Benoeming-en, enz. Buitenland. Op verzoek der Nederlandsche regering heeft het Fransche gouvernement de uitlevering van den ex-mede directeur der Overijsselsche Bank, Jacob Wolft', toegestaan. Die persoon zal dientengevolge binnen eenige dagen naar de gevangenis te Zwolle worden overgebravt. In menige streek van de provincie Groningen blijkt het koolzaadgewas (dat op andere plaatsen veel had geleden) uitstekend geslaagd. In eenige nieuwe polders bedraagt de opbrengst 40 tot 50 hectoliter per hectare, op andere landen is zij 30 hectoliter. Toch zal de opbrengst van het witzaad dit jaar over het geheel voordeeliger zijn dan die van het koolzaad. Een schoenmaker te Meppel heeft zijn geheel vermo gen, groot f 30,000 met uitzondering van een paar legaten, aan een echtpaar vermaakt, dat hem had opgepast. De Werkmansvriend, die onlangs in eenige artikelen een billijk streven naar loonsverhooging heeft verdedigd, waarschuwt thans tegen overdrijving. Te hooge opdrijving der loonen heeft in Engeland en Duitschlaud de ijzer fabrikanten, eigenaars van kolenmijnen enz. weder tot loonsverlaging gedwongen. Ter verkrijging der noodige regelmatige, trapsgewijze loonsverhooging is zamenwerking tusschen patroons en arbeiders noodig, en daarom juicht het blad het streven der commissie voor de Vereeniging „Zamenwerking" te Amsterdam hartelijk toe. Het blad prijst vervolgens, tegenover de Internationale, met hare opruijende taal en verkeerde grondstellingen, die de sociale kwestie, toen zij op den voorgrond trad, aanvankelijk in discrediet bragt, de nationale Arbeiders-Vereenigingen aan en brengt hulde aan de gematigdheid en den goeden toon, die meestal in hare vergaderingen hebben voorgezeten, waarvan getuigen de vergadering van het Congres voor coöperatie, de vergadering te 's Hage tot betuiging van adhaesie aan het wetsvoorstel van mr. van Houten, om niet te spreken van verscheidene algemeene vergaderingen van het Algemeen Nederlandsch Werklieden-Verbond en andere Vereenigingen, enz. De Werkmansvriend geeft vervolgens eenige praktische raadgevingen, namelijk: ook buiten de bovenbedoelde vergaderingen zij de handel en wandel der arbeiders zoodanig, dat de eerbied voor hunnen stand er door vermeerderd worde; men onthoude zich van sterken drank; geen uniformloon: de bekwame, ijverige werkman moet billijkerwijze meer kunnen verdienen dan de minder bekwame en minder ijverigede arbeider streve naar het verkrijgen van eene goede en gezonde woning, goede kleeding en vooral goed voedselgeene onnutte en schade lijke verteringen onderlinge ondersteuning bij ziekte, ongeval enz. is prijzenswaardig en heilzaamonderlinge vereeniging ter verkrijging van gezond en goed voedsel voor billijke prijzen oefent, bij de daaraan verbonden teleurstellingen, in elk geval in het heilzame sparen. Ten slotte stelt de Werkmansvriend in het licht, dat alleen de christelijke arbeider staat op een vasten grondslag in de maatschappij, waarop hij rust vindt; dat slechts hij „met hoop op goede vrucht werkzaam kan zijn tot veredeling der maatschappij, omdat hij zijne kracht zoekt bij God en Zijn Woord en dienovereenkomstig streeft naar zedelijke en christelijke vrijheid en aan 's Heeren hand de meer en meer dreigende Babylonische verwarring het hoofd kan bieden. Dit alles ontbreekt den niet christelijken arbeider." Te Antwerpen is een kroeghoudster, die aan eeu werkman 35 borrels had verkocht, waardoor zijn dood was veroorzaakt, door de regtbank veroordeeld tot een maand gevangenisstraf, 50 francs boete en de uitkeering van 2000 francs aan de weduwe van deu werkman. Te Verviers is dezer dagen een werkmansvrouw van vier kinderen, drie meisjes en één jongen, bevallen. De 6 grootste stoomschepen der wereld zijn thans: 1. De Great-Eastern, behoorende aan de Internationale Maatschappij tot het vervaardigen, leggen en onderhouden van telegraafkabels 674 voet lang en 77 voet breed. 2. De City of Pekin, van de Zuidzee-Stoomvaartmaat- schappij, 423 voet lang, 48 voet breed, 6000 ton inhoud. 3. De Liguria, van de laatstgenoemde Maatschappij, 460 voet lang, 45 voet breed, 4820 ton inhoud. 4. De Bri- tannia, van de Wite Starlijn, 455 voet lang, 45 voet breed, 4700 honderd ton inhoud. 5. De City of Rich- mona, van de Imman-lijn, 4251 voet lang, 43 voet breed, 4600 ton inhoud. 6. De Bothnia, van de Cunard- Maatschappij, 425 voet lang, 5| voet breed 4500 ton inhoud. Gezamenlijk hebben die 6 schepen een inhoud van 30,000 ton. Een Stamboek van het Nederlandsche Vee. Aan het verslag der vergadering van de commissie, benoemd door de fiollandsche Maatschappij van Landbouw, en van afgevaardigden der verschillende Maatschappijen in Nederland, te Amsterdam gehouden, is het volgende ontleend „In het breed deelde de voorzitter de werkzaamheden mede, die op de verschillende vergaderingen der commissie, benoemd door de Holl. Maatschappij van Landbouw, zijn verrigt. Hij deelde tevens mede, dat de verschillende Maatschappijen van Landbouw in ons vaderland zijn uitge- noodigd, hare medewerking in deze te verleenen, dat voor het meerendeel daaraan gevolg is gegeven, doch dat hij tot zijn leedwezen moet kennis geven, dat weigering van medewerking is ontvangen van de Friesche Maatschappij van Landbouw, terwijl de Limburgsche Maatschappij van Landbouw de commissie met geen enkel antwoord heeft vereerd. De voorzitter opende de discussiën over de toelichting tot zamenstelling en inrigting van een Nederlandsch Rund veestamboek alvorens vroeg hij of al de afgevaardigden instemmen met het gevoelen, dat een stamboek nuttig en noodig is voor den Nederlandschen rundvee-stapel, welke vraag door alle aanwezigen werd toegejuicht. De heer Amersfoordt trad daarop in breede beschouwingen over het op te rigten rundvee-stamboek, waaruit blijkt dat door de commissie, van verschillende consuls uit andere rijken, ook berigten zijn ontvangen. Zooals o. a. van den Engelschen consul, waarbij opgegeven wordt, dat in dat koningrijk de volgende stamboeken bestaanShorthorn Herdbook, Hereford dito, Devon dito, Schotch Polled Herdbook, Norfolk Suft'olk Polled Herdbook, en Jersey Herdbook. Spreker betoogde, dat in de verschillende stamboeken niet veel anders vermeld staan dan de namen der eigenaars en van het rundvee, dat hij de staten, gevoegd bij het rapport der commissie, meer uitgebreid had verlangd, dat zijn voorstel echter in de minderheid is gebleven en hij nogmaals die zaak ter sprake wilde brengen. De heer Hengeveld, rapporteur der commissie, verdedigt het rapport op verschillende gronden, en besluit met de stelling: dat het eenvoudigste het nuttigste is voor ons vaderland. Nadat nog verschillende sprekers het woord hadden gevoerd, werd het rapport der commissie bij meerderheid van stemmen aangenomen. Alsnu kwam in behandeling de vraag, of ook gekruist vee in het stamboek zal worden opgenomen. Bij meer derheid van stemmen werd beslist, dat het gekruiste vee in een aanhangsel zal worden opgenomen. Nadat de voor zitter had medegedeeld dat het voorstel, omtrent opname van geheele kudden, alleen was opgenomen, om het te behouden, zoo eenige afgevaardigden dit wenschelijk achtten, wordt na eenige discussie besloten, geene geheele kudden in het stamboek op te nemen. Alsnu kwamen in behandeling de ontwerp-statuten. Na breedvoerige woordenwisseling werden die statuten aange nomen, nadat bepaald was 1°. dat de toelage der Maat schappijen, bedoeld in art. 3 al. c, zou zijn f 30 en 2°. dat inschrijvers van vee tevens ledeu der vereeniging moeten zijn. De heeren de Clercq en Hartog vroegen of de toelichting op de zamenstelling en inrigting van het Nederlandsche rundveestamboek, hoofdzakelijk bevattende de eisch, gesteld voor vee, om in het stamboek te worden opgenomen, ook nu in discussie zou worden gebragt. Op voorstel van den voorzitter werd deze vraag bij stemming ontkennend be antwoord, daar zulks meer tot de werkzaamheid van een volgend bestuur wordt gerekend. De voorzitter bedankte daarop de afgevaardigden voor hunne medewerking, en noodigd# hen uit om zoo spoedig mogelijk verslag bij hunne Maatschappijen in te leveren, opdat na ontvangst van opgaaf der zienswijzen hunner Maatschappijen eene volgende vergadering in Nov. a. s. kunne gehouden worden. Een Bruiloftsnacht. Parijs is, zegt men, een paarden-hel, een vrouwen paradijs. Zeker welligt geen plaats ter wereld, waar de vrouw, zoo zij mooi en lief' is, zich meer ziet gevleid, ge liefkoosd, aangebeden. Maar eeuwig is dat paradijs lang niet. Integendeel, de Parijzenaar, bij uitstek ligt en los van aard, knielt wel heden voor een afgod, maar verbreekt hem even ligt morgen al. Men leeft hier met stoom, en mint eveneens. De heftigste liartstogt is het gaauwst uit gebrand. En toch zijn er nog zooveel jeugdige vrouwelijke schepsels, die een ingeboezemde liefde onveranderlijk wanen. Vandaar zoovele zelfmoorden van teleurgestelden. Ziehier een treffend geval van een tevens wrekenden zelfmoord. Georges Roustel, handelaar in zijden stoffen, 30 jaren oud, vrij goed bemiddeld, leidde een leven van vrolijk Fransje. Des avonds op den boulevard ontmoet hij een werkstertje, zoowat van drie zesjes. Het is een blond kind, met groote, sprekende, blaauwe oogen, niet groot van stuk, maar eene taille om te stelen, voetjes en handjes allerliefst: een meesterstukje der scheppende natuur. De jonkman loopt haar na, spreekt haar toe en verkrijgt een „rendez-vous." Acht dagen later betrekt Valentine in de rue Grétry, bij de opéra-comique, een verrukkelijk appar tement, een waar nestje voor verliefdenhaar minnaar had haar spoedig overgehaald dit van hem aan te nemen. Zoo beginnen veelal de „liaisons." Valentine was een goedhartige meid en zij beminde hem werkelijk en innig. Zes maanden lang beijverde het kind zich om hem in hare liefde een hemel te doen genieten. Maar als er geen band is die het vasthoudt, springt zoo een valsch huis houden, als het den heer gaat walgen, alligt uit de duigen. Van dat leventje, dat Valentine eeuwig waande en wenschte, kreeg Roustel een walging. Het was toch immers zedelijk en maatschappelijk beter dat hij ging trouwenZoo zou het zijn. Toch wilde hij zijn liefje niet bedroeven, en hij zou het dus voor haar geheim houden tot het laatste oogenblik als het niet langer kon, den dag voor de huwelijkssluiting. Valentine voelde een dolksteek in het hart, maar zij sprak niet, beklaagde zich niet, weende niet. Hoe goedhartig ook en blaauwoogig, er zat nog wat Spaansch bloed in. Zij kon niet langer leven, maar in haren dood zou zij zich aan Roustel wreken Het huwelijk werd gesloten met een kind van 16 jaren, mej. Alice D., welke hij op eene soirée had ontmoet en die zoowat een 30,000 francs rente had te wachten. Hij had er daarom haast mede gemaakt, en daar er nog geen geschikte woning kon gevonden worden, zou men zich voorloopig behelpen met de kamer, die R. als ongehuwd persoon bewoonde, 61 rue Constantinople. Tegen middernacht kwamen de jonggehuwden te huis. Alices moeder vergezelt ze tot aan de deur en neemt een hartroerend afscheid, R. en zijn gade gaan binnen, eerst in een klein salon, vervolgens opent hij de deur der slaapkamer, en dwingt haar glimlagchend binnen te gaan. Slechts een nachtpitje, door den knecht van R., eer hij heenging ontstoken, spreidde een flaauw licht. Het bruidje wipt binnen, legt haren krans van oranjebloesems op het bed, en springt lagchend terug tot haren echtgenoot, doch deze ontstelt, en met een gil deinst hij achteruit. Alices hand en kleed zijn met bloed bevlekt!.... Onder het laken op het bruidsbed ligt een lijk met afgesneden hals. Dat was ValentineZóó was haar wrekende zelfmoord Zoo verstoorde zij den bruidsnacht des trouweloozen 1 Wat bleek bij onderzoek? Tegen 10| ure had zij zich, geheel vermomd, als dienstmeisje bij den conciërge aangemeld, zeggende dat zij in dienst was der bruid, en in last had eenige kleedingstukken boven te brengen. De conciërge, die haar anders wel gezien had, herkende haar niet, en gaf haar den sleutel. Zij zal zich toen op het bruidsbed gelegd en met een der scheermessen van haren minnaar zich den hals hebben afgesneden. Is het wonder, dat R. bewusteloos neerzonk en toen hij tot bewustheid kwam neen, hij kwam niet tot bewustzijn hij was waanzinnig! Steeds roept hij: „Hoe is het met Valentine? ik heb haar zeer gedaan, toen ik zeide dat ik ging trouwen en het was toch niet waar." En dan barst hij uit in schaterlagchen? Ook de bruid ligt in ijlende koortsen, en men vreest voor haar leven. Haar akelige ijlende roep is voortdurend een scheermes De luit. ter zee 2de kl. jhr. S. F. T. de Vaynes van Brakel is met 16 Julij jl. voor den tijd van 3 jaren bestendigd in het genot van het hem, bij Kon. besluit van 12 Julij 1872, toegekende pensioen. 11e kapt. H. P. van Walt, plaats, adj. 1ste kl. alhier, is op pen sioen gesteld ten bedrage van f 1080 's jaars. De Staatscourant van jl. Zaturdag bevat het besluit van den 28 Julij jl-. bepalende de plaatsing in het Staatsblad van het tusschen Nederland en Groot-Brittannië op 19 Junij jl. te 's Hage gesloten verdrag tot wederkeerige uitlevering van misdadigers. De misdrijven, ter zake waarvan uitlevering zal worden toege staan, zijn de volgende: 1. Moord (daaronder begrepen vadermoord, kindermoord en ver giftiging), cf poging tot moord. 2. Moedwillige doodslag. 3. Muntvervalsching of muntschennis, of het desbewust in om loop brengen van valsche munt. 4. Valschheid in geschriften, daaronder begrepen het namaken van bankbilletten, muntpapier en openbare schuldbrieven. 5. Diefstal, daaronder begrepen elke diefstal, die door de Neder landsche strafwet niet als eenvoudigen diefstal (vol simple) beschouwd wordt. 6. Opligting, knevelarij, verduistering of ontvreemding door openbare ambtenaren, met bewaring of ontvangsten belast. 7. Bedriegelijke bankbreuk. 8. Valsch getuigenis. 9. Verkrachting. 10. Opzettelijke brandstichting. De uitlevering zal ook plaats hebben ter zake van medepligtig- heid aan de voornoemde misdrijven, mits zoodanige medepligtigheid naar de wetten van beide de contracterende partijen strafbaar zij. De minister van Oorlog, ontvangen hebbende een aantal rekesten, waarbij door of ten behoeve van milicien-verlofgangers vrijstelling wordt verzocht van het opkomen onder de wapenen voor de te dezen jare te houden najaars-oefeningen, heett ter kennis van de adressanten gebragt, dat de belangen van de dienst niet toelaten in hun verzoek te bewilligen. Te dezer gelegenheid worden de betrokken miliciens herinnerd, dat zij, die wegens ziekte niet op den bepaalden dag onder de wapenen komen, overeenkomstig de daaromtrent bestaande voorschriften, zich na hunne herstelling bij hun korps moeten vervoegen, ten einde gedurende zes weken in den wapenhandel te worden geoefend. Frankrijk. Uit Versailles meldt men, dat aldaar jl. Donderdag in de Evangelische kerk de in Rue-Hoche het huwelijk is ingezegend van den heer Jules Favre met mej. Weiten. De heer Favre behoort, gelijk men weet, tot het katho lieke kerkgenootschap; de vrouw, die thans zijne echtge- noote is, behoort daarentegen tot de liberale of rationele protestantsche rigting van de heeren Coquerel en heeft aan het hoofd gestaan der Evangelische school te Versailles. De kerkelijke plegtigheid is slechts door een twintigtal vrienden en verwanten van het echtpaar bijgewoond. Jl. Dingsdag heeft in de groote gehoorzaal der Parijsche Sorbonne de uitdeeling plaats gehad der prijzen, die bij het jaarlijksche algemeene concours der lyceën van Parijs en Versailles zijn behaald. De minister van Onderwijs, die gelijk men weet. deze plegtigheid leidt, zeide in zijne feestrede, na van de rampen gewaagd te hebben, die Frankrijk in de laatste jaren doorworstelde: „Gode zij dank! onze beproevingen naderen den eindpaal, en de toe komst behoort ons. Doch op eene voorwaarde, namelijk, dat onze lyceën meer dan ooit te voren scholen zijn van zedelijkheid en van ontzag. Tot de meesters gevoel ik mij gedrongen te zeggen: verslapt niet in het uitoefenen van toezigt en tucht; geeft eene veerkrachtige leiding aan de geestvermogens en de gemoederen van het aan uwe zorgen toevertrouwde opkomende geslacht, aan onze kinderen die wij u geven om er menschen van te maken. Tot de kweekelingen zeg ik: eerbiedigt vóór alles uwe meesters, toont u erkentelijk voor de zorgen, die zij met eene bewonderenswaardige zelfverloochening aan u te koste leggen, luistert naar de lessen hunner ervaring en hunner weten schap; weest volgzaam, weest gehoorzaam; daardoor zult gij sterk en krachtig worden, mannen van talent en mannen van den pligt, en zult gij den wensch verwezenlijken van een groot denker en beroemd schrijver, die verklaarde, dat Frankrijk behoefte had aan twee soorten van burgers, aan gens braves en aan braves gens." Aan het slot zijner rede bragt de minister hulde toe aan de vaderlandslievende en verlichte gezindheden, waarmede de maarschalk Mac- Mahon ook met opzigt tot het onderwijs vervuld was en hij besloot deze uitweiding met te zeggen: „De groote burger, dien God ons in deze dagen van beroering en ver schrikking geschonken heeft, wiens eer ons onderpand is, en wiens hoede ons beveiligt, heeft verklaard, dat hij, het koste wat het wil, en zeven jaren lang de orde en de openbare rust zal handhaven. Dit heeft hij verklaard, en, getrouw aan de wet en niet minder getrouw aan zijn woord zal hij die verklaring gestand doen." Deze woorden trekken te meer de aandacht, omdat de heer de Cumont, gelijk men weet, tot de legitimistische partij behoort.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 2