Benoeming-en, enz.
STATEN-fiEXERAAL.
Engeland,
Spanje.
Amerika.
Stoomvaart-Berigten.
komen. Naar men verneemt, zijn van het Nieuws van den
Dag een aantal papieren en boeken, de administratie
betreffende, gered; zeventig man, zoo letterzetters als
drukkers, zijn door dit onheil, althans tijdelijk, zonder werk.
Het verbrande gebouw was, machineriën, inventaris en
voorhanden zijnde goederen daaronder begrepen, verzekerd
voor ongeveer f 150,000, op verschillende Amsterdamsche
polissen. De bureelen van het Amsterdamsch Effectenblad
zijn voorloopig verplaatst naar de kantoren van de heeren
M. en F. C. Westerman, op den O. Z. Achterburgwal.
Van het Nieuws van den Dag verscheen gisteren avond
een half blad, gedrukt ter drukkerij van de heeren de
Hoogh Co.
De burgemeester van Rotterdam bezocht dezer dagen
Amsterdam, bij welke gelegenheid het brandweerpersoneel
voor hem heeft geparadeerd.
In het hötel Rembrandt te Amsterdam namen eenige
dagen geleden een paar Duitschers, oogenschijnlijk zeer
nette jongelui, hun intrek. Jl. Donderdag kregen deze
heeren twist, en de een verweet den ander een diefstal
te hebben gepleegd. De eigenaar van het hötel verwit
tigde hiervan de politie, die de heeren in verhoor nam
met het gevolg, dat zij bekenden zich te Leipzig aan
diefstal te hebben schuldig gemaakt. De jongelui werden
daarop gearresteerd en ter uitlevering aan de Duitsche over
heid in het huis van arrest op den Heiligenweg opgesloten.
In het tijdperk van vier weken, van 21 Febr. tot
20 Maart, zijn, blijkens ingekomen ambtsberigten, door
longziekte aangetast:
in Zuidholland 89 runderen.
Utrecht 5
Friesland115
in het Rijk 209 runderen.
In het vorige tijdperk van vier weken waren 364
runderen door die ziekte aangetast.
Uit de fabriek van den heer van Kempen te Voor
schoten is te Middelburg ontvangen het geschenk, dat door
de gemeente Middelburg aan haar afgetreden archivaris, mr.
J. H. de Stoppelaar, thans in Egypte woonachtig, zal
aangeboden worden. Het bestaat uit een zilveren presen
teerblad, ovaal van vorm, waarop in het midden het wapen
van Middelburg, met het randschrift: «Aan mr. J: H. de
Stoppelaar, archivaris van Middelburg, 1874.» Het geheel
onderscheidt zich door keurige bewerking.
Na korte ongesteldheid is te 's Hage overleden de
kapt. ter zee de Fremery, als inspecteur der artillerie
werkzaam aan het departement van Marine, ridder dei-
Militaire Willemsorde en der orde van den Nederl. leeuw.
Ruim 70 onderofficieren der infanterie zullen deel
nemen aan het onder praesidium van den luit.-generaal
N. Mac-Leod te 's Hage plaats hebbend examen voor
2den luit. bij het leger hier te lande en bij dat in Oost-Indië.
Met den 1 Mei a. s. zullen 22 scheepstimmerlieden
van de Marinewerf te Hellevoetsluis naar die te Amster
dam worden overgeplaatst.
Zekere J. B., te Gorinchem, een man reeds aan den
avond van zijn leven, hij telt bijna 85 jaren, poogde jl.
Donderdag namiddag in zijne woning zich het leven te
benemen; reeds had hij zich een belangrijke verwonding
aan den hals toegebragt, toen eenige buren toesnelden,
benevens een politie-agent, welke hem het volvoeren van
zijn noodlottig voornemen verder verhinderden. Na door
dr. v. d. Chijs te zijn verbonden, is hij overgebragt naar
het gasthuis.
Dat het aan hoogbejaarde lieden soms niet aan kracht
en lust tot werken ontbreekt, toonde dezer dagen de
licht, immers een wakker man heeft de slagerskwestie bij de horens
gevat en vergaderingen belegd, waarin tot de oprichting eener
coöperatieve vleeschhouwerij besloten is? Wel zeker, dat was in
het begin van den winter, toen de prijs der runderen dalende en
er voor aannemers van publieke werken zoo weinig bezigheid was,
dat zij zich het hoofd wel eens met het publiek belang konden
breken. Maar thans, nu het vee iveer duur wordt en eene aan
neming van f 20000 aan gemeentewerken drukke bezigheid geeft,
is het niet vreemd dat de vleeschhouwerij zachtkens ingesluimerd
is, om misschien in het najaar te ontwaken en stof tot nieuwe
vergaderingen te geven.
De stedelijke commissiën en gevolgelijk het legio aantal vergade
ringen zijn weder vermeerderd door de instelling eener commissie
voor het muzeüm, waarin al de schilderijen en zeldzaamheden van
het raadhuis, de stedelijke boekerij en al wat stichtingen en parti
culieren ten geschenke of in bruikleen willen afstaan, zullen ver-
eenigd worden. Verbeeldt u niet, dat ons „muzeüm" zal te
vergelijken zijn bij dat in het zooveel grootere, rijke en kunstlievende
Haarlem, maar vertrouw toch, dat het voor stadgenooten zeer
belangrijk en ook voor uiet-Alkmaarders niet zonder beteekeuis
zal zijn. De opbouw van een flink lokaal ter bewaring van oude
gedenkstukken is op zich zelf reeds een goed teeken, dat getuigt
van opprijsstelling der waarde van dergelijke te lang verwaarloosde,
vaak aan buitenlandsche opkoopers prijsgegeven zaken. De kerk
meesters onzer oude en schoone Groote kerk geven op dit gebied
een loffelijk bewijs van hunnen eerbied voor de kunstwerken van
het voorgeslacht, door de restauratie te beginnen van het antieke,
fraai gebeeldhouwde, kleine orgel, dat van het begin der zestiende
eeuw dagteekent.
De beide nieuwe roomsch-catholieke kerken worden langzamerhand
meer gevuld met fraaie schilder-, glas- en beeldhouwwerken, en
daardoor eene bezichtiging overwaardig, inzonderheid de door haren
bouwstijl uitmuntende S. Laurentiuskerk, die haren hoofdtoren nog
mist, maar inwendig hare geheele voltooiing, ook wat hel decoratieve
betreft, nadert. Een kunstrijk gesneden predikstoel, geschenk van
een onbekende, is haar dezer dagen te meer komen versieren.
Moge de nieuwe r. c. kerk, waarvan ten uwent sprake is, haar
eenigszins gelijken, wat kerkbouw betreft mocht er in uwe
woonplaats wel eens iets goeds geleverd worden.
Om met „de Boekzaal" van kerk- op schoolnieuws te komen,
voltooi ik mijn relaas door de vermelding, dat de bezoldigingen
der hulponderwijzers van f 450, f 500 en f 550 verhoogd zijn tot
f 650, f 575 en f 600 voor het gewoon lager onderwijs (acten
voor het meer uitgebreid 1. o. worden met f 50 daarenboven betaald)
en dat tegen morgen eene bijeenkomst is belegd om de vestiging
te beproeven eener afdeeling van de Vereeniging voor volksonderwijs.
Uitstekend! Maar dat wij avonden tekort komen is zeker. Met
deze hopelooze verzuchting eindig ik.
90jarige B. V., te Lekkerkerk, die nog zelf zijn land
omspitte.
Jl. Donderdag had een jongen op den Amsterdamschen
straatweg te Utrecht zich achter een rijtuig vastgeklemd.
Toen hij er af wilde springen, geraakte hij met het regter-
been tusschen het achterwielhoewel de koetsier op zijn
geschreeuw dadelijk stilhield, was zijn been op twee
plaatsen gebroken.
Naar het Utr. Dagbl. verneemt, zullen de forten in
de Utrechtsche linie dit jaar geheel bewapend en van de
daarbij behoorende ammunitie voorzien zijn.
Uit Gorinchem meldt men aan het D., dd. 1 dezer.
«Eene bijna SOjarige weduwe oefent alhier sedert lang
het bedrijf uit van kaartlegster, en vooral op marktdagen
krijgt deze moderne Madame Le Normand druk bezoek
van boeren en buitenlui. Zoo ontving zij kortelings op een
dier dagen een agent van politie in burgerkleeding ten
harent, aan wien zij eene schoone toekomst uit de kaart
voorspelde; hij daarentegen voorzegde haar eene strafreg-
terlijke vervolging, welke voorzegging heden morgen voor
het kantongeregt te Goriuchem werd bewaarheid, alwaar
zij toen teregt stond als beschuldigd van het zich ophouden
met waarzeggerijreeds herhaaldelijk was zij te dier zake
tot eene geldboete veroordeeld. Het O. M. eisclite thans
eene gevangenisstraf van vijf dagen tegen de oude kaart
legster.»
Uit het Noorden des lands meldt men aan het U. D.,
dat sedert eenige dagen onderscheidene veehandelaren uit
den vreemde de stallen der veehouders wederom beginnen
te bezoeken; als een gevolg van het veranderde weder,
dat hoop geeft op een weldra goed vooruitzigt voor den
grasaanvoer. De handel in kalfkoeijen, jonge vaarzen en
kalveren is dan ook meer geanimeerd; men besteedt voor
de 1ste soort op kalven staande runderen f 150 tot f 260,
jong vee gold f 100 tot f 160; kalveren f 20 a 40; ook
de paardenhandel is belangrijk; groote koppels puike
soorten worden bijna dagelijks per spoor naar 't buitenland
verzonden, inzonderheid naar België en Frankrijk. De
prijzen zijn hoog.
Aan een particulieren brief uit Atsjin, dd. 5 Febr.,
ontleent het Vad. het volgende:
«Des avonds kwamen wij op de reede van Atsjin; het
zag er aan de buitenzijde alles zoo aangenaam en vrolijk
uit; er werd dien dag weinig gevuurd, zoodat het vrij
rustig scheen. Den volgenden dag kwamen wij met een
detachement en een nieuwe lading koelies en kettinggangers
binnen den kraton, na een wandeling van ruim een uur.
Alles zag er dor uit: geen menschen in de kampongs,
geen paddie op het veld, een afgeloopen land. De indruk,
dien de kraton, of, zooals die nu wordt genoemd, Kotta
Radja geeft, is zeer treurig: een armoedige vervallen boel,
vervallen bamboegebouwen, een heete, brandende zand
bodem, zonder eenigen aanleg van groen en er midden
doorstroomende een vuile, smalle kali, die door al wat er
in komt een onaangenamen reuk geeftvele huizen
liggen op lage vochtige terreinenhet is een ongezond nest,
waar wij bepaald mettertijd met de hoofdmagt uit moeten
trouwens, dat is de bedoeling ook reeds. Ik had geen
idee dat de vijand nog zoo brutaal was; van 's morgens
vroeg tot 5 uren 's namiddags was alles bij hen op de
been; zij lagen in verschillende bentings in een halven
cirkel om ons heen en maakten het ons razend warm;
enkele oogenblikken regende het kogels, die aan alle
kanten om ons heen in de klapperboomen vlogen. Wij
hadden één officier en 19 minderen gewond, benevens
2 dooden; de officier P. werd, terwijl hij met mij sprak,
aangeschoten door zijn onderbuik. Onze terugtogt om
5 uren 's namiddags, toen een nieuwe bezetting voor den
nacht was aangekomen, was niet frisch; de modder uit de
sawah's, die door de kogels opspatte, kregen wij om de
ooren, doch in 10 minuten waren wij gedekt door het
vuur van een andere reeds vroeger bezette benting.
De kolonel Pel is een kranig hoofdofficier; steeds
met dezelfde kalmte gaat hij in het vuur, en ontziet zich
nietalles vliegt op zijn bevelen en de soldaten zijn enorm
met hem ingenomen; als zij zien, dat hij zelf meê uitrukt,
zijn alle inlanders even lekker. Hij gaat secuur te werk
en heeft nu reeds een vrij goed gesloten kring om den
kraton. Het laatst bezette punt was Oleylo, juist bezuiden
den kraton. Nu is Lolion nog aan de beurt, en daarbij
denk ik, dat het voorloopig blijft; met de verzwakte
bataillons, die hier zijn, is ook niet veel meer aan te
vangen. Wat de zaak in de toekomst zal worden, kan
niemand, hoe knap ook, zeggennu is de toenadering zeker
nog niet groot, want den geheelen dag hoort men vuren,
als er weder een detachement of koelies over de sawah
gaat van Mandersah Poetih en Oleylo. Eiken dag komen
er nog gewonden bijde onderwerping avanceert niet;
de bevolking wil van geen gezanten of iets van dien
aard afweten.»
Te Deventer is een jongeling, die met Paschen te
veel eijeren had gegeten, ten gevolge daarvan overleden.
Te Steenbergen is een boerenarbeider op een vreeselijke
wijze om het leven gekomen. Terwijl hij in den stal een
losgebroken jonge vaars wilde vangen, kwam hij in de
nabijheid van een driejarigen stier. Dit dier, woedend
geworden, greep den man aan en wierp hem viermaal met
de hoorns in de hoogte, waardoor hem inwendig zware
verwondingen werden veroorzaakt, waaraan hij reeds des
avonds bezweek.
Den 30 Maart is op Schiermonnikoog het eerste
kivitsei gevonden door den zoon van den landbouwer J.
S. Visser en den volgenden ochtend per post verzonden
naar den heer mr. J. E. Banck, te 's Hage, eigenaar van
dat eiland.
Te Groningen had dezer dagen het volgende droevige
ongeval plaats. Een zeer oppassend jonkman van omstreeks
28 jaar, wonende te Delft, wilde zijn ouders te Zuidhorn
bezoeken en maakte daartoe gebruik van den trein. Te
Assen voelde hij zich niet al te wel, en zóó snel nam zijn
ongesteldheid toe, dat men hem te Groningen, waar
hij door zijn vader, die hem tot zoover was tegemoet
gereisd, werd opgewacht, uit den trein in de wacht
kamer moest dragen, alwaar hij eenige minuten daarna den
geest gaf.
In den loop dezer maand zal de heer Victor Driessens
met zijn Vlaamsch tooneelgezelscliap een kunstreis onder
nemen en alsdan de voornaamste plaatsen van ons land
bezoeken.
In de strafgevangenis te Singapore is een opstand
onder de Chineezen uitgebroken, die door de Europeanen
met geweld van wapenen gedempt is. Er zijn 39 dooden
en gekwetsten gevallen.
-Bij besluit van 13 Maart is aan de redacteuren van
verschillende op de drie hoofdplaatsen van Java verschijnende
dagbladen, die gratie verzocht hebben voor den heer H.
B. van Daalen, hoofdredacteur van den Javabode, te
kennen gegeven«dat in hun verzoek niet kan worden
getreden.»
Te Brugge, de geboorteplaats van de Groof, is de
vliegtoestel tentoongesteld, waarmede de man is omgekomen.
De toevloed van nieuwsgierigen om het ingewikkeld
mechanisme te zien, is zeer groot.
Te Bergen legde de kapitein-adjudant Ceulemans
schertsenderwijs een oud pistool op zijne jonge vrouw aan,
en trok af. Het schot weigerde. Hij legde op nieuw,
thans op zich zeiven aan, trok weer af en viel dood neder.
Het pistool was wel niet met een kogel, maar toch met
kruid geladen en dit schijnt den kapitein onbekend te zijn
geweest.
Jl. Donderdag vierde Prins Bismarck zijn 60sten ver
jaardag.
De luit. ter zee 2de kl. J. -T. F. Bruijn wordt met den 15
dezer gedetacheerd bij het departement van Marine en toegevoegd
aan den chef der hydrographie.
Eerste Kamer.
Zitting van Vrijdag 2 April. De eindverslagen zijn uitgebragt
betreffende nagenoeg alle aanhangige ontwerpen. Heden zullen
eenige daarvan behandeld worden. Tegen Maandag zijn o. a. aan
de orde gesteld liet ontwerp nopens de vestingbegrooting, dat
betreffende de Indische spoorwegen en nopens de Amsterdamsche
Kanaal-Maatschappij
Buitenland.
De Raad van houders van vreemde schuldbrieven
meldt, dat de Spaansclie financiële commissie te Londen
de betaling der drie vervallen coupons zal ontvangen zoodra
de lijsten en formulieren gedrukt zijn en andere voorbe
reidende maatregelen hun beslag hebben. De houders dier
coupons zullen voor elke 100 p. st. tot een bedrag van
30 p. st. aan Rio-Tinto-obligatiën, en van 165 p. st. aan
buitenlandsche Spaansche obligatiën ontvangen.
Bij een brand in een kleederen-magazijn te Preston
zijn drie zoons van den eigenaar omgekomen, ten gevolge
van den lievigen rook die in hun slaapvertrek doordrong.
Uit een rapport van mr. Downing, lid der Kamer
van Koophandel te Cardiff, over de belading van schepen
met kolen, ontleenen wij het volgende
Bij het beladen van een schip met kolen trachte men te
zorgen dat de lading zoo droog mogelijk zij en die op reis
zoo te houden. Er bestaat meer gevaar met fijne dan met
grove kolen. Gewoonlijk zal men vinden dat de brand in
het midden van het schip ontstaat, onder het groote luik,
waar de meeste kolenstof zich bevindt.
Het gebruik van houten kokers in de lading is hoogst
gevaarlijk. Daaraan zijn de meeste branden in den laatsten
tijd toe te schrijven. Het zachte hout, dat daar gewoonlijk
voor gebruikt wordt, zal op eene veel lagere temperatuur
ontbranden dan de kolen, en in het groote luik geplaatst,
waar de meeste fijne kolen zijn, worden de kokers zeer
droog en daardoor ligt ontvlambaar. Zij voeren de lucht
aan om het smeulende hout te doen ontvlammen en leveren
de middelen om den brand te verspreiden.
Waren er geene houten luchtkokers dan zouden de kolen
wel broeijen, doch is er eene veel hoogere temperatuur
noodig om de kolen te doen ontvlammen dan het hout.
Indien kokers gebruikt worden, dienen ze van ijzer,
metaal of steen te zijn.
Het Paaschfeest is te Madrid gevierd met een groot
stierengevecht. De Koning met zijne zusters en 16,000
toeschouwers waren aanwezig. Er werden zeven stieren
en een dozijn paarden gedood.
De dagbladen van New-York bevatten berigten over
een aardbeving in Mexico, waardoor groote schade aan-
gerigt is en 70 menschen omgekomen zijn. Vrijdag den
11 Febr., des avonds ten 8 ure, voelde men een hevigen
schok in de hoofdstad van Guadalaxara. Hij ging gepaard
met een vreemd onderaardscli gedruisch. De lucht was
heet en benaauwend. Tien seconden trilde de grond. Alle
huizen wankelden. De bevolking, radeloos van schrik,
vlugtte naar de open plaatsen. Vele gebouwen en kerken
hebben geleden; de toren der kathedraal is van onder tot
boven gescheurd. Tot aan Leon, Chalchihuite, Zacoalya
en de Stille Zuidzee werd de aardbeving gevoeld. Het
meest leden de plaatsen in den omtrek van den vulkaan
Ceboruco. Te San Christobal zijn alle huizen ingestort.
De stad, die slechts 800 inwoners telde, bestaat niet meer.
Het aantal slagtoffers is nog niet bekend.
De Egeron vertrok heden van hier naar Batavia.