Benoeming-en, enz. Frankrijk. Engeland. Dnitschlaiid. volgde. Na de Weesperzijde, Kerkstraat en Plantaadje doorgereden te hebben, kwam men aan de Ooster-be- graafplaats. Onderweg had zich nog een vijfde lijkwagen aangesloten, waarin zich een drenkeling bevond, die jl. i Donderdag bij de Kalkmarkt was opgehaald, alzoo kwamen achtereenvolgens vijf lijken van drenkelingen op hetzelfde oogenblik aan hun laatste rustplaats. Nadat de lijken achter elkander naar het graf waren gedragen, werden door twee jeugdige personen toespraken gehouden. De berigtgever is niet in staat hier iets van mede te deelen, daar de politie aan ieder den toegang tot het kerkhof verbood. De vijfde persoon (de broeder der bruid), die mede zoo noodlottig omkwam, werd den volgenden dag op de R. C. begraafplaats j „de Liefde" ter aarde besteld. (Amst. Crt. Het Weekblad van Haarlemmermeer bevat een artikel van dr. Staring over de longziekte. De schrijver beveelt de inenting aan als een zeker middel tot bestrijding. Longziekte ontstaat door besmetting. Door inenting kan men zijn vee vrijwaren, maar dan moet dit geschieden, als het vee nog gezond is. Hoogst zeldzaam gebeurt het, dat de inenting niet werkt, maar zulke uitzonderingen, dat het dier onvatbaar is voor het tegengift, doen zich ook bij andere ziekten, b. v. de kinderpokken, voor. Gedu rende 40 jaren zijn in ons land 234,000 runderen, eene waarde vertegenwoordigende van minstens 28 millioeti gulden, verloren gegaan. Hoewel in de verschillende deelen des lands de ziekte heeft geheerscht, hebben toch de vier provinciën Friesland, Utrecht en de beide Hollanden, waar de ziekte ook nu nog heerscht, het meest geleden. In het genoemde tijdperk zijn in deze provinciën 217,000 stuks bezweken. Bij deze opgave, zegt de schrijver, moet men in aanmerking nemen, dat een aantal gevallen ver zwegen zijn, zoodat het juiste cijfer der geleden verliezen, niet is op te geven. Jl, Zaturdag nam te Haarlem het aangekondigde tweedaags muziekfeest een aanvang. De stad had door het uitsteken der vlaggen, dat vrij algemeen is, een regt feestelijk aanzien. Omstreeks 10 uur des morgens werden de zangers der deelnemende lieder tafels, als van „Amphion'- van Rotterdam, „Amstels Mannenkoor" van Amsterdam, „Cecilia" van 's Hage en „Euterpe" van Amsterdam, door de feestgevende lieder tafel „Zang en Vriendschap" aan het station opgewacht en begaven zij zich in optogt met banieren en opgeluisterd door de muziek van het 3de regiment huzaren, van daar naar het feestlokaal in de sociëteit „Vereeniging." Nadat hun aldaar een welkomsgroet, gecomponeerd door den feestdirecteur W. H. C. Schmölling, was toegezongen, hield de beschermheer, mr. E. A. Jordens, burgemeester van Haarlem, eene toespraak en heette de zangers hartelijk welkom. Daarop werd de eerewijn uitgereikt en had de algemeene repetitie plaats. Na afloop daarvan begaven zich vele zangers naar het orgelconcert in de Groote Kerk of naar de matinée op den Hertenkamp in den Hout. Des avonds had de uitvoering plaats der ensemble-stukken. Eerstdaags, zoo meldt men o. a. uit 's Hage aan de Arnh. Crt., zal een der „geachte sprekers uit Delft," een lid der Tweede Kamer, oud-burgemeester en oud-bewaarder van den koninklijken grafkelder, voor den Hoogen Raad geroepen worden om zich te verantwoorden wegens het misdrijf wegens verzet tegen de politie. Dit delict staat, dunkt mij, in een onafscheidelijk verband met de ministeriële crisis. Verbeeld u dat de waardige afgevaardigde zich, bij gelegenheid van een harddraverij, op de baan had geplaatst, en zich, ondanks de vermaningen der politie, daar niet van heeft willen verwijderen. (Zóó is mij de zaak althans mede gedeeld). Maar kon het anders? Zoodra er eene ministeriële crisis intreedt, is er harddraverij, en wie wel het aller meeste regt hebben om mede te draven om de prijzen, zeven mooije portefeuilles met geborduurde rokken, hoog tractement en pensioen en misschien wel vrije woning voor één van de zeven zijn de leden van de Tweede Kamer. Het eenige verwijt dat men den 'adspirant-minister van Finantiën kan maken is, dat hij in eene topografische ver warring verkeerde, en de baan langs het Malieveld aanzag voor de politieke draafbaan op het Binnenhof. Maar daar die laatste baan op het oogenblik gesloten was, kan men hem hierover zoo hard niet vallen. De geestelijke nood in de Herv. kerk is te Harlingen zoo hoog gestegen, dat dezer dagen een kerkelijk testa- monium, bij gemis van alle vier de aldaar benoodigde predikanten, door den consulent moest geteekend worden de nog overgebleven leeraar was namelijk met vacantie en de drie vacatures waren nog onvervuld. Spoedig komt daarin verandering: ds. Voorhoeve, uit Amersfoort, die voor twee-en-twintig jaar daar stond, hield jl. Zondag zijn intrêerede. Door de aanneming van een beroep door ds. v. d. Flier zal de kerkeraad grootendeels uit het zweet komen, want nu er twee schapen en herders over den dam zijn, zal een derde insgelijks ook wel willen, en dan is de geestelijke zorg van de gereformeerde kudde weer in orde. Te Oosterwolde heeft iemand binnen den tijd van 24 uur 3 kinderen door den dood verloren, naar de Asser Crt. verneemt, vermoedelijk ten gevolge van het eten van onrijpe vruchten. Men schrijft uit Meppel, dd. 18 dezer: „In de omliggende gemeenten Vledder, Ruinerwold en de Wijk hebben zich thans uit Noordholland overgekomen landbouwers gevestigd, met het doel, om zoetemelksche kaas te bereiden. Deze kaas wordt thans in den handel gebragt en weegt 4 pond ad 30 ct. per pond, zijnde kilo. Algemeen wordt dit product geroemd." Naar men verneemt, valt de hier en daar aangevangen rogge-oogst in de noordelijke provinciën alom meêde korrel is digt en gevuld, de kwantiteit over het geheel naar wensch, terwijl ook de kwaliteit niet afvalt. De boek weit komt heerlijk in bloei; gerst en haver, aardappelen en de overige veldvruchten, hoewel naar regen verlangende, staan goed. De weiden echter worden, vooral op hooge, streken, dor en schraal; op sommige plaatsen moeten de veehouders reeds koeken toevoeren om de runderen van het noodige te voorzien. De melkerij laat, als gevolg hier van, veel te wenschen overde boter-opbrengst is ruim een derde minder dan anders om dazen tijd van het jaar. Berigten uit Batavia, dd. 6 Junij, luiden o. a.: „Den 5 dezer is de Baron Sloet van de Beele van hier naar Atsjin vertrokken met ongeveer 360 man troepen en een aantal inlandsche vrouwen." „Volgens den Java-Bode is het getrokken geschut, het welk uit Atsjin naar Batavia was overgezonden, van daar naar Atsjin teruggevoerd." „Gisteren zijn de officieren en minderen aan boord van Zr. Ms. oorlogschepen Zeeland en Soerabaija door de com missie namens de ingezetenen onthaald." „Men verneemt dat door de commissie voor de in Atsjin achtergebleven troepen onder anderen coulissis, voorhang en andere benoodigdheden voor een volledig tooneel zijn aangekocht; zij laat zich bij de keus voor het aanschaffen van verschillende zaken voorlichten door een der verdien stelijkste van Atsjin teruggekeerde kapiteins." „Gisteren heeft de raad van onderzoek, uitspraak doende in de zaak van kapt. van Daalen, dien officier in zoover vrijgesproken, dat met vier tegen drie stemmen ontkennend geantwoord is op de vraag, of bij al dan niet uit de gele deren behoorde verwijderd te worden." Volgens de Schweizer, werkt de in 1866 te Cham (Zwitserland) opgerigte fabriek van gecondenseerde melk bijzonder gunstig. Zij heeft voor dit jaar de melk van meer dan 1000 koeijen gekocht en zal waarschijnlijk 7 millioen bussen gecondenseerde melk afleveren. In welk een bloei de fabriek zich mag verheugen, kan hieruit opgemaakt worden, dat de waarde der aandeelen, groot 500 francs, thans tot 1065 francs gestegen is. Tot reetor-magnificus aan de hoogeschool te Groningen, voor het academiejaar 1874-75, is benoemd de hoogleeraar mr. W. Modderman. Tot plaatsvervangend kantonregter te Medemblik is met ingang van 30 Sept. a. s. herbenoemd de heer D. M. Alewijn. Tot leerling-apotheker is bevorderd mejufvr. J. Roldanus, van Enkhuizen. Met ingang van 1 Aug. a. s. wordt bevorderd: tot off-mach. lste kl. de off.-mach. 2de kl. B. J. Karpesteyn; en benoemd tot off.-mach. 2de kl. de mach. lste kl. in het vaste korps A. Hardes. De dirig. off. van gez. bij de Marine H. J. van Wessem en de off. van gez. 2de kl. J. Keyser, beiden laatst behoord hebbende tot het escader in Oost-Indië en vandaar, wegens langdurig ver blijf, respectivelijk den 12 en 13 dezer in Nederland teruggekomen, zijn met die tijdstippen op non-activiteit gesteld. Met ingang van 1 Oct. a. s. wordt, bij eene aankondiging van den minister van Binnen! Zaken, voorkomende in de Staatscourant van den 19/20 Julij, aan vijf personen gelegenheid aangeboden, tegen genot eener jaarlijksche toelage van f 1000, zich de noodige bekwaamheden eigen te maken voor de betrekking van leeraar in de landbouwkunde voor middelbaar onderwijs. Buitenland. De bij de strafdivisie te Vilvoorden voorgevallen muiterij heeft in België het aandenken verlevendigd aan den brand, die in 1827, onder het Nederlandsche gouvernement, in de gevangenis te Vilvoorden is uitgebroken en die door twee gevangenen gesticht was, welke in het begin van 1828 op de markt te Vilvoorden zijn ter dood gebragt. Een der gevangenen, die zich bij het blusschen van den brand en het redden zijner medegevangenen bijzonder loffelijk gekweten had, zekere Lafosse, die wegens het plegen van een moord veroordeeld was geworden, erlangde ter belooning zijner hulp een belangrijke vermindering van straf. In plaats echter dat die gunst den ongelukkige voordeel aanbragt, stortte zij hem in nog dieper verderf. Tien jaar later (Augustus 1838) werd hij op de markt te Brussel geguillotineerd wegens het berooven en vermoorden eener in de hoofdstad woonachtige weduwe. Op het internationaal congres betreffende de oorlogs- regelen, 't welk deze maand te Brussel vergadert, wordt Nederland vertegenwoordigd door den generaal-majoor P. G. J. van der Schriek, kommandant van de lste divisie infanterie te Amsterdam. De Fratische ex-Keizerin bezit te Parijs meer dan 40 huizen. Het spreekt van zelf, dat die huizen niet op haar naam zijn ingeschreven. Haar geheele vermogen wordt op omstreeks 50 millioen geschat. Het was een indrukwekkende plegtigheid, de ter- aarde-bestelling van de lijken der 11 slagtoffers, omgekomen bij den brand te Aurillac. De geheele stad was in rouw gehuld, magazijnen en winkels waren gesloten, en een onafzienbare menigte woonde in diep stilzwijgen de lijkmis bij, waarvan de geestelijkheid de kosten geheel voor haar rekening had genomen. Het stedelijk bestuur heeft een inschrijving geopend om te voorzien in de eerste behoeften van de gezinnen, die door den brand alles hebben verloren. De nieuwe LanUrnt van Rochefort, zegt 1'Univers, ziet thans te Londen, onder den titel van Rochefort Chronique", het licht. Het eerste nummer van dit vuil aardige schotschrift is ons heden ochtend geworden, ver scholen tusschen de vouwen van een tamelijk onschuldig orgaan, the Foresters Journal. De schrijver van dit berigt zegt zich te beijveren, dit feit ter kennis te brengen van de beambten, belast met de zorg voor de reinhouding der stad Parijs." Jl. Donderdag is de Prins van Wales, bij een gehouden revue te Aldershott, een ligt ongeluk overkomen. Toen de cavalcade, aan welks hoofd hij zich bevond, snel de valei inreed, kwam een kavallerist, die voorbij galoppeerde, met groote kracht tegen 's Prinsen paard aanrijden, waardoor het met zijn berijder ter aarde stortte. Maar Z. K. H. stond ontniddelijk op, gelukkig zonder ander letsel dan het verlies eener spoor; en voor dat iemand, behalve zijne naaste om geving, iets van het ongeluk wist, was Z. K. H. weder opgestegen en reed hij in handgalop naast den Duitschen Kroonprins, alsof er niets gebeurd was. Te Londen wordt de kruistogt tegen de vervalschende melkboeren nog steeds met kracht voortgezet. Jl. Vrijdag o. a. werd een dezer bedriegers, die zich reeds meermalen aan vervalsching had schuldig gemaakt, tot eene boete van zes p. st. [veroordeeld. Voorts gelastte de regter dat dit vonnis, op kosten van den vervalscher, als advertentie in de dagbladen moet worden geplaatst. Zooveel bloemen, ruikers, kransen en mandjes met bloemen als bij de benefiet-voorstelling van Adeline Patti, waren nog nooit in den schouwburg te Londen geweest, schrijft de Pall Mali Gazette. Als de beroemde zangeres elk jaar eene benefiet-voorstelling gaf, zou men bepaalde maatregelen moeten nemen om in de geestdrift van het publiek eenige orde te brengen, en er ten aanzien van het werpen met bouquetten soortgelijke bepalingen moeten gemaakt worden als nu te Brussel ten opzigte van militaire operaties zullen worden ontworpen. Huldeblijken en bloemen van meer dan vijftig ponden zouden moeten worden geweerd, en aan het publiek moest bepaald worden verboden het hoofd der actrice, die men vieren wil, tot mikpunt voor zijne werptuigen te nemen, maar zes duim ter zijde te blijven, is men voornemens van eene aanzienlijke hoogte zware kroonen op het tooneel te werpen, dan moest men eenige oogenblikken vooruit de prima donna waarschuwen, zoodat zij zich in veiligheid kon stellen. Vreedzame per sonen uit de stalles, die geen deel aan de feitelijke hulde nemen, zouden kunnen worden belast met het overreiken der ruikers uit de loges aan den directeur van het orchest. Als de actrice getroffen wordt, moet het haar vrijstaan terug te gooijen. Sommige loges waren in arsenalen van bloemen herschapen en de tuin in het derde bedrijf van de Faust, werd er letterlijk onder bedolven. Tallooze malen werd zij terug geroepen en telkens op nieuw regende het bloemen. Ondanks de aandoening, die dit bij haar te weeg mogt brengen, zong zij nooit zoo goed als dien avond van den 15 Julij. De eigenaren der steenkolenmijnen in de graafschappen Fife en Clackmannan hebben het voornemen te kennen gegeven om de loonen, na verloop van veertien dagen, met 15 pCt. te verlagen. De Germania, het hoofdorgaan der Noordduitsche ultramontanen, weet het een en ander omtrent Kullmann, den pleger van den moordaanslag, te verhalen. Na eerst vermeld te hebben, hetgeen reeds van elders hekend was, dat Kuilman als leerjongen zich slecht gedragen heeft, vervolgt de berigtgever van dit blad„Het komt er echter voornamelijk op aan, te weten, hoe het godsdienstig leven van Kuilman later is geweest; hoe hij zich als katholiek gedragen heeft. Dat moet men toch eerst weten voordat men van katholiek fanatisme spreken kan. Ik heb dezen Kullmann niet weder in onze kerk gezien (de schrijver woont in Kullmanns geboorteplaats) sedert hij uit de school ont slagen is, ook niet op Paschen. Zijn biechtvader, die hem vroeger godsdienstonderwijs gegeven heeft, is lang dood, onze tegenwoordige pastoor kent hem in het geheel niet. Of hij lid eener katholieke Jongelings-Vereeniging is, weet ik niet, maar dat schijnt het geval niet te zijn. Is hij het, dan ben ik overtuigd en alle katholieken hier zullen met mij in die overtuiging deelen, dat Kullmann om elke andere reden dan ter wille van de godsdienst lid van zoodanige vereeniging geworden is. Om nog eens op zijne opvoeding en zijne ouders terug te komen, moet ik doen opmerken, dat zijn vader, die handel drijft, eene bijzondere voorliefde voor sterken drank koestert en zijne moeder zich sedert een jaar in een krankzinnigengesticht bevindt. Beiden staan in het katholieke doopregister, meer niet. Het zou nog kunnen zijn, dat Kuilman om zijn werk de kerk niet had kunnen bezoeken, maar zijn baas heeft mij nog dezer dagen verteld, dat Kullmann door niets te bewegen was, zelfs niet op de hoogste feestdagen, om de godsdienstoefe ningen bij te wonen. Vloeken en schimpen is het eenige antwoord op daartoe strekkende vermaningen geweest. Daarentegen hield hij er reeds als leerjongen van om zich in het pistoolschieten te oefenen. Daarentegen moet Kullmann zelf aan zijne bewakers verhaald hebben, dat hij reeds Zondag den 12 dezer gele genheid had gehad om zijnen aanslag te volvoeren, maar dat hij te goed katholiek was om de daad op een rustdag te plegen en daarom tot den volgenden dag gewacht heeft. Hij toont niet het minste berouw en heeft alleen spijt, dat hij niet beter gemikt heeft. Hij dacht, dat Prins Bismarck een malienkolder draagt en heeft daarom op het hoofd aangelegd. Niemand stond met hem in regtstreeksche verbinding, maar zeker zouden nog velen na hem eene poging wagen en hij twijfelde er niet aan, of van die hon derden kogels zou eindelijk één treffen. Reeds 's avonds na den aanslag op Bismarck is een dankstond in de protestantsche kerk gehouden. Eene dame, die deze godsdienstoefening heeft bijgewoond, schrijft dat het wegens den al te grooten toeloop voor zeer velen onmo gelijk was in het kerkgebouw te komen. Er waren ook vele Catholieken, Israëlieten en o. a. de Turksche gezant bij het Russische hof. Tegenover de berigtgeefster zat Prinses Bismarck met hare dochter en haar oudsten zoon, alle drie blijkbaar hoogst aangedaan. Den volgenden morgen werd in de catholieke kerk een hoogmis gecelebreerd. Ook daar was de toeloop te groot voor de binnenruimte van het gebouw. Had de protestantsche prediker 's avonds te voren door zijne krachtige taal een diepen indruk gemaakt, op niet minder treffende wijze sprak thans de catholieke geestelijke, pastoor Dietz. Dien avond is ook in de joodsche synagoge eene buitengewone godsdienstoefening gehouden. Kullmann is jl. Donderdag middag per spoortrein naar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 2