Spanje.
INGEZONDEN.
Gemeenteraad van Texel.
Stoomvaart- Berig-ten.
Ingezonden mededèelingen.
Burgerlijke Stand. Gemeente Helder.
Marine-Haven Nieuwediep.
Schweinfurt overgebragt. Een ooggetuige verhaalt, dat het
publiek in en nabij het Kissinger station den gevangene
verbaasd aanstaarde, daar iedereen zich een geheel ander
persoon had voorgesteld. Zoowel de dames als de boeren
en werklieden verklaarden, dat zij in zulk een onbeduidende
figuur, op het eerste gezigt een doodeenvoudig werkmannetje,
nooit een moordenaar zouden hebben gezocht. Er was bij hem
niets te bespeuren van dien schaamteloozen blik, dien men
bij menig misdadiger kan opmerkenhij keek bedaard en
stil voor zich neder. Maar op ieder die hem eenigen tijd
van nabij kon gadeslaan, maakte hij toch door het ruwe
en onaangename in zijne gelaatstrekken een ongunstigen
indruk. Eenige heeren schenen dit insgelijks op te merken
en lieten zich uitdrukkingen ontvallen alsof zij hem te lijf
wilden, maar waren toch verstandig genoeg om geen onnut
spectakel te maken. TJit vrees dat hij zich van kant mogt
willen maken, wordt hij dag en nacht streng bewaakt.
Dien dag is zijn photographisch portret gemaakt.
Het te Schweinfurt verschijnende Tageblatt meldt, dat
de van Kissingen naar de gevangenis aldaar overgebragte
pastoor Hauthaler jl. Vrijdag reeds, als volstrekt geen
aandeel gehad hebbende aan den aanslag op het leven van
Prins Bismarck, op vrije voeten is gesteld.
Dezer dagen heeft een verhaal de ronde door ver
scheidene dagbladen gedaan, waarin gemeld werd, hoe
eindelijk de Fransche driekleur van de spits der Domkerk
te Metz verdwenen is. Honderd thalers waren er voor dit
gevaarlijk werk uitgeloofd en eindelijk had een Branden
burger pionnier die som durven verdienen en de Duitsche
vlag op den toren geplant, enz. Volgens een berigtgever
van de Kölnische Zeitung, is de zaak deze: Niet een vlag,
maar een windwijzer, in den vorm van een vlaggetje, stond
op den toren. Deze windwijzer had indertijd de Fransche
kleuren gedragen, maar daar zij lang verbleekt waren en
het vlaggetje goed den wind aanwees, hinderde het niemand.
Thans echter wordt de kerk op kosten der rijks-regering
gerestaureerd, en daar men van meening is, dat de toren
spits van een gothisch gebouw niet in een vierkant stuk
ijzer, maar in eene kruisbloem moet uitloopen, heeft men
door een der gewone werklieden den windwijzer laten
afnemen. Alleen de Fransche dagbladpers had tot dusver
op dien windwijzer gewezen als op een teeken, dat Metz
nog eenmaal weder tot Frankrijk zou behooren. Dat men
in Frankrijk zich vrolijk maakte over Duitschland, 't welk naar
men meende te vergeefs zocht naar een man, moedig
genoeg, om de „Fransche driekleur" te verwijderen, had
voor de Duitsche overheid alleen dit lastige gevolg, dat zij
nu en dan aanbiedingen uit het buitenland ontving van
lieden, die beweerden den daarvoor noodig geoordeelden
moed te bezitten.
Een lijkstoet, zooals men er weinig ziet, trok den
12 dezer door het dorp Lahr in het groothertogdom Baden.
De echtelingen K. leefden sedert vijf en veertig jaar
op den besten voet met elkander. De vrouw was geloovig
roomsch-catholiek, de man ijverig protestant. Gelukkig
stoorde de godsdienst-kwestie nooit den huiselijken vrede.
De vrouw stierf den 10 dezer plotseling; de man boog
zich over het lijk om haar een afscheidskus te gevenhij
stond niet meer op; ook hij was dood. De pastoor en de
dominé gingen naast elkander aan het hoofd van den stoet,
en de geheele familie bewees door hare tegenwoordigheid,
hoe ingenomen zij was met dit blijk van wederkeerige
verdraagzaamheid.
De toestand verbetert niet. Het geheele land is in staat
van beleg verklaard, en met de meeste inspanning wordt
een nieuwe krijgsraagt verzameld om de Carlisten te ver
slaan. De Imparcial doet opmerken dat de burgeroorlog,
welke het ongelukkige Spanje thans teistert, niet is een
strijd van dynastieke belangen, maar wel een gevecht van
het Europesche ultramontanismus tegen de hedendaagsche
beschaving. Ook genoemd blad verklaart de innige over
tuiging te hebben, dat de Fransche regering geenerlei
maatregel neemt om op haar grondgebied de Carlistische
kuiperijen tegen te gaan, en dat uit de laatst ontvangen
mededeeling ten duidelijkste gebleken is dat op de Fransche
grenzen de royalisten volkomene vrijheid van handelen
hebben.
Hoewel ge al reeds in een uwer vorige nummers met een enkel
woord hebt melding gemaakt van onderstaande, zoo geef ik u in
overweging in het belang der goede zaak dit meer uitgebreid verslag
een plaatsje te verleenen:
De 3de algemeene vergadering van de Nederl. Vereeniging tot
bevordering der koepokinenting werd den 14 Julij jl. te Amsterdam
gehouden. In de beide vorige jaren had zulks plaats te Utrecht
en te Botterdam. Voor 1875 is Groningen aangewezen. Leden van
het hoofdbestuur, afgevaardigden der afdeelingen, (waaronder die
der afdeeling Helder) en leden van de afdeeling Amsterdam, beraad
slaagden over onderwerpen die de zaak der algemeene vaccinatie
en revaccinatie betreffen. Het bleek niet alleen uit de openings
toespraak van den president, G. Mees KAz., doch vooral uit de
discussiën, dat de taak, die de Vereeniging zich in het belang van
het algemeen welzijn, gesteld heeft, een zeer moeijefijke is, omdat
in het land der vrijheid, dwang zooveel mogelijk vermeden moet
worden. Niettegenstaande het ontbreken van pokken-epidemiën,
bleek uit het verslag van den secretaris, dr. Vroesom de Haan,
dat de belangstelling in de Vereeniging grooter wordt, en dat door
vele afdeelingen reeds veel tot stand gebragt was.
Onder de middelen, die de Vereeniging zal bezigen om de
universche vaccinatie en revaccinatie te bevorderen, behoort het
vervaardigen en verspreiden van populaire geschriften, zooals er
weldra een het licht zal zien. Onder de verschillende onderwerpen
die behandeld werden, behoorde de vraag, ofhet aanstellen van vaste vac-
ciuateurs wenschelijk is. Eene commissie, die ten vorigen jare benoemd
was, om in dezen de vergadering voor te lichten, toonde aan dat zonder
hij de wet verpligte vaccinatie, de aanstelling van vaste vaccinateurs
op groote bezwaren zal stooten. Mede belangrijk was de bespreking
van de vraag, of de oprigting van meerdere pares vaccinagènes
noodzakelijk was waaromtrent de gevoelens nog al uiteenliepen.
Ten slotte vereenigde men zich in den wensch van den president,
dat de belangstelling in de Vereeniging meer en meer algemeen
mogt worden, als het eenig afdoende middel om het doel te bereiken.
Vergadering van Dingsdag 14 Julij 1874.
Afwezig de heeren S. Keijser, W. Hillenius, P. Langeveld en
Jb. Vlaming; de twee eerstgenoemde met kennisgeving.
Na de opening der vergadering worden de notulen gelezen en onver
anderd goedgekeurd.
1. De Voorzitter brengt ter tafel ingekomen Provinciale bladen.
Aangenomen voor kennisgeving.
2. De Aroorzitter berigt aan den Baad dat door het Dagelijksch
Bestuur met heeren regenten van het Algemeen Weeshuis is onder
handeld over het terrein tot daarstelling van een post en telegraaf
kantoor, zoodat genoemd terrein tegen eene jaarlijksche erfpacht van
f 35 kan worden verkregen.
Wordt na eenige discussiën besloten het terrein voorloopig aan
te nemen en de noodige stukken te doen gereed maken.
3. De Voorzitter berigt, dat naar aanleiding van een vroeger
besluit der vergadering, de opname voor de vergrooting der school,
te Eijerland, Zuidzijde, heeft plaats gehad. Hij legt de opgemaakte
stukken, schets en teekeniug, over en stelt voor het Dagelijksch
Bestuur te magtigen, de noodige stukken in gereedheid te doen
maken. Daartoe wordt besloten, onder opmerking dat de ver
grooting met het oog op mogelijke vermeerdering van bevolking
vooral ruim genoeg zal geschieden.
4. Worden ter tafel gebragt, de missives van de plaatselijke
schoolcommissie, waarvan de behandeling tot deze vergadering was
uitgesteld, en welke stukken ter lezing bij de heeren leden hebben
gecirculeerd.
De Voorzitter berigt den raad dat het Dagelijksch Bestuur geene
zwarigheid heeft gemaakt, om art. 2 der huishoudelijke verordening
te wijzigen, en met den hoofdonderwijzer Troll, zoolang niet in de
bepaalde behoefte van het onderwijs is voorzien, de uren voor het
schoolgaan der kinderen te regelen.
De Voorzitter doet vervolgens, namens het Dagelijksch Bestuur,
het voorstel, om zoo lang de onderwijskracht niet op voldoende
wijze geregeld is, de toelating van kinderen beneden de zes jaar op
de scholen voor lager onderwijs te doen ophouden, zonder dat
echter die kinderen, thans reeds ter school gaande, zullen worden
weggezonden. Dit voorstel in stemming gebragt, wordt aangenomen.
Omtrent de wijziging van art. 8 stelt de Voorzitter voor dit
punt aan te houden, aangezien de huishoudelijke instructie voor de
ouderwijzers moet herzien worden, en men alsdan dat punt bepaald
wenscht vast te stellen.
Wat aangaat de oproeping van hulponderwijzers en onderwij
zeressen, zoo kan het Dagelijksch Bestuur zich niet met het advies
der plaatselijke schoolcommissie vereenigen, en berigt tevens dat
zich twee sollicitanten hebben aangemeld voor de vacante betrek
kingen van hulponderwijzers.
Dat wat betreft het eerste punt der missive van den heer school
opziener, het benoemen van een tweede hulponderwijzer aan den
Burg, meent het Dagelijksch Bestuur wegens de groote kosten die
het lager onderwijs vereischt, aan den raad daaromtrent nog geen
voorstel te moeten doen.
De heer Westenberg merkt aan, dat op het oogenblik aan de
wet op het lager onderwijs wordt voldaan, daar de hoofdonderwijzer
Troll thans een hulponderwijzer en een kweekeling heeft.
De Voorzitter merkt aan dat de hulp die de bedoelde kweekeling
bewijst, ongelukkig zeer onvoldoende is.
De heer K. Bakker wenscht voor te stellen eene oproeping te
doen van kweekelingen, terwijl verschillende leden meer geld daarvoor
beschikbaar wenschen te stellen.
De Voorzitter vraagt of men het Dagelijksch Bestuur alsdan
zoude willen magtigen, om daarvoor f 100 uit te loven. Waartoe
wordt besloten.
De heer Mentz zou het wenschelijk achten dat men in de courant
eene oproeping deed voor kweekelingeu tegen f 250 's jaars.
De heer Dros veronderstelt dat bij den raad de financiën boven
het onderwijs gaan. Hij acht dit niet goed, en wenschte dat in
het noodige personeel werd voorzien en alles in orde gebragt.
De Voorzitter beantwoordt het gesprokene door de heeren K.
Bakker en Dros en wijst op de financiëele bezwaren.
De heer K. Bakker wenscht voor te stellen, het Dagelijksch
Bestuur te magtigen, om zoo noodig f 25 of f 50 meer uit te
loven voor een hulponderwijzer te Oude Schild en te den Burg.
Waartoe wordt besloten.
De vergadering wordt voor eenigen tijd geschorst.
Na de heropening der vergadering brengt de Voorzitter ter tafel
5. De missive van den heer schoolopziener en den hoofdonderwijzer
J. K. G. Muller, betreffende de oprigting van eene opleidings
klasse voor kweekelingen.
Nadat hieromtrent eenige discussiën hebben plaats gehad, wordt
het Dagelijksch Bestuur gemagtigd, met den hoofdonderwijzer daar
over te raadplegen en in eene volgende vergadering verslag uit te
brengen.
6. Wordt ter tafel gebragt een concept gewijzigde instructie der
huishoudelijke verordening voor de hoofdonderwijzers aan de openbare
lagere scholen alhier.
De Voorzitter stelt namens B. en W. voor om eene commissie
te benoemen tot het in orde brengen daarvan. Hiertoe besloten,
worden de heeren Mentz, Zijm, Beij en K. Bakker uitgenoodigd
om met het Dagelijksch Bestuur deze zaak te regelen. Genoemde
heeren verklaren allen zich daartoe hereid.
7. De Voorzitter brengt ter tafel, de missive van den heer med.
doctor J. Ensing, waarvan de behandeling tot deze vergadering
was verdaagd.
Nadat hieromtrent vele discussiën hebben plaats gehad, wordt aan
het Dagelijksch Bestuur opgedragen den heer Ensing te kennen te
geven dat de raad niet kan besluiten tot wijziging der nieuwe
instructie; ZEd. mede te deelen dat de benoemiug van den heer
Stiggelbout geschied is tijdelijk in de plaats van eene vroedvrouw
te de Koog en dat de bepalingen, betreffende de verloskundige
dienst, dus duidelijk genoeg zijn en geene aanleiding tot moeije-
lijkheden of misverstand kunnen geven; en eindelijk ZEd. uit
te noodigen zich definitief te verklaren omtrent de nieuwe instructie
zooals die aan ZEd. is toegezonden.
Niemand verder iets hebbende voor te stellen wordt de vergadering
gesloten.
Met goed gevolg is de mailboot Voorwaarts van de Maatschappij
Nederland te Glasgow te water gelaten.
De Madura, kapt. B. Ordeman, is den 18 dezer te Port-Saïd
gearriveerd, en zou onmiddelijk de reis van hier naar Batavia voort
zetten. Alles wel aan boord.
De Celebes, kapt. C. H. Bakker, zou den 21 dezer van Batavia
naar hier vertrekken. Alles wel aan boord.
De Borneo, kapt. C. Jaski, is den 15 dezer te Padang gearriveerd.
Aan boord alles wel.
De Dahlia, van Batavia naar hier, was Julij hij Gibraltar.
De W. A. Scholten, kapt. J. Hus, is den 18 dezer te New-Tork
aangekomen.
(Plaatsruimte betaald).
BEUK DEK DIEBEN.
Een fabrikant te Antwerpen, bezoek ontvangende van een goeden
cliënt met zijn familie, stelde voor, hem naar de diergaarde te ver
gezellen, een aanbod hetwelk met genoegen aangenomen werd. Zij
kwamen aan de hokken der groote dieren, zooals der rhinocerossen,
olifanten, giraffen, leeuwen etc., de dieren welke zeer bedaard
waren, begonnen na eenige oogenblikken te brullen, naderden de
ijzeren staven voor hunne hokken, toonden een genoegen, een
tevredenheid, hetwelk de wachters opmerkten doch zich niet konden
verklaren. Een der dames haalde haar zakdoek te voorschijn, en
de rhinoceros deed een verschrikkelijk geschreeuw hooren en wierp
zich met geweld op de ijzeren staven als otn ze te verbreken. De
leeuwen huilden bovenmate, de tanden toonende. De olifant
deinsde tot achter in zijn hok terug met zijn snuit zwaaijende. De
giraffe liep weg, kreten slakende. Het was een algemeen alarm,
iedereen schrok, allen snelden weg daar men aan een opstand
van wilde beesten dacht,. Daar kreeg de fabrikant een denkbeeld,
hij opende de twee grootste deuren en liet er versche lucht inkomen
en verzocht de dame haar zakdoek in den zak te steken. Gij hebt
muskus bij u, zeide hij eu daar de muskus van een gehaat dier
komt, wekt de reuk er van telkens de woede van andere dieren op
er zijn er die dit dier op het spoor volgen om de sterke reuk die
hij op zijn doortogt achterlaat, deze reuk wekt hunne wildheid
op; de fabrikant haalde toen zijn eigen zakdoek uit den zak en
zwaaide er mede, onmiddelijk gaven de dieren teekenen van
bedaardheid te kennen, zij naderden met hunne neusgaten de staven
van het hok, snoven met kracht de geur op. De heer streelde hen
alle, tot de wildste toe, zij wilden zijn hand lekken, de olifant
nam den zakdoek, welke hij opende, in de lucht wierp en opving.
De giraffe wreef met zijn kop tegen de schouders van den fabrikant
met alle teekenen van tevredenheid. Naar den fabrikant behoeft
niet geraden te worden: het was mijnheer de Marbaix en de
parfumerie, welke menschen en dieren behaagt, het geliefde Eau
d' Anvers.
Opgave van af Zafurdag middag tot Dingsdag middag.
ONDEBTBOUWD: B. M. Struijs, stoker bij de Marine en
A. E. Schiettekatte.
GETKOUWDGeene.
BEVALLENJ. Teeuwe, geb. van Zanden, (D.). M. de Kuiter,
geb. de Vree, (D.). G. Gravendaal, geb. de Vries, (D.). N. C.
Uijtdebroek, geb. Schutter, (Z.). M. A. J. van Saarloos, geb.
Bruijn, (D.). M. Grande, geb. Sok, (Z.).
OVEKLEDEN: E. Bademaker, 7 maanden. J. B. Wensink,
10 jaren en 11 maanden. H. C. van Poolen, 45 jaren. Levenloos
aangegeven 1.
Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet)
Windrigting
en
Kracht.
Barometer
mm.
Stand. Afw,
Thermometer
C.
Stand. Afw.
19 12 ono. 0.3k. 765.63 f 5.69 21.2 1.5
20 12 o. 0.2„ 759.79 - 0.16 22.5 f 2.8
21 8 wzw. 1.2„ 754.73 - 5.24 19.5 f 1.6
21 12 zwtw. 6„ 755.55 - 4.42 18.7 - 1.0
Weêrsgesteldheid: 19 Julijl2 u. Helder, schoon.
20 Julijl2 u. Helder, donder in de verte, schoon.
21 Julij 8 u. Digtbew., regenbui, mooi
21Julijl2u. Digtbew., beneveld, mooi.
-J= S
s
o t
Toestand
van
de zee.
0.78 Vlak.
0.82
0.81 [Slecht.
0.80jweingolv
Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart.
Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming.
29 Mei. Voorlichter. A.deWilligen. Batavia.
15 Julij. Admiraal de Buiter. J.L.Besseling. Batavia.
Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart.
Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkoms'.
20 Julij. Hecla. J. Bingers. ZurMühlen&Co. Nicolaïf.
21 I, Thorvoldsen. N. Hansen. van Vliet 8c Co. Bangoon.
Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in dc
Buiten- of Binnenhaven te lossen.
Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor.
AleidaMaria. B. Verbeek. Kiga. Hout. Blikman 8c Co.
Ystroom. S. de Vries. Pensacola.
Cleadon. A. Smith. Sunderland. Steenk. Duinker8cGoedk.
Chip Chase. T. Eeed. Newcastle. ZurMühlen8cCo.
LATHBH HEItlOTEV.
Heden werd bij de Directie der Marine alhier aanbesteed
de levering van aardappelen ten behoeve van het Hospitaal
der Marine van en met 1 Aug. tot en met 20 Nov. 1874.
Er waren billetten ingekomen, als van de heerenV.
Hoogendijk, ad f 2.50, C. Postma, f2.38, H. J. van Konings-
bruggen, f 2.33^, P. van Twisk, f 2.28/*9, P. de Graaf,
f 1.98, per 50 kilogrammen.
Zaturdag a. s. zal de stoomboot Burgemeester Zijlstra
op nieuw een pleiziertogt maken van Harlingen naar hier.
Een kassier eener spoorwegmaatschappij, die van
Parijs naar Lyon was gekomen, om aan beambten der
stations tusschen Lyon en Madane hunne verdiende pen
ningen uit te betalen, is met een som van 92,000 fr. op
den loop gegaan.
Een zeer bekende Parijsche actrice van de „Comédie
Framjaise", Sarah Bernhardt, had onaangenaamheden met
hare modiste gekregen. Deze had een som van 2500 fr.
van de actrice te eischen, en liet door een deurwaarder
hare meubelen opschrijven. Daaronder werd er een gevon
den, dat niet enkel bij een actrice zeldzaam is, maar in
Frankrijk zelden wordt vooruit gekocht, t. w. een ebben
houten doodkist, met zilveren hengsel, schroeven en naam
plaat en van binnen met fluweel en zijde gevoerd. De
deurwaarder rangschikte dit ongewone meubelstuk onder
de categorie van het bed, dat men volgens de wet niet
verkoopen mag, en schreef het dus niet op.