Benoeming-en, enz. Burgerlijke Stand. Gemeente Helder. Burg-erlijke Stand. Gem. Anna Paulowna. Stoom vaart- Berigten Marine-Haven Nieuwediep. Marktberigten. kooplieden of slagers wordt verkocht. Te Meppel wordt, volgens het onderzoek van dr. Tressling, die schandelijke industrie op groote schaal gedreven. Van daar worden dagelijks groote hoeveelheden worst, van zulk vee afkomstig, naar Amsterdam gezonden, vanwaar ze verder naar andere plaatsen, Botterdam, Utrecht enz., worden vervoerd. Om ontdekking te voorkomen, wordt het vleesch gekleurd met keukenzout en salpeter of door wasschingen met karnemelk. Deze zaak zal in de vergadering der geneeskundige inspecteurs ter sprake worden gebragt, om te trachten deze bedriegelijke handelingen bij de wet tegen te gaan. De man die een vork heeft ingeslikt is eindelijk overleden. Hij was uit Parijs naar de woning zijner ouders, landbouwers in Bourgogne, vervoerd. Hevige smarten heeft hij uitgestaan. Bij onderzoek is gebleken dat hij ten gevolge van vergiftiging door koper-oxyde is gestorven. Onder den algemeenen schrik, die vóór eenigen tijd in Londen ten aanzien van hondsdolheid heerschte, heeft een geneesheer de beanstigde gemoederen eenigzins trachten gerust te stellen door de mededeeling, dat niet ieder, die door een dollen houd gebeten wordt, daarom de watervrees krijgt. Slechts 4 h 5 percent worden door die vreeselijke ziekte aangetast. Zoo geeft een geneesheer, Hunter genaamd, op, dat van een twintigtal personen, door een dollen hond gebeten, slechts één door de watervrees werd aangetast, en sir Henry Halford deelt mede, dat van twintig en dertig personen, die door een dollen hond gebeten werden, in een hem bekend geval slechts één van die ziekte het slagtoffer werd. Dat is deels ook daaraan toe te schrijven, dat de beten meestal in de beenen of in andere deelen van het ligchaam worden toegebragt, welke door de kleeding bedekt zijn, waardoor het venijn van de hondstanden wordt weg genomen, vóór dat die het ligchaam indringen. Gevaarlijker is het dus, wanneer men in het gelaat of in de handen gebeten wordt, maar men heeft er toch een voorbeeld van dat van twee personen, die in het aangezigt gebeten werden, slechts één de watervrees kreeg. Een geneesheer in Brighton, die de besmetting van hondsdolheid betwijfelde, nam de smetstof door inoculatie over en kwam er onge deerd af. In een brief aan de Times beklaagt Pierre Napoleon zich bitter over wijlen Lodewijk XVIII, die zijne goede ren zou hebben geconfiskeerd, en vraagt eene vergoe ding van slechts twee millioen francs uit de Fransche schatkist. Hij voegt er bij, dat op hem geene verant woordelijkheid rust voor de rampen, door den laatsten oorlog teweeggebragt, daar hij niet tot de raadgevers des Keizers behoorde, en eindigt met zijn degen ter beschik king van het gouvernement te stellen. Door den graaf van Chambord is dezer dagen weder een nieuw manifest uitgevaardigd. Hij geeft daarin zijn overtuiging te kennen dat de meerderheid van het Fransche volk monarchaal gezind en het met hem eens is. Voorts verklaart hij dat hij volstrekt niet is de personificatie der absolute monarchie. Maar de graaf doet geen enkele bepaalde belofte en zwijgt ditmaal geheel over de vlag. Uit Bissic (Portugeesch Afrika) is berigt ontvangen, dat achttien dorpen geplunderd en in brand gestoken zijn door de wilden, die onder de inboorlingen 300 gevangenen gemaakt en ook dePortugeesche bezittingen aangeval len hebben Een correspondent uit New-York schrijft aan het Deensche „Dagblad" o. a. het volgende: „De New-Yorkers hebben in den laatsten tijd een nieuw stok paardje opgedaan. De groote epidemie, die voor anderhalf jaar onder de paarden heerschte, bragt vele vermogende lieden tot de ontdekking, dat zij waarlijk in staat waren om, even als arme lieden, te voet te gaan en hun dat goed bekwam. Sinds dien tijd is het hoe langer hoe meer mode geworden en zeer fatsoenlijk om een bekwaam voetganger te zijn. Een jong advocaat beweerde vóór eenigen tijd in eene van de fatsoenlijkste clubs der stad, dat hij de beste voetganger was, en bood daartoe eene weddingschap aan van 3000 dollars. De weddingschap werd aangenomen, niet door een jongen lediglooper, maar door een van de meest bekende lieden van zaken der stad, mr. James Gordon Bennett, eigenaar van Amerika's, zoo niet van alle landen, eerste dagblad, de New-York Herald. De weddingschap ving aan onder een vreeselijken plas regen. Er is iets komieks in, zich een man voor te stellen met vorstelijke inkomsten, die, behalve een dagelijksche winst van 1000 dollars van zijn dagblad, nog drie of vier millioen van zijn vader erfde, en die man in zijn hemdsmouwen en blootshoofds, onder zware regenbuijen, op een glibberigen weg bijna 10 Eng. mijlen te zien loopen. De jonge millionair liet zich door een en ander echter niet afschrikken. Met de energie, die hij waarschijnlijk ook van zijn vader erfde, had hij zich onder de leiding van een bekwamen meester in de gymnastiek vooraf geoefend, en ofschoon men bijna 100 tegen 75 durfde verwedden, dat zijn tegenstander den prijs zou erlangen, behaalde hij de overwinning. De afstand bedroeg mijlen, die Bennett in 1 uur 45 j minuten aflegde. Men kan wel zeggen, dat die millionair loopen kon. De heerscbende loopmanie blijkt mede uit eene openbare voor stelling, welke in een der grootste lokalen van de stad door een hardlooper van beroep, de heer M. Weston, op aansporing van een dertigtal van de voornaamste ingezetenen der stad, is aangekondigd. De heer Weston wil een bewijs leveren wat de menschelijke bewe gingswerktuigen vermogen, en is voornemens 115-Eng. mijlen in 24 uren af te leggen en in de 6 daaropvolgende 24 uren 385 mijlen, dus in 6 opvolgende etmalen 500 Eng. mijlen te door- loopeu. De entree voor de toeschouwers is op een halven dollar gesteld, zoodat de heer Weston, onverschillig of hij aan zijne con ditie al of niet voldoet, zich daarmede een aardig vermogen verschaft. Een correspondent der Daily News is tegenwoordig geweest bij de voltrekking van 't huwelijk eens Prinsen uit een Hindoesch Koningsgeslacht, die zich bij die gelegenheid met vier vrouwen te gelijk verbond. De Prins is ontzaggelijk rijk en met buitengewone pracht werd dan ook het viervoudig huwelijk gesloten. De huwe- lijks-plegtigheden voor een rijken Prins zijn volgens Hindoesch gebruik zoo omslagtig, dat twee dagen noodig waren, eer hij met de vierde bruid gehuwd was. De eerste bruid is een 14jarige Prinses, de dochter van een groot opperhoofd. De tweede is een 15jarige Prinses, beroemd wegens haar geest en schoonheid en onnoemelijk rijk. De derde bruid is de tante van een regerenden Vorst en 22 jaren oud. De vierde bruid is nog slechts 11 jaren en de dochter van een schatrijken landeigenaar. De intogt der vier bruiden was buitengewoon prachtig. Eerst een lijfwacht te voet en te paard. Daarna kwamen reusachtige olifanten, geheel omhangen met prachtige gewaden. Hierop volgden talrijke kameelen en ruiters, die sierlijke bewegingen maakten op depaarden. Honder den trommelslagers, fluit- en guitarspelers gingen voor de koninklijke rijtuigen uit. De wagens, waarin de bruiden zaten, waren digt omhangen met gordijnen, want de aangezigten der Prinsessen mo gen door geen enkelen man, behalve haar aller echtgenoot, gezien worden. Danseressen kwamen achter de bruidswagens en lijfwachten sloten den optogt. Aalmoezen werden in grooten overvloed aan de armen uitgereikt en geschenken in zijde en goud aan de rijken. Nadat de huwelijken een voor een gesloten waren, puurden de huwelijksfeesten nog een paar weken. Dag aan dag waren er dur- bars en optogten, en de bruidegom toonde zich overal, gezeten in een wagen, te midden zijner vier digt gesluijerde bruiden. De correspondent werd in de gelegenheid gesteld een klein gedeelte van de „trousseaux" der bruiden te zien. De pracht er van ging alles te boven. De bruiden bragten ieder een bruidschat van 2 millioen ropijen mede. Het uitzet der Prinses van Gondul werd gedeeltelijk door den correspondent gezien. Zij had o. a. 6000 zijden japonnen Er waren groote Indische shawls, zijden onderkleederen, mantels, sluijers, dekens, doeken, japonnen, meestal zeer bewerkelijk en prachtig geborduurd en stijf van echt goud- en zilverdraad. Er was een shawl van Benares met goden van goud en zilver, geborduurd op een paarschen grond van de zachtste zijde. Een andere lag er naast uitgespreid, waarop een menigte kleine gele vogels waren afgebeeld, die in ontelbare bloemen-prieëlen nestelden. Een Katty- war-shawl, van welke er vele waren, kostte meer dan 600 ropijen. Bijzonder schoon was een zilveren sluijer, waarop licht blaauwe bloemen gewerkt waren. Tusschen en op de japonnen was een ontelbare menigte uitgestald. Gouden en zilveren schalen, diamanten, waaijers, armbanden, neus-, oor- en vingerringen, massief gouden ornamenten voor borst, voorhoofd en enkels, halsbanden fonkelend van robijnen, diamanten, smaragden, opalen en paarlen, rozenwater- flesschen van zuiver goud, zilveren kommen, geëmailleerde schenk kannen en emmers, zilveren lampen. Al wat hij zag was nog slechts een achtste van het uitzet van een der vier bruiden, de Prinses van Gondul. Men schrijft uit Metz, dd. 1 Julij, aan de Amst. Crt.: „Daar het niet alleen met mijn reisplan overeen te brengen was, maar ik ook de begeerte had eens met eigen oog te zien hoe de weleer bloeijende Fransche stad Metz er wel uitzag sedert zij Duitsch geworden is, nam ik mijn koers derwaarts. Toen ik door de zeer sterke vestingwerken der stad was binnen gegaan, trok het reeds dadelijk mijne aandacht van zoo weinig menschen op straat te zien en bijkans alleen militairen van Pruissen en Beijeren. Later maakte ik eene groote wandeling door de stad en overal zag ik bijkans om de 2 of 3 huizen een bordje aangeslagen met a vendre of a louer, terwijl ik slechts zeer weinig menschen op mijne wandeling ontmoette, en die ik zag waren voor het meeren- deel werklieden of kleine winkeliers. Menschen van hoogere standen heb ik niet ontmoet. Ik informeerde naar de reden hiervan bij verschillende menschen zoowel Franschen als Duitschers en zij deelden mij allen eenstemmig mede dat alle lieden van vermogen of aanzien Metz hadden verlaten of nog verlieten, eveneens velen van andere standen, zoodat de bevolking van Metz, die vroeger omstreeks 50,000 zielen was, thans niet meer telde dan circa 15,000 en deze bestaan meerendeels uit twijfelachtige personen die van Duitschland en Frankrijk gekomen zijn. Op mijne wandeling buiten om de stad heb ik heele straten thans onbewoond gezien. Villa's met vroeger fraaije tuinen, waren verlaten en in zigtbaar verval. Het groote gebouw van de tabakregie, waarin vroeger 3000 per sonen werkten, stond geheel ledig. Ik heb nooit eene groote stad gezien die een zoo vreemden, ja, zoo akeligen indruk op mij heeft gemaakt. Het is hier op het midden van den dag zoo stil als in Amsterdam des nachts ten 12 ure. De hotels zijn altijd ledig en aan de table d'höte zag ik alleen Duitsche officieren. Een werkman, dien ik op mijne wandeling aansprak, vertelde mij dat hij en zijne kameraden, zoodra zij het werk aan de vesting werken gereed hadden, eveneens voornemens waren van hier naar Frankrijk te vertrekken, omdat zij hier dan toch niets meer konden verdienen. Zoo als men mij verhaalde doet de Duitsche regering veel moeite om aanzienlijke Duitsche familiën hier te krijgen, doch dit schijnt haar niet te gelukken De verstandhouding der Pruissische en Beijersche troepen die hier in garnizoen liggen moet zeer ongunstig zijn; dagelijks vallen er zeer ernstige gevechten voor, waarbij vele gewond, ja zeifs gedood worden. De vele vestingwerken om en in de onmiddelijke nabijheid worden nog meer versterkt of verbeterd, maar bij dat al blijft er van de eens welvarende en zeer bevolkte stad niets over. Dat de bevolking van Lotharingen zich meer en meer verzoenen zou met hare tegenwoordige Duitsche regering, zooals vele Duitsche dagbladen hunnen lezers diets willen maken, moet ik bepaald tegenspreken, en zal zij dit ook wel niet doen omdat zij veel liever naar Frankrijk emigreert." Met 1 Sept. a. s. wordt de luit. ter zee 1ste kl. J. W. Visser als officier-instructeur in de stoomwerktuigkunde geplaatst bij het koninklijk Instituut voor de Marine alhier. Opgave van af Zaturdag middag tot Dingsdag middag. ONDERTROUWD en GETROUWD: Geene. BEVALLEN: J. Verfaille, geb. Schild, (Z.). E. van Nieuwen- hujjse, geb. Verfaille, (Z.). J. Sariemijn, geb. Slot, (D.J. C. Goudswaardt, geb. Duijts, (D.). B. Wijkman, geb. Snoek, (Z.). N. van Schijndel, gpb. Kalis, (Z.). J. Dito, geb. Winter, (Z.). T. D. Daalder, geb. Hoekstra, (D.). J. Kooger, (D.). V. Pekel, geb. Korper, (1).). A. van Neck, geb. Adel, (D.). OVERLEDENM. Faber, 5 jaren. J. A. C. de Visser, 9 maanden. B. L. Adema, 7 maanden. P. van der Roest, 32 jaren. J. Kroos, 3 maanden. Levenloos aangegeven 1. Van 1 tot 30 Junij 1874. ONDERTROUWDD. Kooijman, bijgenaamd D. de Leeuw, arbeider en T. Slikker, wonende te Zijpe. P. de Vries, timmerman en E. Otsen, wonende te Barsingerhorn. GETROUWD: A. Tiel en G. den Das. P. Ruitenberg en T. Schouwvlieger. P. de Vries en E. Otsen. D. Kooijman, bijgenaamd D. de Leeuw en T. Slikker. BEVALLENM. de Groot, geb. Doorn, (Z.). J. Zeeman, (D.). M. Kranenburg, geb. Pranger, (D.). N. Kuiper, geb. Oom, (Z.). S. Ham, geb. Bierhaalder, (D.). A. Smit, geb. de Ruiter, (D.). J. M. Verheul, geb. van den Bos, (D.). N. van Wijngaarden, (D.). J. A. Raap, geb. Buddingh, (Z.). D. Broens, geb. Trons, (D.). T. Zou, geb. Sleutel, (Z.). OVERLEDENG. Zander, 15 weken. A. de Hartog, 51 jaren, IJ. Koning, 5 maanden. T. Leeuwrik, geb. Kort, 26 jaren. S. de Groot, 3 weken. A. Geel, geb. Rietvink, 28 jaren. P. Bakker, 16 weken. J. Wal, 8 weken. Levenloos aangegeven 1. De Madura, van hier naar Batavia, is den 5 dezer van South- hampton vertrokken. Alles wel aan boord. De Holland, van hier naar Batavia, is den 4 dezer te Aden aangekomen en heeft onmiddellijk de reis voortgezet. Alles wel aan boord. De Dahlia, van Batavia naar hier, is den 2 dezer te Suez ge arriveerd. De W. A. Scholten, van Rotterdam naar New-York, is den 3 dezer te Plymouth gearriveerd. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet) Windrigting en Kracht. zwtw. 8k. w. 0.8„ otz. 1.2„ otn. 2„ Barometer mm. Stand. Afw, 766.13 769.11 767.37 766.74 t 5.81 t 8.82 t 7.11 t 6.48 Thermometer C. -P <8 _ÖX) jh Stand. Afw. 16.9 16.4 16.7 17.9 - 2.1 - 2.7 - 0.7 1.3 Toestand van de zee. 0.72 0.75 0.72 0.61 weingolv Vlak. Slechtw. Weêrsgesteldheid: 5 Julij 12 u. Helder, winderig, mooiweer. 6Julijl2u. Helder, ligtbewolkt, mooiweer. 7 Julij 8 u. Ligtbewolkt, helder, mooiweer. 7Julijl2u. Helder, mooiweer. Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart. Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming. 24 Mei. Prins van Oranje. T.J.Aukes. Padang, enz. via Suez. 28 Junij. 6 Julij. Telanak. J. R. Lusink. Batavia. 1 Julij. 6 Julius. K.Wijtsma. Suriname. 2 Julij. 7 Antoinette. S.H.Hoven. Batavia. 5 Julij. Java Packet. C.A.Trappen. Batavia. 5 Julij. FrieslandT. Sipkes. Samarang. 6 Julij. 7 Amazon. A.J.Olssen. New-York. Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart. Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkoms'. 5 Julij. Floke. H. Hamre. Duinkerk Goedkoop. New-York I.ATIKK BEBIGTE1V. Bij bsschikking van den minister van Marine van 3 Julij is aan den opperschipper in het vaste korps dek- en onder officieren J. Weers toegekend de gouden medaille voor 50 jaren eerlijke en trouwe militaire dienst. Zr. Ms. stoomschip Cornelis Dirks, kommandant kapt.—luit. ter zee J. B. A. de Josselin de Jong, is naar wij vernemen voorloopig voor kleine oefeningsreizen bestemd, om in het najaar naar Oost-Indië te vertrekken. Zr. Ms. opnemings-stoomschip Hydrograaf, bestemd naar Batavia, zal den 10 of 11 dezer vertrekken. Op de diamantsvelden was het in het begin van Junij zoo koud, dat een inlander er is doodgevroren. AMSTERDAM, 4 July Tarwe. Op levering onveranderd; Nov. f 325. Rogge. Öp levering Oct. f 205, 206. 6 Julij. Tarwe. Op levering onveranderd; Nov. f 325. Rogge. Prijshoudend; nieuwe Galatz f 254, jarige Galatz f 227, puike jarige Nicolajeff f 220, nieuwe Petersb. f 226, 228, jarige Petersb. f 220, jarige Berdianski f 227. Op levering lager ver kocht; Julij f 207, 208, Oct. f 204, 203, 202, 203, Maart f202. Koolzaad. Onveranderd; per 800 kilogr. Olie in Oct. f 373. Yee. Runderen 1ste kw. f 270 a 310, 2de kw. f 220 a 260, 3de kw. f 170 a 210; Melk- en Kalfkoeijen f 110 a 270; nuch tere Kalveren f 4 a 9Schapen en Lammeren f 4 a 5vette Varkens 46 a 54 c. per kilogr.; Paarden f 80 a 340. ALKMAAR, 6 Julij. Vee. 5 Koeijen f 220 a 280, 327 vette Kalveren f 32 a 95, 10 nuchtere Kalveren f 7 a 14, 67 Schapen f 24 a 32, 199 vette Varkens 36 a 52 c. per kilogram. HOORN, 4 Julij. Granen, enz. 4 heetol. Gerst f8a7,60, 3 hectol. Haver f6,60 a 6, 3 hectol. Graauwe Erwten f 15 a 14, Mosterdzaad f 17,76, 500 hectol. Aardappelen f 4 a 6, alles per hectoliter. Vee. 30 Paarden f 80 a 260, 6 Koeijen f160 a 270, 20 nuchtere Kalveren f 6 a 20, 150 Schapen f 24 a 36, 25 magere Varkens f 12 a 20, 200 Biggen f 2 a 6. Boter. 1550 kop tot f 1,40 a 1,50 per kilogram. Kippen-Eijeren. 6300 stuks tot f 3,40 a 3,50 per 100 stuks. LEIDEN, 3 Julij. Vee. 188 Runderen, 136 Kalveren, 661 Schapen, 253 Lammeren. ROTTERDAM, 6 Julij. Tarwe. Nieuwe Vlaams, en Zeeuws, beste f 12.60 a 13,80, dito Flakk. en Overm. beste f 11,50 a 13,20, dito dito mindere f 10,50 a f 11,25. Rogge. Vlaams, en Zeeuws, f 10,70 a 11,10, Flakk., Overm. en Noordbr. f 10,a 10,80. Boekweit. Noordbr. f 275 a Gerst. Vlaams., Zeeuws., Flakk. en Overm. Winter beste f7,30 a f 8,30, mindere f -,a -,dito dito Zomer beste f 7,20 a f 8,40, mindere f -,a -, Haver. Zeeuws, en Overm. beste f 6,40a7,mindere f 5,40 a 6,30. Koolzaad. Zonder handel. Meekrap. Iets levendiger; de vraagprijzen wat hooger. Prijscourant. 1873: Prima fijne Krap f 27,a 29,goede dito f 25,50 a 26,50, ordinaire dito f 23,50 a 25,kleine dito f 19,a 20,prima Onberoofde f 18,a 18,60, goede dito f 17,a 17,50, ordinaire dito f 15,60 a 16,50, kleine dito f 14, a f 16,—, gemeene dito f 11,a 13,verstampte Onberoofde f a dito Muilen f -,a-,3jarige Racijn f 14,50 a f 14,75, Muilen f 4,— a 6,—. Garancine per 100 kilo f 110 a 130. SCHIEDAM, 6 Julij. Jenever f20,50, Amst. proef f21,75, Moutwijn f 15,perN.vat. STAD EN AMBT VOLLENHOVEN, 3 Julij. Hooi. Uiterdijksch f 24 a 36 per 1000 kilogram. LEEUWARDEN, 3 Julij. Boter. 1ste kwal. f 52,50 a 54,2de kwal. f 47, GRONINGEN, 3 Julij. Koolzaad. Nieuw Ommelander f 10,60 a 11,20, Oldamsch f 10,50 a 11,beiden per hectoliter.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 2