1874. N°. 101. Zondag 23 Augustus. 32 Jaargang. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Binnenland. HELDERSCliE EN NIEUWEDIEPER COURANT. ,,W ij huldigen het goede." Verschijnt Uinghdag-, Donderdag-en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal 1.30. franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163, Prijs der Advertentiën Van 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. lülkcn Donderdag vertrekt de mail nanr Oost-Indië via Brindisi. Laatste ligting 's avonds 6 uur. VERGADERING van den RAAD der gemeente ANNA PAULOWNA, op Diiigsdag den 85 Augustus 1874, des namiddags ten 2 ure. Anna Paulowna, 21 Augustus 1874. De Burgemeester, C. E. PERK. Onderwerpen ter behandeling 1. Vaststelling Gemeente-rekening 1873. 2. Vacature Hulponderwijzer. 3. Aanbieding Gemeente-begrooting 1875. 4. Mededeeling ingekomen stukken. HELDER en NIEUWEDIEP, 22 Augustus. Zr. Ms. schroefstoomschepen Pontianak en Bandjermassing, zijn den 19 dezer te Aden aangekomen. Alles wel. In de op jl. Donderdag gehouden vergadering der afdeeling Helder van het Nederlandsch Onderwijzers- Genootschap hield de heer A. J. Leijer eene voordragt over de drukking van vloeistoffen. Spreker verduidelijkte het gesprokene door onderscheidene wèlgeslaagde proeven. Op 1 Sept. zal de groote jagt in Noordholland worden geopend. Jl. Donderdag werd aan het lokaal van het provin ciaal bestuur te Haarlem aanbesteedhet maken van eene terp en den onderbouw van eene school en onderwijzers- woning te Marken. Aannemer de heer P. Brugman, te Alkmaar, voor f 12,600. De gemeenterekening te Schagen over het jaar 1873 slnit in ontvangst met f 35,826.431, en in uitgaaf met f 30,197.27; alzoó met een voordeelig saldo van f 5629.16|. De rekening van de banne en polder Schagen over het jaar 1873, bedraagt in ontvangst f 29,040.62, en in uitgaaf f 26,675.101, alzoo met een voordeelig saldo van f2365.511. Te Alkmaar overleed dezer dagen, in den ouderdom van 70 jttreri, débeerjhr. D. C. de Dieu Fontein Verschuir Tentoonstelling van Zauiilandsche Oudheden en merkwaardigheden. Glimlach niet, lezer, om de benaming „Zaanlandsche oudheden" al klinkt zij u vreemd in de ooren. Yan Grieksche en Romeinsche, van Nederlandsche oudheden hebt ge vaak gehoord, maar ge vindt het wat kras van Zaanlandsche te spreken. Om oudheden op te leveren moet een plaats oud zijn en een geschiedenis hebben gehad, maar de Zaanlanden!.... De Zaanlandsche dorpen zijn van betrekkelijk jonge, enkele van zeer jonge dagteekening en deden het eerst van zich spreken toen hunne inwoners als vrijbuiters de gehate Spanjaarden bekamptenvoor het overigehet kortstondig verblijf van Czaar Peter en „Stiers wreedheid" te Zaandam, en de geschiedenis der Zaanlanden is voltooid. Indien niet anders dan de daden der vorsten, veldslagen en belegeringen tot de geschiedenis mogen gerekend worden, dan is zeker die der Zaan- landers tamelijk arm en spoedig geschrevenmaar indien wij ook het leven des volks, de ontwikkeling of achteruitgang van handel, nijverheid, scheepvaart, onderwijs, kunst en wetenschap, van welvaart en beschaving tot de geschiedenis brengen, en het er voor houden dat zij zich inzonderheid daarmede behoort bezig te houden, dan kan het niet twijfelachtig zijn of de Zaanlanden hebben eene zeer belangrijke geschiedenis. De Zaanlandsche schrijver Honig dacht er gewis zoo over toen hij, als vrucht van veeljarige nasporingen, „de Geschiedenis der Zaanlanden" in twee dikke deeleu beschreef en later nog twee andere deelen „Historische Oudheid- en Letterkundige Studiën" in' het licht gaf. Aantrekkelijk moest het hem, den volblued- Zaanlander, zijn, de lotgevallen te beschrijven van al die gemeenten, welke in uitwendig voorkomen, in zeden en gewoonten en in mid delen van bestaan der inwoners geheel afwijken van andere Noord- hollandsche gemeenten, en haar eigenaardig cachet lang bewaard en zelfs nu nog niet geheel verloren hebben. Te meer moest dit hem boeien als hij de groote beteekenis naging, welke die gemeenten voor den Nederlandsehen handel en nijverheid bezitten, en zich den hoogen rang voor den geest riep, welke zij vroeger in dit opzicht en niet minder op het gebied van scheepsbouw en zeevaart innamen; een rang zelfs in het buitenland, in het verre Rusland zoo erkend, dat de kerschepper van dal rijk tot voorbereiding zijner hervormingsplannen niet beter ter school vrist te gaan dan te Zaandam. De welvaart kweekte weelde en kunstliefde aan „de Zaan", welke kunstliefde zich op eigenaardige wijze uitte door zelfs de eenvoudigste voorwerpen van huiselijk gebruik met schilder- en snijwerk te versieren. Veel wat de Zaanlanden en de Zaanlander» eertijds kenmerkte van Ileilo, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Binnen kort zullen dns de Provinciale Staten van Noord holland een buitengewone vergadering moeten houden tot verkiezing van een lid van genoemde Kamer. Te Enkhuizen is tot lid van den gemeenteraad verkozen de heer A. L. van Slogteren, met 140 van de 187 uitgebragte stemmen. Te Amsterdam is zekere W. Volkers gearresteerd, die, naar men zegt, tot een bedrag van f 60,000 valsche wissels in omloop heeft gebragt. In tegenwoordigheid van Koning Leopold van België is jl. Maandag te Antwerpen een aanvang gemaakt met de vernietiging van de zuidelijke citadel, die, voor 300 jaren door den hertog van Alva gebouwd, bij ons Nederlanders vooral bekend is geworden door de verdediging van Chassé en die thans, als een hinderpaal voor de verdere uitbreiding van Antwerpens handel, geslecht zal worden om plaats te maken voor nieuwe handelsterreinen. De verslaggever van het Handelsbl. geeft van deze merk waardige gebeurtenis de volgende beschrijving: Nooit in mijn reportersleven heb ik iets dergelijks, iets meer treffend en aangrijpend gezien. Duizenden en duizen den menschen stonden in de nabijheid van de wallen. In de gereserveerde ruimte de élite van Antwerpens burgerij, de heeren staande, de dames op de tribunes. Op de wallen geen levende ziel. Hier en daar genie-officieren en soldaten, die mijnen zullen doen springen. Daar komt de koninklijke familie. Onder een oorverdoovend gejuich neemt zij plaats op de groote tribune, de burgemeester houdt een speech, gelijk aan alle speeches, maar waarin hij wel degelijk deed uitkomen, dat het vestingwerk, dat zoo dadelijk zou ver dwijnen, plaats zou maken voor grootsche inrigtingen voor den handeleen historische terugblik ging vooraf. Leopold, die met gemalin en dochter aanwezig was, beant woordde de speech en stak daarna de spade in den wal van het werk, dat ter vernieling was bestemd. De hoera's trilden door de lucht. Een sein wordt gegeven. De trompet klinkt en tot vijf malen toe vallen de hoornen als spaan ders, vliegen de wallen uiteen, vallen de muren om en telkens als de hoos van puin en steenen, die huizenhoog de lucht doorklieft, neder is geploft, klinken weder de hoezee's en hoera's, eindeloos, vol geestdrift, vol opwekking, kreten vol hoop in de toekomst, vol verwachting in den vooruit gang. Daartusschen donderen kanonnen van de forten, de militairen hebben de chakots op de geweren, de dames en er langer dan elders aan den invloed van den tijdgeest weerstand heeft geboden, is reeds verdwenen, en wat er nog overig is dreigt voor de nieuwere behoeften en begrippen eerlang geheel te zullen wijken. Maar ook veel wat aan vroegere toestanden en gebruiken, aan de voormalige bronnen van bestaan, aan voorgevallen gebeurte nissen en aan bijzonderheden uit het familie-leven herinnert is nog voorhanden, hier als kunstwerk of zeldzaam en kostbaar voorwerp op de eereplaats gezet, daar als oud en thans onbruikbaar artikel in kasten of op zolders weggeborgen. Dat alles tijdelijk bijeen te brengen en in het volle daglicht ten toon te stellen, en aldus een aanschouwelijk beeld te geven van de geschiedenis der Zaanlanden en van het openbaar en huiselijk leven der Zaanlanders, stelde de commissie zich voor, toen zij het plan ontwierp voor de thans geopende tentoonstelling. De reeds genoemde geschiedschrijver Honig was bij zijn leven het denkbeeld der commissie reeds vooruitgeloopen, door het bijeen brengen eener allerbelangrijkste collectie over de Zaanlanden. Wat daarover in prent of in druk verschenen was had hij nagenoeg volledig verzameld, en bovendien tal van schilderijen, teekeningen, handschriften en voorwerpen van verschillenden aard. Aan zijn spoorslag, aan zijne historische studiën, aan de door zijn pogen opgewekte belangstelling mag het tot stand komen der tentoonstelling dank geweten worden, het door hem verzamelde zijn oudste zoon is de secretaris der commissie maakt er een aanzienlijk gedeelte van uit, en terecht is er een groot en fraai portret van hem opgehangen als een hulde aan de nagedachtenis van den man, waaraan „de Zaan" zooveel verplichting heeft, eene verplichting welke, nu de nawerking van zijn bestendig streven blijkt, misschien nog meer dan bij zijn leven erkend wordt. Was de eolleotie-Honig aanvankelijk het pièce de rdsistance der commissie, hare uitnoodigitig tot veelzijdige medewerking bleef niet onbeantwoord; van alle kanten droeg men bij om de tentoonstel ling te doen slagen, om haar compleet, fraai en belangrijk te maken. Rijken en minvermogenden, particulieren en genootschappen, gemeente-, kerk- en armbesturen, allen beijverden zich om wat van het verleden kon getuigen te voorschijn te halen en, hoe pre cies ook, aan de commissie toe te vertrouwen. De inzage van den catalogus, een net gedrukt boekdeel v m 142 bladzijden, getuigt in 1540 nommers van die algemeene medewerking. Inzonderheid is ook op prijs te stellen die van het gemeentebestuur van Zaandam, dat de gausche bovenverdieping van het stadshuis, de raadzaal daaronder begrepen, voor den duur der expositie 2 maanden plus stellen en opruimen ien gebruike afstond, en dus de bijeengebrachte voorwerpen een verblijf verleende in het treffelijkste en meest geschikte gebouw dat in de Zaanstreken te vinden is. Over het werk der commissie is slechts een roepzij heeft zich van de haar geheel vreemde taak uitstekend gekweten, alles is met overleg en smaak gerangschikt. Het was voorwaar geen geringe wuiven met de zakdoeken, alles jubelt en juicht, daar dit tooneel van vernieling een schrede tot vooruitgang is. Prachtig is de aanblik als de soldaten dadelijk post vatten op de puinhoopen van de verwoeste werken en als het ware den triomf vieren van de vernielingsmethode der negentiende eeuw. Zoo eindigde een tafereel, dat ik niet zal vergeten. De rede des heeren Wertheim, bij de viering van het tienjarig bestaan van het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, was een meesterstuk, een waar juweel van vorm en inhoud. De schets van het karakter, van het ik van wijlen dr. Sarphati was zoo getrouw mogelijk en op uitstekende wijze teruggegeven. Aan het slot werd mede gedeeld dat er plan bestaat een standbeeld op te rigten voor Sarphati, waartoe de medewerking van allen zal worden ingeroepen. Voorts bestaat plan in de groote zaal van liet Paleis een orde op te rigten, en het 600jarig bestaan van Amsterdam in Oct. 1875 te vieren. Den heer Jan Eduard de Vries werd hulde gebragt voor hetgeen hij voor het Paleis gedaan heeft en doet, evenals aan allen die direct of indirect tot den bouw en de stichting hebben medegewerkt, Z. K. H. Prins Frederik niet te vergeten. Weer is in het gesticht Meerenberg een eigenaardig en goed geslaagd feest gevierd, 't Gold eene hulde aan den heer dr. C. J. van Persijn, directeur, eersten geneesheer van het gesticht. Hem werd een feest bereid waarbij alle patiënten, wier toestand eene uitspanning veroorloofde, waren ultgenoodigdeen gedeelte hunner vormde een gecos- tumeerden optogt, waarbij onderscheidene bekende personen voorkwamen, onder anderen Prins Bismarck, met de eene hand in een doek gewikkeld. De dag werd verder in groote opgewektheid voor de patiënten o. a. met volks spelen doorgebragt. De commissie die zich van hare taak zoo uitnemend heeft gekweten, bestond uit de heereu geneeskundigen dr. Moll en dr. Smit, den predikant Wijs, de heer Dudok de Wit, van Amsterdam, en den heer onderwijzer Bertel, bijgestaan door de dames Wijs en de Coole. Dat eenige dagbladen, niet voldaan met de treurige spoorwegramp bij Warmond in extenso te hebben raeêge- deeld, nog eenige nabetrachtingen leveren over heeren die nadat het ongeval had plaats gehad, naar hun hoed zochten of, te huis komende, ontdekten een verkeerden hoed op te hebben, is een vrij onschadelijk genoegen. Erger is 't wanneer er onwaarheden door de pers worden uitgestrooid om de ramp zoo mogelijk nog donkerder te kleuren dan arbeid de verschillende inzendingen in een elftal localen zóó te verdeelen, dat alle voorwerpen behoorlijk geplaatst en verlicht en dat de verschillende rubrieken geseheiden en de soortgelijke arti kelen bijeengebracht waren, zonder dat eentoonigheid den toe schouwer vermoeide. Zij heeft deze klip met tact weten te ontgaan en bovendien voor verrassingen gezorgd, welke den aangenaamsten indruk teweeg brengen en de bezoekers ten zeerste boeien. Wij hopen daarop in een nader schrijven terug te komen. De catalogus mag een model genoemd worden en niet te gelijk met de tentoonstelling verdwijnen. Hij bevat eene nauwkeurige en volledige bibliographie over de Zaanlanden, eene massa historische toelichtingen en bijzonderheden, opschriften en versjes, welke voor de kennis van vroegere zaken en personen van het hoogste belang te achten zijn. De eerste oplaag van 2000 exemplaren is reeds uitverkocht en een tweede verschenen. Het doel van dit schrijven is de aandacht op de Zaanlandsche tentoonstelling te vestigen en tot een bezoek er van op te wekken. Maar des Zondags mogen wij niemand aansporen de bezichtiging te beproeven, de groote menigte bezoekers (1.1. Zondag 1825) maakt dit zoo goed als ondoenlijk. Een reisje naar de Zaan loont boven dien de moeite. De reizigeis uit het noorden van ons gewest begeven zich doorgaans over Haarlem of langs het Kanaal naar de hoofdstad, en missen daardoor de schoone vaart langs de tusschen nette en bevallige woonhuizen en tuinen en tal van fabrieken zich slingerende seheeprijke rivier, „de soetvloeyende Sane." Toch is een watertochtje daarop een heerlijk genot en eene wandeling door Zaandam en de daarmede schier samenhangende dorpen, waar nog menig Zaausche met lofwerk versierde gevel onze aandacht trekt, waar schoone, van bliemperken omgeven woonhuizen en kloeke gestichten van welva..rt en rijkdom getuigen, en waar élk onbebouwd plekje een uitzicht aanbiedt op het met molens bezaaide „veld", even aangenaam. Al die wentelende molenwieken geven u een denkbeeld van bedrijvigheid, als ware de gausche Zaanstreek éóne groote fabriek. Voorwaar, het meeste wat ons vaderland merk waardigs en schoons oplevert, kunt gij in het buitenland grooter en grootscher wedervinden, maar „de Zaan" is zoo eenig in Europa als in Nederland. Maakt er dus kennis mede, vooral nu eene buitengewone en niet wederkeerende aanleiding u roept. Laat u niet afschrikken door hetgeen gij weieens van de „stijve" Zaan- kanters gehoord hebt, hunne stijfheid behoort tot de overleveringen. Gij zult er gemakkelijke eu beleefde menschen vinden, schoone vrouwen en wakkere mannen, kooplieden op en top, steunpilaren der Amsterdamsche beurs. Geloof vrij, dat zij altijd gereed staan waar een voordeel te behalen is, maar niet, dat zij voor niets dan hun voordeel hart hebben; hoe zou anders de tentoonstelling, waarover wij u onderhouden, tot stand gekomen zijn, de onder neming, die van gansch andere en betere gezinJlieden spreekt dan van zucht tot gewin alleen?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 1