1875. N°. 10.
Vrijdag 22 Januarij.
33 Jaargang.
BEKENDMAKING.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau; MOLENPLEIN N\ 103.
GEMEENTERAAD.
HELDERSUHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
!,W ij huldigen het goed
Verschijn Dingsdag, Donderdag en Zaturdng namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1 30.
franco per post - 1 65.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt de inail naar Oost-Indië
via Brindisi.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De BURGEMEESTER der gemeente HELDER maakt bij deze
aan de daarbij belanghebbenden bekend, dat het kohier der grond
belasting op de gebouwde en ongebouwde eigendommen over het
jaar 1875 den 15 Januarij door den heer Provincialen Inspecteur
is goedgekeurd en invorderbaar verklaard.
Helder, De Burgemeester voornoemd,
19 Januarij 1875. STAKMAN BOSSE.
Zitting van Dingsdag den 19 Januarij 1875.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig 15 leden; afwezig met kennisgeving van verhin
dering de heer Werendlijn Smit.
De aanteekeningen van het verhandelde in de vorige zitting
worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter herinnert aan het plan tot het in gebruik stellen
der nieuwe school in de Oostslootstraat op 1 April e. k.welke in
gebruik stelling het noodig maakt tot eene nieuwe regeling over te
gaan van de openbare scholen in deze gemeente. Het inrigten der
school aan de Hoofdgracht voor gewoon en meer uitgebreid lager
onderwijs is in de ontworpen nieuwe regeling opgenomen. De
concept-besluiten, hiertoe betrekkelijk zijn opgemaakt in overleg
met de Plaatselijke Schoolcommissie, en met den meesten ernst
overwogen. Er geschiedt daarop voorlezing van het ontwerp-hesluit,
aanwijzende het getal der openbare scholen in deze gemeente met
ingang van 1 April 1875; dat getal z;.l alsdan zijn zeven, waarvan
één ingerigt uitsluitend voor betalende, de overigen voor betalende
en niet-betalende leerlingen. Op les dezer scholen zal onderwijs
worden gegeven in de vakken genoemd onder letters a tot i in
art. 1 der wet op het lager onderwijs van 13 Aug. 1857; in de
gemeenteschool No. 4 zullen daaraan toegevoegd worden de vakken
genoemd onder letters k tot p in evengenoemd artikel van be
doelde wet.
In verband met dit concept-besluit wordt gelezen eene missive
van den heer 1). Dekker, hoofdonderwijzer aan eene der gesubsidieerde
bijzondere scholen in deze gemeente, houdende bedenkingen tegen
het plan tot iurigting der gemeenteschool No. 4 uitsluitend voor
betalende leerlingen met opneming van eenige vakken van meer
uitgebreid lager onderwijs. Hij herinnert aan de wijze zijner
benoeming tot zijne tegenwoordige betrekking en aan het nadeel
dat meer bepaald hem door de beraamde plannen zoude treffen. Hij zou
wenschen dat zijne school, bepaaldelijk voor meisjes bestemd, tot
gemeenteschool zou worden verklaard en wederlegt de bezwaren,
die daartegen zouden te maken zijn. Ter aanbeveling van zijn
verzoek wijst adressant nog op de wenschelijkheid om zulk eene
inrigting van onderwijs afzonderlijk voor jongens en voor meisjes
te hebben.
De Voorzitter deelt mede, dat dit schrijven te laat is ingekomen
om het vooraf te kunnen behandelen in eene vergadering van B.
en W. Hij vraagt het oordeel der leden over de wijze van behan
deling er van.
De heeren Maalsteed en Boom voeren naar aanleiding daarvan
het woord; laatstgenoemde stelt voor de missive van den lieer
Dekker in handen te stellen van B. en W.t die, na de Plaatselijke
Schoolcommissie en den districts-schoolopziener te hebben gehoord,
daaromtrent advies zullen uitbrengen. De Voorzitter vereenigt
zich daarmede, doch meent dat evengoed kan worden voortgegaan
met de behandeling van het aan de orde gesteld concept-besluit.
Het voorstel om het adres in handen van B. en W. te stellen
met het genoemde doel, wordt eenparig goedgekeurd; mede met
eenparige stemmen geschiedt de aanneming van het concept-besluit
tot regeling van het aantal openbare scholen.
Vervolgeus wordt aan de orde gesteld een ander concept-besluit,
namelijk tot vaststelling der jaarwedden van hoofd- en hulponder
wijzers en kweekelingen, werkzaam aan de onderscheidene gemeente
scholen met ingang van 1 April 1875. Behalve het genot van
vrije woning of vergoeding van huishuur, wordt voorgesteld de
tractementen der hoofdonderwijzers te bepalen als volgt: die der
scholen No. 1 en 2 f 750, die van de scholen No. 3 en 7 f1200,
die der scholen No. 4 en 6 f 1500 en die der school No. 5 f1600.
De jaarwedden der hulponderwijzers worden voorgesteld te bepalen
aldus: di£ der scholen No. 3, 5, 6 en 7 op f 500, met acte van
hoofdonderwijzer f 550; de tegenwoordige 1ste hulponderwijzers
f 600; die der school No. 4 f 700, f 600 en f 500, laatatbedoelden
indien zij eene acte als hoofdonderwijzer hebben met eene verhooging
van f 50 's jaars. Aan de hulponderwijzers wordt na één jaar
verblijf eene toelage van f 50 toegekend. Aan die hulponderwijzers,
welke bij ontstentenis van den hoofdonderwijzer diens betrekking
bekleeden, zal daarvoor bij raadsbesluit eene toelage worden verleend.
Kweekelingen aan de openbare scholen genieten toelagen van hoogstens
f 50 's jaars. Nadat de heer Maalsteed eenige inlichting had
gevraagd en verkregen, werd ook dit ontwerp-hesluit met eenparige
stemmen aangenomen.
Mede met eenparige stemmen wordt op voorstel van het Dag.
Best. bepaald, dat de hoofdonderwijzer der gemeenteschool No. 4
aan 't hoofd dier school zal blijven geplaatst, terwijl die der school
No. 3 naar de nieuwe school in de Oostslootstraat zal overgaan.
Daarna geschiedt de vaststelling eener verordening tot heffing
der schoolgelden. Ingaande met 1 April 1875 zullen de school
gelden op de gemeente-scholen No. 1, 2, 3, 5, 6 en 7 op dezelfde
wijze als tot heden bepaald en geheven wordenper kwartaal f 1
f 0.75 en f 0.50, al naarmate 1, 2 of meer kinderen uit hetzelfde
gezin de school bezoeken. Aan onvermogenden wordt vrijstelling
verleend. Op de gemeente-school No. 4 zal per kwartaal geheven
worden een schoolgeld van f5, f 4 en f 3, al naarmate 1, 2
of meer kinderen uit één gezin die school bezoeken. Voor het
bezoeken der avondschool wordt het schoolgeld met verhoogd.
Voor leerlingen, die uitsluitend de avondschool bezoeken, is het
schoolgeld f 2.50 per kwartaal.
Op voorstel van het Dag. Bestuur wordt bepaald, dat het besluit
tot toelating van leerlingen op de gemeente-scholen op 7jarigen
ouderdom nog gedurende een half jaar zal worden bestendigd. Tot
aanbeveling van dit voorstel werd door den Voorzitter gewezen op
de onbekendheid met het aantal kinderen boven de 6 jaar die van
het onderwijs zouden gebruik maken en op de behoefte aan ver
grooting der school No. 3, waartoe inmiddels zal worden overgegaan.
Voor kennisgeving worden aangenomen de mededeelingen des
Voorzitters, dat door HII. Gedeputeerde Staten dezer provincie zijn
goedgekeurd de gemeente-begrooting, dienst 1875 en de verhooging
van het tractement van den gemeente-ontvanger met f 100.
Er wordt gelezen eene missive van mejufvr. Schuurman, houdende
mededeeling dat zij op Maandag 18 dezer hare school voor meisjes
heeft geopend met 54 leerlingen, een getal niet hooger dan de
ruimte van het lokaal toelaat. De heer Boom voert naar aan
leiding hiervan het woord. Hij merkt op, dat, daar die school uit
de fondsen der gemeente wordt gesubsidiëerd, zij ook de noodige
ruimte moet aanbieden en er geene leerlingen om gebrek aan
ruimte moeten worden afgewezen. Hij wil aan genoemde hoofd
onderwijzeres medegedeeld hebben, dat de Raad alsnog in den
hestaanden toestand berust, maar met den aanvang van 1876, des
noodig met verhooging van subsidie, een grooter lokaal verlangt.
Door de heeren Graat, Berghuijs, Hugenholtz en den Voorzitter
wordt het voorstel van den heer Boom bestreden, o. a. ook met
het oog op de nog te nemen beslissing op het adres van den heer
Dekker en de nieuwe inrigting der gemeente-school No. 4. De
missive van mejufvr. Schuurman wordt ten slotte voor kennisgeving
aangenomen, nadat de heer Boom had verklaard, dat hij, zoodra
hij eene weigering van leerlingen verneemt, op deze zaak zal
terugkomen.
Aan de weduwe van wijlen den gemeente-bode A. Tegel wordt,
op voorstel van B. en W., verleend eene gratificatie van f 100.
Voor kennisgeving worden aangenomena. eene missive van den
heer districts-schoolopziener, houdende opheldering zijner bedoeling
in het vorig schrijven aan den Raad en herhaling van zijne daarin
voorkomende voorstellen ter zake van de gesubsidieerde taalschool
voor meisjes; b. het besluit van den Commissaris des Konings
in deze provincie tot eervol ontslag van den veldwachter C. Dienaar
c. de benoeming van de heeren W. J. Maalsteed, C. Abbenes
en C. Berghuijs tot zetters van 's rijks-belastingend. de
mededeeling, dat op 18 dezer heeft plaats gehad eene verificatie
van de boeken en kas des gemeente-ontvangers. Een en ander werd
in goede orde bevonden, in kas zijnde de som van f 30,927.60|.
Er wordt besloten tot ondersteuning hij de Hooge Regering van
de adressen, door de gemeentebesturen van Zaandam en Wormer-
veer ingediend, tot bespoediging der exploitatie van de spoorweglij n
ZaandamAmsterdamvolgens de gedane mededeelingen toch zou
die lijn vooreerst slechts gebezigd worden tot vervoer van zandwagens
voor de demping van het IJ.
De Voorzitter deelt mede dat hij bij besluit van 19 Dec. jl. door
Z. M. is herbenoemd tot burgemeester dezer gemeente, en dat hij
inmiddels den gevorderden ambtseed in handen van den Commissaris
des Konings heeft afgelegd. Door den wethouder, den heer Graat,
wordt hij daarop, namens den Raad, met die herbenoeming geluk
gewenscht.
Bij de gewone rondvraag erlangen achtereenvolgens de heeren
Berghuijs en van Veen het woord. Eerstgenoemde wijst op de
klagten over het blusschen der gaslantaarns juist op den tijd dat
vele menschen naar hunne bezigheden gaan, de Texelsche stoomboot
aankomt en de 1ste trein vertrekt. Ter voorkoming van ongelukken
vraagt hij voorziening daarin. De Voorzitter meent dat althans de
lantaarns nabij de bruggen branden blijven en verzekert dat daarin
voor een volgenden winter in ieder geval zal worden voorzien.
De heer van Veen vraagt naar de verpachting der mest-inzameling.
De Voorzitter deelt mede, dat, onder eenige voorwaarden, zich per
sonen als pachters hebben opgedaan, doch dat deze zaak nog hij
de commissie voor de gemeentewerken aangangig is. Nadat de heer
van Veen op het maken van eenigen spoed had aangedrongen,
werd door den Voorzitter de vergadering voor gesloten verklaard.
Verslag der verrigtingen door de zeemagt in de uattren van
Atsjin; vervolg.
11 Oct. Zr. Ms. stoomschip Bandjermasin van Poeloe-
Bras naar de reede van Atsjin opkomende, ontving bevel
om voor Koeala-Gighen te stoomen, waar eene onder
Engelsche vlag zeilende brik ten anker was gekomen, en
keerde den volgenden dag terug, nadat de Engelsche brik,
zijnde de Hero, bestemd van Pinang naar de westkust,
voor de monding der Atsjin-rivier was geankerd, en der
halve geene andere communicatie mot den wal kon hebben
dan met onze posten.
Uit een paar vijandelijke versterkingen van Toekoe
Nanta werden eenige schoten op Zr. Ms. stoomschip
Sambas gelost zonder letsel te veroorzaken.
Aan den stoomer Ardjoeno, waar zich een pokkenlijder
aan boord bevond, werd bij aankomst op de reede van
Atsjin een strenge quarantaine opgelegd.
Zr. Ms. stoomschip Palembang volgde den 14 Oct. zijne
bestemming naar Gighen op, ter vervanging van Zr. Ms.
stoomschip Deli, dat na het vertrek van de Schouwen naar
Pinang tijdelijk aldaar gestationeerd was.
Het Nederlandsclie fregatschip Maassluis, den 14 Oct.
ter reede gekomen met eene lading steenkolen, werd den
16den d. a. v. naar Poeloe-Bras gesleept door Zr. Ms.
stoomschip Bandjermasin om aldaar te lossen.
De stoomer Ariadne kwam den 17den van Pinang, werwaarts
de Fabius via Gighen en Edi vertrok.
Zr. Ms. stoomschip Sambas werd den 18den op zijn
post hij Poeloe-Toean vervangen door den Bandjermasin,
kwam naar de reede om steenkolen in te nemen en hernam
den 20sten d. a. v. zijne vorige ligplaats, wordende de
Bandjermasin bestemd tot het doen van een togt naar
Kloewang, waar volgens ingekomen berigten peper, toe-
behoorende aan een der ons vijandiggezinde ladanglioofden,
zou worden uitgevoerd. Drie vaartuigen onder Engelsche
en een onder Nederlandschevlag, alle bestemd naar Kloewang,
Pattij, Analaboe werden ter reede van Atsjin gevisiteerd
en in orde bevonden en met de blokkade bekend gesteld.
De stoomers Prins Adexander der Nederlanden en Semiroe
kwamen den 20 Oct. des avonds op Atsjins reede aan,
eerstgenoemde van Batavia, de laatste van Pinang.
Per laatstgemelde stoomer werd berigt ontvangen, dat
Pasei de Nederlandsche vlag bad geheschen en de beper
kende bepalingen op de vaart voor dien Staat alzoo waren
opgeheven.
Van de stations-commandanten ter noord- en oostkust
werden omtrent de verrigtingen der zeemagt aldaar de
volgende berigten ontvangen
Noordkust. Door den stations-commandant aan boord
van Zr. Ms. stoomschip Citadel van Antwerpen werden
de onderhandelingen met den vorst van Pedir voortgezet.
Daar deze echter nog tot geen resultaat leidden, bleef de
blokkade, zoomede het verbod op de visscherij, voor dat
Rijk gehandhaafd en opgedragen aan Zr. Ms. stoomschip Riouw.
Zr. Ms. stoomschip Deli stoomde den 23 Sept. naar
de reede van Pedir, ter ontmoeting van de Citadel van
Antwerpen.
Na van laatstgemelden stoomer eene boeveelheid steen
kolen te hebben overgenomen, vertrok de Deli nog denzelfden
dag naar Gighen en bekruiste den daaraanvolgenden dag
de aangewezen station om de oost.
De onder Engelsche vlag varende jonk Kim Poh-Huat,
bewesten Oedjong-Raijak aangetroffen, werd gevisiteerd en
in orde bevonden, waarna aan dat vaartuig gelast werd
zich onmiddelijk te verwijderen.
Den 25sten ankerde het stoomschip voor kampong Djempa,
ongeveer twee mijlen bewesten Sambilangan, waar den
daaropvolgendun dag ook de Schouwen aankwam.
Den 30 Sept. werd door de Deli nabij Sawang een
granaatschot gelost op eene langs het strand zich bewegende
gewapende bende, die daarop onmiddelijk in het struik
gewas verdween.
Dienzelfden dag ankerde het stoomschip voor Gighen
om aldaar, ingevolge order van den stations-commandant,
de Riouw te vervangen.
Eene zwaar gewapende praauw, die voor de derde maal
te Gighen werd ingeklaard, zonder op Edi, de plaats harer
bestemming, geweest te zijn, werd aangehouden en door
Zr. Ms. stoomschip Schouwen naar de oostkust gesleept,
ten einde den stations-commandant aldaar de gelegenheid
te geven, een onderzoek ter zake te doen instellen.
Zr. Ms. stoomschip Schouwen, belast met de bewaking
van Telok-Semawe, deed een paar malen een togt tusschen
die plaats en Pasangan.
Van tijd tot tijd werden des nachts de sloepen van dat
stoomschip uitgezonden, om na te gaan of er ook smokkel
handel werd gedreven.
Zr. Ms. stoomschip Soerabaija, de dienst van de Borneo
overgenomen hebbende te Gighen, verliet die plaats den
13 Sept. met bestemming naar Aijer-Laboe.
Terwijl eene door het stoomschip gejaagde praauw in
de Koeala Merdoe wist te ontkomen, werd eene andere
praauw met eene lading pinangnoten, afkomstig van
Merdoe en bestemd voor Aijer-Laboe, door de Soerabaija
prijsgemaakt.
Oostkust. Door den stations-commandant werden met
den vorst van Djoeloh onderhandelingen gevoerd, die een
goeden uitslag deden verwachten.
Herhaaldelijk werden op dat gedeelte der kust pogingen
aangewend tot klandestinen uitvoer van peper, meestal
afkomstig van Simpang-Olimhet mogt door de waak
zaamheid aan boord der schepen gelukken eenige kleine
met peper geladen vaartuigen te bemagtigen, terwijl ook
hij de herhaaldelijk door de sloepen plaats hebbende onder-