1874. N°. 131.
Zondag 1 November.
32 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Binnenland.
Benoemingen, enz.
STATEN-GENERAAL.
IIELDERSCME
EX NIEUWEDIEPER (ÖIRAYI
>tWij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zatuudag namiddag.
Abonnementaprij# per kwartaal1.30.
•J franco per post - 1.65.
Bnrean: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prjj« der Advertentien Van 14 regeli 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letter, of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Glkcn Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië
via Brindisi.
Laatste ligling 's avonds 6 uur.
HELDER en NIEUWEDIEP, 31 October.
Volgens een bij het Departement van Marine ontvangen
telegram, is Zr. Ms. schroefstoomscliip Cura9ao, onder bevel
van den kapt. ter zee J. A. Vandevelde, den 29 dezer te
Lissabon aangekomen. Aan boord was alles wel.
De heer J. C. Leich herdenkt morgen den dag dat
hij vóór 25 jaren geleden, alhier benoemd werd tot plaat
selijk teekenmeester in het bouwkundig- en handteekenen.
Ter verbetering van hot in ons vorig nommer mede
gedeelde omtrent de aanbesteding van het winkelgebouw
der Werklieden-Vereeniging alhier, deelen we mede, dat
die aanbesteding plaats had bij onderhandsche inschrijving,
waartoe 9 heeren aannemers waren uitgenoodigd. De heer
P. Spruit was laagste inschrijver, voor de som van f8654,
en aan hem is het werk gegund.
Voor schelvisch besteedde men eergisteren f 70
per 100 stuks. Tong gold f20 het honderd en rog 80 cents
per stuk.
Ds heer Richard Hol heeft van Z. M. den Koning
de versierselen der orde van den Gouden Leeuw van
Nassau ontvangen.
Het gedenkteeken te Leeuwen ter eere van Z. M.
den Koning en Z. K. H. Prins Hendrik werd jl. Woensdag
aldaar met veel plegtigheid onthuld.
Drietal te 's Hage: ds. Baart de la Faille, te Ridder
kerk dr. v. d. Flier, te Delft en Knottnerus, te Dordrecht.
In het verslag der vereeniging tot verstrekking van
dadelijke hulp aan minbezoldigde onderwijzers wordt het
volgende schrijven medegedeeld van den hoofdonderwijzer
van Holten te Poederooijen
„Ik kan u voor God getuigen, dat wij totaal honger
lijden en zulks reeds lang geleden hebben. Tot heden heb
ik mijzelven geholpen, door al wat eenige waarde had te
verkoopen of te verpanden, doch nu ben ik uitgeput. Tal-
looze malen gebeurt het, zooals vandaag nog, dat ik zonder
eten naar de school ga en ook niet weet of ik na afloop
van de les iets zal krijgen, van heden avond af is het
God bekend, hoe ik mijn kinderen aan voedsel zal helpen.
Ik ben nu ten einde raad. Met vrouw en 10 kinderen te
leven van een tractement van f 450, waarvan nog personeele,
gemeentelasten, pensioenfonds, enz. af moet, is mij onmoge
lijk. Doch wat u ook voor ons doen moge, doe het liaas-
telijk, want de nood is ten top gestegen. Het is een toestand
om krankzinnig te worden. De kinderen vragen om brood
en moeder kan het niet geven." Men zal voor dit onge
lukkige onderwijzersgezin een beroep doen op de openbare
liefdadigheid.
Te Texel zijn bij twee veehouders de pokken hij de
schapen uitgebroken. De aangetaste dieren, zijnde 4 stuks,
zijn, op advies van den districts-veearts onteigend en
afgemaakt.
Men verneemt dat het onvoltooide gedeelte van den
Pettemer Zeedijk, in een zware steenglooijing bestaande,
door de jongste stormen vrij belangrijk heeft geleden.
In de te Alkmaar gehouden raadsvergadering van
jl. Woensdag is o. a. besloten, de zoogenaamde „voorja.irs-
kermis", die in de maand April gehouden wordt, te beginnen
met het jaar 1875 af te schaffen, zoodat aldaar voortaan
slechts één kermis, en wel in het laatst van Augustus, zal zijn.
Het aantal der leerlingen op de Hoogere Burgerschool
te Hoorn is sedert het openen van den cursus toegenomen
het bedraagt thans ruim dertig, j
Jl. Donderdag overleed plotseling te Amsterdam de heer
B. Coster, eigenaar van de beroemde diamantslijperij aldaar.
Het tweede coöperatief-congres in Nederland zal bij
genoegzame deelneming gehouden worden te Amsterdam
op Vrijdag 25 Dec. e. k.
De indijking van het Wieringermeer was het onder
werp, dat jl. Woensdag avond te Amsterdam werd behandeld
in de vergadering der afdeeling Koophandel van Felix
Meritis. Dit plan, van veel actueel belang, daar in de
najaarsvergadering van de Staten van dit gewest de vraag
zal worden besproken, of voor deze indijking al dan niet
subsidie zal worden verleend of toezegging van subsidie zal
worden gedaan, werd toegelicht door den heer J. C. de
Leeuw, dijkgraaf van den Anna Paulowna-Polder, die met
de heeren J. Breebaart Kzn., A. J. Kaan, S. F. Sieuwerts,
jhr. mr. D. van Foreest, V. Loder, M. Cohen Stuart, J.
Tool, J. van Gijtenbeek, D. Schenk, A. Schenk, jhr. mr.
J. H. van Foreest, F. L. de Leeuw, P. Schuurman, B.
Beukenkamp, D. Matei, C. Zijp, J. Groot, K. Klay, Th.
J. Waller, en J. L. T. Groneman, allen behoorende tot de
besturen van waterschappen in het Noorderkwartier, de
commissie uitmaakt, welke zich ten doel heeft gesteld de
indijking voor te bereiden, om later de uitvoering aan eene
Maatschappij over te laten, aan welke de concessie zal
overgedragen en de eventuele snbsidiën van de Staat en
van de provincie zullen worden afgestaan. De hoeveelheid
grond door de indijking te verkrijgen is 20,000 hectaren
puike grond, hetgeen door boringen is bewezen, (de waarde
van iedere hectaren geschat op f 1000 minimum, door
anderen op f 1400) en een kapitaal van 23 millioen is met
de zaak gemoeid, inbegrepen het renteverlies gedurende de
vier jaar dat de ingedijkte gronden, om betere geschiktheid
ter bewoning te verkrijgen, onbebouwd zullen blijven. De
indijking zal zijn begrensdten noorden door de Zuiderzee
en het eiland Wieringen, ten oosten door de Zuiderzee,
ten zuiden door Medemblik en de Noordhollandsche kust,
waar gevonden worden de zeeweringen van West-Friesland,
van den polder Waard en Groet, een klein gedeelte van
die van den Wieringerwaard en eindelijk die van den Anna
Paulowna-Polder, tot op 500 meters bewesten de van
Ewijcksluis, ten westen door de genoemde polders en de
Zuiderzee.
De toelichting van den heer de Leeuw werd voorafgegaan
door een historisch overzigt van de indijking in het Noorder
kwartier, en werd gevolgd door een kort debat over
technische bijzonderheden, waaraan deel namen de heeren
mr. II. J. van Lennep, mr. P. J. Hingst, mr. J. G. A.
Faber, Langerhuizen, burgemeester van Huizen, en den
ingenieur J. A. vau Prehn, welke laatste de commissie
in hare werkzaamheden heeft bijgestaan. (Amst.Cour.)
Jl. Donderdag morgen is een vrouw, die in „het
Klooster" bij de Kal verstraat te Amsterdam bezig was
glazen te wasschen, door het breken van waschstokken,
waaraan ze zich wiide vasthouden, naar beneden gevallen
en was onmiddellijk dood.
Met het oog op de liooge dameshoeden welke tegen
woordigheid weder in de mode zijn, vraagt het Hbl. of de
raad van Amsterdam niet bij politie-verordening zou kunnen
gelasten, dat in de zalen en corridors van alle schouwburgen
en concertgebouwen het volgende voorschrift werd aangeplakt:
„Alle vrouwen, die er lief uitzien, worden verzocht ten
gerieve van het publiek haar hoeden af te zetten in den
schouwburg. Vrouwen van over de dertig jaren, vrouwen
die er niet goed uitzien, of kaal zijn, behoeven aan dit
verzoek niet te voldoen."
De Raad behoort onpartijdig te zijn en de mannen even
goed te beschermen als de vrouwen.
Op de jl. Donderdag te Zwolle gehouden groote
najaars-paardenmarkt waren pi. m. 750 stuks van alle
soorten aan de lijn. De handel was, door de duurte van
haver en hooi, zeer slap. Voor paarden van zessen klaar
werden groote sommen besteed. Door de Hollandsche
kooplieden werden veel werkpaarden opgekocht. De jonge
graspaarden waren gezocht. Voor de slagtbank werd veel
gekocht. Alles, behalve weeldepaarden, tot lager noteering.
Luxepaarden f 500 a 700; werkpaarden tot f350; 2jarige
graspaarden f 200 a 300; veulens f 80 a 175; voor de
slagtbank f 30 a 110.
Aan het feuilleton van de KI. Crt., getiteld: „Huis
houdelijke brieven van Tante Snor," ontleenen wij de
volgende regelen
„Vier en veertig brieven met aanbevelingen en vijf
persoonlijke bezoeken op ééne advertentie voor eene kinder
jufvrouw; en op twee advertentien voor eene keukenmeid
tegen hoog loon twee brieven van verdachte getuigen."
Deze woorden teekenen geheel den tegenwoordigen toestand.
Die 49 juffertjes, die zich voor kinderjufvrouw aanboden,
zouden vóór 30 jaren grootendeels fatsoenlijke dienstboden
geweest zijn. Nu halen zij en hare familie daarvoor den
neus op. In een dameskleedje uitgedoscht te zijn, al ver
dienen ze ook niet meer dan een meid en al doen ze het
zelfde werk, is haar ideaal. O ijdelheid der kleine burgerij!
Dat is een ramp van de maatschappij, dat de weelde zoo
is toegenomen, dat de menschen zoo in 't uiterlijk boven
hun stand willen gaan. De ambachtsstand kleedt zich veel
te kostbaar, maakt to veel onnutte verteeringen en aapt
„de grooten" na; vrouw Jansen laat zich jufvrouw noemen
en de baas meneer. De kinderen leeren Fransch en gaan
op de Hoogere Burgerschool. Dat is bestmaar 't geschied
uit een verkeerd beginsel. De reden, die de welbeklante
ambachtsman hebben moest, isom zijn zoon beter en veel-
zijdiger te laten ontwikkelen, dan hij zelf in zijn jeugd
ontwikkeld is. De vader echter vindt, dat zijn zoon wel
iets meer dan ambachtsman worden kanhij juicht het toe
dat zoonlief een heertje wordt, dat hij als klerk, met
boordjes aan, zit op een notariskantoor, liever dan de schrijn-
werkers-affaire, waarvoor hij vroeger veel lust had, in den
grond te leeren en daarin een welgesteld man te worden.
Hoogerop willen, meedoen met de aanzienlijken op publieke
plaatsen, bij concerten ziedaar het drijven der ambachts
klasse. Die luidjes begrijpen niet, dat zij door de aanzien
lijken toch met den rug worden aangezien, terwijl de degelijke
ambachtsman de schouders over hen ophaalt.
Had menig hunner (die tegenwoordig zulke grove reke
ningen kan maken) fatsoenlijk en stil geleefd; had hij zijne
zoons in 't ambacht, waarvoor zij aanleg hadden, flink
voorbereid laten gaan; had hij zijne dochters laag bij den
grond gehouden, hij zou den grond voor 't geluk zijner
kinderen hebben gelegd en alligt een kapitaaltje hebben
overgewonnen, dat bij mogelijk ongeval zijne familie voor
broodsgebrek bewaart.
Bovendien, het is niet verstandig, liever ambtenaar dan
ambachtsman te willen worden. Een knap ambachtsman
verdient vaak meer geld en kan het verder brengen dan
een ambtenaar. De jonge ambachtsman, goed onderlegd
(en daarvoor zijn tegenwoordig uitmuntende scholen), kan,
als hij wil, zich tot industrieel en fabrikant opwerken; hij
heeft meestal gezonder, opgewekter, onafhankelijker leven
dan een kantoorman. Zonder kruiwagen (helaasheeft
deze laatste niet altijd kans chef te worden; en zonder
vooruitzigt op bevordering is het kantoorvak een land-
ziekig bestaan.,.."
De beide dochters van wijlen den notaris Sailler te 's
Gravenbrakel in België keerden van een bal terug, toen
het kleed van een harer in aanraking kwam met een petro
leumlamp en vlam vatte. Beide ontvingen hevige brand
wonden, aan wier gevolgen reeds een der dames is overleden.
Tot secretaris en penningmeester van het hoogheemraadschap van
den Hondsbossohe en Duinen tot Petten, is benoemd de heer A. P.
Borger te Alkmaar.
Tot gemeente-secretaris te Zaandam is benoemd de heer mr. F. II.
de Veije, te Leiden.
Aan mej. N. de Wijn, alhier; D. M. Boudt, te Schagen; J. W. C.
Vorderman en M. G. S. Wijmans, te Hoorn is de acte van bevoegdheid
uitgereikt in de fraaije handwerken.
Met ingang van 1 Nov. a. s. zijn de kapt. 1ste kl. bij het corps
mariniers J. P. H. Sesseler en G. A. G. Chomel, wegens ongeschikt
heid voor de militaire dienst, ten gevolge van in en door de dienst
ontstane ligchaamsgebreken, op pensioen gesteld, onder toekenning
van pensioenen bevorderd bij bet corps marinierstot kapt. 1ste kl.
de kapt. 2de kl. J. A. IJ. van Es en J. J. Korndörffer, en tot
kapt. 2de kl. de 1ste luit. A. H. W. de Gelder en W. L. G. J.
F. Cramer von Baumgarten.
Tweede Kamer.
Uit het voorloopig verslag van Hoofdstuk I der Staatsbegrooting
voor 1875 blijkt: Onderscheidene leden verklaarden de optreding
van liet ministerie niet met ingenomenheid te hebben gezien.
Men was niet overtuigd, dat tusschen de leden van het bewind
homogeniteit bestaat. De moeste leden verklaarden eene afwachtende
houding tegenover het kabinet te zullen aannemen, de voor te stellen
maatregelen en de te volgen gedragslijn aan 's lands belang te
zullen toetsen. Enkele leden betuigden ingenomenheid met het
bewind. Volgens hen beeft bet kabinet aanspraak op dankbaarheid
der natie, omdat het niet geaarzeld heeft in buitengewone en
moeijelijke omstandigheden de zetels in te nemen. De meerderheid
der afdeelingen was derhalve geenzins vijandig tegen het bewind
gestemd, maar de meerderheid in twee afdeelingen verbond aan
haren steun eene uitdrukkelijke voorwaarde betrekkelijk de houding
der regering tegenover kerkelijkerigtingen. Men had daarbij eene
voorgenomene verandering der onderwijswet in het oog. Het
financieel, beleid der regering ontmoette hij zeer vele leden
ernstig bezwaar. Tijdelijke belegging van gereed kasgeld werd
algemeen toegejuicht Algemeen was men overtuigd, dat de pligt
der regering medebragt, op voorziening bedacht te zijn.
Bij het afdeelings-onderzoek van de Spoorweg-begrooting voor
1875 werd algemeen aangedrongen om met de plannen der regering
nopens den verderen spoorweg-aanleg bekend te worden. Een
aanzienlijk aantal leden was voor staats-aanleg en tegen concessie-
verleening aan een consortium van bankiers. Anderen deelden die
meening niet. Op spoedige beslissing ten aanzien van onderhande
lingen met de exploitatie-maatschappij werd aangedrongen, zoomede
op betere verbinding der verschillende spoorwegen. De groote
meerderheid meende dat omtrent de vergunning van den bovenbouw
der spoorwegbrug te Rotterdam aan een buitenlandseh industrieel
de regering niet anders heeft kunnen handelen. De overbrugging
boven de stad, schoon duurder dan daar beneden, zou een groot
voordeel voor het doorloopend goederenvervoer naar het Noorden
opleveren; overigens vordert 's lands belang dat de spoorweg
ArnhemNijmegen zoo spoedig mogelijk tot stand kome. Vele
leden wensclien dat al 't mogelijke worde gedaan om de kostbare
havenwerken te Vlissingen aan hunne bestemming te doen beant
woorden. Met kracht werd aangedrongen op 't zooveel mogelijk
bespoedigen der werken te Rotterdam en te Fijenoord en ook die
in 't open havenfront te Amsterdam.
Het afdeelings-onderzoek der Kamer van Hoofdstuk V der
Staatsbegrooting voor 1875 heeft in hoofdzaak 't volgende opge
leverd In al de afdeelingen is opnieuw aangedrongen op splitsing
van het departement van Binnenl. Zaken en de oprigting van een