1874. N°. 90. Woensdag 29 Julij. 32 Jaargang. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Binnenland. HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Advertentiën Van 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Klken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië via Brindisi. Laatste ligting *8 avonds 6 uur. HELDER en NIEUWEDIEP, 28 Jullj. Wij vernemen dat jl. Zondag de officieren en leeraren van het Koninklijk Instituut voor de Marine gezamenlijk hunne opwachting hebben gemaakt bij den kapt. ter zee K. F. R. Andrau, kommandant van genoemd Instituut. Waarschijnlijk staat zulks in verband met het ontslag uit zijne betrekking, door dien algemeen geachten hoofdofficier gevraagd, waarvan wij reeds in een vorig nummer melding maakten. Naar de loopende geruchten, die wij onder onze tegenwoordige liberale regering moeijelijk echter gegrond kun nen achten, zou hij tot het vragen van zijn ontslag genoodzaakt zijn geworden, doordien de minister van Marine geweigerd heeft een adelborst wegens aanhoudend wangedrag van het Instituut te verwijderen, nadat hij daartoe door den raad van bestuur van het Koninkl. Instituut was voorgedragen. Algemeen wordt het aanstaand vertrek van genoemden hoofdofficier betreurd. Zr. Ms. opnemingsvaartuig Hydrograaf en Zr. Ms. stoomschip Pontianak, zijn den 24 dezer op hunne reis naar Oost-Indië, te Gibraltar en te Lissabon aangekomen en zouden den volgenden dag weder van daar vertrekken. Alles wel. Het medio Augustus in dienst te stellen schroef- stoomschip Curapao, aanvankelijk bestemd om de reis naar Oost-Indië via Kaap Hoorn te maken, zal naar wij ver nemen, die route langs korteren weg doen daar die bodem met meer spoed aldaar wordt verwacht ter vervanging van het in de wateren van Atsjin gestationneerde schroefstoom- schip Watergeus, dat belangrijke herstellingen moet ondergaan. Gisteren avond werd in het lokaal Tivoli alhier de jaarlijksche Algemeene Vergadering gehouden van de Hel- dersche afdeeling der Vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieken en gewonden op de slagvelden. Door den president, den heer H. L. Oudenhoven, die als afge vaardigde de laatstgehoudene Algemeene Vergadering te 's Hage had bijgewoond, werd een uitvoerig verslag daarvan uitgebragt. De secretaris, de heer Steenbergen, deelde mede, dat, ten behoeve der zieken en gekwetsen te Atsjin, uit deze gemeente eene som van f 395 was verstrekt. De aftredende leden van het Comité werden herkozen, en tot afgevaardigde ter Algemeene Vergadering van de Vereeniging werd de heer Oudenhoven bij vernieuwing benoemd. Brieven uit Kenneinerlaud. XVII. Alkmaar26 Juli 74. LI. Donderdag heeft het hier hoogstens een kwartier goed geregend, en dit in de tegenwoordige dagen zeldzaam geworden natuurverschijnsel heeft meer belangstelling verwekt dan de zoo ras verdwenen komeet van Coggia. Klaagt men alom over droogte, er is hier meer nog dan elders reden tot klagen, vooral op de hooge geestgronden, waarvan de gebruikers het meest gediend zijn met zes dagen regen en één dag betrokken lueht per week. Sedert weken hoopt men op water, te noodiger bij het felle branden dei- zomerzon en den vaak harden, alles verdroogeuden wind, die uit alle hoeken, zelfs uit het anders zoo natte zuidwesten waait, zonder de blauwe kleur der lucht te verstoren. Een enkele maal vertoonen zich donder wolkjes in de verte en zien/ wij het daar 's avonds blikkeren, om den volgenden dag te hooreu, dat het drie, vier uren van hier gedonderd en hard hard geregend heeft; maar de zon beschijnt ons alweer even strak, de bui heeft ons alleen wat meer wind bezorgd. Sint Margriet ging zelfs voorbij, zonder dat er een droppel viel. Donderdag heeft ods gelukkig overtuigd, dat het nog regenen kan, al mocht het luttel baten. De landerijen zijn verschroeid, de boomvruchten afgevallen, de jonge hoornen verdord of gestorven. Dat er groot gebrek aan drinkwater bestaat en dat het gebruik van slecht water, in verband met de warmte, voor ziekten in het najaar doet vreezen, is te begrijpen. Volg ik in dezen brief de gewoonte van zoo menig gesprek om in de eerste plaats het weder te behandelen, dan is het omdat die kwestie ons boven alles interesseert. Onze belangen zijn ten nauwste verbonden met die van het omliggende platteland en voor- of tegenspoed van den boerenstand wordt hier onmiddelijk gevoeld. Een goede week geleden hadden wij onze voor landbouw en veeteelt steeds levendige sympathie op de nijverheid overgebracht, toen de Maatschappij ter bevordering van Nijverheid ons de eer bewees, hare 97ste algemeene vergadering binnen onze muren te houden. Wij hebben getoond die eer op prijs te stellen, en ons best gedaan om het den vreemden gasten recht genoeglijk bij ons te maken. Dat wij daarin geslaagd zijn werd door ieder getuigd; het zoo uitstekend onthaal te Tilburg en te Sneek werd te Alkmaar overtroffen, en de voorzitter der Maatschappij, de Staatsraad van Oordt, achtte het een moedige daad van het departement Breda om, na Alkmaar, -Door de adelborsten 2de klasse aan boord van Zr. Ms. instructievaartuig Urania, wordt ons verzocht het volgende te plaatsen, waaraan wij met genoegen voldoen „Jl. Zondag morgen had aan boord van Zr. Ms. korvet TJrania een zeldzame plegtigheid plaats. De heer J. Weers, opperschipper op dezen bodem, mogt het genoegen smaken 50 jaren lang Koning en vaderland trouw en eerlijk bij de marine gediend te hebben. Met een hartelijke toespraak van den kommandant, den luit. ter zee 1ste klasse P. ten Bosch, werd hem de gouden medaille uitgereikt in tegenwoordig heid van de ekwipage, de geëmbarkeerde officieren en adel borsten. 14 jaren onafgebroken aan het Instituut verbonden, droeg hij met allen ijver en naauwgezetheid zooveel mogelijk bij om de adelborsten op te leiden tot bekwame zee-offi cieren, niet alleen door zijn onderrigt, maar ook door het voorbeeld, dat hij gegeven heeft in ijverige pligtsbetrachting. Iedereen die hem kent, hetzij officier of mindere, zal moeten toestemmen, dat zelden een onderofficier zoo goed zijn ontzag wist te bewaren en tegelijk zoo geacht en bemind was. De woorden van den kommandant maakten veel indruk op de aanwezigen en niemand die een oogenblik draalde om een welgemeend driewerf hoeralimede uit te galmen. Wij hopen voorzeker allen, dat God den schipper nog jaren zijne tegenwoordige betrekking late vervullen met denzelfden ijver, dien hij tot nu toe getoond heeft." Den 4 Aug. a. s. zal alhier overgaan aan boord van de via Suez naar Batavia bestemde mailboot Java, een detachement suppletietroepen, sterk 75 militairen, waar onder 6 onderofficieren. Aan een brief, gedagteekend uit Atsjin van den 10 Junij, afkomstig van een sedert gesneuveld officier der expedition- naire troepen in de N. Rott. Crt. is het volgende ontleend: „Men make zich vooral geen overdreven voorstelling van hardnekkig volksverzet; na het vertrek van generaal van Swieten zwoer de vijand ons allen in zee te drijven of zelf te sterven. Toch bepaalde hij zich tot schieten op groote afstanden en tot hardloopen daar waar zich eenige troepen vertoonden. De Atsjinees is, na kennis gemaakt te hebben met onze wapenen en troepen, alleen dapper als hij in een benting zit, die schier ongenaakbaar geworden is. Twintig a dertig man met donderbussen gewapend, waarin tot zelfs 10 a 15 kogels geladen worden, kunnen storm- colonnes, die allerlei hindernissen moeten opruimen, alvorens door te kunnen dringen, groote verliezen toebrengen vandaar onze verliezen op 6 Januarij voor de missigit, vandaar ons echec op 16 April. Generaal van Swieten wilde toen geene versterking zenden, omdat strijden niet meer in zijne bedoeling lag, en onze dappere soldaten die, welligt met wat onbezonnen moed, herhaaldelijk ten storm werden gevoerd, moesten uit gebrek aan strijdkrachten ten laatste afdeinzen. de algemeene vergadering in het volgende jaar te willen afwachten. Het gemeentebestuur ging voor met het uitsteken der vlaggen, het afstaan van vertrekken in het raadhuis voor de bijeenkomsten van het congres, en het statelijk ontvangen van directeuren en afgevaardigden der Maatschappij in de Prinsenzaal, waar de gulle aanbieding van champagne den toon aangaf van hetgeen de vol gende dagen zouden opleveren. Het departement Alkmaar had gezorgd voor het geven van matinée's en soirée's musicales in den Hout en op het üoelenveld, door het Park-orkest, de muziek van het 7de regiment infanterie en het stedelijk muziekcorps, voor het organiseeren van rijtochten naar den duinkant en den Hondbossehe zeewering, en voor het voorbereiden van bezoeken aan gebouwen en instellingen, waarvan ten opzichte van de Grootekerk (met orgel concert van den heer Ezerman), het huis van verbetering en op voeding voor jongens en het burgerweeshuis druk gebruik gemaakt werd. De ingezetenen eindelijk betoonden hunne medewerking door het uitsteken der vlaggen, het geven eener harddraverij, het openstellen der sociëteiten voor de vreemdelingen en het aanbieden van rijtuigen (17) voor den toeht naar Heyloo, de Egmonden en Bergen. Dat ridje was het neusje van den zalm. Den avond te voren had men in den Hout, waarvan een gedeelte met 55 kroonen geillumineerd was, de muziek van Stumpff genoten en volop den in alle opzichten schoonen avond geprezen, te Bergen, op de met prachtige beuken zoo rijk belommerde plek aan den voet van het duin, toen de duisternis gevallen was vele malen in toover- achtigen gloed gezet door Bengaalsch vuur van verschillende kleuren (eene beleefdheid van den heer van Beenen, eigenaar der heerlijk heid Bergen), terwijl het stedelijk muziekcorps luide toejuiching verwierf, dan eens een flinke toast gebracht en dan weder uit volle borst het volkslied aangeheven werd, was het genot nog grooter; en wie er tegenwoordig waren zullen zeker nog menigmalen het gelukkig samenzijn in het Bergerbosch herdenken. Aardig was het bij het bezoeken van Heyloo, Bergen en Schoorl telkens de uitroepen van verwondering der vreemdelingen over onze schoone omstreken te hooren. Arnhemmers zeiden: „gij komt tot ons om natuurschoon te zien, maar gij hebt hier het schoonste dat gij kunt wenschen; wij mochten veeleer tot u gaan." Wij mogen iets van hunne verrukking toeschrijven aan de nieuwheid van hetgeen zij zagen, veel ook aan de prachtige tinten, waarmede de zou op een uitgezochten dag het landschap overgoot; maar, Is men echter eenmaal goed in het land genesteld, dan weet men ten laatste door kleine verkenningen en spionnen precies waar alle bentings liggen. Op een goeden dag breekt men bij verrassing hier of daar door, en bevindt zich eensklaps in den rug van alle met moeite en zorg vervaardigde stellingen. De noodzakelijke uitgaven moeten in de eerste plaats strekken tot eene volkomen vestiging op Groot-Atsjin, waardoor de grond gelegd wordt tot volkomene onder werping met weinig onkosten. Het landhoofd, dat nu voorloopig te Marassa gemaakt zal worden, zal wel zeer primitief zijn; men make daar een flink duurzaam hoofd met kade. Een goede spoorweg worde aangelegd van dit landhoofd naar den kraton; voorts een sterke doch kleine versterking in of bij den kraton en deze laatste voor zooveel noodig geslecht. Ook worde een telegraafkabel gelegd tusschen Atsjin en Penang, of wel tusschen Atsjin en Sinkel, Voorts moet eene actieve, voldoende scheepsmagt nog lang in de wateren van Atsjin toeven, ten einde de bevol king der kustplaatsen met het gezigt onzer vlag gemeenzaam te maken en hun de overtuiging onzer magt te schenken. Ook in de inrigting van dit escader kan bezuiniging gebragt worden. Veel meer inlandsch personeel worde daar gebruikt; vereisebt de onstuimigheid van de zee dit niet, dan behoeft, zooals tot nu toe geschied is, niet voortdurend stoom op gehouden te worden door stationschepen. Eindelijk te land geene aanvallen meer dan op die punten, welke men verder landwaarts in bezetten wil, en meer hardiesse tegen onze bondgenootendaar waar het hunne bescherming geldt, moeten zij leeren medewerken en ons werkvolk verschaffen dat, tegen betaling, bentings en kazernes helpt bouwen. Ook tot het vervoer van vivres, daar waar zulks noodig is, moeten zij koelies leveren. Kracht en orde van bestuur ontstaan dan vanzelf en de Atsjinees leert inzien, dat de teugel van een regtvaardigen, ordelievenden meester gelukkiger maakt dan het bestuur van een zwakken, zijne Rijksgrooten vreezenden dwingeland." Het vertrék van Batavia van den opperbevelhebber van het leger in Atsjin, den generaal van Swieten, is, naar het Vaderland verneemt, bepaald op den 30 dezer, zoodat hij dus in het begin van de maand Sept. hier te lande kan verwacht worden. Met zekerheid verneemt het Vaderland dat voor het nieuwe ministerie de volgende voordragt aan Z. M. den Koning zal worden aangebodenBinnenl. Zaken, Heemskerk Justitie, van Lijnden van Sandenburg; Financiën, van der Heim; Buiten], Zaken, van der Does de Willebois, Com missaris des Konings in Limburg; Koloniën, W. van Goltstein; Marine, Pels Rijcken en Oorlog, Weitzel. Den 21 dezer heeft aan het ministerie van Buitenl. Zaken de uitwisseling plaats gehad der acten van bekrach tiging van het verdrag, den 19 Junij jl. te Arnhem tusschen inderdaadBergen en zijne omgeving, van Schoorl tot Wimmenum is een heerlijk, een bezoek overwaardig oord, en eene verrassing voor vele vreemdelingen, die, van den Buitenkant te Amsterdam naar de overzij ziende, meenen, dat het geheele Noorderkwartier zich voordoet als Waterland omstreeks Buiksloot. Een genoegen was het mij, enkele dagen geleden, een Amsterdammer een kijkje op onzen Hout en wallen te gunnen, en hem toen ook tot wegwijzer te zijn in de kloeke stad, die aan het noordelijk einde onzer provincie verrijst, waar hij boven uit het hotel den Burg uwe heerlijke haven met wellust bespiedde, en, toen ik hem langs de woelige drukte van de Koopvaarders-haven voerde, niet kou nalaten te zeggen, dat al het daar heersehende leven en verlier eigenlijk op de IJgracht te huis behoorde. Gij moogt hem die verzuchting niet kwalijk nemen, het Oosterdok wordt gedurig leeger, naarmate het bij u voller wordt. Maar ik mag u waarlijk niet over uw eigen woonplaats bezig houden, al zou ik nog het frissche groen uwer boomen [plant s. v. p. nog een paar regels langs de trottoirs van de Postbrug naar de station] en uw heerlijk duinwater willen prijzenik vergat dat ik u schreef over ons nijverheidsfeest en in verband daarmede over Alkmaars omstreken. Wie over dit alles goed geschreven heeft was een der Haagsche afgevaardigden, die tevens de betrek king van reporter voor het Dagblad vervulde. Hij woonde alles, vroeg en laat, bij, en als ieder ander zich vermoeid ter ruste begeven had, schreef hij lange, kolommen-groote brieven naar den Haag, zoo groot soms, dat een bladschrijver er voor een dag genoeg aan zou gehad hebben. Dat noem ik werken en ik betuig draagt ook het Dagblad mijn kleur niet mijn eerbied voor zulk een correspondent. Het Handelsblad, dat de zaken eenvoudig dood gezwegen heeft, mag daar een lesje aan nemen. Vele nijverheidsmannen hebben de wijze gadegeslagen, waarop de heer Stoel zijne villa-Bosmade in het nieuwe Kennemerpark optrekt. De fundeerings- en buitenmuren worden n. 1. vervaardigd van beton, die fijner van aard en gladder van oppervlakte is dan de blokken die tot den bouw der hoofden van het Noordzeekanaal 1 dienen. Tusschen planken, die tot mallen strekken, wordt het mengsel gegoten, en is dit hard geworden, dan worden de planken hopger gebracht om tot vorm voor eene volgende laag te dienen. De vermoorde, maar door de overstemde minderheid weder in het leven geroepen liedertafel Arion en de opteriehten afdeeling der Maatschappij van Toonkunst werven om het hardst werkende

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 1