den leger-commandant, generaal Verspijck, kolonel
Schultze, den Franschen consul-generaal en verscheidene
andere hoofd- en subalterne officieren. In één woord, de
kerk was met belangstellenden gevuld. Ten negen uur
was de dienst afgeloopen.
Binnenland.
HELDER en NIEUWEDIEP, 2 Julij.
Uit goede bron verneemt het Yad., dat Z. M. de
Koning den ministers, op hun verzoek om ontslag, heeft
geantwoord, dat het verzoek in overweging genomen wordt.
De jagt op waterwild wordt in deze provincie open
gesteld met 15 Julij e. k.
Beroepen te Amsterdam ds. J. G. Knotnerus, pred.
te Dordrecht.
Aangenomen het beroep naar Oost-Zaandam door
dr. J. v. d. Berch Jr., pred. te Ooster- en West-Blokker.
Bij herstemming tusschen de heeren D. Bakker en
W. Bos, beide wonende te Zijpe, is tot hoofd-ingeland
van de Zijpe en Hazepolder laatstgenoemde gekozen, ter
vervanging van den heer P. Leeuwen, welke voor die
betrekking bedankt heeft.
Door den heer J. Jonk, te Winkel, is te Zaandijk
bij de wit-papierfabriek „de vergulde Bijkorf" een Nortonput
gemaakt, welke helder en goed drinkwater oplevert. Tot
dusverre waren alle pogingen mislukt om in deze streek
een welput op Nortonwijze te maken.
Bij den wedstrijd en de tentoonstelling, op 25 Junij jl.
door de afdeeling Opmeer en omstreken der Hollandsche
Maatschappij van Landbouw, te Hoogwoud gehouden, zijn
de volgende prijzen toegekend:
Werktuigen: Grasmaaimachine. Eerste prijs, aan de
heeren J. Peignat Co., te Amsterdam, Woods-Ameri-
kaan; 2de prijs, aan den heer K. J. Akkerman, te Scher-
meer, Samuelson. De laatste bij loting tegen de heer P.
Hartman, te Oude Niedorp. Voor den bestuurder: de
eerste premie aan den heer P. Schaap, te Onde Niedorp,
en de tweede premie aan den heer Smit, te Heerhu-
gowaard. Hooischudder. Eerste prijs, aan den heer P.
Molenaar, te Hensbroek, Bobbij, bij loting tegen den heer
Jacob Rooker, te Hoogwoud; 2de prijs, aan de heeren
J. Peignat Co., te Amsterdam, Aschbeij-Howard. De
premie voor bestuurder, aan den heer J. fcieftenburg Jr.,
te Wognum. Hooihark. Eerste prijs, aan den heer J.
Peignat Co., te Amsterdam, Ransomes, bij loting tegen
den heer H. J. K. van den Steen, te Spanbroek; 2de prijs,
aan den heer H. J. K. van den Steen, evengenoemd,
Howard, bij loting tegen de heeren Jacob Rooker, te
Hoogwoud, en Peignat Co., te Amsterdam. De premie
voor bestuurder, aan den heer J. Kieftenburg Jr., te
Wognum.
Vee. Pinkstieren. 1ste prijs, aan den heer G. Koorn,
te Zwaag; 2de prijs, aan den heer Jan Groot Az., te
Hoogwoud. Prijs van het bestuur, aan den heer Jacob
Groot Az., te Hoogwoud. 2 melkgevende Vaarzen. 1ste
prijs, aan den heer J. van Leeuwen, te Opmeer; 2de prijs,
aan den heer P. Vijn, te Hoogwoud; 3de prijs, aan den
heer C. Sijp, te Hoogwoud. 2 Kuispinken. 1ste prijs,
aan den heer D. Breebaart Kz., te Winkel; 2de prijs id.
id.3de prijs, aan den heer F. Slot, te Twisk. 2 Gras-
kuiskalven. 1ste prijs, aan den lieer Jacob Laan, te Twisk;
2de prijs, aan den heer Jacob Leek, te Nibbixwoud.
42 inzenders hebben aan dezen wedstrijd en tentoon
stelling deelgenomen.
Eenige weken geleden is eene dienstmaagd, in dienst
bij den heer Hoedenmaker, in de St. Anthonie-Breestraat te
Amsterdam, hij het schoonmaken der glazen uit de derde
verdieping op de binnenplaats gevallen, van waar zij in een
hopeloozen toestand naar het Binnengasthuis is vervoerd.
De dienstmaagd herstelde tegen aller verwachting en werd
nu in de vorige week door haren meester per rijtuig van
het gasthuis gehaald en naar zijne woning gebragt, alwaar
de vlag uitgestoken was. Zij werd aldaar in een versierde
kamer feestelijk ontvangen, en met een groot aantal genoo-
digde personen onthaald.
Een landbouwer te Diemerbrug heeft, volgens een
berigt in de Tijd een schat van f 6000 aan effecten verloren,
doordien ratten de papieren, welke hij in eene enveloppe
onder den grond geborgen had, oppeuzelden.
Te Haarlem heeft jl. Zaturdag een smidsbaas een
zijner knechts in drift zoodanig met een stuk ijzer op de
beide armen geslagen, dat de man ze niet onwaarschijnlijk
zal moeten verliezen. De ongelukkige is echtgenoot en
vader van zeven kinderen. De dader is onmiddellijk
gearresteerd.
Haarlems Nieuwsblad meldt in zijn nummer van
jl. Dingsdag, dat, naar men verwacht, de in Frankrijk
aanhangige zaak der familie de Bourbon tegen den
graaf van Chambord, spoedig in cassatie zal worden
behandeld.
Het krankzinnigengesticht Meerenberg heeft zijn 25jafig
bestaan feestelijk gevierd. De meeste patiënten namen deel
aan het feest; allen werden onthaald op krentebróod en
chocolade.
180 Hectaren houw- en weiland, toebehoorende aan
wijlen jhr. J. Deutz van Assendelft, zijn jl. Zaturdag te
Beverwijk ingezet voor f' 191,325. De afslag, combinatiën
en definitieve toewijzing heeft Zaturdag a. s. plaats.
De eerste haringjager is gisteren te Maassluis binnen
gekomen en opgezeild naar Vlaardingen, aanbrengende
1081 ton haring.