Benoeming-en, enz.
Engelacil,
Duitschland.
Stoomvaart-Berig-ten.
Burg-erlijke Stand. Gemeente Helder.
Burg-er lij ke Stand. Gemeente Texel.
287ste STAATS LOTERIJ.
derde glasfabriek. De steeds toenemende bloei dier fabrie
ken verschaft aldaar veel welvaart.
Te Utrecht zijn gedurende de laatste acht dagen ruim
1500 kalveren uit verschillende oorden des ri jks die gemeente
gepasseerd. De grootste verzending heeft naar Engeland
plaats. De beste en vetste kalveren komen uit de omstreken
van Barneveld en Nijkork. Kalveren van 150 kilo betaalt
men zelfs met f 200.
Op de palmpaardenmarkt, jl. Maandag te Utrecht
gehouden, waren 971 paarden aangebragt. Er was veel
handel zoowel voor het binnen- als buitenland.
Een span koetspaarden werd verkocht voor f 4500;
enkele paarden nog voor f 1000 tot f 1300.
Men berekent dat dien dag allleen voor het buitenland
400 paarden zijn aangekocht.
Men schrijft aan het U. D. «In de laatste drie maanden
zijn ruim 2000 paarden van de beste rassen uit ons land
naar Frankrijk vervoerd, en het is te vreezen, dat wanneer
dit zoo voortgaat, het klein gedeelte remontepaarden, dat
uit inlandsche paarden moet bestaan mag uit het buitenland
worden ingevoerd) niet meer door de aannemers geleverd
zal kunnen worden.»
Uit Kotterdam wordt gemeld, dat men ddar nog een
andere Koningin Louise zal te zien krijgen. Bij benefice-
voorstellingen hebben namelijk de beneficianten het regt een
stuk te kiezen. Mevr. ten Hagen nu heeft voor haar bene
fiet de rol van Louise in Vorstenschool gekozen.
-Onder de Bilt zijn reeds twee ooijevaars gezien.
Als treurig staaltje van «hoe 't soms in de wereld
gaat,» kan het volgende dienenIemand, wiens vrouw
ziek in het gasthuis te 's Bosch ligt, zonder dat alle hoop
op herstel nog behoefde opgegeven te worden, scheen naar
den dood zijner wederhelft te verlangen en informeerde bij
voorbaat naar de goedkoopste wijze van begrafenis. Toen
een der leden van de vereeniging, waar hij zich vervoegde
aanbood aan het sterfhuis te komen om over prijs enz.
te accordeeren, moest de man opheldering geven en bekennen
dat er nog geen sterfgeval had plaats gevonden; zoodra
de vrouw echter overleden mogt zijn, beloofde hij van de
voordeelige gelegenheid tot ter aarde bestelling te zullen
gebruik maken.
Reeds vier weken lang wacht de ongelukkige op het
overlijden zijner gade en drinkt er telkens een flinken borrel
op. Ook doet hij reeds hier en daar aanzoek tot het
in de toekomst verkrijgen eener tweede huisvrouw. Hij
beroemt zich, reeds minnebrieven van trouwlustige schoonen
in bezit te hebben. Van een gelukkig huwelijk met zulk
een «liefhebbend echtgenoot» zal echter wel geen sprake
kunnen zijn. (D.)
Uit Zeeland wordt gemeld, dat de vrees voor het
bevroven gaan der wintertarwe geheel ongegrond is gebleken.
Integendeel staat dit gewas uitmuntend te velde en heeft
men zonder tegenspoeden weer een uitmuntende oogst te
wachten.
Het berigt in meer couranten opgenomen, als zoude
Rijks-marinewerf te Vlissingen aan de heeren Smit c. s. zijn
overgedaan, is zeer voorbarig. Er moeten nog een menigte
zaken vereffend en vele overeenkomsten met het Rijk getrof
fen worden, alvorens men kan zeggen, dat de zaak haar
beslag heeft gekregen. (V.)
Jl. Dingsdag morgen is een in Atsjin buitgemaakt
reusachtig kanon (het weegt 6300 kilogr. en is 5 meter
lang) met eenige plegtigheid van Arnhem naar Bronbeek
vervoerd. De muziek der infanterie, een sterke afdeeling
troepen, de muziek der artillerie, vele officieren en man
schappen begeleidden het stuk, dat, volgens een berigt in
de Arnli. Crt., ter plaatse zijner bestemming op plegtige
wijze in ontvangst werd genomen door den generaal-
kommandant, aan het hoofd van het korps invaliden.
Twaalf kanonschoten werden gelost, het stuk voor de
woning van den kommandant en de troepen op het plein
opgesteld. Generaal Smits hield eene toespraak tot de
manschappen, die met een driewerf «leve de Koning!»
werd beantwoord. De kolonel-kommandant van de veld
artillerie sprak mede een woord van hulde, dat met een
«leve het Indische leger!» werd ontvangen. Daarna stegen
de troepen af, de infanteristen zetten hunne geweren aan
rotten, iedereen werd onthaald, onder het spelen der
muziek, op bier en sigaren. De officieren werden door
den genera al-kommandant ten zijnen huize ontvangen.
Nabij Diepenveen is jl. Dingsdag door den spoortrein
een persoon overreden en onmiddelijk gedood.
De burgemeesters in Friesland hebben last gekregen,
geen vergunning te verleenen tot vervoer van verdachte
koppels vee naar de weide.
't Schijnt een bijzonder goed lammerjaar te zijn. In
de vorige heeft week een schaap te Loppersum 5 lammeren
geworpen, na vroegere jaren aan 3, 2 en 4 jongen 't leven
te hebben gegeven. Eveneens heeft een schaap te Euvelgunne
vijf lammeren gekregen. Ze zijn echter nog overtroffen door
een schaap te Zandeweer, dat aan niet minder dan zes goed
voldragen lammeren het levenslicht schonk.
Uit het Noorden des lands deelt men mede, dat men
op de winter-gewassen geen bijzonder nadeeligen invloed
van het wisselend weder opmerkt; ofschoon tarwe, winter-
garst en rogge vaal van kleur zijn.
De klaver is grootendeels weg, en het koolzaad geheel,
zoodat de graanbouw, haver en zomergarst, dit jaar, tenge
volge van de om te ploegen gewassen, zeer aanzienlijk zal
toenemen.
De felle koude van den laatsten tijd heeft echter veel
schade berokkend aan de bijenteelt. Men berekent, volgens
berigt uit Drenthe, dat per 100 korven hoogstens slechts
30 kunnen opgezet worden.
Berigteri uit Batavia, loopende tot 13 Februarij jl.,
bevatten omtrent de overstroomingen, welke kort op den
moddervloed in Blitar volgden, geen andere dan telegrafische
bijzonderheden. Eerst een volgende mail zal den omvang
van de ramp kunnen berigten. De telegrammen zijn uit
Solo, Samarang, en Bodjonegoro. Op verschillende plaatsen
waren de bewoners gevlugt met achterlating van al hunne
bezittingen. De autoriteiten beijverden zich zooveel mogelijk
geld en levensmiddelen te verstrekken. Een berigt van
13 Febr., den dag van sluiting der mail, uit Samarang
behelst o. a.: bandjir Bodjonegoro dalende. In het Chineesche
kamp stond het water drie voet. In zes kampongs en
sommige Europesclie huizen was het water tot den nok
van de daken gerezen. Vele huizen zijn weggespoeld. In
Samarang zelf was men vrij gerust. Den 9den berigtte
men: Samarang staat onderwater; gevaar voor dijkbreuken,
die vroeger groote schade en ongelukken aanrigtten, bestaat
sedert 1873 niet meer.
Een Engelschman geeft de volgende niet zeer tot
emigreren uitlokkende beschrijving van IJsland:
«IJsland kan het best door negativen beschreven worden.
Er zijn geene boomen, hoewel er ondersteld kunnen worden
velen te zijn geweest in de tiende eeuw, daar wij lezen
dat menschen er zich onder verscholen en aan gehangen
werden. Er groeit geen graan en geen ander gewas, behalve
wat knollen en aardappelen die slechts half rijp worden.
De eenige wilde viervoetige dieren zijn de blaauwe vos
(waarschijnlijk, evenals enkele exemplaren van ijsbeeren, op
een ijsveld uit Groenland aangedreven) en het rendierdit
is honderd jaren geleden overgebragt en nog zeldzaam
het zwerft in de woeste gebergten. Er is geene stad
behalve de hoofdstad, die 1800 inwoners telt; geene andere
plaats verdient zelfs den naam van dorp, uitgezonderd
misschien Akureyri, aan het strand der Poolzee, met een
vijftigtal huizen; geene herbergen zijn er (behalve één in
genoemd dorp, dat twee bedden, ééne lampetkan en kom
en een biljart rijk is), geene kippen, eenden of ganzen
(wel wilde), geene varkens of ezels, geene wegen, geene
rijtuigen, geene winkels, geene fabrieken, geene afge
scheidenen van de alleenheerschende Luthersche kerk,
geen leger, geene marine, geene vrijwilligers, rustbewaarders
of andere politiemagt (behalve één agent van politie te
Reykjavik), geene misdadigers, maar wel twee regtsgeleerden,
en ten laatste, geene slangen. Maar, wat is er dan wel
op IJsland? Sneeuwbergen, gletschers, lieete bronnen, vul
kanen, aardbevingen, noorderlicht, raven, moerassen en,
bovenal, wildernissen, of liever, IJsland is ééne doorloopende
wildernis met een smallen zoom bouwland langs de vlakke
kuststreken, en hier en daar langs de valleijen der groote
binnenlandsche- stroomen. Al het overige is bar en naakt
land, zonder geboomte, zonder heesters, zonder gras, waar
geen schaap, geene pony zelfs iets te grazen vindt, waar
mensch nog dier leven kan.»
Men zou zich echter zeer vergissen, wanneer men hieruit
opmaakte dat de schrijver van het stuk (voorkomende in
het nommer van The Cornhill Magazine van Mei 1874)
geen gevoel voor de eigenaardige schoonheden van IJsland
heeft. Het tegendeel blijkt uit menige zinsnede. Maar
het schoon van IJsland is een schoon dat meer neerdrukt
dan geestdrift opwekt. «De zee is niet eenzamer of woester,»
schrijft hij, «dan deze wildernis van alle kanten door ijs
ingesloten. Toch was het geene woestijn waar wervelwinden
huilen, die het kinderlijk gemoed in de oude Hebreeuwsche
profetiën beangstigt, maar eene vol van eene strenge,
wonderbare schoonheid, eene die het hart stilt door de
stilte der natuur. Geen wolk was in de lucht, geen vogel,
geen insect, niet het minste bloempje aan onze voeten;
niets was er dan het blaauwe luchtgewelf waaruit het
schitterendste licht afregent op den zwarten bodem der
woestijn, voor ons uit de heldere blinkende sneeuw en,
heel in de verte, de heerlijkste zachte tinten op de westelijke
bergtoppen. En dan de stilte; wat was er ooit om met
deze stilte te vergelijken? eene stilte niet als die des doods,
maar als uit een tijd toen er nog geen leven was. Voor ons
was het tafereel nog des te indrukwekkender van wege het
mistige weder var, gisteren en den daarop gevolgden afmat-
tenden nacht, want er was geenerlei verband tusschen hetgeen
wij nu zagen, met de streek welke wij aan den noordkant
der woestijn verlaten haddenwij konden even weinig zeggen
hoe wij hier gekomen waren, als hoe wij er uit zouden
komen. Het was als waren wij met één sprong in een
betooverd land verplaatst; en waarlijk, in weerwil van onze
vermoeidheid, een heerlijke sprong, want de lucht was zoo
helder en fijn, de hemel zoo schitterend, het voorkomen
van alles zoo nieuw, dat de barre grond onder onze voeten
en zelfs het bewustzijn van het gevaar wanneer, zoo ver
van alle menschelijke hulp, eenig ongeval ons overkwam
ons niet bezwaarde. Elk onzer reed voorwaarts, verdiept
in eene soort van ernstige verrukking, als in een droom
de omringende bergen aanstarende en het zonnelicht inzui
gende, tevreden met de stilte en het tegenwoordige.»
Te Saarlouis vindt het verhaal geloof, dat daar dezer
dagen een kind zou geboren zijn dat op de vraag hoe laat
het was, de juiste tijd zou hebben aangegeven en op de
vraag wat verlangt gijzou het pas in de wereld gekomen
wicht hebben geantwoord: Ik ben gezonden om dit te
melden. 1875 zal een goed jaar, 1876 een jaar des bloeds
zijn. Dit gezegd hebbende, stierf het kind. «Gelukkig!»
zegt de Precurseur.
Men spreekt wel eens van stemversnippering. Maar
wat denkt men van het volgende In het Fransclie
plaatsje Voiron (Isère) moest een gemeenteraadslid verkozen
worden. Driemaal mislukte de proef. De vierde maal
vond men, op de 2677 kiezers, 49 geldige biljetten in de
bus, en 22 ongeldige briefjes en die 71 stemmen waren
verdeeld over 67 personen
De kapt.-luit. ter zee P. J. Buijskes is op zijn verzoek, op
31 Maart eervol afgevoerd uit het vaste corps der zeeofficieren en
met 1 April benoemd tot chef der hydrographie bij het departe
ment van Marine.
Aan den matroos 1ste kl. C. Flindt, aan boord van het schroef-
stoomschip 1ste kl. Curapao, is als blijk van Zr. Ms. goedkeuring
en tevredenheid wegens hulp tot redding van een ter reede van
Falmoutli in den avond van 17 Oct. 1874 overboord gevallen
marinier, toegekend de bronzen medaille, ingesteld bij besluit van
22 Sept. 1855, alsmede een loffelijk geiuigschrift.
Met ingang van 1 April a. s. is de 2de luit. van het 8ste reg.
infanterie J. A. H. Jockin, op zijn verzoek, eervol ontslagen en
benoemd tot 2de loit. bij het corps mariniers.
Buitenland.
De bijzonderheden van den roeiwedstrijd van jl.
Zaturdag leveren weder stof voor het lezend publiek, bij
de schaarschte van nieuwstijdingen die de aandacht boeijen.
Naar het blijkt, schoten de Cambridge—roeijers zoo zeer te
kort in hoedanigheid en in roeistijl, dat zij, ofschoon geheel
uitgeput door inspanning, tien bootslengten achter waren,
op het oogenblik dat die van Oxford den wedstrijd wonnen;
daartoe droeg echter het breken van een der roeihaken in
de Cambridge-boot bij. De winnende boot legde den afstand
van ruim één uur af in 22 minuten en 2J seconden.
Op de marinewerf te Dantzig zijn alle werklieden
van boven de 6U jaar tegen 1 April ontslagen. Onder hen
zijn velen, die er twintig jaar en langer onafgebroken in
dienst zijn geweest. Zij hebben nu gezamenlijk bij den
minister van Marine een adres ingediend, waarin zij ver
zoeken, of in dienst te blijven, of onderstand te gemeten,
daar zij op hun leeftijd onmogelijk ergens anders werk
vinden, of andere werkzaamheden verrigten kunnen.
Italië.
Den 5 April zullen in de Lagunenstad de Keizer van
Oostenrijk en Koning Victor Emanuel elkander ontmoeten.
«Tot 1868 onverzoenlijke vijanden, zullen zij,» schrijft
de Opinione in een merkwaardig artikel, «elkander te
Venetië te goedertrouw de hand drukken, als een pand
van de hartelijke vriendschap tusschen de twee staten. Er
zou een groot dichter of een groot wijsgeer toe noodig
zijn om het gemoed te peilen der beide vorsten. De Keizer
van Oostenrijk beklom in 1848 den troon met een Hanni-
balseed tegen de Italiaansche omwenteling. Hij was er
toe opgebragt om haar te verfoeijenhij regeerde om haar
ten onder te brengenzijne gevoelens waren de gevoelens
van een geheel volkniet alleen van de Duitscliers in
Oostenrijk, maar van den geheelen Teutoonschen stam.
Gedachten als deze, flaauwe, weemoedige herinneringen,
zullen er opkomen voor den geest van den Oostenrijksch-
Hongaarschen Keizer, die zich den dag zal te binnen
brengen, waarop hij, te midden van de ijskoude stilte der
Venetianen, op het plein van St. Marcus zijne krijgsscharen
monsterde. Nu zal die stilte verkeerd zijn in jubel en
gejuich; en de Venetianen zullen met blijdschap en met
eere den doorluchtigen gast huns Konings ontvangen. De
volken zijn grootmoedig in het vergeten en beseffen ook,
dat er groote deugd en een verheven geest schuilen in
vorsten, die, gekweekt in de leerschool van het absolutisme,
uit den tegenspoed de bezieling der geregtigheid en der
vrijheid in zich opnemen en ter helfte van den weg huns
levens het «Nieuwe Leven» beginnen. Italië, thans door
zijne wederpartijders van gisteren erkend niet alleen, maar
gevierd, is in de wereld een waarborg geworden van een-
dragt en vooruitgang, en indien het al, het oog slaande op
zijne binnenlandsche aangelegenheden, beseft, hoeveel er
nog te doen overblijft, kan het echter, aan zijne buiten
landsche betrekkingen gedachtig, hieruit voedsel trekken
voor regtmatige fierheid.»
- De Mikado van Japan heeft den Italiaanschen schilder
Ugolini opgedragen de vervaardiging van de portretten, ten
voeten uit, van al de Vorsten van Europa, zoomede van
den Mikado, zelfs van diens gemalin. Die verzameling
portretten zal een plaats vinden in de residentie Takio op
het eiland Yeddo. De Mikado zou voornemens zijn in
Japan een Italiaansche schilder-school te stichten.
De Prinses Amalia is jl. Maandag morgen te Port-Saïd aange
komen en zou Dingsdag morgen de reis vervolgen.
De Voorwaarts is den 22 dezer te Padang gearriveerd.
De Egeron is Dingsdag namiddag alhier van Glasgow aangekomen.
De Maas is jl. Dingsdag van Vlissingen naar New-York vertrokken.
Opgave van af Dingsdag middag tot Donderdag middag.
ONDERTROUWDP. Tesselaar landman, en A. van Duin.
GETROUWD: P C. Riekels, en C. H. Bnchele. A. Steinrath
en D. Graaff. J. Duit en M. van Broekhuizen. J. Grandfield
en E. van Gelder.
BEVALLENM. C. Schooneman, geb. Morssink, (D.). B.
Hoffman. geb. Keijzer, (Z.). F. W. H. van Waard, geb. van
Assen, (Z.). D. Buis, geb. Griek. (D.). S. Reinders, geb. Stoke
brand, (Z.). C. de Kort, geb. Ran, (D.). T. Roem, geb. Dekker, (D.).
OVERLEDEN: E. .1. M. Roein, 16 maanden. G. de Wijn,
geb. van der Wijk, 73 jaren. N. Schaat, geb. Zwankhuizen, 37 jaren.
van 17 tot 24 Maart 1875.
ONDERTROUWDSijbrand Keijzer Wz. en Dieuwertje Eelman.
Jaeob Bruin en Jantje Slot.
GETROUWDPieter Keijzer Tz. en Cornelisje Kuiper.
GEBORENCornelis Willem, zoon van Willem Mets Tz. en
Neeltje Kaan. Johanna Cornelia, dochter van Klaas Bakker Tz. en
Grietje Verberne. Jaeob, zoon van Pieier Bakker en Saartje Bakker.
Willem Adolf, zoon van Johan Karei Gustaaf Möller en Isabella
Petronella Krab Henning.
OVERLEDENAntje Boon, 1 maand, dochter van Jaeob Boon
en Trijntje Kerker. Cornelis Kikkert, 85 jaren, gehuwd met
Dieuwertje Schagen. Arie Rab, 74 jaren, getrouwd met Dieuwertje
Visser. Jan Koning, weduwnaar van Elisabeth Boon.
DERDE K1DASHE.
Tweede lijst: No. 1196 f 5000No. 3781 en 16067 ieder
f 1000; No. 6019 en 9507 ieder f 200; No. 6362, 7794,
11978, 16570, 18185 en 18498 ieder 100.
Derde lijst: No. 8961 25,000; No. 8459 f 1500;
No. 6464, 14956 en 19502 ieder 10 >0; No. 7683 en
11738 ieder 400; No. 12054 200; No. 5150, 8508,
9638, 10070 en 14163 ieder j 100.