Mede op Vrijdag 14 dezer, omstreeks des namiddag ten
1| ure, wordt alhier uit Harderwijk verwacht, per extra
trein, een detachement koloniale militairen, sterk 5 officieren
en 180 a 200 onderofficieren en manschappen, om over te
gaan op de mailboot Koning der Nederlanden.
Op Maandag 17 dezer wordt per trein van 12 u 23 ra.
alhier uit Hellevoetsluis verwacht de 11de komp. van het
lste reg. vest. art., sterk 3 officieren en 79 onderofficieren
en manschappen.
In een buitengewone vergadering herdacht de rede
rijkerskamer Olympia gisteren avond haar 27jarig bestaan.
Dat het bestuur takt heeft om eene feestelijke vergadering
aangenaam te leiden, hiervan waren de velen getuigen die
naar Tivoli waren gestroomd. Een keur van Helder's
schoonen was daar tegenwoordig. Bij ontstentenis van
den president had de heer W.F.L.Oudenhoven het voorzitter
schap op zich genomen en opende de vergadering met een
gepast woord, waarna men de gedecoreerde zaal verliet om
in den a giorno met lampions verlichten tuin getuigen te zijn
van een kegelpartij onder dames om een viertal prijzen.
Het stafmuziekkorps der Marine, voor deze gelegenheid
geëngageerd, luisterde de feestelijke bijeenkomst met zijne
uitvoeringen op. Het was een regt gezellige avond welke
we in Tivoli doorbragten. De verlichting in den tuin,
afgewisseld door bengaalsch vuur, maakte een keurig effect.
Tegen elf uur begaven de leden zich met hunne dames
weder in de zaal, waar door den waarnemenden president
de prijzen met kleine speeches werden uitgereikt en men
zich vervolgens tot in den vroegen morgen met den dans
bezig hield. Olympia heeft de meeste satisfactie van hare
feestviering, het was een allerliefste avond, vol van ver
rassingen. Een enkel woord van hulde aan de ceremonie
meesters mogen wij hen niet onthouden. Ze hadden inderdaad
geen gemakkelijke taak.
De instructie bij het kantongeregt alhier in zake de
vijftien schepelingen van de mailboot Sumatra is gisteren
avond afgeloopen. Wij hopen, vooral met het oog op de
vele plaatsgenooten welke onder deze bemanning zijn, dat
er geen bewijzen mogen gevonden worden van schuld.
Het schrijven van den heer dr. Ledeganck in de
„Toekomst" over de kinderwagentjes heeft in het Tijdschrift
gewijd aan opvoeding, onderwijs en gezondheidsleer tegen
spraak uitgelokt. De schrijver van dat artikel, de heer
E. de Jong, doet uitkomen dat kinderen op den leeftijd
dat ze in kinderwagentjes worden geplaatst, nog geen
spierkracht genoeg hebben om zich regt te houden. Hij
geeft toe, dat vroegtijdige oefening des ligchaams bijzonder
is aan te bevelen, doch meent dat deze theorie voor den
bedoelden leeftijd niet opgaat. Hij erkent dat er iets van
aan zou zijn als het kind in den regel door sterke dienst
boden of door de moeders gedragen werd. Gewoonlijk
echter is die taak opgedragen aan jonge onervaren loop
meisjes, zelve nog kinderen, en wie de kracht ontbreekt
om den betrekkelijk zwaren last te torschen. Het kind
zakt ineen en helt steeds naar de eene zijde over; lang
zamerhand neemt de wervelkolom eene andere, abnormale
rigting aan en de grondslag wordt gelegd voor eene ver
kromming, die men op lateren leeftijd vooral bij meisjes
opmerkt. De schrijver gelooft dat, als de kinderen in de
lucht moeten zijn, ze dan 't best in het wagentje in hellende
liggende houding rondgereden worden. Hun geheele ligchaam
rust dan. Op verschillende gronden houdt hij vol dat het
rijden veel beter is dan het dragen van kinderen.
Het bovenstaande deelen we uit genoemd tijdschrijft
mede, ook om te doen uitkomen, dat tegen eene opinie,
hoe goed ook verdedigd, altijd wel het een en ander is in
te brengen, dat ook hout snijdt.
Jl. Maandag werd mgr. H. van Beek plegtig geïnstal
leerd als bisschop van Breda.
hoopt wel, het bidt wel, maar Scheveningeu telt reeds zoovele
weduwen en weezen!
Welk eene tegenstelling! Hier die weelde, die pracht, dat zingenot
en daarnaast dat zwoegen, dat slaven, dat trotseren van den
dood om een sober stukje brood.
De glans van het kunstvuur wordt heller. Het eene stuk wisselt
het andere af. Voor een oogenblik spreidt zich een roode gloed
over zee en strand. Het is een fantastisch gezigt, die menschen-
massa, dat trotsche badhuis, dat prachtig Hotel d'Orange, dat
Hotel Garni met die afwisselende kleuren verlicht te zien. Maar
aan alles komt een einde, ook aan een vuurwerk. Het sluit, als
altijd, gelijk zoo menige rede, die geen wezenlijkheid bevat, in de
pleitzaal, op den kansel, in de volksvertegenwoordiging en waar al
niet, om toch effect te maken, met het knallen van duizend zwermers
Op hetzelfde oogenblik hebben allen haast om het strand te ver
laten. In digte drommen dringen zij zich op een. Ook ik word
door den stroom meegevoerd tot in de vestibule van het badhuis.
Maar daar moet men geduld oefenen. De bouwmeester heeft wel
aan badgasten gedacht, die bedaard zouden henen gaan, maar niet
aan zulk eene massa. Anders ware er zeker meer dan één uitgang.
Ik ben dikwijls in gedrang geweest, maar nooit in zulk een
aristocratisch. En toch maakte de aristocratie soms een zeer burgerlijk
gebruik van elleboog en voeten! Doch eensklaps, niet met geweld,
maar op een enkel woord, dringen die velen zich aan weerszijden
opeen en laten in het midden eene ruime opening zij is gebaand
door eerbied. Vriendelijk groetend treedt diezelfde hooge prinselijke
gestalte daar door henen. Slaap zacht, vorstelijke grijsaardDuizend
dankbare harten bidden voor u tot den vader der liefde!
In die vestibule leerden wij geduld oefenen, maar het was weder
een verrassend gezigt, toen men eindelijk buiten kwam. Behalve
de trams en onmibussen waren er schier driehonderd rijtuigen,
allen van lantaarns voorzien. Het was een nieuw fantastisch tooneel.
Overal verwarring en toch (het zij tot lof van de badinrigting en
van de politie vermeld) orde. Ieder moest op zijn rijtuig wachten.
Eindelijk kon ik het mijne bereiken en ging het in fikschen draf
langs den heerlijken ouden straatweg, te midden van honderden
wandelaars, naar de hofstad terug. Wat zou Iluijgens een stof voor
zijn zangen gehad hebben, wanneer hij zijne Zeestraat aldus in den
laten avond bevolkt had gezien.
En toen ik in mijn logement kwam? Wat ik toen dacht? Ja,
ik had veel in die weinige uren aanschouwd, gehoord, genoten,
gedacht. Het was mij nog als een warrelklomp voor oogen, alsof
ik in een caleidoscoop had gezienWat ik dacht Maar kon ik
dan na dat alles geregeld denken? Iets van hetgeen mij van den
avond overbleef, bragt ik op het papier. Bevalt het u, lezers, dan
vertel ik u misschien nog wel eens iets van Scheveningen of 's Hage.
Do staat der proponenten bij de Hervormde ge
meenten in ons vaderland is als volgtHet getal van
hen, die reeds eenige of zeer vele jaren op de lijst gestaan
hebben, maar nooit een beroep krijgen en denkelijk dit ook
niet meer begeeren, bedraagt 13. Van hen, die in 1872
en 1873 examen hebben afgelegd, is er geen enkele meer
disponibel. Eindelijk zijn van de 13, die in Mei jl. zijn
aangenomen, reeds minstens 7 beroepen of bevestigd. Voor
zoover ons bekend is, zijn nog alleen de volgende per- 1
sonen beroepbaar: P. Bruining, C. G. Menzel, A. Benier,
F. van Spal, J. M. W. Versprille, en P. K. Bennink. Is
onze berekening juist, dan zijn er ofkomen eerstdaags 187
vacaturen, nl. wanneer we de plaatsen niet meerekenen, die
door proponenten reeds zijn aangenomen, maar waar ze nog
niet bevestigd zijn Voor 187 plaatsen derhalve 6 proponenten.
Te Schagen is jl. Maandag avond laat een vrouw
door de duisternis misleid in het water geloopen, doch op
haar hulpgeschrei gelukkig gered.
De handboogschutterij St. Sebastiaans Doelen te
Alkmaar, waarvan Z. M. de Koning beschermheer is, zal
op Dingsdag a. s. haar öOjarig jubilé vieren met een schiet
wedstrijd naar den vogel en andere feestelijkheden. Zooals
men weet, maakten de leden van genoemde handboog
schutterij, bij gelegenheid van de komst des Konings al
daar op 8 Oct. 1873, de eerewacht van Z. M. uit.
Jl. Maandag avond omstreeks 81 ure zijn tusschen
de gemeenten Wormerveer en Krommenie twee personen,
vader en zoon, zoodanig door den bliksem getroffen, dat
de zoon dadelijk dood was en de vader in een zorgwek-
kenden toestand verkeert.
Naar aanleiding van de tentoonstelling te Zaandam zal
door de hh.Kruseman en Tjeenk Willink, te Haarlem, een boek
over oud-Zaanlandsche zeden en gewoonten worden uitge
geven, waarvan de bewerking is opgedragen aan dr. Schotel,
te Leiden, terwijl de heer Last zich belast heeft met de
teekening van verschillende voorwerpen.
Voor eenigen tijd is in het open havenfront te Amster
dam een pantserhemd opgevischt, dat door het Bijk aan
gekocht is. Hit het historisch onderzoek is gebleken, dat
het ouder is dan de 14de eeuw en waarschijnlijk behoorde
aan een der krijgslieden, die het slot van Gijsbrecht van
Amstel hebben belegerd. De maliënkolder is 0,70 meter
lang, 0,40 breed, weegt 10 kilogram en is nog bijna
ongeschonden.
Uit Amsterdam berigt men aan de N. Arnh. Crt.,
dat de toestand der arbeiders allertreurigst is. Meer dan
3000 personen uit den minderen stand loopen daar zonder
werk, en dat reeds sedert het krooningsfeest, in 't hartje
van den zomer. De gevolgen zijn niet te overzien. Onder
scheidene personen gaan naar Groningerland, om aan de
Zoutkamp werkzaam te zijn.
Een beschonken soldaat te 's Hage heeft jl. Dingsdag
middag, in de Oranje-kazerne komende, waar hij thuis
behoorde, een zestal schoten gedaan in het wilde. Önmid-
delijk werd hij door de manschappen gegrepen en achter
slot en Grendel gebragt. Het is onbegrijpelijk dat hij
niemand heeft getroffen.
Naar men verneemt, zullen de heeren P. A. van
Bees, kapt. ter zee, directeur en commandant der marine te
Hellevoetsluis en zijn adjudant, de luit. ter zee lste kl. J.
L. Duker, met 1 Nov. e. k. respectivelijk vervangen worden
door den kapt. ter zee B. L. de Haes en den luit. ter zee
lste kl, A. G. Westerouen van Meeteren.
Voor eenige dagen werd te St. Jansteen bij de wed.
S. Aerts, rentenierster, een naamlooze brandrbief onder
de deur gestoken. De schrijver eischte daarin dat de som
van 125 francs in een beurs met een lint er aan op een
bepaalde plaats moest gelegd worden. Bij niet-voldoening
aan dien eisch zou hij haar huis doen springen met buskruid
en haar alzoo mede het leven benemen. De politie daarmede
in kennis gesteld, deed ter aangeduider plaatse een zakje
met steentjes gevuld leggen en hield daarbij de wacht. Een
paar dagen later naderde zekere F. P., timmermansknecht,
zeer voorzigtig den boom, waaronder de beurs lag. Na
herhaalde malen omgezien te hebben, nam hij haar en wilde
voortgaan, doch nu had hij te doen met de politie. Gisteren
is hij als vermoedelijke dader naar Goes getransporteerd.
De wed. Aerts, die door den brief zoo zeer verontrust is
geworden, is meer dan 70 jaar oud,
Jl. Vrijdag morgen ontsnapte te Tiel op den Waal
dijk een os, die bestemd was om met de stoomboot te
worden vervoerd, aan zijn geleider. Hij beklom de trappen
van het gebouw Bellevue, liep door de vestibule de koffij-
kamer in, en na eenige stoelen omver geworpen te hebben
en een paar malen om het bjllard te hebben gestapt, werd
hij door den kastelein, den heer J. Bijnberk, gegrepen en
met behulp van eenige toegesnelde personen naar zijne
bestemmingsplaats gebragt, gelukkig zonder schade te
hebben veroorzaakt.
De officier van justitie te Deventer verzoekt o. a,
opgave van de verblijfplaats van: Victor Driessens, tooneel-
directeur.
Berigten uit Batavia, dd. 1 Julij, luiden o. a.:
„Men heeft nu besloten een spoorweg aan te leggen van
Kotta Badja naar het strand, langs Maraksa. 't Schijnt,
dat het materiëel uit Singapore verwacht wordt. Ook zal
een telegraaf te Atsjin in werking komen, ten minste het
plan bestaat daartoe."
„Er heeft zich eene hoofdcommissie gevormd, met het
doel gelden in te zamelen voor een gedenkteeken ter na
gedachtenis aan de in den oorlog tegen de Atsjinezen
gebleven militairen van de land- en zeemagt."
„Met de eerstvolgende Fransche mail keert de kapitein
ter zee van Gogh, die tijdens de tweede expeditie het
kommando over de maritime middelen voor Atsjin voerde,
naar Nederland terug."
Een burgemeester maakte onlangs bekend„Het is
tot mijne ooren gekomen, dat het vee in de stallen met
brandende sigaren en pijpen gevoederd wordt. Dit wordt
hiermede op straffe van f 1 verboden.
89ste Algemeene Vergadering der maatschappij
tot Wut van 't Algemeen.
Jl. Dingsdag werd onder voorzitterschap van den heer 'f. Mod
derman Azn. in het kerkgebouw der Doopsgezinde gemeente te
Amsterdam, op den Singel, de 89ste Algemeene Vergadering der
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen gehouden.
De voorzitter hield eene openingsrede, waarin hij de kracht van
de Maatschappij besprak. Hij ontwikkelde zijne meening dat de
ingenomenheid met de Maatschappij haren grond heeft, behalve in
het doel dat zij beoogt en de middelen door haar gebezigd en het
beginsel door haar voorgestaan, in de kracht die zij bezit. De
geschiedenis der Maatschappij leert hoe groot hare kracht is, die
voortspruit uit haar nationaal karakter, haar huiselijken geest, de
opvatting van haar taak en hare verhouding tot de groote maat
schappij. Deze stellingen werden door spreker uitvoerig toegelicht.
De opvatting van de taak der Maatschappij, de zelfwerkzaamheid
der deelen met het gemeenschappelijk verband van het geheel, die
de iudividueele vrijheid van de deelen niet belet, werden door
spreker uiteengezet. Bij alle vrijheid der leden, waarvan de meesten
zich steeds aan de liberale zijde schaarden; blijft de Maatschappij
neutraal; dit zal zij blijven al zijn de meesten harer leden vrij
zinnig. Het Nut tegenover de maatschappij, maakte het onderwerp
uit van sprekers laatste beschouwing. Het Nut draagt een echt
democratischen stempel, en toch is de vereeniging aristocratisch,
daar zij door hare populariteit eene leidsvrouw, een magt in den
lande geworden is. Met een krachtig woord van opwekking tot
het geven van jeugdigen bloei, tot het handhaven en versterken
der Maatschappij werd de rede besloten.
Aan het in deze zitting uitgebragt uitvoerig jaarverslag ontleenen
wij het volgende. De Maatschappij telde over het afgeloopen jaar
573 honoraire en 15,620 gewone leden, zijnde te zamen 374 meer
dan in het voorgaand jaar, en 323 departementen, waarvan 3
nieuwe, als te Puttershoek, met 18, Buitenpost met 14 enLangewold
met 18 leden. Over het geheel bedroegen de uitgaven f 15,129.25$,
de ontvangsten f 31,242.75 Het kapitaal der Maatschappij ver
meerderde met f 11000. 58 departementen ontvingen op hunne
aanvrage eereblijken voor 110 personen.
De Maatschappij, zegt het verslag, wijdt voortdurend hare krachten
aan het onderwijs en de school. Voor voorbereidend onderwijs,
onderrigt in vrouwelijke handwerken, gymnastiek-onderrigt, voort
gezet volksonderwijs in wis- en natuurkundige wetenschappen en
aanmoediging tot getrouw schoolbezoek werd aan tien departementen
subsidie verleend ten bedrage van f 7180. Een som van f 1050
werd aan subsidiën toegekend voor volksvoorlezingen aan 13 depar
tementen. Aanvrage om subsidie van een dertigtal departementen
moest onbevredigd blijven, omdat de belanghebbenden vooralsnog
in gebreke bleven de voorwaarden te vervullen, die de wet of het
bestuur der Algemeene Vergadering aan het genot van dergelijke
ondersteuning verbonden heeft. Gelijk bezwaar geldt ten aanzien
van de Maatschappij tot Nut van den Javaan, aan wie onder zekere
bepalingen een subsidie is toegekend.
Wat aangaat de tooneelschool, ondervond de Maatschappij aan
vankelijk groote teleurstelling, doch zij is er thans in geslaagd eene
schikking te treffen met het Nederlandsch Tooneelverbond, tengevolge
waarvan het Tooneelverbond zich onder medewerking van het
Hoofdbestuur zal belasten met het verder onderrigt der nog over
geblevene kweekeüngen der Maatschappij. Voor de school is een
geschikt lokaal en directeurswoning gehuurd, een uitstekend bekwaam
kunstenaar heeft zich voor de directie bereid verklaard, een goed
en voor uitbreiding vatbaar leerplan is ontworpen, en alle maat
regelen zijn getroffen om den goeden gang der zaak te helpen
verzekeren. Het Verbond vleit zich, dat de school binnen weinige
maanden zal kunnen geopend worden. Daarna zal de Maatschappij
zich vergewissen of de instelling levensvatbaarheid genoeg bezit en
op zoodanigen voldoenden grondslag is gebouwd, dat geldelijke
ondersteuning kan worden uitgereikt.
Het verslag verwijst naar hetgeen onder de punten van beschrijving
omtrent het maatschappelijk vraagstuk voorkomt. De auteur, vanwege
de Maatschappij belast met het schrijven eener historische beschou
wing over deze zaak, was nog niet in de gelegenheid geweest aan
het verlangen tot omwerking zijner proeve te voldoen.
Enkele gedeelten van de bouwstoffen van het min of meer
omvangrijke werk over de voordeelen van den vrede, liggen gereed
op de schrijftafels der auteurs; van de handleiding voor vereeni-
gingen die in geval van ziekten, zich tegen loonderving trachten
te vrijwaren, wordt de copij binnen eenige weken verwachthetzelfde
is het geval met het geschrift over besmettelijke ziekten. In 1873
heeft elk lid der Maatschappij ongeveer 50 vellen druks in gewoon
8°. ontvangen, de kosten daarvan hebben f 15,820.88$ bedragen.
Het handelsdebiet van geschriften door de Maatschappij uitgegeven,
is opgedragen aan de uitgevers Ered. Muller te Amsterdam, J. H.
de Lange te Deventer en A. W. Sijthoff te Leiden. Herdrukken
zijn in den laatsten tijd niet noodig geweest. Kosteloos verstrekt
de Maatschappij van tijd tot tijd boekverzamelingen aan nuttige
instellingen, o. a. ook aan Nederlandsche kolonisten in Minnesota
en aan de Hollandsche bibliotheek te Chicago. De departementen
hebben meer dan 300 volksbibliotheken gesticht.
Blijkens het verslag eindelijk heeft een onbekende f 1000 ter
beschikking van het Hoofdbestuur gesteld om te worden uitgeloofd
als prijs voor: „Het beste ontwerp tot regeling van het armwezen
en tot leiding van de liefdadigheid.
In 1873 zijn tot leden van het hoofdbestuur gekozen: de heeren
mr. J. G. Gleiehman, W. E. Loman en prof. J. G. de Hoop Scheffer.
Na lezing van het verslag kwamen de punten van beschrijving
in behandeling en daarvan in de eerste plaats de voorgestelde
nieuwe wet, ontworpen door de heeren mr. M. J. de Lange, mr. J.
van Tienhoven, H. de Veer, P. van Limmik, J. C. Veltcamp Helbach,
mr. W. D. Bosch Hzn., G. P. Vroom, dr. E. Moll, mr. C. J.
Sickerz en mr. P. M. G. van Hees, en de daarop voorgestelde,
genoegzaam ondersteunde amendementen.
Over de wijze van behandeling van het ontwerp ontstond verschil
van gevoelen. Met 408 tegen 361 stemmen werd uitgemaakt, dat
de amendementen, die door de commissie overgenomen waren, niet
voor beraadslaging in de vergadering in aanmerking konden komen.
Na eene korte algemeene beraadslaging werd alzoo een amendement
Middelburg, om in art. 1 de woorden beginselen van den christelijken
godsdienst weg te laten, na ampele bespreking met 661 tegen 102
stemmen verworpen. Verder werd nog met 401 tegen 360 stemmen
verworpen een amendement van de beide Amsterdamsche departe
menten strekkende om te bepalen, dat ieder departement door afge
vaardigden uit het departement zelf moet zijn vertegenwoordigd.
Jl. Woensdag morgen werd de tweede zitting geopend en de
behandeling der onderscheidene amendementen op de voorgestelde
nieuwe wet voortgezet. Nadat eergisteren nog verworpen was een
amendement van de beide Amsterdamsche departementen, om den
termijn van inzending van voorstellen ter algemeene vergadering
te verlengen tot 1 April, werd thans behandeld een ander amen
dement van de beide Amsterdamsche departementen, strekkende
om te bepalen dat de verslaggevers der pers toegang zullen hebben
tot de algemeene vergadering, wanneer zij zich daartoe vooraf
schriftelijk bij het Hoofdbestuur hebben aangemeld. De Commissie
van wetsherziening had gewenscht dat alleen die verslaggevers tot
de vergadering zouden worden toegelaten, die daartoe door het