Binnenland. Benoemingen, enz. obligatiën, al bedraagt het daarvan slechts 1 percent plus de opcenten. Men leent, onder onderpand een vast goed, om in het bezit ervan en dus van een middel tot levens onderhoud of tot welvaart te geraken, en behalve de be lasting, welke men van de koopsom schuldig is, moet men er nog een van de leensom betalen. Of men leent uit geldelijken nood, om zich voor verderen achteruitgang, voor dreigenden ondergang zoo mogelijk te bewaren, hopende door verdubbelde zuinigheid en vlijt nog eenmaal het ver pande goed te zullen kunnen vrijmaken, en men moet beginnen met een deel van het geleende geld in de schatkist te werpenSpreek nog van geluk, indien uw geldschieter genoegen neemt met het beding om de leening niet binnen 5 jaren op te zeggen, want anders zult gij wellicht al eerder naar een anderen omzien en op nieuw uw smartelijk offer aan den lande brengen moeten. De heer van Eek, hypotheekbewaarder te Hoorn, schat den gemiddelden duur der in de laatste jaren in zijn arrondissement tot stand gekomen hypotheken op niet langer dan zes jaren. Wij spreken hier niet afzonderlijk van de rechten van inschrijving der vaste goederen en hypotheken, die veel minder bedragen dan de besproken registratierechten, maar strekken tot vermeerdering van het al zoo hooge aan het Bijk verschuldigde bedrag. De bezwaren tegen de door ons besproken belasting zijn van vele zijden erkend, en meermalen is de wenschelijkheid betoogd om den eigendomsovergang en de beleening van vaste goederen minder te bemoeilijken en kostbaar te maken. Wij behoeven slechts te verwijzen naar het „Handboek van praktische Staathuishoudkunde" van denhoogleeraarVissering. Nog dit jaar werd de afschaffing der rechten besproken en verlangd in de Yereeniging voor de Statistiek, het Land- huishoudkundig Congres, de Geldersche en de Noordhol- landsche Maatschappijen van Landbouw. In de te Dordrecht gehouden algemeene vergadering van laatstgenoemde Maat schappij werd, na eene belangrijke rede van den heer van Eek, het voorstel aangenomen der afdeeling Hoorn, om aan de hooge regeering den wensch te doen kennen van ver vanging der rechten op den overgang onder de levenden van en van het hypothekair verband op het onroe rend goed, door verhooging der grondbelasting. Nevens een verzoek tot afschaffing van belasting werd alzoo ook een equivalent aangewezen, en, pleiten er, wegens de zeer toegenomen waarde der bezittingen, vele redenen voor eene verhooging der weinig drukkende grondbelasting, wij achten het van belang, dat eene uit grondeigenaars en grondge bruikers bestaande Maatschappij die verhoogingter vervanging- der lastige en bezwarende rechten aanbeveelt. De schatkist behoeft dan geene schade te lijden, de goederen in de doode hand dragen mede hun behoorlijk deel bij in de algemeene behoeften, en de kleine, min voorspoedige bezittingen in vast goed brengen niet naar evenredigheid veel meer aan het Eijk op dan de groote en voorspoedige, de lusten en de lasten aan den eigendom verbonden worden gelijkelijk gedragen, geene privilegiën, genoten. De afschaffing der hypotheekrechten zou vergezeld moeten gaan van eene wetsverandering, waardoor het van eigenaar ver anderen van eene hypothekaire obligatie mogelijk en even ge makkelijk werd als van andere geldswaardige papieren. Voor den kapitalist heeft het leenen van geld op hypotheek het bezwaar, dat hij zijn daarvoor verkregen effect niet ieder oogenblik dan realiseeren, maar daarvoor aan een termijn gebonden is, terwijl zijne opzegging zijn debiteur allicht in ongelegenheid brengt. Door de opheffing van dit bezwaar, zou zeker het geld nog ruimer dan tot nu toe voor hypo theken beschikbaar gesteld en minder in vreemde fondsen belegd, en alzoo het algemeen belang bevorderd worden. HELDEE en NIEUWEDIEP, 20 October. Naar men verneemt, zullen a. s. Vrijdag aan de gede coreerden ter zake van de krijgsbedrijven bij de eerste en tweede expeditie tegen Atsjin, de eereteekenen aan boord van het wachtschip alhier door den vice-admiraal Gregory worden uitgereikt, 's Namiddags zal den gedecoreerden in het Directie-huis der Marine een diner worden aan geboden. Plannen worden ontworpen tot droogmaking van het Wieringermeer, een watervlakte tusschen het eiland Wie- ringen en den West-Frieschen zeedijk tot Medemblik. Voorloopig wil men 20,000 hectaren indijken. De bezwaren zijn alleen van financiëelen aardhet werk zou f 53,500,000 moeten kosten, waarvan 6 raillioen voor renteverlies ge durende den aanleg. De provincie Noordholland en het Eijk zullen minstens een subsidie van 5 millioen moeten toestaan. In het vervolg van tijd zal de aangewonnen grond ruimschoots de kosten vergoeden. Bij zeer uitgewerkt rekest hebben de ontwerpers reeds aan de provincie een subsidie van 1 millioen aangevraagd, te betalen in 10 jaren. Tot opperrabijn voor Noordholland is jl. Zondag in de ressortale districts-vergadering te Amsterdam gekozen de heer dr. J. H. Dünner, rector aan het Nederl. Israël, seminarie aldaar. Bij de laatstgehouden harddraverij te Zandpoort, is de bekende harddraver Snel, van den heer C. Bulk, te Leimuiden, voor f 1625 overgegaan in handen van den heer E. te Botterdam. Jl. Zondag overleed te 's Hage in 75jarigen ouderdom de heer J. Zegers Burnet, oud-referendaris bij het depar tement van Marine. De Haagsche vereeniging tot bescherming van dieren heeft eene oproeping gerigt tot stad- en landgenooten, om hen aan te sporen tot het lidmaatschap toe te treden. In 1864 opgerigt, zijn thans meer dan negen honderd stad- en landgenooten tot deze vereeniging toegetreden, terwijl ook te Amsterdam, Utrecht, Haarlem en Leiden dergelijke vereeuigingen ontstonden. Ook bij de onderwijzers der jeugd vonden de oprigters meer en meer medewerking en dientengevolge kwamen in onderscheidene plaatsen des lands onder de aan hunne zorg toevertrouwde kinderen ver- eenigingen tot stand. Jl. Vrijdag avond is te Botterdam brand ontstaan in eene partij vaatjes harst, die opgestapeld lagen aan de Vlugthaven (Westplein); verscheidene spuiten zijn den brand meester geworden. De schade berekent men op f 12,000. Uit Eijnsburg wordt gemeld„Begunstigd door het weder, worden de landbouwwerkzaamheden met den meesten ijver voortgezet. Thans is men druk bezig met het poten van bloembollen en het zaaijen van winterkoren. Sedert geruimen tiid was men werkzaam de uijen in te zamelen terwijl ongeveer 12000 hectoliters naar Engeland zijn ver zonden. Het late bloemkoolgewas begint meer tot rijpheid te komen, en zoo de vorst niet spoedig invalt, belooft dit een goeden oogst. Hoewel de aftrek van ingelegde bloemkool gedurende den loop dezes jaars veel te wenschen overliet, gaat men toch met het inleggen van dit product voort. De overige koolsoorten staan schoon te veld, alsook peen, mangelwortelen, rapen, knollen, enz. De weilanden zijn nog goed van gras voorzien. Ook geniet het vee een volkomen gezondheid. In de te Utrecht gehouden vergadering der Vereeniging tot afschaffing van sterken drank is eene commissie benoemd tot herziening der statuten. Daarover is eene breedvoerige beraadslaging gehouden. Ten laatste werd het voorstel ter benoeming eener commissie, die een ontwerp van herziening leveren zou, met 47 tegen 2 stemmen aangenomen. Tot leden dier commissie werden benoemd: de heerer. C. S. Adama van Scheltema, van AmsterdamH. J. van Lummel, van Utrecht; A. van Toorenenbergen, van GroningenH. J. Breijer, van Arnhem, en H. Zeeman, van Haarlem. Deze benoeming geschiedde door de afgevaar digden, zonder dat het hoofdbestuur daarbij aan de stemming deelnam. Gisteren ten 5 u. 30 m. is Godard te Utrecht opge stegen met le Météore. Medereizigers zijn de heeren W. Abspoel, L. H. Dudok de Wit, Calkoen, gepensioneerd artillerie-officier van het Indisch leger, Euijssenaers, geattacheerd aan het ministerie van Buitenlandsche Zaken. De opstijging ging zeer langzaam in de rigting van Amers foort. Op den aan het schuitje bevestigden ring staande sprak Godard eenige woorden van dankbetuiging tot het Nederlandsch publiek in het algemeen, daar deze opstijging de laatste in dit jaar is. (Amst. Crt.) Uit Amsterdam wordt aan het Utr. Dagbl. geschreven: „Er is heden avond fonle op den Dam. Ge weet, het vierkant vóór het Paleis is afgezet door militairen, 't Publiek mag die steenen niet betreden. Doch in den regel let de wacht, als men dit bevel schendt, er niet opongedeerd mag men een hoekje „snijden." Van tijd tot tijd echter wordt het consigne streng gehandhaafd, en dit bragt heden middag een botsing te weeg tusschen een wachthebbend militair en een burger, 't Schijnt dat men thans een standje gaat organiseeren. 't Domme Amsterdamsche publiek van den zooveelsten rang tergt nu de wachthebbenden en jouwt hen uit. Men schijnt er niet het minste begrip van te hebben, dat die militairen niets doen dan hun pligt." Te Klundert neeft zich het zonderlinge voorval voorgedaan, dat een oud vrouwtje van ongeveer 90 jaren, die bij hare dochter inwoonde, van daar op den loop is gegaan. Onder een hevigen storm, zoodat zij zich telkens aan de boomen moest vastklemmen om op de beenen te blijven, kwam zij te Zevenbergen, waar een zoon van haar woont. De bedreiging harer kinderen dat, wanneer ze zoo lastig bleef, men haar naar het oude-vrouwenhuis zou brengen, schijnt haar tot deze vlugt gebragt te hebben. Het honiggewin was dit jaar zoo slecht, dat te Dalfsen waar bij tamelijk gunstige jaren omstreeks 100 tot 150,000 kilogrammen te koop wordt aangeboden, slechts 3 tot 4000 halve kilogrammen zijn aangebragt. Vele ijmkers kunnen zelfs hun gewoon getal korven uit gebrek aan voerhonig niet opzetten. De gemeenteraad van Bolsward heeft besloten voor f 100,000 in te schrijven voor den spoorweg Harlingen Salzbergen. Jl. Zondag deed de burgemeester van de Lemmer bij trommelslag bekendmaken, dat bij hem de tijding was ontvangen, dat het kapitaal, vereischt voor den aanleg enz. van den spoorweg LemmerMarumGroningen, gevonden was; de daarstelling van die lijn kan dus als zeker worden beschouwd. De Gustaaf-Adolf-Vereeniging heeft jl. Dingsdag voor het eerst hare jaarlijksche algemeene vergadering te Groningen gehouden. Nadat de voorzitter, de heer Chr. Krabbe, de vergadering had geopend en de heer Hofstede de Groot, voorzitter der Groninger afdeeling, een gebed had uitgesproken, bragt de heer Cesar Segers verslag uit van de algemeene vergadering der Hoogduitsche Vereeniging, die van 22 tot 24 Sept. te Stuttgart is gehouden en door hem werd bijgewoond. Vervolgens deed de secretaris van het hoofdbestuur, de heer H. C. Bogge, verslag van den toestand der Nederlandsche Vereeniging, 't welk minder van voortgaanden bloei getuigde dan dat van de Hoog duitsche. Nadat voorts eenige huishoudelijke zaken waren afgedaan, ging men over tot het verdeelen van de beschik bare f 5495, tusschen ongeveer honderd binnen- en buiten landsche gemeenten. Des avonds is eene openbare godsdienstige zamenkomst gehouden in de Groote Kerk, waarin door den hoogleeraar Hofstede de Groot en door den heer J. H. de Eidder uit 's. Hage, het woord is gevoerd en die door het orgelspel van den heer Worp, ondersteund door bazuinen, werd opgeluisterd. De opbrengst der collecte bedroeg f 87. Op drie achtereenvolgende dagen had ten overstaan van den notaris J. C. van Slooten voor de behuizing van een verwer te Veendam een allerzonderlingste veiling plaats. Na het overlijden van des verwers vrouw, bemerkte die, dat alle kisten, kasten, trommels, bussen, tot zelfs ongebruikte koffijpotten, met allerlei soorten van manufacturen opgepropt waren. Behalve dat de familie ruimschoots van alles voor zich behield, zijn in drie dagen niet minder geveild dan tien stel ongemaakt beddegoed, 68 japonnen, 90 onderrokken, 40 omslagdoeken, waaronder 23 chliles longues, 60 morgenjasjes of jakken, 200 kussen- sloopen, pm. 150 nachtmutsen, 25 zwarte damesmutsjes, 50 beddekleeden, even zooveel dekens, 200 paar kousen, gesorteerd, 170 beddelakens, meer dan 200 nacht- en zak doeken, bij de 40 zijden boezelaars, 80 vrouwen borstrokken, dito onderbroeken, 60 chelassen boezelaars. Men meldt uit Drenthe, dat de opbrengst van honig en was dit jaar ruim meer bedraagt dan in de laatste vijf jaren door elkander. Het centraal comité voor de oprigting en de instand houding van een seminarie nabij Batavia verzoekt te berigten, dat het directorschap van het seminarie thans voorwaardelijk is aangeboden aan ds. C. E. Segers te Leiden, die evenwel gemeend heeft dit aanbod vooralsnog niet te kunnen aannemen. (Haarl. Crt.) Uit alle deelen van Europa, waar wijn wordt verbouwd, komen berigten dat het tegenwoordig wijnjaar het beste is van deze eeuw. Aan den Kijn heerscht onder de wijnboeren dan ook een bijzonder opgewekte stemming. Nog beter echter staat het in Frankrijk. De Bordeaux wijnen zijn van buitengewone kwaliteit en de nationale rijkdom zal er een aanzienlijke vermeerdering door ondergaan. Een berigt dd. 19 dezer luidt dat te Guatemala eene aardbeving heeft plaats gehad, waardoor 200 menschen zijn omgekomen. Volgens berigten uit Paramaribo waren de leden der Marowijne-expeditie den 17 Sept. allen in goeden welstand in de hoofdstad teruggekeerd. De informatien, welke zij hebben medegebragt, mogen allezins voldoende genoemd wordenlangs de kust wordt overvloed van goud gevonden. Eerstdaags hoopt men nadere bijzonderheden te vernemen wegens de verrigtingen der expeditie en de door haar ver kregen resultaten. Intusschen hebben reeds velen concessie gevraagd om zich daar als goudzoekers te mogen vestigen. Een droevig geval. „Lieve zoonWees duizend maal gegroet? Kom echter liever maar weer naar huis, want in Weenen kunt ge toch niet veel verdienen." Zoo schreef onlangs een bewoner van het plaatsje Mirkow, in Bohemen, aan zijn zoon, die in Weenen werk was gaan zoeken. Deze liet het zich geen tweemaal zeggen en was spoedig op weg naar zijne geboorteplaats. Op een paar uren afstands rustte hij uit in een dorp, en gebruikte een versterking in de herberg, 't Was er onwillekeurig laat geworden, reeds was de nacht aangebroken toen hij zijn dorp bereikte. Om zijne familie niet in den slaap te storen en tevens aan niemand zijne tegenwoordigheid te verraden, liep hij naar de hoeve van zijn voormaligen meester en zocht een plaatsje in de hem welbekende hooischelf, waar hij spoedig insliep. Zijn ontwaken was vreeselijk. Het dak boven zijn hoofd en de kleederen die hij droeg stonden in volle vlam. Als wanhopig snelde hij naar de naastbijzijnde bron en sprong er in om zoo de vlammen aan zijn ligchaam te blusschen. Ofschoon de bron diep was, ondervond hij geen letsel van zijn sprong. Toen hij weder tot bezinning kwam, trachtte hij met groote moeite met behulp van de voegen in de muren omhoog te klimmen. Een vrouw in de nabijheid zag hem en riep onmiddelijk uit „Daar is de schurk! de brandstichter! hij heeft zich in de bron verscholen!" Woedend stortten eenige personen, die juist met blusschen bezig waren, op den schijnbaren misdadiger, en stieten hem met hooivorken en vuurhaken in de bron terug. Onder een hevigen gil stortte de ongelukkige in de diepte; daarop werd het doodstil. Er werd een ladder gehaald en een van degenen, die het meest tegen den ongelukkige geijverd hadden, daalde in de bron neer, greep het ligchaam bij de haren, bond hem onder verwenschingen een strop om den hals, waaraan deze vervolgens opgetrokken werd. Nadat de brand gebluscht was, keerde men tot den brandstichter terug om te zien wie en wat hij was. Hij die bij de bron zich het ijverigst geweerd had en het ligchaam aan den strop omhoog getrokken had, was ook thans de nieuwsgierigste. Hij haastte zich om bij het lijk te komen en gaf een gil van ontzetting. Hij zag het door smart verwrongen gelaat van zijn eigen zoon!" Dezer dagen, zegt de Indépendance, zijn eenige lief hebbers van het domino-spel bij toeval tot een ontdekking gekomen, die misschien ook door langdurige en geduldige berekeningen te maken is; men speelde een partij met zijn vieren, en een der spelers kwam uit, zonder dat zijn maat of een zijner tegenstanders een enkelen steen hadden afgezet. Op deze wijze ging het in zijn werk: A. had in zijn hand dubbeld vijf, zes en blank, twee en vijf, vijf en blank, aas en blank, drie en blank en vier en blank. B., die aan de regterhand van A. zat, had vijf en blank, twee en blank, dubbeld blank, vijf en vier, vijf en drie, vijf en aas, drie en twee. De beide overige spelers hadden de overige steenen. A. begon en zette dubbeld vijf. De beiden an dere spelers pasten. Ze pasten voortdurend. Het slot is, dat A. uitkomt, terwijl B. drie en twee onderhoudt en de anderen nog geen steen hadden afgezet. Wie er lust in heeft, moge het narekenen. Tot raadsheer in den Hoogen Raad is benoemd mr. M. F. Landsheer, raadsheer in het hof van Zeeland. Tot lid van het collegie van regenten over het huis van arrest te Alkmaar is benoemd de heer mr. M. A. Kluppel, griffier bij het kantongeregt aldaar en is het vice-presidium, van genoemd collegie opgedragen aan het lid P. A. van der Drift. Tot broeder der Orde van den Nederl. Leeuw is benoemd de heer P. Simons, hoofdonderwijzer te Maasniel Aan den heer S. Th. Beets is, op zijn verzoek, ontslag verleend als notaris te Zaandam. Aan den ingenieur 1ste kl. bij de marine J. W. Calten is, met ingang van den 1 Nov. a. s., de personele rang van hoofd-ingenieur verleend, buiten bezwaar van 's Rijks schatkist.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 2