1875. N°. 33. Woensdag 17 Maart. 33 Jaargang. BEKENDMAKING. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Binnenland. HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT „Wij huldigen het goede." Verschijn1 Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. M u franco per post - 165. Bureau: MOLENPLEIN N'. 1«3. Prijs der Adverteatiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oo§t-Indië via Brindisi. Laatste ligting 's avonds 6 uur. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen ter openbare kennis, dat de LIJSTEN DER KIEZERS VOOR LEDEN VAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERA AL, DER PROVINCIALE STATEN en VAN DEN GEMEENTERAAD door hen op beden zijn vastgesteld, dadelijk aangeplakt, en gedurende veertien dagen op de secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage nedergelegd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. 13 Maart 1875. L. VERHEY, Secretaris. VERGADERING van den RAAD der gemeente TEXEL, op Zaturdag 8© Maart a. s., des morgens 10 ure. Punten van behandeling: Ingekomen stukken. Vaststelling Hoofdelijken Omslag. Benoeming Binnenvader en Moeder Weeshuis. Besteding Algemeene Begraafplaats. Stembureau. HELDER en NIEUWEDIEP, 16 Maart. In ons vorig nummer maakten we reeds melding van het kanon, door de onzen in Atsjin veroverd, en dat op 's Rijks werf alhier is aangebragt. Sedert die vermelding hebben we dat voorwerp bezigtigd, en zijn we in staat gesteld daaromtrent nog het volgende mede te deelen. Aangebragt met de mailboot Dahlia, ligt het hier gereed tot verzending naar het Koloniaal Invalidenhuis te Bronbeek bij Arnhem. Het is een bronzen stuk geschut, van ruim 24 c. M., dat 4,6 M. lang is en niet minder dan 7000 KG. weegt. De inscriptie is aangebragt in Arabische karakters sommigen meenen daaruit het jaartal 1674 te ontcijferen, en verzekeren dat dit kanon in dien tijd door den toen- maligen Koning van Spanje aan het Rijk van Atsjin is ten geschenke gegeven. Hoe dit zij, de lengte van het stuk en de dikte van den wand zijn opmerkenswaardig. Zeker zal dit geschenk door de oud-strijders van Indië zeer gewaardeerd worden. Naar wij vernemen heeft zich alhier eene nieuwe onderofficiers-societeit geconstitueerd, onder den naam Bellona. De leden zijn uitsluitend onderofficieren der landmagt. Het doel dezer vereeniging isbevordering van wetenschappelijke kennis. Eerstdaags zal de eerste weten schappelijke lezing in Musis Sacrum plaats hebben. Met een enkel woord maken we melding van het vocaal en instrumentaal concert, gisteren door mej. S. F. W. Colpaar in Musis Sacrum gegeven, met medewerking van een viertal solisten van het Park-orchest te Amsterdam. Het keurig programma deed verwachten, dat we iets goeds zouden hooren, en de talrijke opkomst is stellig niet te leur gesteld. In den heer J. C. Dudok maakten we kennis met een violist, die zoo voortgaande een hoog standpunt zal bereiken. Zeldzaam rein was zijn spel en in Ballade et Polonaisevan Vieuxtemps gaf hij blijken van groote technische vaardigheid. De heer P. A. N. Froschhart, een oude bekende, handhaafde zijn naam als uitstekend cornettist, vooral in zijn voortreffelijk uitgevoerde «Ace Maria.» Ook dé heer J. A. Kwast Jr., pianist, verdient een woord van hulde voor zijn keurig spel, vol gevoel; zijn techniek is meesterlijk. De heer E. Hamburger, c Ilist, beviel ons minder; zal deze artist eenmaal een hoog standpunt innemen, dan dient hij nog eene flinke leerschool te doorloopen. Zijn intonatie was verre van zuiver. Mej. Colpaar zong hare nummers niet onverdienstelijk. Ook haar ontbreekt nog vastheid van intonatie, door ijverige studie kan zij eenmaal een verdienstelijke zangeres worden. De totale indruk van dezen concertavond was werkelijk hoogst bevredigend, en gaarne zouden wij met deze artisten meermalen kennis willen maken. Z. M. de Koning heeft benoemd tot pensonaires 2de kl., voor den zang, de dames Josephine de Groot van Amsterdam en Anne Born van 's Hage. (D.) Naar het Vaderland verneemt, is Prins Alexander voornemens zich weldra op reis te begeven naar het buiten land en o. a. Berlijn een bezoek te brengen. Beroepen bij de Evang. Luth. gemeente te Kampen ds. J. Domela Nieuwenhuis, pred. te Beverwijk. Met deze stonden op het drietal de heeren Manssen, pred. te Amersfoort en Kinderman, pred. alhier. Zestal der Evang. Luth. gemeente te Zaandam H. W. F. van Grottendieck, pred. AlkmaarA. M. Kesper, pred. te Woerden; F. G. Lagers, pred te Maastricht; W. J. Manssen, pred. te AmersfoortJ. Domela Nieuwenhuis, pred. te Beverwijk en C. Rasch, pred. te Monnickendam. De algemeene vergadering van het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap zal dit jaar gehouden worden te Haarlem, en wel op 28, 29 en 30 Julij e. k. Behalve de aangelegenheden van huishoudelijken aard, zullen in deze bijeenkomst in behandeling komen de voorstellen tot herziening der wet op het Lager Onderwijs van 1857. De commissie voor wetsherziening stelt o. a. voor, art. 23 der bestaande wet (betreffende de zedelijk-godsdienstige strekking van het onderwijs) aldus te lezen«De lagere school moet door onderwijs en tucht eene opvoedende strekking hebben, in dien zin, dat de ontwikkeling der verstandelijke vermogens wordt bevorderd, de leerlingen lmnne pligten als inenschen en burgers leeren kennen en tot eene naauwgezette deugds— en pligtsbetrachting worden opgeleid. De onderwijzer onthoudt zich van alles wat te kort doet aan den eerbied voor de godsdienst.» Na afgelegd vergelijkend examen zijn o. a. door Z. M. benoemd tot aspirant-landmeter bij het kadasterde heeren C. Jongkees en H. J. Guise, te Alkmaar. In het jongste nommer van het Politieblad is opgenomen een staat van manschappen, die gedurende het jaar 1874 van het leger en het korps mariniers zijn gedeserteerd, en van wie op 1 Januarij dezes jaars bij het Departement van Oorlog niets stelligs bekend was. Hun aantal bedraagt 112, van welke alleen 37 van het Koloniaal Werfdepót. Op het kerkhof te Urk leest men op het graf van een chirurgijn, overleden den 1 Jan. 1827, het volgende curieuse grafschrift: En veel geholpen in den nood. En velen ook gebragt ter dood. Door de Hollandsche Spoorwegmaatschappij werd gisteren middag in het stationsgebouw, huiten de Willems poort te Amsterdam, in het openbaar aanbesteed: Het maken en stellen van een ijzeren kap op het station te Utrecht. Aangenomen door de Nederlandsche Stoom bootmaatschappij voor f 121,030. De Week, Nieuws- en Advertentieblad voor Noord holland, vestigt de aandacht op «een vonnis, dat tot nadenken stemt.» Vóór eenige maanden werd een zekere schelm in het Politieblad gesignaleerd; de man zwierf rond onder twee namen. Men onderstelde, dat hij naar de hoofdstad was geweken. Het toeval wilde, dat zich vóór eenigen tijd te Amsterdam een man had gevestigd, die een der namen droeg van den gesignaleerde en eenige gelijkenis met dezen had. Ondanks zijne protesten, maakte de politie zich van hem meester, werd hij gehoord, ge boeid overgebragt naar den Bosch, aldaar eenigen tijd gevangengehouden op de beschuldiging, dat hij eene hedriegelijke opligting zou hebben gepleegd. Eindelijk werd hij in vrijheid gesteld, daar men tot de overtuiging kwam, dat men een verkeerden persoon voorhad. Maar het crediet van den onschuldige was vernietigd en daardoor het middel van bestaan hem ontnomen. Hij stelde den Staat burgerregtelijk aansprakelijk voor hetgeen hij door de schuld van ambtenaren, in dienst des Rijks, had geleden. Die eisch scheen billijk. Maar de Hooge Raad heeft den eischer zijne vordering ontzegd en bovendien werd hij veroordeeld in de kosten. De Hooge Raad heeft dus beslist, dat de politie het regt heeft zich te vergissen een persoon, die den naam draagt en gelijkt op een gesig naleerde, te arresteren, te verhooren, te boeijen, geboeid eene reis te laten doen en gevangen te houden tot tijd en wijle, dat zij tot de overtuiging is gekomen zich te hebben vergist. Stel u voor, dat u zeiven, een uwer bloedver wanten, een uwer vrienden zulk een lot wedervoer. De Week meent, dat, zoo de wet daarin niet voorziet, eene aanvulling der wet hoogst noodig is. Jl. Zondag ochtend is in een herberg in de Snoekstraat te 's Hage een der bezoekers, een jong werkman, plotseling doodgebleven ten gevolge van het gebruiken van een stuk vleesch, dat hem deed stikken. Het Vaderland hoopt, dat de minister van Financiën iets voor het spaarbankwezen doen zal. Slechts in Spanje is het spaarbankwezen in nog treuriger toestand. Na Spanje staat Nederland het laagst op de ranglijst. Ons particulier initiatief heeft het nog niet verder kunnen brengen dan tot de gemiddelde som van f 2,50 per hoofd. En landen als Engeland, Belgie, Duitschland en Frankrijk kunnen bovendien wijzen op duizenden andere inrigtingen van coöperativeu en niet-coöperativen aard, die hare leden aan orde en spaar zaamheid gewennen. Slechts in de statistieken voor het drankverbruik komt ons Vaderland bovenaan op de ranglijst. De dronkaards worden hier te lande vertroeteld; geen enkele maatregel tot beteugeling van het misbruik van sterken drank is genomen; in de meeste gemeenten mogen de drinkebroers al zwaaijende en tierende de straten onveilig maken, en indien zij wegens handtastelijkheden met den strafregter in aanraking komen, wordt hun de staat van dronkenschap dikwijls nog als verzachtende omstandigheid aangerekend. De uitoefening van het bedrijf van tapper is bij ons zoo gemakkelijk mogelijk gemaakt. Maar voor de spaarbanken doet de regering niets. Dat mag niet langer zoo blijven. Waar het particuliere initiatief zoo geheel en al onvoldoende blijkt, moet de regering ophouden zich achter dat initiatief te verschuilen om niets te doen. Het geldt hier bovendien geen industriëel belang, maar een volksbelang. Niet wie de gelegenheid tot belegging van spaarpenningen zal verschaffen, maar dat er gelegenheid worde verschaft, is de hoofdzaak. Zonder Staats-tusschen- komst zal eene spaarbank nog over honderd jaren eene weelde zijn, die alleen eene meer aanzienlijke gemeente zich kan veroorloven. De vraag, of particuliere banken wel tegen Rijkspost-spaarbanken kunnen concurreren, is eene vraag van geheel ondergeschikt belang. De ondervinding, in Engeland opgedaan, beantwoordt haar bevestigend, maar al ware het anders, nimmer zou dat voor de regering eene reden mogen zijn tot onthouding. Is men ook teruggedeinst voor de Rijkspostdienst, op grond dat de Staat den particulieren postboden geene concurrentie mag aandoen? Of heeft de Staat minder belang bij een goed spaarbankwezen dan bij een goed postwezen? Te Delft is overleden dr. J. Soutendam, een geacht ingezeten en oud-lid van den gemeenteraad aldaar, algemeen bemind om zijne vele goede hoedanigheden. Hij was den 11 Sept. 1804 geboren. «Bij de inneming van Longbattah (zoo meldt een ooggetuige o. a. van daar aan de N. G. Crt.) werd dezelfde majoor Romswinckel (zoo als ik u reeds gezegd heb: den vechtmajoor bijgenaamd) gewond aan het been. Hij liet zich verbinden en steeg weder te paard. Met donderende stem riep hij nu zijn bataillon toe«Jongens, ik ben gewond Atchineesch bloed alleen kan mij genezen; daar is de benting van de Atsjinezen, ik ga wat halen; wie gaat er meê? En hij nam vijf bentings, het ijzeren varken!» De moordenaar Welters, van Terneuzen, vroeger opzigter bij de marine, die in een herberg te Selzaete zijn beminde waarschijnlijk uit jaloezie met een dolkmes verwondde, is Maandag morgen Hulst met den eersten spoortrein gepasseerd en verder met den corresponderenden spoortrein naar het land van Waas, langs St. Nicolaas op Antwerpen gevlugt. Het meisje is, naar men verneemt, herstellende. In het proces tegen de 33 personen uit St. Philips- land, is door den advocaat-generaal bij het provinciaal hof in Zeeland geëischt, dat een zevental beschuldigden vrijgesproken zal worden en de overigen van 5 tot 10 en de burgemeester van 5 tot 15 jaren tuchthuisstraf zullen bekomen. Zooals men weet, geldt de zaak de geregtelijke ontruiming van eene woning door twee dames Everaars, die weigerden, waarbij zij niet alleen door de opgewonden menigte, maar ook door den burgemeester in 't verzet zouden zijn gestijft. Men meldt uit 's Hage o. a. aan de Arnli. Crt.: «Ik herinner mij geen jaar, waarin er zoo constant gelegenheid werd aangeboden om avond aan avond uit te gaan, en van die gelegenheid zoo ruim door de Hagenaars werd gebruik gemaakt. Drie avonden van de week worden ingenomen door de Fransche operaop de andere heeft men lezingen, concerten, goochelpartijen en kinderbals, Duitsche opera, en zelfs, doch dit natuurlijk alleen voor enkele uitverkorenen, thés dansants aan het liof. Er is nu wel heel wat kaf onder het koren van de opgesomde openbare vermakelijkheden, maar toch kan men van allen zonder zich voor zijn gevoel of zijn smaak te schamen gebruik maken. In de tweede categorie, voor de menschen van minder smaak of ontwikkeling, heeft men de voor stellingen in den Hollandschen schouwburg, en, indien men nog één stapje meer naar beneden verkiest te doen, de café-concerts. De laatste instellingen hebben hier sinds eenigen tijd eene, zoo niet hooge, dan toch zeer breede vlugt genomen. Vroeger bestond er een in het Westeinde, waarvan de merkwaardigheid was dat er om de veertien dagen door de bezoekers de boel kort en klein geslagen werd, en kastelein, zangers, zangeressen en bezoekers van beiderlei kunne gemeenschappelijk op het politiebureau te logeren kwamen. Denkelijk maakte de kastelein geen beste zaken met deze koffij huisexploitatie a la hussarde; althans de zaak hield als café-concert op, en de liefhebbers van deze soort vermakelijkheden trokken naar een lokaal in de Oude Molstraat, welks reputatie gemaakt is door een berucht Haagsch proces wegens mishandeling. Maar ook van deze instelling schijnt de gelukster, bij gebreke van schandaal, aan het tanen; terwijl daarentegen een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1875 | | pagina 1