1875. N°. 23. Zondag 21 Februarij. 33 Jaargang. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N\ 163. Binnenland. HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT „Wij huldigen hot goede." Verschijn Dingsdag;, Donderdag cn Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1 30. hm franco per post - 1 65. Prijs der Advcrteatiën: Aan 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Klken Donderdag vertrekt de mnil naar Oost-Indië via Brindisi. Laatste ligting 's avonds 6 uur. HELDER en NIEUWEDIEP, 20 Februarij. De 58ste verjaardag van Z. M. onzen geëerbiedigden Koning werd gisteren alhier gevierd. Van de openbare gebouwen en van onderscheidene woningen van particulieren wapperden vlaggen, alsmede van de schepen in de havens de oorlogschepen waren gepavoiseerd en van het wachtschip Kortenaar werd op onderscheidene tijdstippen van den dag liet koninklijk salut gegeven. Aan boord der oorlogsvaar tuigen werd des voormiddags parade gehouden; die van het garnizoen werd wegens het mingunstige weder afge- kommandeerd, gelijk mede de inspectie der schutterij. In de onderscheidene kazernes werden assauts gegeven. Den avond aan den Konings-verjaardag voorafgaande werd in Musis Sacrum een Casino gegeven. De zaal was regt smaakvol gedecoreerd en prijkte met de buste des Konings. Nadat het middernachtelijk uur had geslagen, werd het aanbreken van den zoowel voor het vaderland als voor het Vorstenhuis gewigtigen feestdag niet vergeten. Door den president der regelings-commissie, den heer von Geusau, werd een heildronk ingesteld op Z. M. Aan den avond van den feestdag zeiven, werd in Tivoli eene buitengewone vergadering gehouden van de onder- officiers-vereeniging Vaderland en Oranje. Behalve door de leden met hunne dames, werd deze soiree bijgewoond door hh. hoofd- en verdere officieren van land- en zeemagt, van de dd. artillerie-schutterij en van artillerie-vrijkorps. Nadat de vergadering met een toespraak van den president was geopend en door een der leden een feestlied was voor gedragen werden een 4tal muziekstukken uitgevoerd, en werd daarna ten tooneele gebragt liet nationaal tooneelstukHet hospitaal der Invalidenof de verjaardag der Kroonprinses, dat veel genoegen verschafte en inzonderheid ook om de schoone slot-scène levendig werd toegejuicht. Een wals de lingeries, een feestlied aan den Koning, een ridder-gevecht en nog eenige muzieknommers besloten verder de werkzaam heden van dezen feestavond, die zeker heeft bijgedragen tot opwekking en verlevendiging van echt nationale gevoelens. De zaal, waarin de buste des Konings prijkte, was met vlaggen en vaandels net en toepasselijk versierd. Heden wordt alhier gehouden een vergelijkend examen voor de vervulling der vacante hoofdonderwijzers-betrek king aan de gemeente-school No. 3. Het aantal sollici tanten bedraagt 34. Boven het reeds dit jaar vastgesteld contingent suppletietroepen van 1480 man voor het Oost-Indische leger, zullen nog een groot aantal manschappen beneden den rang van officier naar Java worden uitgezonden. Heeft kolonel Pel in zijne benoeming tot komman- deur der Militaire Willemsorde een schitterend bewijs ontvan gen hoe hoog zijne verdiensten door den Koning worden gewaardeerd, zijn wapenbroeders, dag aan dag de getuigen van zijn moed, beleid en trouw, bieden hem een eigenaardig geschenk aan, waaruit blijkt, welke levendige sympathie zij voor hem gevoelen, en welke warme ingenomenheid zij koesteren met het blijk van onderscheiding, hem door den Koning gegeven. Zij hebben per telegraaf aan deheeren Joh. F. van der Horst Co., hofleveranciers te Am sterdam, de vervaardiging opgedragen van een comman deurskruis. Beide voorwerpen zijn uitstekend bewerkt, en de schitterende edelgesteenten verhoogen den glans van het émail niet weinig. Zij zijn in een sierlijk groen fluweelen foudraal besloten, waarop met gouden letters staat: liet expeditionnaire corps te Atsjin aan kolonel Pel. jl. Donder dag werd het kostbaar geschenk verzonden. (Amst. Crt.) Blijkens een in de Lloyds List gepubliceerden staat, is de Nederlandsche koopvaardijvloot van 1870 1874, wat het getal zeilschepen aangaat, met 16,09 pCt. en wat de tonnenmaat betreft, met 13,24 pCt. verminderd, terwijl daarentegen, wat de stoomschepen aangaat, de getalsterkte met 30,49 pCt. en de tonnenmaat met 137,85 pCt. is voor uitgegaan. Door het jl. Woensdag genomen besluit in de alge- meene vergadering van de Koninkl. Nederl. Stoomboot maatschappij, is thans naar de Midd. Ct. mededeelt definitief opgerigt eene reederij tot uitoefening van een geregelde stoomvaart tusschen Vlissingen en eene der havens op den Theems, met een kapitaal van 800,000, waarin werd deelgenomen door Z. K. H. Prins Hendrik voor 2/5, de Kon. Ned. Maatsch. voor 2/5 en door eenige bewoners van Zeeland voor 1 /5. Het beheer der reederij zal worden gevoerd door de directie der Kon. Ned. st.-maatsch., terwijl onder voorzitterschap van Prins Hendrik als commissarissen zullen optreden de hh. Talk van Poortvliet, G. J. Sprenger en F. Wibant. De totale opbrengst van den Noordh. Staatsspoorweg, lijn HelderUitgeestZaandam is geweest over Sept. jl. f 35,205,44 en over Oct. f 29,361,82|. Beroepen bij de Evang. Luth. gemeente te Amsterdam ds. J. A. Böhringer; nevens den beroepene stonden op het drietal ds. Westhoff, te Utrecht en ds. Grottendieck, te Alkmaar. Aangenomen het beroep naar 's Hage, door ds. J. G. Knottnerus, pred. te Dordrecht. Op de voordragt ter benoeming van dijkgraaf voor de uitwaterende sluizen in Kennemerland en Westfriesland zijn geplaatst de heeren mr. D. F. van Leeuwen, A. Mac- laine Pont, en S. C S. Holland. De kanonneerboot de Ever, die een geruimen tijd in de haven te Medemblik lag, om jongens voor de zeedienst aan te werven, en die met dat doel ook te Alkmaar en te Hoorn is geweest, is in die opdragt niet naar wensch kunnen slagen. Er schijnt geen lust voor die dienst te bestaan immers er zijn, zegt men, niet meer dan zes of zeven jongens aangeworven. Jl. Dingsdag is het nieuwe kerkgebouw der Christ. Geref. gemeente te Zaandam, een sieraad der stad, onder een grooten toevloed van belangstellenden, plegtig ingewijd. Bij het bestuur van het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam bestond het voornemen een orgel in de zaal te plaatsen, indien het mogelijk bleek den nadeeligen galm in het lokaal weg te nemen. Teneinde hiervoor middelen te beramen, benoemde het eene commissie, bestaande uit de hh. mr. J. A. van Eijk, voorzitter, dr. J. P. Heije, Ch. Philbert, Joh. M. Coenen en F. T. P. Delprat, secretaris. Deze commissie nu heeft een proef genomen met het spannen van draden (breikatoen No. 6) in diagonale rigting door de zaal, een middel dat in buitenlandsche kerken en ook in eenige kleinere zalen hier te lande gunstige uitkomsten had opgeleverd. Bij een paar muziekuitvoeringen in de groote zaal in het Paleis is gebleken, dat het middel, 't welk naauwelijks f 2 aan draad kostte, verrassend goed werkte. Alle partijen in het orkest, vooral die der strijk instrumenten, kwamen veel duidelijker uit dan vroeger, bij den overgang van forto's in piano's was de vroegere nagalm bijna geheel verdwenen. Op grond van deze verbetering en met het oog op maatregelen welke te nemen zijn om het gedruisch der bezoekers en bedienden te doen vermin deren, komt de commissie tot het besluit, dat bij haar geen twijfel bestaat of de acoustiek der zaal zal door eenvoudige middelen zóó zijn te verbeteren, dat een orgel daar een goede uitwerking zal hebben. (KI. Crt.) Geziena Keijser en Sara Koekenheim, die 14 Jan. 11. teregt stonden, de een wegens het onbevoegd uitoefenen der geneeskunde, de ander wegens het onbevoegd uitoefenen der tandheelkunde, werden jl. Donderdag bij vonnis der arrondissements-regtbank te Amsterdam beiden veroordeeld tot betaling eener geldboete van f 75, vervangbaar voor de eerste met 14 dagen, voor de tweede met 8 dagen gevangenisstraf. Naar de Haarl. Crt. nader verneemt, bedroeg liet hoogste bod bij de op den 11 dezer te Haarlem door de Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij gehouden veiling van drooggemaakte gronden niet f 2400, maar f 2750 per hectare. De gemiddelde prijs was ongeveer f 19S8 per hectare. - Aan het einde der teregtzittir.g van het Provinciaal Geregtshof in Zuidholland, gisteren gehouden, werd uit spraak gedaan in het strafgeding, jl. Donderdag behandeld, betreffende de drie jongens, beschuldigd van diefstallen van doozen met rollen zijden, linten en gitornamenten uit een winkel aan de Delftsche vaart te Rotterdam, en den koopman, die voor f 35 deze zaken had overgenomen. Het Hof heeft de jongens veroordeeld, de twee eersten tot 3 jaren en den derde tot 4 jaren gevangenisstraf. De koopman J. G. werd vrijgesproken. HH. MM. de Koning en de Koningen verleenden gisteren ten paleize receptie aan de groot-officieren van Zr. Ms. Huis, mitsgaders verdere dignitarissen en leden der verschillende hofhoudingen, ten einde hunne gelukwenschen te ontvangen. Het corps diplomatique heeft door inschrijving in het ten paleize liggend naamboek zijn gelukwenschen tot Z. M. gerigt. Op gelijke wijze deden ook. zeer vele civiele en militaire autoriteiten, alsmede particulieren van hun belangstelling blijken. Met uitzondering van den heer van Goltstein waren ook alle ministers daar tegenwoordig. Na afloop der receptie hebben de leden der Koninklijke familie zich ten Ilove vereenigd aan een collation. Des avonds was er gala-diner ten paleize. Jl. Woensdag is de laatste sergeant-werver voor Indië, na 52 dagen afwezig te zijn geweest en 17 verschillende gemeenten op Zuid-Beveland en Wolfaartsdijk bezocht te hebben, te Vlissingen in het garnizoen teruggekeerd. Ook dezen onderofficier is het niet mogen gelukken slechts één geschikt persoon voor de koloniën te kunnen engageeren. Als reden voor het totaal mislukken van dezen maatregel wordt opgegeven, dat reeds vóór de komst van den werver alle gemeenten door de «remplayantenbazen» geëxploiteerd waren, zoodat er voor Indië niets moer te engageeren viel. Tot het verkrijgen der concessie voor het aanleggen van een paardenspoor van Vlissingen naar Domburg had zich een commissie Pieterse van Amsterdam c. s. tot de Hooge Regering gewend. Het antwoord van den betrokken minister luidde: dat men zich eerst moest ver zekeren, dat vanwege de stedelijke regering van Vlissingen tegen den aanleg van bedoeld spoor door de stad geen bezwaar zou bestaan. Jl. Dingsdag morgen nu heeft zich evengemelde commissie tot dat einde persoonlijk tot den Raad te Vlissingen gewend en, alhoewel daarin besloten is, de zaak tot de eerstvolgende vergadering aan te houden, kan men zich toch verzekerd houden, dat er dezerzijds geen moeilijkheden geopperd zullen worden, daar de rails volgens de nieuwe constructie zullen worden aangelegd en dus geen bezwaar voorrij- of voertuigen kunnen opleveren. Aanvankelijk zal het spoor tot Middelburg worden aangelegd. Het op Atsjin veroverde kanon zal, naar men verneemt, in het militair invalidenhuis te Bronbeek worden geplaatst bij de andere tropheën van onzen krijgs roem in Indië. De sneeuw, welke in de laatste dagen gevallen is en de kwestie der wegruiming heeft eene globale berekening doen maken van de hoeveelheid die de straten van Arnhem bedekt, wanneer de laag bijv. twee cn een halve decimeter hoog is. Alle pleinen, straten, enz., zouden dan te zamen dragen p. m. 20,000 kub. meter sneeuw. Een karrevracht sneeuw bestaat uit ongeveer drie vierde kubiek meter, zoodat 25,000 karrevrachten noodig zouden wezen om de sneeuw uit de straten te verwijderen. Door de stadsreiniging zijn 60 paarden in gebruikdeze zouden dus allen 410 vrachten moeten wegbrengen. Reken een uur per vracht met het vullen en ledigen; en 10 uur daags voor den arbeid, dan waren de stadsreinigers dus 41 dagen met deze taak bezig. Natuurlijk wordt zulk eene opruiming door niemand be geerd of beoogdwij deelen het slechts mede om te doen uitkomen hoe bitter weinig menschelijke krachten beteekenen in vergelijking van de krachten der natuur; drie dagen dooi en regen doet alle sneeuw verdwijnen; van de daken er bij, die hier niet medegerekend zijn. (Arnh. Crt.) De Arnh. Crt. bespreekt naar aanleiding van v. d. Linden's bijdrage: «Emigratie naar Oost-Indië,. die belang rijke aangelegenheid. De schrijver wil een Europeesch element in Indië vestigen, dat er tot schade voor Nederland al te zeer gemist wordt. Burgerij, winkel- en neringdoenden ambachtsstand en heerenboeren mist men in Indië. Heeft du bourgeoisie in Europa zekere beteekenis van minachting gekregen, Indië is zoover nog niet. Integendeel. Het is nog slechts een wingewest, oen kweekerij van repatriëerende koffij,— tabak— en suikerlords en voor een pensioen opgeleid wordende burgerlijke en militaire beambten, die er heengaan om vet te worden en weder door mageren te worden ver vangen dat geeft eene nomadische bevolkingmen kampeert slechts. Willen we Indië niet alleen hebben, maar werkelijk houden, dan moeten wij er niet alleen heengaan, om rijk te worden, maar ook Indië rijk te maken, door Europeesche krachten, waardoor ook Nederland in Europa krachtiger zou worden. Onze toekomst, als wij die nog hebben, ligt in Indië, daar kunnen wij nog eene natie van magt en aanzien worden. Maar de hier met minachting bejegende bourgeoisie moet zich dan in de honderden kleine bedrijven voegen, die te zamen onze maatschappij vormen, die de stevigste stutten er van zijn, die er in geburgerd moeten worden, die het hart der n#tie zijn. Dat burgerlijk element in Indië brengen de winkeliers, schoen- en kleermakers, bakkers en kappers, timmerlieden en metselaars, bloemisten en warmoezeniers, die er werken, om den kost te verdienen, die er komen om er gevestigd te blijven, zich er lekker te maken, en er eene familie te vormen, zulke volksplanters behoeft Indië, een Europesche kern, een Nederlandsche phalanx, in 't land geworteld, en waarop Nederland ten allen tijde ver trouwen kan. Klein en zwak in verhouding tot het inlandsch element, zal het zich des te inniger aan 't moederland blijven slui'en. In Indië vindt men een onafzienbaar veld van werkzaamheid, een gebied, waarop ondernemingsgeest en energie zich vrijelijk kunnen bewegen. Is Indië niet het land om er onze boeren-arbeiders over te brengen, het is wel degelijk liet land van belofte voor gezonde, krachtige burgers, die emigreeren, om in een burgerlijk bedrijfvoor- uit te komen. Een gehuwde boerin fe Eibergen zette haar kindje in een vertrek op den grond neder, en verwijderde zich ter verrigting van eenige werkzaamheden in de nabijheid der woning. Drie vrijloopende varkens drongen intusschen naar binnen, eu aten het wicht op. Toen de moeder terug-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1875 | | pagina 1