Binnenland.
Benoeming-en, enz.
STATEX-GEXERAAL.
Buitenland.
Frankrijk.
HELDER en NIEUWEDIEP, 7 Januarij.
Door den havenwachter Jongstra werd eergisteren
nacht de kok van het schip «Ortelius» uit de haven gered.
Twee wakers van de nahij liggende schepen hebben veel
tot de redding bijgebragt.
Het dooiweder is oorzaak geweest, dat de IJsclub
West-Frisia alhier geen gevolg heeft kunnen geven aan
haar plan tot het houden eener hardrijderij op schaatsen.
Wel hield zij jl. Maandag eene bijeenkomst, waarin het
bestuur aldus werd zamengesteldde heer mr. Cli. Bosch
Reitz, president, de heer A. C. Boonzaijer, penningmeester,
de heer S. Giltjes, secretaris, en de heeren B. J. Her-
weijer en J. M. Brevet. De heeren H. J. S. van der
Sloot en A. Govers werden benoemd tot gedelegeerden,
welk collegie nu uit 12 leden bestaat. In deze vergadering
werd bepaald, dat de jaarlijksclie contributie in 't vervolg
inééns, en wel in Jan., moet worden voldaan, en dat voor
taan alleen door ingezetenen aan uit te schrijven wedstrijden
kan worden deelgenomen, terwijl, ingeval de kas zulks
toelaat, een afzonderlijke prijs voor vreemdelingen zal
worden beschikbaar gesteld.
Het plan bestaat om bij invallenden vorst op nieuw een
bijeenkomst te houden.
Het aantal candidaten bij de Nederl. Herv. kerk dit
jaar overig, bedraagt niet twee, zoo als in ons vorig nommer
gemeld stond, maar acht.
Drietal te Utrecht: ds. G. Doedes, te Velzen; J. II.
L. Roozemeijer, te Middelburg en W. Astro, te Rotterdam.
Yoor het gedenkteeken op het graf van ds. Meyboom
is thans ongeveer f 1300 bijeengebragt. Aan een deskun
dige is opgedragen de vervaardiging van eene teekening.
Tot heden heeft de heer J. Heykamp, pastoor van
de Oud-Katholieke gemeente te Schiedam, nog geene
beslissing genomen omtrent de op hem gevallen keuze tot
aartsbisschop.
De spoorwegdirectiën hier te lande hebben de handen
in elkaar geslagen en bij den aanvang van dit jaar een
nieuw algemeen tarief voor het vervoer van bestelgoederen
ingevoerd, dat vrij lage vrachten aangeeft tusschen bijna
alle stations onderling.
Om met een paar voorbeelden op het groote belang te
wijzen, dat hieruit voor den handel voortvloeit, dient o. a.
het volgende:
Amsterdam-Groning. 1 KG. thans f 0.23, vroeg, f 0.48,
Leeuwarden-Leiden. 2 0.29, 0.63.
Maastricht-Groning. 3 0.38, 0.68.
Dit verschil wordt nog grooter voor stations van de
Zecuwsche lijnen, waarvoor die tarieven ook geldig zijn.
De afdeeling Waard en Groet der IIoll. Maatschappij
van Landbouw, bestaande uit ingezetenen van Nieuwe
Niedorp en Winkel, zal in de volgende maand te Nieuwe
Niedorp haar 25jarig bestaan vieren. De heer II. Rezel-
man, van Winkel, een der oprigters van de afdeeling en
onafgebroken haar penningmeester, zal de feestrede houden,
terwijl de vergadering zal worden besloten met een maaltijd.
In den nacht van den 2 op 3 dezer is te Zuiderwoude,
onder Broek in Waterland, eene boerenhofstede afgebrand,
in eigendom behoorende aan en bewoond door G. Houter.
Omstreeks 10 ure brak de brand uit en tegen 12 ure lag
alles voor den grond, met uitzondering van een klein
schuurtje. Toen de brand uitbrak lagen de bewoners, de
eigenaar, twee kleine kinderen en de meid, in diepen slaap.
De meid werd het eerst wakker, door geraas of waar
schijnlijk door het geblaf van den hond, die tegen het bed
zijns meesters opsprong, waardoor deze het geluk heeft
gehad, nog tijdig zijne beide kinderen, al zijn vee, bestaande
uit 10 koeijen, een paard en eenige schapen, benevens
eenige wagens met boerengereedschappen te kunnen redden.
Het aanwezige hooi is verbrand. De oorzaak van den brand
is onbekend.
In de gemeente Zaandam circuleert het volgende
adres aan den Koning:
«Sire! De ondergeteekenden, ingezetenen van Zaandam,
hebben kennis genomen van het besluit van Z. Exc. den
minister van Binnenl. Zaken, waarbij verboden is, dat op
de Plaats te 's Hage een standbeeld van wijlen mr. J. R.
Thorbecke worde opgerigt. Bewogen door eerbied voor
de nagedachtenis van dezen grooten staatsman, aan wien
Nederland en het grondwettig Koningschap zooveel te danken
hebben, gevoelen zij zich gedrongen U daarover hun diep
leedwezen te betuigen, 't Welk doende enz.»
De kantonregter te Amsterdam heeft jl. Dingsdag
uitspraak gedaan in de zaak van prof. Willeumier niet
afvragen van een bewijs van inenting van de ingeschreven
studenten en dezen van regtsvervolging ontslagen. De
kantonregter overwoog, dat uit de geschiedenis der wet
blijkt, dat gedacht is aan lager onderwijs. In de wet staat
onderwijzers en leerlingen; valt er ook aan liooger onder
wijs te denken, dan had er moeten staan hoogleeraren en
studenten. De gedachte der voorstellers is geweest,
sommige provinciale en gemeentelijke verordeningen betref
fende besmettelijke ziekten voor liet gelieele land toepasselijk
te maken.
Eergisteren nacht is een der logés van een logement
op het Damrak te Amsterdam uit het raam gesprongen en
zwaar gekneusd naar het gasthuis gebragt. Bij onderzoek
bleek, dat hij in den droom zijn bed had verlaten en naar
beneden gesprongen was.
Jl. Maandag stond voor de criminele kamer van het
Prov. Geregtshof te Amsterdam teregt Antje Akkerman,
de 17jarige dochter van een watermolenaar te Schermerhorn,
beschuldigd van op 5 Maart 1874 haar vader en haar
13jarigen broeder met rattenkruid vergiftigde schapenkanen
te hebben voorgezet. De vader heeft het door hem genut-
tigde geheel uitgebraakt; de zoon slechts ten deele en is
den volgenden namiddag aan de gevolgen overleden. Het
meisje zelf had ook iets van het bereide gebruikt en is
dat weder kwijt geraakt. In de instructie heeft zij bekend,
geweten te hebben dat er rattenkruid in was, maar opge
geven dat dit door een werkman liaars vaders daarin was
gedaan, voor wien zij een bijzonderen angst had. Tegen
dien werkman waren wel bezwaren gerezen, maar hij is
later buiten vervolging gesteld als zijnde er tegen hem
geene voldoende bewijzen. Op de teregtzitting ontkende
zij de voorafgegane wetenschap. Dertien getuigen, waar
onder de vader, zijn gehoord. Den volgenden dag is de
behandeling voortgezet; toen was de advocaat-generaal
jhr. mr. C. II. Bakker aan het woord.
Jl. Dingsdag is o. a. te 's Hage aanbesteed: Het
onderhouden van en het uitvoeren van vernieuwingen
en herstellingen aan het huis van arrest en het huis van
opvoeding en verbetering voor jongens te Alkmaar. Minste
inschrijver de heer J. Metz Burkunk, te Alkmaar, voor
f 2400 en f 2600.
Als een bijzonderheid meldt men aan de N. Gor. Crt.
uit Vuren, dat daar dezer dagen een zeldzame verloting of
liever verdobbeling heeft plaats gehad. Twee jongelieden
kregen in een herberg geschil over een meisje, wie van
beiden haar bezitten zou, het welk echter ten beste afliep.
Een der aanwezigen bragt hen namelijk op de gedachte
er om te dobbelen, terwijl de winner zich moest verbinden
een gelag van 25 borrels te zijnen kosten uit te keeren,
hetwelk, door beiden werd goedgekeurd. Zekere A. H.
had het geluk met 12 oogen den prijs te winnen!
Een tooneelvoorstelling te Utrecht is gestoord door
een dronken man, die op het tooneel sprong en daar met
veel vlijt alles begon stuk te slaan. De uitvoering werd
gestaakt.
Te Vlissingen zijn dezer dagen door de gemeente
politie aangehouden drie personen, die bezig waren midden
op den dag, aan de havenstation onder die gemeente, van
een locomotief, door middel van breekijzers, eene aanzien
lijke hoeveelheid ko,per af te breken en te ontvreemden.
Aan een hoofdartikel der Arnli. Crt. over de nieuwe
Spaansche verrassing, ontleenen wij de volgende regelen:
«Spanje is een wereld apart, het land der verwezenlijkte
onmogelijkheden. De politiek, die voor ons een zeer
ernstige en zeer ernstig gemeende zaak is, is daar louter
een kansspel, waarin men alles waagt om alles te winnen.
Als de speculatie op rouge mislukt, gaat men speculeeren
op noir, en omgekeerd. Of de pop op de kaart Isabella
voorstelt of don Carlos, of Alfonsus, of Castelar of
Serrano, of het een figuur is met een vrijheidsmuts of een
militair imperator, is onverschillig, als het slechts een kaart
is waarmede men spelen, en als de fortuin meêloopt
winnen kan. Een pronunciamiento beteekent zoëveel als
«ik vraag in schoppen (b. v.); schoppen is troef.»
«Waarom zouden wij de zaken in Spanje serieuser
behandelen dan de Spanjaarden zelve doen, en er ons
bekommerd over maken, of de troefkaart van het oogenblik
Serrano heet, of Alfonsus of don Carlos? of de kleur
rood of zwart is? of er gespeeld wordt om een koningrijk
of om een republiek? Als Alfonsus Koning is, wordt
de republiek pretendent; als de republiek een fait accompli
is geworden, begint de tegenpartij don Carlos, of Alfonsus
of een dictator pretendent te stellen. Faites votre jeu,
messieurs! Alfonsus is Koning, leve de republiek!
Slechts in één punt is er voor niet Spanjaarden reden
Spaansche zaken serieus te beschouwen en te behandelen,
het punt der effecten, namelijk voor deze goedgeloovige
menschen, die het ongeluk hebben Spaansche effecten te
bezitten. Doch ook ten opzigte van dit punt is de kwestie
van welke regering vrij onverschillig, want het is alleen
de kwestie hoe de Spaansche regering heet die Spanjes
schulden betaalt. De Spanjaard is niet voor niet een
hidalgo, edelman van den ouden stempel: hij is te fier om
geldzaken te doen of te begrijpen; de waarde van het
geld weet hij niet en acht hij niet; hij kent alleen de
waarde van het eredietop zijn crediet d. i. ten koste
zijner crediteuren, leeft hij en daarvan teert hij, en in dit
opzigt zijn alle regeringen van dit ridderlijk volk homo
geen en echt nationaal.»
Een timmerman te Haulerwijk huisvestte een paar
schapen en 2 varkens in een hok. Op zekeren morgen
vermiste hij een schaap en na naauwkeurig onderzoek bleek,
dat het door de varkens verscheurd was.
Welk eene drukte het ijs in Friesland geeft kan
blijken uit de Leeuw. Crt. van den 3 dezer, waarin niet
minder dan 50 hardrijderijen werden aangekondigd; op
ééne uitzondering na in deze week te houden.
De uitgeloofde prijzen en premiën beliepen een geza
menlijk bedrag van f 4827.50, bebalve een door Prins
Alexander aangeboden gouden ankerhorologie en pièce de
milieu, terwijl eene maskerade-rijderij nog geene prijzen
annonceerde.
Men begrijpt, hoeveel teleurstelling de ingevallen dooi
heeft teweeggebragt.
Benoemd bij de dd. schutterij te Hoorn: tot lsteu luit. de heer
jhr. D. O. J. van Akerlaken, thans 2de luit.
Benoemd tot directeur van het postkantoor te Utrecht de heer
G. Deketh, thans directeur van het postkantoor te Leeuwarden.
Met ingang van den 1 dezer is aan P. F. Uhlenbeck, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking als lid der
commissie, bedoeld in ait. 3 der wel van 28 Mei 1869, onder
dankbetuiging voor de in die betrekking door hem bewezen diensten
en als zoodanig in zijne plaats benoemd de officier-machinist lste kl.
bij de marine J. II. Jullien te Willemsoord.
De inspecteur van administratie B. A. Stieler, gedetacheerd bij
het departement van marine, wordt met den laatsten Febr. a. s. op
non-activiteit gesteld en met 1 Maart vervangen door den inspecteur
van administratie P. A. Ie Mahieu.
Oost-Indië. Ontslagenop verzoek, eervol, met behoud van
legt op pens., de tweede opzigter van schecpsb. bij het marine-
etablissement te Soerabaija P. van Aspercn.
Benoemd; bij de fubriek voor de marine en het stoomwezen te
Soerabaija, tot vasten werkman modelmaker J. J. van der Linden,
thans als zoodanig werkzaam; tot vasten werkman voor het vak
van ijzeren scheehsbouw, de vaste werkman voor den algemeenen
dienst J. Elandstot portier bij bovengenoemde fabriek J. D.
Bruininga, thans met die betrekking belast.
Kerstc Kamer.
In hare memorie van antwoord op het voorloopig verslag der
Kamer over de staatsspoorwegbegrooting voor 1875 zegt de regering,
dat zij niets liever verlangt dan spoedig een voorstel te kunnen
doen, waardoor aanleg en exploitatie van eenige nieuwe lijnen ver
zekerd worden.
Ten aanzien van de in het verslag besproken overneming door
den Staat van de lijnen Boosendaal-Moerdijk en Boosendaal-Breda,
bestaat bij de regering twijfel, of de daardoor te verkrijgen voor
deden wel tegen de aanzienlijke uitgaaf zullen opwegen. Het komt
den minister van Binnenl. Zaken voor, dat de Staat niet alle lijnen
behoeft op zich te nemen.
De minister verzekert voorts, dat met de spoorwegwerken te
Botterdam en te Amsterdam zoo spoedig mogelijk voortgang wordt
gemaakt. Omtrent den stand der werken vindt men, dat voor den
spoorweg te Botterdam de bovenbouw der brug over de Nieuwe
Maas en over de Koningshaven is aanbesteed, terwijl de viaduct
door dc Binnenrotte nagenoeg voltooid is. De overige gedeelten
van den spoorweg door Botterdam zijn in uitvoering of worden
eerlang aanbesteed. Er wordt op gerekend, dat met de winterdienst
van 1876 de werken voor de exploitatie gereed zullen zijn.
Voor den spoorweg Zaandam-Amsterdam is de onderbouw door
het IJ grootendeels en de brug over het nieuwe kanaal geheel
gereed. De viaduct door de Houttuinen is voltooid en in het
open havenfront wordt met de werken voor den onderbouw der
gemetselde doorgangen en met de zandaanplerapingen voor het
stationsterrein voortgegaan. Aan de oostzijde zijn de werken zoover
gevorderd, dat daarvan voor de exploitatie van den Ooster-spoorweg
gebruik kan worden gemaakt, terwijl op de goederenstation in de
stadsrietlanden ook reeds spoedig voor de dienst op dien spoorweg
zal kunnen gerekend worden.
Het wetsontwerp tot onteigening voor den spoorweg van Arnhem
naar Nijmegen zal weldra gereed zijn.
In zijn antwoord op het verslag der Kamer zegt de minister van
Koloniën o. a. het volgende:
„Hoewel de oorlogstoestand in Atsjin steeds een onderwerp van
ernstige zorg voor de regering is, valt niet te ontkennen dat de
berigten van de laatste maanden, voor zoover de krijgsoperaticn
betreft, gunstig waren. Ondanks het ongunstige saizoen zijn door
onze wapenen meerdere voordeelen behaald en werd onze vestiging
hoe langer zoo meer tegen vijandige aanvallen verzekerd. Ten
gevolge der aanhoudende regens liet de gezondheidstoestand daar
entegen zeer veel te wenschen over.
Wat mogelijk is tot behoorlijk onderhoud en versterking onzer
krijgsmagt, is geschied. Met den wenscli, dat weldra het in het
belang van ons gezag in Indië voorgestelde doel zal worden bereikt
en met de overtuiging, dat men voor geldelijke offers niet behoeft
terug te deinzen, stemt de minister gereedelijk in. De geschiedenis
onzer Overzeesche bezittingen leert echter, dat bezadigdheid met
kracht gepaard steeds tot betere uitkomsten geleid heeft, dan
buitengewone magtsontwikkeling met geweld.
De minister zal gaarne bij de begrooting van zijn departement
in de Kamer omtrent het ontslag van den gouverneur-generaal van
Nederlandsch-Indic de inlichtingen verstrekken die verlangd worden
en die hij geven kan."
De politie-rapporten maken melding van niet minder
dan 2023 ongelukken, die de gladde straat te Parijs dezerdagen
heeft veroorzaakt. Vooral op den avond van den 1 dezer
waren de boulevards en de straten onbegaanbaar, ten ge
volge van ijzel door plotseling invallende, zachte dooi.
Niemand was er op gewapend en toen de theaters uitgingen
was de wanhoop algemeen. De omnibussen en rijtuigen
konden niet voort, want de paarden stonden niet op scherp
iedereen moest naar huis wandelen en begon met zijnen
zakdoek om den eenen voet te winden; doch toen de andere
voet voldoende scheen om uit te glijden en te vallen,
trokken velen, en de dames het eerst, de bottines uitzelfs
zijn er gezien, die, toen ook de kousen glad begonnen te
worden, blootvoets naar hnis liepen. Overal zag men val
lende groepen van menschen; overal ook hoorde men
gillen. Het verschrikkelijkste tafereel is geweest dat van
een barende midden in de rue Ramey. Moeder en kind*
zijn in een zeer zorgwekkenden toestand. Voor zoover be
kend is zijn vijf menschen dood gevallen, maar het getal
gebroken armen, beenen en neuzen is zeer groot. De
gasthuizen liggen vol patiënten. Thans dooit het gelukkig
goed door.
Ziehier nog eenige bijzonderheden: «Aan rijden was
natuurlijk evenmin te denken als aan loopen, en te vergeefs
bood iemand, die naar een spoorweg-station moest, 200 fr.
aan een koetsier. Het vervoer was onmogelijk, hoewel
sommige huurkoetsiers, om hun paardan heelhuids te huis
te brengen, alles beproefden. Een hunner had de dek-
kleeden aan lappen gesneden, en de stukken, bij wijze
van sokken, om de hoeven van zijn rosinanten gebonden.
Een ander spreidde (gelijk weleer sir Walter Raleigh zijn
mantel voor Koningin Elisabeth deed) het dekkleed aan
houdend, stap voor stap, voor zijn paard op de straat uit,
zoodat het dier met gedurig stilstaan, telkens echter eenige
schreden voorwaarts kon doen. Een oud koetsier gaf een
aandoenlijke trek van goedhartigheid voor zijn oud en
trouw paard, dat nedergestort was, de beenen gebroken
had en op den openbaren weg moest blijven liggen, tot
het ter plaatse doodgeslagen kon worden. De grijsaard trok
zijn warme bokjas uit en spreidde die over het arme dier
uit, om het in zijn jammerlijken toestand niet aan de koude
ten prooi te laten, en hield bibberend do wacht bij zijn
ongelukkige medgezel.
De nieuwe Koning van Spanje is nu reeds tweemaal
interviewed; eerst, gelijk bekend is, door den Parijschen
correspondent van de Londensche Times, en thans door
den Parijschen correspondent van den New-York Herald.
Alfonsus XII gaf aan laatstgenoemde te kennen dat hij
den 6 dezer vertrekken zou, en verklaarde nog het
volgende: a. hij wil trachten tot een voordeelige schikking
der Cubaansche aangelegenheden te geraken; b. hij wil
onderhandelingen aanknoopen over de teruggave van
Gibraltar aan Spanje; c. hij wees op Engeland en België
als toonbeelden voor een constitutionele regering, en op
Pruissen als toonbeeld voor de militaire organisatie, voor