Benoemingen, enz.
EnpiaBfi.
pensionnaire van Z. M. den Koning, mejufvrouw Francisca
Stoetz, als eerste zangeres aan het hoftheater te Petersburg
verbonden. Dientengevolge zal zij hare gewaardeerde
medewerking aan het concert der Maatschappij „de Toekomst"
niet kunnen verleenen.
Door de staatscommissie voor geneeskundige examens
is den 20 dezer na afgelegd examen tot arts bevorderd de
heer P. M. Stiggelbout, genees- heel- en verloskundige
te Texel.
De heer J. Dammes, te Texel, heeft, met gunstig
gevolg examen afgelegd in de wiskunde.
In de week van 11 tot 17 dezer kwam in deze
provincie één geval van longziekte voor en wel te Sloten,
onder een reeds vroeger verdachten koppel.
Het vergrooten van de te Terschelling gevestigde
school voor gewoon en uitgebreid lager onderwijs is gegund
aan de heeren Zwaai en de Jong, aannemers aldaar, voor
f 2850. Door deze vergrooting komt een ruim schoolgebouw
met nette onderwijzerswoning ter beschikking van den te
benoemen onderwijzer in de zeevaartkunde. In deze gemeente,
wier begrooting p. m. f 10,000 bedraagt, wordt ruim f 6000
's jaars voor onderwijs besteed, en met de opening der
zeevaartkundige school wordt die som aanzienlijk vermeerderd.
Neemt men in aanmerking, dat op dat eiland slechts enkele
gegoede personen wonen, dan is het duidelijk, dat de
gemeente alzoo tamelijk door de kosten voor 't onderwijs
gedrukt wordt, en toch moet aan dat onderwijs aldaar alle
mogelijke uitbreiding gegeven worden, omdat het studeeren
aan den vasten wal voor bijna alle ouders te kostbaar is.
De heer de Vicq, burgemeester van Hoorn, gaf
jl. Maandag avond, ter herinnering aan zijn 25jarig lid
maatschap van de commissie van administratie over de
huizen van correctie en arrest aldaar, een diner aan zijne
medeleden dier commissie, waarbij ook uitgenoodigd waren
de commandanten, de directeur over den arbeid, enz. De
vergaderzaal der commissie, in welke dit diner gegeven
werd, was fraai gedecoreerd en met bloemen versierd.
Onder de genoodigden waren ook de heer I. D. Fransen
van de Putte en het pas aldaar benoemde lid der Provin
ciale Staten van Noordholland, de heer Bast.
Het tractement van den predikant te Abbenbroek,
den heer dr. G. C. Steynis, is verhoogd met een jaarlijksche
personeele toelage van honderd gulden.
De Herv. gemeente te Venhuizen ontving dezer dagen
van den heer P. Schoenmaker Kz. aldaar een kostbaar
geschenk, bestaande in een sierlijk zilveren avondmaalservies
benevens twee met zilver gemonteerde offerbussen.
Jl. Dingsdag werd in het koffijhuis de Eoode Leeuw
op den Vijgendam, te Amsterdam, door het bestuur der
vereeniging ten behoeve der arbeiders klasse aldaar, publiek
aanbesteed het bouwen van 102 arbeiderswoningen in de
Jacob van Campenstraat, tusschen de Ruysdaelkade en de
Frans Halsstraat, volgens plan en teekening van de heeren
architecten P. S. en W. Hamer. De minste inschrijver
was de heer M. A. S. Taverne, te Utrecht, voor de som
van f 129,978.
Een beschonken persoon te Noordwijk is in bewuste-
loozen toestand met den arm in het vuur gevallen en daarin
eenigen tijd blijven liggen, met het gevolg dat hij zulke
brandwonden bekwam, dat men voor het behoud van zijn
leven vreest.
De regtbank te 's Hage heeft drie jongens van de
suikerfabriek te Delft, tot drie dagen gevangenisstraf ver
oordeeld, omdat zij van een over een muur hangenden tak
eens perebooms, uit een tuin .aan den publieken weg, nabij
de Haagpoort, met steenen vruchten afgeworpen hadden.
De heer H. Heijkamp, bisschop der R. K. clerezy
te Rotterdam, bekend door de installatie van den heer
Reynkens als bisschop der oud-roomschen in Duitschland,
is sedert eenigen tijd ernstig ongesteld, zoodat men voor
zijn leven vreest.
Men schrijft uit Amsterdam aan het Utr. Dbl.
„Jl. Maandag morgen werd namens de gefailleerde
kassiers-firma J. H. Schuijmer Zoon een accoord aan
geboden, dat de stoutste verwachtingen overtrof, namelijk
100 pet. Het totale passief bedraagt approximatief f 400,000.
Bij curatoren is in kas eene som van f 250,000de voort-
vlugtige firmant zal van de f 113,000, die hij mede nam,
f 100,000 restitueeren, terwijl het resteerende zal gedekt
worden door den verkoop van vaste goederen, aan de
firmanten toebehoorende. Ofschoon een der crediteuren,
ter vergadering aanwezig, voorstelde het accoord bij accla
matie aan te nemen, is het nemen van eene definitieve
beslissing tot a. s. Maandag uitgesteld.
Het blijkt nu, dat de gefailleerde zich indertijd door angst
liet beheerschen, of beter gezegd, handelde zonder te weten
hoe zijn zaken stonden. Thans toont hij, dat de naam van
eerlijk man te zijn voor hem groote waarde heeft. Wat zal
„men" er nu van zeggen?"
De ballon van den heer Godard is jl. Maandag avond
te ruim half vijf uur neergekomen bij den huize den Treek,
bij Leusden, (niet ver van Amersfoort).
De reis was voorspoedig.
's Avonds te 7| uur is de ballon wederom opgestegen,
nadat de reizigers een goed onthaal ten huize van den heer
Beaufort, bij Leusden, hadden genoten.
Te 8.23 kwamen zij weder aan de boerderij Bruineburg,
bij Woudenberg, waar zij bij jhr. H. W. C. Hooft, dejeuneerden.
Dingsdag morgen te 3.15 waren zij te Utrecht terug.
Op den 14 dezer overleed te Ylissingen in den
ouderdom van 70 jaren, na een smartelijk lijden, de heer
Framjois van Eeten Prigge, tot voor weinige jaren hoofd
suppoost (binnenvader) in het Diaconie-weeshuis der Nederd.
Herv. gemeente te Amsterdam.
Door de arrondissements-regtbank te Zierikzee zijn
naar den procureur-generaal bij het Prov. Hof in Zeeland
verwezen 35 inwoners van Sint Philipsland, onder wie de
burgemeester van die gemeente, en een persoon uit Maartens
dijk, ter zake van gezamenlijk gewelddadig en feitelijk verzet
tegen een deurwaarder en een brigadier uit Tholen, alsmede
tegen een rijksveldwachter uit Philipsland, die een regterlijk
vonnis uitvoerden.
Tusschen twee broeders te Deventer, Biesterbos genaamd,
die geen besten naam genieten, onstond jl. Maandag
namiddag, even buiten de stad, twist over een paard, dat
de één buiten weten van den ander moet verkocht hebben.
De twist liep zóó hoog, dat de eene broeder den anderen
met een dolkmes eene hoogst gevaarlijke wonde toebragt,
welke men vreest, dat doodelijk zijn zal. De gewonde, die
pas gehuwd was, is in het gasthuis opgenomende dader
ontsnapte.
Uit Deventer wordt aan de N. Rott. Crt. gemeld,
dat B., die jl. Dingsdag zijn broeder met een messteek in
den rug verwondde, in den daaropvolgenden nacht door den
commissaris van politie en eenige manschappen onder de
gemeente Wilp in hechtenis genomen en naar de gevangenis
te Deventer overgebragt is. Beide broeders staan als hoogst
gevaarlijke personen bekend.
Te Ootmarsum werd dezer dagen door een jager een
moervos geschoten, die met een haas in den bek zich naar
zijn verblijfplaats wilde begevenbeiden werden door het
zelfde schot geveild.
't Is een verwonderlijk jaar waarin wij leven. In
Engeland voederen de landbouwers hun vee met tarwe,
omdat deze goedkooper is dan hooi. Nu maakt men in Jowa,
Vereenigde Staten, gebruik van hooi om het vuur onder
de stoomketels te stoken, wijl het hooi zoo overvloedig is.
Twee mannen zouden op zekeren Zondag morgen naar
het dorpskerkje gaan. Hun weg liep langs een boerderij
en bij die boerderij was een eendenkooi.
Welke prachtige eenden! zei de een.
Willen we er een zien te krijgen? vroeg de ander.
- Willen we? hernam de ander.
En de mannen vingen een eend en draaiden haar den
hals om, waarop hij, die den diepsten zak had, er het dier
instak. Daarna vervolgden zij, al babbelend over het
heerlijke hapje, dat zij zouden hebben, hun weg naar de
kerk en kwamen daar eerst aan, toen de eerste psalm
gezongen en het eerste gebed uitgesproken was, zoodat zij
door hun laat binnenkomen aller aandacht op zich vestigden.
Dominé nam tot tekst deze drie woorden: „Ik zie het,"
welke woorden hij met zooveel nadruk en zoo dikwijls
uitsprak, wijzende in de rigting van de twee schelmen, dat
de een, die de eend niet had, den ander in de zij begon
te stooten, en herhaaldelijk bleek van angst fluisterde: „Pas
op, hij ziet het beeststop het goed weg!" De man, die
de eend in den zak had, kon dat ten laatste niet langer
uithouden. Voor hem had hij den prediker, die telkens
riep: „ik zie het," en naast hem zijn makker, die voort
durend zeide „pas op!" Een en ander maakte hem zoo
zenuwachtig, dat hij eindelijk den vogel bij de pooten uit
den zak haalde, eenige malen boven zijn hoofd in de lucht
slingerde en in de rigting van den preekstoel wierp, schreeu
wende: „Ziedaar dan, houd het dier, als gij het ziet!"
En na die woorden liep de gaauwdief de kerk uit, gevolgd
door zijn kameraad. (Het Vaderland.)
Tot burgemeester der gemeente Landsmeer en Watergang is be
noemd de heer jhr. P. A. H. van Bevervoorden tot Oldemeule,
secretaris der gemeente Schagen.
Als onderwijzers in de gymnastiek zijn toegelaten de heeren H.
W. Disper, hulponderwijzer alhier en J. Veenm'an, te Medemblik.
Buitenland.
De Russische Grootvorst-troonopvolger heeft jl. Dingsdag,
vergezeld door den Russischen gezant Schouwaloff en gevolg,
de ex-keizerin Eugénie te Chislehurst een bezoek gebragt.
Duitschland.
In de Berlijnsche bladen vindt men vermeld den volgenden
trek van de Duitsche Kroonprinses, dochter van Koningin
Victoria van Engeland. Men weet dat de Prinses het
gezellig verkeer van hare kinderen met de kinderen uit
beschaafde familiën allerminzaamst bevordert, zonder te
letten op het verschil van stand. De kinderen van een
burger van Potsdam waren door vertrouwelijken omgang
vrienden en vriendinnen van de jeugdige Prinsen en Prin
sessen geworden, en mogten dus bij geen kinderpartij in
het paleis aldaar ontbreken. De moeder was met deze
onderscheiding wel zeer in haren schik, doch bezat een
vrij aanzienlijke dosis patriciër-trots, welke op den duur
niet kon gedoogen dat de kinderen ergens gezonden werden
waar hunne moeder, naar het scheen, niet mogt toegelaten
worden. Toen nu onlangs de Kroonprinses de kinderen
van die bevoorregte en toch hooghartige moeder weder
verzocht op eene partij ten paleize, werd de uitnoodiging
niet aangenomen; deze werd herhaald en eene tweede
weigering volgde, doch met opgave van de reden. Nu
zond de Kroonprinses ten derde male om de kinderen, en
hare eerste hofdame, door haar afgevaardigd, verklaarde
tevens aan de moeder dat de Kroonprinses het geopperde
bezwaar allezins gegrond acht en nog maar alleen voor
dezen keer in het belang van hare kinderen (nl. de Prinsen
en Prinsessen) bij wijze van uitzondering verzocht dat de
geïnviteerde kleinen zouden komen; bij de eerstvolgende
gelegenheid zal zij, de Kroonprinses, zelve komen en moeder
en kinderen uitnoodigen. Dat zij hier geene weigering
ontving spreekt van zelf.
China en Japan.
Volgens de'mededeelingen van Wenjukof aan het Russische
ministerie van Oorlog, is thans het leger van Japan geheel
op een geregelden voet georganiseerd met handhaving van
het beginsel van de verpligte persoonlijke dienst.
Een Japannees is na zijn 20ste jaar voor 3 jaren dienst-
pligtig bij het leger of de vlootdaarna treedt hij voor
2 jaar in de reserve en wordt gedurende dien tijd tot korte
herhalingsoefeningen opgeroepen
Tot het 40ste levensjaar behoort hij vervolgens tot de
zoogenaamde 2de reserve of militie, die enkel in geval van
uitersten nood tot landweerverdediging te zamen komt en
waarbij alsdan tevens alle bruikbare jongelingen van 17
tot 20 jaren worden ingelijfd.
Verslag der verrigtingen door de zeemagt in de wateren van c<
Atsjin; vervolg van No. 115. n
De stoomer Koningin Sophia vertrok den 6 Julij via ,J(
Padang naar Batavia met de den vorigen dag geëmbar- b:
keerde zieken en gekwetsten, terwijl Zr. Ms. stoomschip ai
Schouwen naar zijn station ter noordkust stevende.
Naar aanleiding van door den militairen en civielen be- 2
velhebber te Atsjin ontvangen berigter. omtrent de komst d
van vijandelijke hulptroepen van Pasangan, Samalangan en
Tjialei en omtrent het voornemen om met kleine vaartuigen
levensmiddelen langs de kust aan te voeren en te Koewala b
Gighen aan wal te brengen, ankerde Zr. Ms. stoomschip g
Vice-Admiraal Koopman den 9 Julij tusschen Koewala v
Tjangkoel en Koewala Gighen.
Genoemd stoomschip werd den daaropvolgenden dag op ti
dien post vervangen door Zr. Ms. stoomschip Banda, dat t,
inmiddels zijnen steenkolenvoorraad had aangevuld. v
Dien dag kwamen ter reede van Atsjin Zr. Ms. stoom- d
schip Schouwen en de stoomer Baron Bentinck, eerstge- r
noemde tot overbrenging van eenige zieke officieren en
schepelingen. c
Zr. Ms. stoomschip Vice-Admiraal Koopman, ter reede c
van Atsjin teruggekomen, ankerde nabij het strand voor
Oeleh-leh tot bescherming der werkzaamheden bij het
lossen van de stoomschepen gedurende de afwezigheid van j
Zr. Ms. stoomschip Banda, waaraan die bescherming te
voren was opgedragen geweest.
Zr. Ms. stoomschip Schouwen ging, na 24 uren ter reede
vertoefd te hebben, zijnen post ter noordkust weder innemen.
Den 11 Julij arriveerden Zr. Ms. stoomschepen Banda
en Admiraal van Kinsbergen.
Eerstgenoemde bragt het berigt, dat in de Koewala
Kroeng Rijah een achttal vleugelpraauwen lagen, te groot
naar gissing voor visschersvaartuigen, en vertrok onmid-
delijk weder om post te vatten in de bogt aldaar, ten
einde een wakend oog te houden op mogelijken invoer.
Zr. Ms. stoomschip Admiraal van Kinsbergen stoomde
den daaropvolgenden dag naar Poeloe Bras om een ge
deelte der daar gelegerde mariniers (de bezetting werd
verminderd tot een officier en 30 man) af te halen en
over te brengen naar den stoomer Baron Bentinck, waar
mede zij naar Padang zouden worden overgevoerd, ten
einde vandaar hunne verdere bestemming te Fort de Koek
op te volgen.
Zr. Ms. stoomschip Aart van Nes, den 29 Junij van
Soerabaija tot versterking van het blokkerend escader ver
trokken, kwam den 12 Julij ter reede van Atsjin ten anker.
Zr. Ms. stoomschip Banda keerde ter reede terug en
ontving bevel om na zijnen steenkolenvoorraad te Poeloe
Bras te hebben aangevuld het gedeelte der westkust, be
grepen tusschen Atsjin-hoofd en Analaboe, te gaan bekrui
sen, wordende aan Zr. Ms. stoomschip Schouwen opgedragen
een wakend oog te houden op mogelijken aanvoer te
Kroeng-Rijah.
Het verontrusten van het gebied der VI Moekims door
een oorlogschip, zoo als dit tot nu toe had plaats gehad,
werd overbodig geoordeeld, nu de batterij te Oedjoeng-
Pelanggahan voltooid was.
Trouwens was reeds bij den militairen en civielen bevel
hebber berigt ingekomen, dat de bevolking aldaar grooten-
deels naar het gebergte gevlugt was, en werd overigens
het lossen aan het strand bij Oeleh-leh niet meer door
den vijand bemoeijelijkt.
Den 13den vertrok de stoomer Mecca naar Pinang en
keerde de Ariadne vandaar ter reede van Atsjin terug.
Zr. Ms. stoomschip Admiraal van Kinsbergen, den 13den
van Poeloe Bras teruggekomen, aanvaardde den 14den de
reis naar Batavia.
Blijkens voorloopige berigten van den stations-komman-
dant ter oostkust, gedagteekend 8 Julij, was Zr. Ms.
stoomschip Timor den 30 Junij naar Pinang vertrokken,
slepende het kolenschip Elly en den stoomer Ardjoeno,
die door het breken van den zuiger voorloopig niet in
staat was om diensten te presteren.
De Timor was den 7 Julij ter reede van Edi terug
gekomen.
Drie vijandelijke gewapende vaartuigen waren door
Zr. Ms. stoomschip Bommelerwaard en een door Zr. Ms.
stoomschip Amboina nabij Simpang-Olim genomen.
Den 15 Julij vertrok de stoomer Baron Bentinck via
Padang naar Batavia.
Den 18den daaraanvolgende kwam Zr. Ms. stoomschip
Schouwen ter reede, om op Poeloe-Bras den steenkolen
voorraad aan te vullen. Door den kommandant van dien
bodem werd gerapporteerd, dat voortdurend gewapende
Atsjinezen over het gebergte westwaarts naar de vallei van
Groot-Atsjin trokken, echter buiten het bereik van het
geschut; van praauwen werd in de bogt van Kroeng-Rijah
niets vernomen.
Gedurende de afwezigheid van de Schouwen hield de
Aart van Nes post in de bogt van Kroeng-Rijah.
Na overleg met den militairen en civielen bevelhebber
vatte het stationschip ter reede van Atsjin post voor Oeleh-
leh en werd mitsdien de seintoestel der marine-benting
derwaarts overgebragt.
Zr. Ms. stoomschip Banda kwam den 20sten van de
westkust terug, zonder eenig vaartuig ontmoet te hebben,
en ging op Poeloe-Bras zijnen steenkolenvoorraad aanvullen.
Den 21sten Julij kwam ter reede de stoomer Willem
Kroonprins der Nederlanden en de gouvernements-stoomer
Hertog Bernard. De met eerstgenoemd stoomschip aan-
gebragte troepen en koelies werden met assistentie der
marine gedebarkeerd, terwijl de Bernard met eene zending
naar de noordkust vertrok.
De stoomer Semiroe kwam in den nacht van den 22sten
op de reede van Atsjin ten anker en stoomde den daarop
volgenden dag naar Poeloe-Bras om victualie te lossen en
eene hoeveelheid bamboe derwaarts over te brengen, noodig
voor de bouwwerken op dit eiland.
Den 22sten kwam Zr. Ms. stoomschip Metalen Kruis,
na te Singapore in reparatie geweest te zijn, op de reede
van Atsjin terug en werd door den kapt. ter zee H. B. Kip,