1874. N°. 146. Zondag 6 December. 32 Jaargang. AANBESTEDING. Het Programnia-Kappeyne. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. HELDERSCIIË Ei\ MEI WEDIEPER COURANT. .,w ij huldigen het goede.' Verschijnt Üingsjdag-, Donderdag- en Zatuedag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65 Prijs der Advertentiën Van 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Eiken ïïonderd»s vertrekt de mnil nnar Oost-Sndlë via Brindisi. Laatste ligting 's avonds 6 uur. De sluiting der mail naar Padang en Batavia, te ver zenden per mailboot Prins Hendrikgeschiedt den 11 Dec., na aankomst van trein II (N.H.Spoorw). ten 7.32's avonds. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente ANNA PAULOWNA brengen ter openbare kennis, dat. het SUPPLETOIR KOHIER van den HOOPDELIJKEN OMSLAG, voor het dienst jaar 1874, door den Gemeenteraad in zijne op gisteren gehouden vergadering vastgesteld, gedurende de eerstvolgende acht werk dagen op de Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Anna Paulowna, C. E. PERK, Burgemeester. 2 December 1874. A. J. DE JONGH, Secretaris. Op VRIJDAG den 18 DECEMBER 1874, des voormiddags ten 10 ure, zal aan de Secretarie der gemeente Anna Paulowna, in het openbaar, alleen bij inschrijving, worden aanbesteed: De levering van SCIiOOliBOEKBN en 6CHOOLBEHOEFTEW voor de Openbare Lagere Scholen te Anna Paulowna, in het jaar 1875 benoodigd. De voorwaarden van aanbesteding liggen, op de gewone kantoor uren, ter lezing aan de Secretarie bovengenoemd. Burgemeester en Wethouders van Anna Paulowna, Anna Paulowna, C. E. PERK, Burgemeester. 3 December 1874. A. J. DE JONGH, Secretaris. De BURGEMEESTER der gemeente ANNA PAULOWNA brengt ter kennisse van de ingezetenen, dat binnenkort in de gemeente een OPNAME zal worden gedaan ten behoeve van het LANDBOUW- VERSLAG over 1874. Een ieder wordt verzocht de van hem gevraagd wordende opgaven, zooveel in zijn vermogen is, naauwkeurig mede te deelen, en den met het werk der opneming belasten persoon de behulpzame hand te bieden. Anna Paulowna, 3 December 1874. De Burgemeester voornoemd, C. E. PERK. Wat het vaandel is voor het leger, dat is het programma voor eene staatkundige partij: het punt van vereeniging voor allen die tot leger of partij behooren. Voor den soldaat zegt de kleur van zijn vaandel alles, hij weet wiens kleur het toont, hij volgt en verdedigt het, zonder in rede neeringen te vervallen, gehechtheid en plichtsbesef doen hem aan zijn vaandel trouw zijn. De staatsburger is niet met zoo weinig te vredenhet vaandel waaraan hij zijne sympathie wil wijden, moet meer vertoonen dan enkel kleur, die slechts eene algemeene richting, ;/liberalismus" b. v., aanduidthij wil er ook op lezen hoe de partij, die het vaandel heft, hare richting op de bestaande toestanden wenscht toe te passen, wat zij wenscht veranderd, verbeterd of uitgevoerd te hebben om het ideaal der partij tot werke lijkheid te maken, wat zij, aan de regeering zijnde of van het bestuur verwijderd, in het werk denkt te stellen om hare lens in practijk te brengen. De liberale partij hier te lande mist, en 't heeft haar in de laatste jaren niet tot voordeel gestrekt, zoodanig programma, 't welk in algemeene trekken haar willen en streven uitdrukt, en tevens aangeeft wat zij in de eerst volgende jaren zal trachten in wettelijken vorm te verkrijgen. Vddr de grondwetsherziening van 1848 bestond bij haar geen twijfel wat zij wildeuitbreiding van den volksinvloed op en openbaarheid in regeeringszaken, meerdere vrijheid van beweging op elk gebieden nog lang daarna, onder den krachtigen invloed van haren aanvoerder Thorbecke, was zij eensgezind werkzaam om eene reeks van wetten tot stand te brengen, welke dienen moesten om de nieuw verworven volksrechten te regelen en het constitutioneele regeeringsstelsel, zooals de grondwet van '48 dat op nieuwe en mildere grondslagen gevestigd had, een vruchtbaar leven te geven. Toen dit doel bereikt was, toen ook belangrijke wetten tot verbetering van het onderwijs en tot een beter en rechtvaardiger beheer onzer Indische bezittingen in het leven waren geroepentoen de groote leider der partij, die langzamerhand verschillende zijner oudste en trouwste volgelingen door jongere, minder volgzame en meer voor uitstrevende elementen zag vervangen, en ten laatste ook den steun der hem vroeger zoo toegedane roomsch-catho- lieken moest derven, door tegenwerking en verdeeldheid de regeering aan anderen had moeten overgeven, bleek het meer en meer, dat de liberalen geen vast plan voor de naaste toekomst, geen flink en duidelijk programma, dat instemming en geestdrift bij do natie kon verwekken, be zaten. Een paar zwakke, of liever door hen, waaruit het voortgekomen was, slecht ondersteunde, liberale kabinetten, misten dan ook de kracht welke uit een beslist weten wat men wil geboren wordt, zij konden weinig ten nutte des lands volbrengen, leidden een kwijnend leven en bezweken, om nu onlangs plaats te maken voor een gemengd kabinet van tamelijk conservatieve kleur. Indien, in weerwil van dit alles, de liberalen in de Tweede Kamer de meerderheid zij het dan ook met enkele stemmen bleven uitmaken, dan getuigt dit zeker voor den vrijzinnigen geest der natie. Al vertoonde het libera- lismus geen juist omschreven, voor uitvoering geschikt programma, ieder die de vrijheid lief heeft, den vooruitgang huldigt, vrije ontwikkeling van handel en wetenschap voorstaat, ieder in één woord die de moderne denkbeelden op staatkundig, godsdienstig en wetenschappelijk terrein is toegedaan, bleef het getrouw en van zijne tot Vertegen woordigers verkoren aanhangers het beste hopenin de eerste plaats het weerstand bieden aan alle pogingen tot reactie, vooral aan den drang der optredende kerkelijke partijen; in de tweede plaats het komen tot meerder eenheid, meerder aansluiting, tot overleg omtrent hetgeen beoogd moet worden, tot een programma, dat de gansche partij met nieuw leven bezielen, een nieuwe bron van ijver en krachtsontwikkeling worden zou. 't Heeft niet aan pogingen ontbroken om een programma te ontwerpen, en dit, in de verwachting van den bijval der liberalen, openbaar te maken. Tijdens de algemeene verkiezingen in 1873 verscheen zoodanig stuk in het Handelsblad, als tegenhanger eener door den heer van Hoogendorp ontrolde conservatieve stembus-banier. In het begin van dit jaar verscheen een dergelijk stuk, ontworpen door eenige leden van de Amster- damsche kiesvereenigingen „Burgerplicht" en „Grondwet," om te dienen tot middel van aansluiting en samenwerking der liberalen in de hoofdstad, misschien van het gansche land. Maar „Grondwet" vereenigde zich er niet mede en het plan viel in duigen. De font lag misschien hierin, dat het programma te veel in bijzonderheden, waaromtrent bij ons sterk sprekend individualismus niet gemakkelijk overeenstemming is te verkrijgen, afdaalde en daardoor, nevens punten van aansluiting, ook van afstooting aanbood. Of wel daarin, dat het, evenmin als dat van het Handelsblad, niet specifiek-liberaal genoeg was en naast datgeen, wat uitsluitend als der liberalen roeping en streven mocht beschouwd worden, verschillende punten bevatte, welker behartiging ook door elke andere partij dan de liberale zou bedoeld worden. Gelijktijdig met de Amsterdamsche poging om de krachten der liberale partij door het aangeven van een vast doelwit te versterken, vernam men, dat in den Haag reeds sedert eenigen tijd door Kamerleden van dezelfde richting samen- sprekingen waren gehouden, met het doel om tot meerdere overeenstemming te geraken. Later werd daarover niets meer gehoord, maar thans wil men, dat het door den heer Kappeyne, bij de algemeene beraadslagingen over de staatsbegrooting voor 1875, in de Tweede Kamer ontwikkelde programma een der vruchten zou zijn van de gehouden staatkundige besprekingen. Is dit zoo, hebben wij hier te doen niet met een ontwerp van een enkel persoon, maar met een zoodanig, waarover meerdere invloedrijke mannen het eens zijn geworden, dan verdient dit programma des te meer onze aandacht,. Het zwaartepunt ervan ligt in eene gewenschte uitbreiding der staatsbemoeiingzijnde de stelling vooropgezet, dat de Staat van zijne ingezetenen alles vergen kan wat hij noodig heeft tot zelfbehoud, maar dan ook aan die ingezetenen alles moet verschaffen wat zij noodig hebben. In toepassing van die stelling werden door den spreker de volgende 7 punten als liggende op den weg der nu tot toezien, later weder tot regeeren geroepen hervormingsgezinden, ontwikkeld 1. De reorganisatie van het beambtewezen en de goede inrichting van de ambtenaars-hierarchie. 2. Regeling van het rechtswezen, niet alleen de rechterlijke organisatie, maar verbetering onzer procedure. De rechters moeten onmid- delijk met de partijen in aanraking worden gesteld ter beslechting harer geschillen. 3. De bevordering van de openbare gezondheid. Ook voor dien tak van staatsbestuur moet men trachten behoorlijke regelen te stellen, en zelfs zou spr. een afzonderlijk departement daarvoor niet onmo gelijk achten. 4. De noodzakelijkheid van het maken van publieke werken, waarbij de Staat ook de particuliere krachten moet te hulp roepen, daar de vereeniging van kapitalen de groote hefboom is tot verkrijging van hetgeen de tegenwoordige eeuw vordert. Het recht van vereeni ging moet daarbij op nieuwe grondslagen worden gevestigd, overeenkomstig de behoeften van den tegenwoordigen tijd. 5. Het onderwijs. Waar zooveel te doen is, moet men allereerst hebben eene verlichte en beschaafde natie. Daarom mag de Staat het onderwijs niet overlaten aan Vereeni- gingen of particulieren, maar hij moet er zelf voor zorgen op onbekrompen wijze. Aan concurrentie moet daarbij niet gedacht worden. Tevens moet de Staat vooral zorgen voor behoorlijke opleiding en verzorging van onderwijzers, om zoodoende den eindpaal, schoolplichtigheid, gemakkelijker te bereiken. 6. Verbetering van het leger. Voordat een nationaal leger is verkregen, is aan geene werkelijke ver betering onzer defensie te denken. 7. Verbetering van het samenstel onzer belastingen, waarbij de accijnsen zoo laag mogelijk moeten zijn in verhouding tot het geheel, en de directe belastingen de groote bron onzer geldmiddelen. Is nu dit programma geschikt om de liberale Kamer leden tot eendrachtig streven en handelen te bewegen, en is het waar dat de oneenigheid der liberale partij en hare onverschilligheid jegens de laatste ministeriën van hare richting voortvloeiden uit het gemis van een programma zooals beweerd wordt dan is er zeker reden om zich over de verschijning van het vorenstaande te verheugen. De meerdere of mindere bijval welke het verdient zal echter afhangen van de toelichting, welke nog ontbreekt, maar kwalijk achterwege kan blijven. Zoo spreekt 7 van verbetering van het samenstelsel onzer belastingen, van het reduceeren der accijnsen en het uitbreiden der directe belastingen; maar er wordt niet gesproken van billijker verdeeling van den druk van laatstgenoemde belastingen, iets wat de natie zeker nog vuriger wenscht dan de afschaf fing van enkele accijnsen. Overigens bevat het ontwerp veel dat instemming ver dient, zooals de bevordering van het ondernemen van publieke werken, als middel tot dadelijke en voortdurende vermeerdering van de algemeene welvaart. Sneller, goed- kooper en door geen onnoodigen omslag belemmerde rechtspleging is een eisch des tijdsbevordering van de openbare gezondheid, door onwil en tegenwerking van gemeentebesturen en particulieren, die bodem en water laten vergiftigen, zoo vaak tegengewerkt, geen mindere en onophoudelijke ijver en onbekrompen belangstelling van overheidswege voor het volksonderwijs, gepaard aan leer- pligtigheid geschuwd van allen die het met de volks verlichting niet van harte meenen zal wel noodzakelijk gekeurd worden door ieder, die het onderwijs als den machtigsten hefboom tot bevordering van beschaving en welvaart beschouwt en van nabij weet hoe veel nog aan ons onderwijs ontbreekt en op hoe luttele vrucht wij in vele gevallen mogen bogen. Of de meest geavanceerde leden der Kamer, met name zij die wenschen, dat de Staat zich tot zekere hoogte de belangen van de arbeidende klassen, als een opkomenden nieuwen en vierden stand zal aantrekken en zich niet geheel onzijdig houden in de voorwaarden en omstandigheden waardoor de kwestie der loonen geregeld en beheerscht wordt, zich met dit programma zullen kunnen vereenigen, is te betwijfelen; maar 't is voorzichtig te achten dat dit onderwerp niet aangeroerd wordt, niet alleen omdat het aantal voorstanders eener, zij het ook nog zoo voorzichtige en schroomvallige, bemoeiing van den Staat met dergelijk particulier belang nog weinig talrijk is, maar ook om geene verwachtingen op te wekken ten aanzien van een teeder, nog veel studie eischend vraagstuk. Maar bevreemdend komt het ons voor, dat de heer Kappeyne de koloniale kwestie geheel met stilzwijgen voorbijgaat. Of is deze, door de van tijd tot tijd ten aanzien der Indische bezittingen genomen maatregelen reeds opgelost, is de rij der hervormingen in Indië reeds gesloten en heeft niet daar de liberale partij nog eene gewichtige roeping te vervullen? Of het programma-Kappeyne het programma der liberale partij in den lande worden zal, moge de ondervinding leeren. De bekendmaking ervan doet ons genoegen: het is goed, dat de ijverigsten, de bekwaamsten van alle partijen uit spreken wat hunne meening is, welk ideaal hen bezielt, en zulks te meer terwijl hunne partij, van het bestuur ver wijderd, haren invloed en hare sympathiën moet trachten te bewaren en te versterken. Hunne plannen geven stof tot overweging, zij herinneren de partijen zoowel hare roeping als de behoefte des volks, zij wijzen den weg tot datgeen wat hot streven van gelijkgezinden worden moet; zij zijn de voorloopers van een eenparig aangenomen, kracht en bezieling gevend credo. Maar ook de schoonste programma's eischen tot hunne verwezenlijking mannen van groote gaven, mannen vol zelfverloochening, geest van volharding en vaderlandsliefde, die als de belichaming van de beginselen en aspiratiën hunner partij zijn. Nog meer dan aan schoone ontwerpen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 1