1874. N°. 98. Zondag 16 Augustus. 32 Jaargang, Uitgever A. A. BAKKER Cz. Binnenland. HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT ,"Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal 1.30. franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prya der Advertentiën Van 1—4 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Blken Donderdag vertrekt de mail naar Öost-Imlië vla Brindisi. Laatste ligting 's avonds 6 uur. HELDER en NIEUWEDIEP, 15 Augustus. Naar wij vernemen moet er gisteren, Vrijdag avond, een treffend ongeluk hebben plaats gehad. Tussclien Leiden en Haarlem, op de hoogte van Warmond, heeft er een botsing plaats gehad tusschen twee treinen. Bijzonderheden ontbreken geheel. De Noordsche bark Carl Johann, kapt. C. Hansen, in ballast van hier naar Lovisa bestemd, is gisteren wegens barden wind, bij het uitkruisen op de Laan gestrand. De sleepboot de stad Amsterdam, ter assistentie gerequireerd, 'mogt het niet gelukken wegens de hoogloopende zeeën bet schip af te slepen, doch is met gebroken slepers en belang rijke schade ten 8 uur in de haven teruggekeerd. De ..sleepboot Archimedes, die ook ter assistentie was vertrokken, heeft geen dienst kunnen doen. Het schip zit zeer hoog en maakt water. Door het kiescollegie der Hervormde gemeente alhier is in zijne vergadering van gisteren avond het navolgende drietal predikanten zamengesteldds. A. Jentink, te Petten; ds. A. F. Mackenstein, te Haastrechtdr. H. U. Meijboom, te Veendam. Zr. Ms. kanonneerboot de Ever is van Zuthpen naar Doesburgh vertrokken. De lust om dienst te nemen bij de marine was bij onze Zutphensche jongens niet zeer groot, zoodat er slechts één zich verbonden heeft. Met zekerheid kunnen wij melden, dat Donderdag jl. (en niet zooals gemeld is vroeger) de heer Heemskerk naar Montreux vertrokken is om met Z. M. te confereeren. Jl. Dingsdag vierde de heer S. den Elze zijn zilveren feest als R. K. priester en pastoor in de gemeente Beemster. Algemeen, zoowel bij Protestanten als bij Catholieken, was de deelneming in het voorregt, den geachten jubilaris te beurt gevallen. Overal wapperde de vaderlandsche vlag. In den loop van den dag kwamen verschillende corporatiën hem hunne gelukwenschingen brengen. Op het erf naast de pastorie was eene groote, prachtig versierde tent opgerigt, waarin de bezoekers ruimschoots op ververschingen werden onthaald. Het muziekkorps der dienstdoende schutterij uit Purmerend kwam in den namiddag het feest opluisteren en des avonds werd er een vuurwerk afgestoken. Aan de jl. Dingsdag middag, ter gelegenheid der kermis te Noordschermeer gehouden harddraverij is met 12 paarden deelgenomen. De prijs, een kristallen fruitschaal met 2 compottes, op zilveren voet, ter waarde van f 90, werd behaald door de Kol, bereden door den eigenaar J. Koster, te Beemster. Om de 2 premiën, de eerste een zilveren inktkoker met pen, de tweede twee kristallen botervlootjes met zilveren knoppen, bleven ten slotte in de baan de Burgemeester, toebehoorende aan G. Rijnders, te Hugowaard, bereden door J. Groot, landbouwer aldaar, en de Vlieg, toebehoo rende aan G. Eecen, te Oud-Karspel, bereden door zijn zoon C. Eecen. De eindelijke uitslag was dat de Burge meester het inktstel en de Vlieg de botervlootjes bemagtigde. Op de jl. Woensdag te Hoorn gehouden gewone jaarlijksche paardenmarkt waren aangevoerd 140 paarden; de handel was matig; er worden nog enkele koopen gesloten Tan f 600 a 700. Op ruim 70jarigen leeftijd is jl. Woensdag te Leiden overleden de heer A. H. van der Boon Mesch, emeritus- hoogleeraar in de wis- en natuurkunde aan de Leidsche hoogeschool. Jl. Woensdag avond sloeg de bliksem te Noordwijk in een huis, bewoond door een landman en ziin gezin. De bliksem ging door drie vertrekken, veroorzaakte geen brand, doch rigtte groote schade aan. In een dier ver trekken waren man, vrouw en kinderen allen aanwezig, doch niemand bekwam eenig letsel. Nadere berigten omtrent het voorgevallene in de Oranjekazerne te 's Hage luiden als volgt: „Een jager die, eenigszins door den drank beneveld, de kazerne binnenkwam, ging naar zijn kamer, greep daar een Beaumont-geweer en twee pakjes patronen, en begon op zijn kameraden te vuren. Een kogel passeerde langs het oor van een grenadier en twee tusschen de beenen van twee andere militairen, gelukkig zonder letsel te ver oorzaken. De man ging door met vuren, maar een onder officier, die zich op de galerij boven hem bevond, greep het wapen bij de bajonet; het raakte uit de handen van den jager en viel naar beneden. Van alle zijden schoten nu manschappen toe en bragten den beschonkene achter slot en grendel. In 't geheel zijn door den man 6 a 7 schoten gedaan, zoodat het een wonder mag genoemd 1 worden, dat er geen dooden of gewonden gevallen zijn. In langen tijd was niets van het standbeeld van i Thorbecke vernomen; thans wordt berigt, dat het model I in gips bij de firma Enthoven, te 's Hage, is aangekomen. I Ir. de fabriek dezer firma zal het beeld in metaal gegoten I worden. Jl. Dingsdag vierde de heer L. C. Spoorman, pastoor bij de R. O. gemeente te Dordrecht, het 25jarig feest zijner priesterwijding. Van vele kanten werden hem bewijzen van belangstelling gegeven en geschenken aangeboden. Zijnerzijds 'werd op dezen dag aan de kerk een keurig zilveren vergulde cibori in gothischen stijl geschonken. Bovendien werden ook de R. C. armen door ZEw. bedacht met een bedeeling in brood en vleesch, terwijl op een anderen dag de schoolkinderen zijner gemeente door hem zullen worden onthaald. Jl. Dingsdag ten 2 ure zijn de veldbataillons van het 4de en 7de reg. infanterie in de legerplaats bij Milligen aangekomen, ten einde vereenigd met artillerie en cavallerie manoeuvres op groote schaal uit te voeren. Een der cantinières, behoorende tot het 4de reg., moest, marcherende van Scherpenzeel naar het kamp, te Barneveld wegens bijzondere omstandigheden achterblijven. Vóór de troep echter zijn bestemming had bereikt bragt een ordon- nance het vreugdevol berigt, dat de sterkte aan kinderen bij dat korps met één was vermeerderd. Vrijdag zouden de miliciens der ligtingen 1870, 1871 en 1872, die den 12den te voren ouder de wapenen moesten opkomen, mede het kamp betrekken. Het weder is zeer buijig. Jl. Woensdag morgen vertrokken van Zwolle de heeren J. M. van Nieuwland, commissaris, en F. Ladama, inspecteur van politie te dier stede, om op last onzer regering van het Fransche gouvernement te Duinkerken over te nemen den voormaligen directeur der Overijsselsche bank Jacob Wolff, om hem van daar naar het huis van burgerlijke en militaire verzekering te Zwolle over te brengen. De oogst der veldgewassen te Meppel loopt tot nu toe, wat de kwaliteit betreft, zeer voordeelig; het hooi, hoewel niet ruim in voorraad, (vandaar de hooge prijzen) is uitmuntend gewonnen; winterrogge komt onverlet bin nen 't beschot valt niet tegen. Boekweit en aardappelen staan tamelijk goed; men verwacht van beiden een mid- delmatigen oogst. Herfstvruchten, knollen, spurrie en kla ver, allen voor veevoeder, beginnen goed aan te komen haver en gerst, op vele plaatsen met veel verbouw, levert gewenschte resultaten. In de provincie Drenthe heerscht thans eene ziekte onder de varkens, waaraan reeds eene menigte dezer dieren zijn gestorven. Zaturdag 20 Junij jl., des ochtends ten 4| ure, heeft men te Cura^.ao een schok van aardbeving ondervonden. De schok was vrij hevig, doch duurde slechts weinige seconden. Naar men heeft opgemerkt, was de rigting der aardschud- ding van het oosten naar het westen. Uit Parijs meldt men o. a. aan het Handelsblad, dd. 4 dezer: „Parijs blijft toch altijd eenig en onweerstaanbaar, schoon en verlokkend bij uitnemendheid. Alles, wat men er doet gebeurt met gratie en smaak behalve de faits et gestes der Nationale Vergadering. Toen zelfs de garens van een café-chantant in de Cham ps-Elyseés ons dezer dagen door een zeer slimme manoeuvre op een paar stoelen hadden doen plaats nemen, die wij als de zetels van da bezoekers tegen 1 frank in vertering beschouwden en het naderhand bleek, dat juist voor die gereserveerde plaatsen 3 frank gerekend werd, verontschuldigde men zich zoo beleefd en keurig, dat wij bijna geëindigd zouden zijn met hun weder- keerig onze excuses aan te bieden. Vooral het: „ces messieurs nous ont fait 1'honneur de s'asseoir sur ces fauteuils," zoodat het nu onmogelijk zou wezen minder dan 3 frank aan te nemen, was onbetaalbaar. De eenige onbeleefde man te Parijs is de koetsier die amper bedankt als ge hem 40 centimes fooi voor een rit van 1 fr. 50 centimes geeft. Doch ligt hier niet meer de schuld aan het publiek, dat hem verwend heeft? „In 1864 gaf men een koetsier voor een rit nog 20 centimes," zoo vertelde me een aardig Parijzenaar. „In 1867, het jaar der wereldtentoonstelling, kwam 25 centimes reeds in zwang. Toen de koetsier daarvoor niet eens bedankte, gaven de gullen 30 en toen hij ook zelfs daarvoor geen teeken van dankbaarheid toonde, stopten de dwazen hem 40 centimes in de hand. En nu geeft men reeds 50 centimes en gaat het allengs zóó ver, dat de gansche Fransche rente weldra in fooijen zal uitgegeven worden." Trouwens, wij Hollanders zijn er min of meer aan gewoon en de onbeschoftheid onzer koetsiers kan gerust met die der Fransche wedijveren. De conducteurs der spoortreinen daarentegen beoefenen die echte Fransche beleefdheid welke u zoo aangenaam aandoethet welluidend en vriendelijk „en voiture, messieurs!,/ maakt een geheel anderen indruk als het barsche en bevelende: „einsteigen" der Noordduitsche conducteurs. Te Quéry wordt tegenwoordig uwe bagage nagezien, met eene welwillendheid, alsof Frankrijk zich om geen inkomende regten bekommerde. Een beambte schrijft voor den vorm uw naam en woonplaats op een beduimeld vel papier, en verschaft u hierdoor in een oogwenk den toegang tot den restaurant van het grensstation, waar ge vrij beproeven moogt binnen 15 minuten een diner verorberen. De man aan het buffet is de conducteur van het spoorweg diner, de weêrgalooze tijdwijzer. Naauwelijks hebt ge uw potage genuttigd, en somt de pardon n al de schotels op, of ter geruststelling roept de man aan het buffet, dia uw aarzeling zietencore douze minutes 1 De groenten komen aan, zij lagchen u toe, maar ge vreest, dat de tijd u zal ont breken. Aan 't buffet worden nu negen vingers opgeheven en roept men: encore neuf minutes! Telkens is het signaal aan het buffet in verband met den loop van het diner, tot eindelijk, bij het aanbieden van de koffij, de hand nog drie vingers opheft, en troostend verzekerd wordt: nog drie minuten. Parijs mist min of meer zijne vroegere levendigheid. Alle winkels zijn open, schitterend en met dien fijnen smaak uitgestald, waarvan men ginds het geheim bezit; alle koffijhuizen en restaurants lokken u door hun vonkelend spiegelglas en rijk verguldsel, hun drukte en zachte divans; maar toch bespeurt men spoedig, dat het meerendeels vreemdelingen zijn, die de plaatsen vullen, en dat de ont zaggelijke levendigheid der Boulevards van vroeger, veel verminderd is." Een zondehlinge weddingschap. In het Journal des Eaux bonnes leest men, dat de gids Orteig eerstdaags te Arcac'non moet dienst doen in een weddingschap van 10,000 fr., door twee inwoners uit Bordeaux aangegaan. Hij moet met een student in de medicijnen een wedloop met hindernissen houden. Volgens het programma moeten de beide wedloopers 100 achtereenvolgende keeren over een barrière, 11 meter hoog, springen en daarbij 50 eijeren dragen. Vervolgens moeten zij, beladen met een gewigt van 50 kilogram, 40 eijeren, elk op een afstand van een meter op den grond gelegd, oprapen en in een daar aanwezigen mand brengen. Deze zonderlinge wedstrijd zou in Oct. worden gehouden, doch Orteig heeft verlangd dat de datum vervroegd zou worden, omdat hij zich verbonden had omstreeks dien tijd gedurende drie maanden met den „graaf de David," een Hollandsch edelman, die onlangs van Amsterdam naar Parijs liep, in het noorden van Europa te wandelen. De heer L. C. A. de Wit, die hiermede zeker bedoeld wordt, heeft, zoo men ziet, in Frankrijk zijn sporen reeds verdiend. Iets over Atsjin. Aan de KI. Crt. ontleenen wij den volgenden brief van een niet- oflicier. De eenvoudige doch flinke toon maakt de opname voor menigeen, die belangstelt in het expeditie-leger, belangrijk Dierbare Ouders! Volgens mijne belofte neem ik de pen op, om u, mijne zoo dierbare vader en moeder, eenige letteren te schrijven. zult u niet kunnen voorstellen met welke blijdschap of ik deze letteren schrijf. U moet dan weten; dat ik op expeditie ben geweest, namelijk de tweede expeditie tegen het rijk van Atsjin, alwaar de Hollandsehe vaandels prijkten tegenover zoo een hardnekkigen vijand. Nu, dierbare ouders, u moet ik dan melden, dat ik daar van alles mijn portie wel heb mede gehad. Ik was pas drie dagen op 's vijands grond, toen ik werd aangetast door de cholera Daarvan door Gods goedheid gelukkig genezen, kreeg ik nog eens eene aanmaning van de Atsjineesche koorts, die mij niet vet uit het hospitaal liet gaan. Daarna zijn wij 12 Febr., na mijne ziekte, des morgens om vier ure uitgerukt van ons hoofdkwartier in volle marsch-tenu. Wij waren zoo wat twee uur van ons hoofd-bivouak verwijderd, toen er een luitenant en kapitein der artillerie doodelijk gewond werden. Toen was het pas zes uur, wij hadden nog geen vijand gezien, en wij bleven tot acht uur m aanvalsbeweging plat in den modder liggen. Daar eindelijk werden wij van drie zijden beschoten en wel zoo hevig, dat het van kogels regende. Toen begon de grap en het was een gebulder van onze zijde en van die des vijands. Men kon niet tegen elkander spreken. Dat heeft twee uren geduurd totdat wij de vijandelijke benting in beslag hadden genomen. Dat was dadelijk een hoera en natuurlijk dadelijk ook een extra oorlam. Toen kregen wij een paar uren rust en daarna begon het weer op nieuw en dat heeft geduurd tot 's avonds zes uur. Na wederom twee uur gerust te hebben, gingen wij naar huis, waar wij 's nachts om half twaalf uur aankwamen, dood vermoeid, dat zult u wel kunnen begrijpen. Het verlies dat wij van onzen kant hadden, werd berekend op veertig dooden en gewonden, maar dat des vijands werd geschat op twee duizend. Toen wij in hunne versterking binnenrukten, lagen die vuile kerels, hier veertig, daar twintig enz., op den grond, maar ze hadden allemaal den geest gegeven."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 1