Benoemingen, enz.
STATEN-GENERAAL.
B u ite n 1 a n d.
Buitschland.
Italië.
Gemeenteraad van Texel.
als 2de stuurman en de jongelingen P. Hakvoort, A. Bos, j
J. Kuipers, C. Zorgdrager en H. v. der Meij ontvingen
het radicaal als 3de stuurlieden.
Men schrijft uit Avenliorn: «Voor de betrekking van
hulponderwijzer aan de school te Grosthuizen, op een
jaarlijksch tractement van f 800 (f 525 van de gemeente
en f 275 uit particuliere fondsen) hebben zich 11 sollici
tanten aangemeld, 't Is te hopen, dat de Baad ditmaal
spoediger tot een benoeming moge overgaan en niet weêr
wachten totdat de sollicitanten hunne sollicitatie intrekken
of in den tusschentijd elders benoemd worden, gelijk het
geval was bij de voorlaatste oproeping voor dezelfde
betrekking.»
Bij de gehouden aanbesteding van het uitdiepen der
Scliulpvaart te Castricum was van de 8 inschrijvers de
heer J. Oldenburg te Bergen de minste, voor de som van
f 2700.
Men meldt uit Beverwijk, dd. 1 Mei:
«Gisteren is alhier een paard, dat op de Meerstraat aan
een boom was vastgebonden, bij het naderen van een
spoortrein op hol gegaan, en door het gesloten schuifraam
eener herberg midden in de gelagkamer teregtgekomen.
Het dier heeft belangrijke kwetsuren en betrekkelijk weinig
schade veroorzaakt. De ontstelde bewoners waren zeer
blijde dat de ongenoode gast zich, zonder gelag te betalen,
gedwee de deur uit liet leiden.»
«Het aanhoudende drooge weder en bij afwisseling de
nachtvorsten maken de weide zeer ongeschikt tot de ont
vangst van het vee. Het hooi geldt op dit oogenblik
f 26 per 500 kilogram.»
De zang- en muziekvereeniging te Zaandijk zal het
feest van haar 25jarig bestaan in 1876 door een twee- of
driedaagsch feest vieren. Reeds heeft zij eene commissie
voor de feestviering benoemd om de zaak voor te bereiden.
Op liet programma zal o. a. voorkomen de uitvoering eener
cantate, waarvan de compositie aan een der leden zal worden
opgedragen.
Op den 26 April had te Ilpendam in eene open
bare vergadering van het plaatselijk departement der Maat
schappij tot Nut van 't Algemeen de plegtige uitreiking
plaats van het zilveren eereblijk, door het hoofdbestuur
toegekend aan K. Sz. Wals en J. Jz. Kalf, aldaar,
voor de edelmoedige redding van twee personen, die zich
in levensgevaar bevonden op het vaarwater «den Burg»
in den stormachtigen namiddag van den 10 Sept. 1874.
i— Na den gunstigen uitslag, verkregen met de nieuwe
brandstof, is door den uitvinder, dr. Hes, een terrein aan
gekocht buiten de Weesper barrière te Amsterdam, waarop
vijf machines geplaatst zullen worden, welke dagelijks 300,000
K. G. kunnen opleveren.
In het feuilleton Gekeuvel over alles en niets» der
Amst. Crt. lezen wij o. a. het volgende:
«Schijnt het moeijelijk te zijn om hem, voor wien de
kosthuizen bestaan, te doen begrijpen, dat hij zich nergens
zoo goed en goedkoop kan voeden als daar; niet minder
moeijelijk is het hem, die eenige spaarpenningen heeft, aan
het verstand te brengen, dat zijn geld nergens veiliger is
dan in de spaarbank, terwijl hij er bovendien nog een
paar percent interest van trekt.
Een veertien dagen geleden had ik een treffend bewijs
van de vooroordeelen, welke nog altijd tegen die voor
treffelijke inrigting bestaan, in een kruijer, die mij zijn
nood kwam klagen. De man had n. b. een som van vijf
honderd gulden, welke hij, na dertig jaren arbeids van
hem en zijn vrouw, had gespaard, tegen een eenvoudige
schuldbekentenis en mondelinge belofte van 5 pCt. rente
uitgeleend aan een ex-kellner, die een affaire was begonnen,
en nu hij zijn geld terug had gevraagd, een tweede
bekentenis gekregen, namelijk eene van onvermogen.
Den weenenden kruijer een uilskuiken te noemen, moge,
ofschoon juist, wreed schijnen, ik kon mijn ergenis niet
meer bedwingen, toen hij mijne aanmerking, dat hij beter
had gedaan van maandelijks zijn geld in de spaarbank te
brengen, zoodat hij nu waarschijnlijk reeds duizend gulden
rijk zou geweest zijn, beantwoordde met een: «Dat was
hem altijd afgeraden, omdat het niet sekuur was en zooveel
heeren .er mooi weêr van speelden.»
Zoo dacht de man, die in een oude kous, in een slecht
gesloten kast, in een slecht gesloten huisje, in een lage
steeg dertig jaren lang zijn spaarpenningen liad bewaard
en op een gegeven oogenblik, toen zij tot de voor hem
hooge som van f 500 waren aangegroeid, zonder eenigen
waarborg van gewigt uitleende aan een zoogenaamden vriend.
En, gelijk die man dacht, denken nog tienduizenden van
wie men 't niet weet, maar wier spaarpenningen in oude
kousen rusten of onder «vrienden» circuleren.»
Te 's Hage is jl. Zaturdag namiddag op de burgerlijke
begraafplaats aan het Kanaal de gedenksteen onthuld,
^geplaatst op het graf van mr. J. R. Tliorbecke.
Men herinnert zich den persoon, die in het vorige
jaar aan den Hoek van Holland door een ongeluk beide
handen en een been verloor, waarop voor hem een beroep
is gedaan op de liefdadigheid, dat zeer rijke vruchten heeft
opgeleverd. Cornelis Vermeeren, die kunsthanden en een
kustbeen heeft, is in het huwelijk getreden met een 46jarige
weduwe, welke gebeurtenis een luidruchtige vrolijkheid
verwekt heeft te Rotterdam, waar hij woont. De buren
hebben de straat geschrobd en met groen bestrooid en de
bruid uit dankbaarheid de lieve jeugd met bruidsuikers.
Dit laatste heeft eenige vechtpartijtjes veroorzaakt tusschen
moeders van grabbelende knapen.
Jl. Zaturdag was de aanvoer van vee uit verschillende
gemeenten, vooral uit het Noorden des rijks, te Utrecht
zoo groot, als dit jaar nog niet het geval was geweest,
zijnde het getal ongeveer 1000 stuks. Men schrijft deze
groote toevoer toe aan de duurte van het veevoeder. De
handel was lusteloos en veel vee bleef onverkocht; voor
het kalfvee werd f 275 en voor het guste vee f 200 besteed;
voor het buitenland was de handel ook slap.
De prijs van de boter te Deventer is op de laatstge
houden markten steeds lager geweest. Men zegt, dat groote
aanvoer van Schotsche boter op de Engelsche markten
daarvan de oorzaak is, waardoor naar de zoogenaamde
Friesche boter, welke over Harlingen uit geheel Nederland
naar Londen wordt verzonden, steeds minder vraag komt.
Men verwacht nog grootere daling.
Zekere V., te Vlissingen, is voortvluchtig; hij wordt
beschuldigd van het stellen van valsche handteekening ten
nadeele van zijn broeder, met wien hij in scheepsvictualiën
geassocieerd was. Hij schijnt naar België te zijn vertrokken.
Te Staphorst heeft jl. Vrijdag avond een geweldige
brand gewoed, tengevolge waarvan 12 huizen, meest
boerderijen en daaronder een paar kapitale perceelen, zijn
verbrand. De brand was zóó hevig, dat hij uren ver in
den omtrek werd waargenomen en in anderhalf uur tijds
de op eenigen afstand van elkander gelegen huizen door
't overslaan der vonken op de rieten daken in de asch
lagen. De brand ontstond ten 10 ure ongeveer bij den
groothandelaar Spijker, die veel negotie en verzending heeft
op Amsterdam in boter en eijeren en tevens veel handel
drijft in lijn- en raapkoeken, een groote boerderij heeft en
alles heeft moeten zien verbranden, ook 8 koeijen, 2 vaarzen,
2 paarden, 3 varkens, een wagen vol boter en eijeren, die
den volgenden morgen naar 't beurtschip te Meppel zou
afrijden en met elkander wel op f lüüO waarde wordt
geschat. Treurig is het te vernemen, dat zijne koeijen aan
kettingen stonden, die niet zoo spoedig konden worden
losgemaakt door de onbekende wakkere helpers, terwijl
het vee der andere boerderijen gered werd, waarvan men
de touwen slechts behoefde los te snijden. Oorzaak niet
bekend. Niet alles was geassureerd. De inboedels van
10 huizen zijn grootendeels gered.
Reeds tot 228 huisgezinnen hebben de mazelen zich
te Harlingen uitgebreid. Ze zijn evenwel geenzins kwaad
aardig, zoodat er weinigen aan sterven.
Sinds eenige weken verzamelen zich eiken avond te
Bolsward, in een bepaalde boomengroep midden in de stad,
zulke kolossale zwermen spreeuwen, dat men hun getal op
vele duizenden stellen kan. Zware takken breken onder
het gewigt. Als men er in schiet, vallen eenige tientallen,
maar de zwarte massa blijft. Men heeft nu een bel in de
boomen gehangen en door 't voortdurend luiden gelukt 't,
ze een weinig naar ander geboomte te verdrijven. Met
kruiwagens vol wordt de mest vervoerd, van deze vogels
afkomstig, terwijl een onaangename stank de lucht bederft.
Ongelukkig kozen zij juist de boomengroep, die op de
speelplaats staat der Fröbelschool, zoodat deze voor de
kinderen onbruikbaar werd.
Te Munnekezijl wordt weer een deel land aan de
zee ontwoekerd, door een stuk van de Lauwers te bedijken.
De uitbestedingssom bedraagt p. m. 1| millioen. Drie a
vier honderd man zijn reeds aan 't werk bezig of aan 't
keeten bouwen. Men is van Friesche zijde af begonnen;
de polderwerkers hebben zich aan den Grooten Hoek ook
aldaar gevestigd in hun stroodorp. De bodem bestaat uit
kleigrond; men wacht aldaar welige korenakkers, want het
is er alles puik land. 't Noorden van Friesland zal daar
door met dat van Groningen verbonden worden.
De twee opligters, Tlie eenigen tijd geleden in ver
schillende landen, ook in Nederland groote advertentiën
plaatsten, om het publiek aan te sporen deel te nemen aan
de weddenschappen bij wedrennen, zijn naar den crimi-
neelen regter verwezen. Reeds is geconstateerd, dat meer
dan f 18,000 door goedgeloovigen aan deze industrie-ridders
is gezonden.
Berigten uit Batavia, dd. 27 Maart, luiden o. a.
Met inachtneming van het voorgeschreven ceremonieel
zette Z. Exc. de heer van Lansberge, vergezeld van zijne
echtgenoote, heden morgen (26 Maart) ongeveer ten half
acht ure voet aan wal. Langs den met eene digte
menschenmassa bezetten weg deed hij zijn intogt binnen de
hoofdstad van N. I. en bereikte omstreeks half negen het
gouvernements-hotel Rijswijk.
Bij het binnentreden van het gebouw trad Z. Exc. de
gouverneur-generaal Loudon zijn opvolger te gemoet, heette
dien en zijne echtgenoote welkom en, zich vervolgens meer
bepaald tot den nieuwen hoogen titularis wendende, wees
hij op den zwaren strijd, welke hem in zijn aan te vangen
betrekking wachtte; een strijd, waarvan hij (mr. Louden)
ruim zijn deel had ondervonden; maar hij betreurde zijn
verblijf in deze gewesten niet, daar hij voor zich zeiven de
overtuiging meêdroeg, steeds te hebben behandeld naar
zijne beste krachten en in het algemeen belang.
«En gij, inwoners van N. I., zoo ongeveer ging
de heer Loudon voort vóór ruim drie jaren verklaarde
ik u van deze plaats, dat ik geene populariteit zou najagen,
doch trachten en mij gelukkig rekenen zou uwe achting
te verwerven. Wat het eerste aangaat, ben ik consekwent
gebleven; populariteit heb ik noch nagejaagd, nocli gevonden.
Het oordeel toch van het groote publiek is te veranderlijk
dan dat ik daarnaar mijne handelingen mogt of kon
rigten. Als ik harde slagen moest toebrengen, heb ik dat
steeds gedaan uit pligtbesef, omdat ik zulks noodig achtte,
echter nooit uit lust om te treffen. Ik verlaat u allen
zonder wrok; mogt ik uwe achting hebben verdiend, liet
zou mij eene voldoening wezen, en zich tot Z. Exc. den
heer van Lansberge rigtende moge God Uwe Exc. de
noodige gezondheid en kracht schenken om veel en nuttig
werkzaam te zijn in het belang dezer kolonie, van den
Koning en het dierbaar Vaderland.»
Deze rede werd door Z. Exc. den heer van Lansberge,
kalm en eenvoudig als hij daar stond, nagenoeg in de
volgende bewoordingen beantwoord:
«Alvorens ik de gewigtige betrekking aannam, waartoe
ik door onzen geëerbiedigden en beminden Koning was
geroepen, heb ik rijpelijk overwogen of deze last niet te
zwaar was voor mijne schouders, en mij de moeijelijkheden
niet ontveinsd, die mij wachtten; doch aan den anderen
kant is da^r, waar de werkkring zwaar is, veel nut te
stichten.
«Steeds heb ik mij aangtrokken gevoeld door N. I. en
met belangstelling alles nagegaan wat betrekking had op
deze sclioone gewesten. Steeds heb ik sympathie gevoeld
voor ambtenaren en militairen, die onvermoeid werkzaam
zijn tot handhaving en bevestiging van ons gezagsteeds
heb ik sympathie gehad voor de nijvere kooplieden en
industrieëien, die den goeden naam onzer voorvaderen doen
voortleven; steeds heb ik mij aangetrokken gevoeld tot
die trouwe bevolking, die toont de voordeelen te waar-
deeren van een geregeld bestuur.
«Hetgeen ik noodig acht voor den bloei en voorspoed
dezer koloniën, het is mijne innige overtuiging, is een
naauwe, onverbreekbare band met het moederland.
«Regtvaardigheid en zamenwerking, aaneensluiting van
alle takken van bestuur, dien weg zal ik volgen, dien weg
zal ik doen volgen. Dat ik daartoe geen medewerking
van u allen inroep, is omdat ik reeds te voren overtuigd
ben die ten volle te zullen ondervinden.»
Na deze toespraak, werden de aanwezigen aan Z. Exc.
den heer van Lansberge voorgesteld.
Het overdragen van het bestuur en de daarop gevolgde
audiëntie, door den nieuwen landvoogd verleend, hadden
met de gebruikelijke plegtiglieden ten half elf plaats.
Een schaakpartij, in 1859 door een liefhebber in
Pforzheim, Baden, met een vriend in New-York begonnen,
is na zestienjarigen strijd door den New-Yorker gewonnen.
De zetten werden per brief medegedeeld. Geen der beide
spelers schijnt het geduld verloren te hebben.
Herbenoemd met ingang van den 15 dezer, tot burgemeester
van Middelie, Warder en ICwadijk. de keer H. Snijder, secretaris
dier gemeenten.
He luit. ter zee 1ste kl. 0. A. Bosch, dienende als 1ste off aan
boord van het wachtschip te Hellevoetsluis, wordt met den 15 dezer
op non-activiteit gesteld en met den 16 daaraanvolgende vervangen
door den luit. ter zee 1ste kl. K. W. E. von Leschen, terwijl met
laatstgemelden datum worden geplaatst: aan boord van het ram-
schip Stier de luit. ter zee 1ste kl. P. J. Zaal, als 1ste off.de
luits. ter zee 2de kl. J. P. Lubbe Bakker, J. Cardinaal, J. J.
Poortman en de off. van adm. 2de kl. P. W. L. A. Hirseliman;
aan boord van het ramschip Guinea de luit. ter zee 1ste kl. A. P.
Hoogkwinkel, als 1ste off.; de luits. ter zee 2de kl. G. .J. Fisscher,
J. J. Kraakman, jhr. A. O. J. M. de Casembroot en de off. van
adm. 2de kl. ,1. C. de Vriese; aan boord van de monitor Adder
de luits. ter zee 2de kl. P. Zegers Veeckens, L. Hupper, A. G. .1
Kroef en C. J. G. de Booij, eerstgen. als 1ste off. en de off. van
adm. 3de kl. G. J. Guichard; aan boord van de monitor Tijger
de luits. ter zee 2de kl. P. Holtzapffel, J. L. Hordijk, H. van der
Sande en J. II. L. J. baron Sweerts de Landas Wijborg, eerstgen.
als 1ste off. en de off. van adm. 3de kl. E. D. Clarkson; aan
boord van de monitor Ileiligerlee de luits. ter zee 2de kl. II. Nijgh,
J. G. Snethlage, A. Voormolen en II. G. J. Wolterbeek, eerstgen.
als 1ste ofl. en de off. van adm. 3de kl. F. W. Sprenger; aan
boord van het wachtschip alhier, de kapt.-luit. ter zee II. J. S.
van der Sloot als 1ste off., de luit. ter zee lste kl 0. A. Woldringh
en de luits. ter zee 2de kl. J. Haremaker en H. H. Hora Siccama
aan boord van het wachtschip te Hellevoetsluis, de luits. ter zee
2de kl. D. L. M. E. Keus en jhr. S. B. Ortt.
He luit. ter zee 2de kl. W. E. Wesselink, wordt met 1 Junij a. s.
gedetacheerd bij het departement van Marine en toegevoegd aan den
chef der Ilydrographie.
Tweede Hamer.
Zitting van Maandag 3 Mei. Na discussie is het wetsontwerp
tot wijziging van art. 302 van het wetboek van koophandel (levens
verzekeringen) aangenomen met 41 tegen 12 stemmen.
In zijne memorie van antwoord op 't voorloopig verslag der
Tweede Kamer, naar aanleiding van het tweede onderzoek in de
afdeelingen van de wetsvoordragt tot voorziening tegen hondsdolheid,
blijft de minister van Binneulandsche Zaken het voorstel betrek
kelijk de muilkorven handhaven. Ten einde aan 't bezwaar van
sommige leden eenigszins tegemoet te komen is art. 1 in dien zin
gewijzigd, dat de muilkorf niet wordt opgelegd aan honden, die
aan een stevig touw of ketting worden vastgehouden.
Engeland,
De bekende dr. Simon heeft in een bijlage op zijn
jaarlijksch rapport nogmaals met klem gewezen op 't direct
verband, als oorzaak en gevolg, tusschen onvoldoende weg
ruiming van vuil en verscheidene besmettelijke ziekten,
typhoïde koorts en cholera in 't bijzonder. Die ziekten (zegt
hij o. a.) «hebben steeds hare oorzaak in hetgeen van alle
vuil 't vuilst is;» zij worden van mensch op mensch over
geplant «door moleculen van de excrementen, die, dank zij
onze verregaande vuilheid, zich vermengen met de damp
kringslucht, met ons voedsel en met ons drinkwater.»
Kapitein Boyton is voornemens den 27 dezer een
nieuwe poging aan te wenden om het kanaal over te
zwemmen. Hij zal bij Kaap Grisnez in zee gaan, om van
daar Dover te bereiken.
In de algemeene vergadering van Duitsche veeartsen,
dezer dagen te Berlijn gehouden, is, na langdurige debatten,
met 22 tegen 6 stemmen, eene resolutie aangenomen, welke
strekt om den rijkskanselier von Bismarck te verzoeken
een officiëel onderzoek te doen instellen naar de door de
ervaring nog niet voldoende besliste kwestie, of het gebruik
van vleesch en melk van vee, lijdende aan tuberculose,
bij den mensch tering verwekt en, zoo ja, alsdan een
verbod op het gebruik daarvan uit te vaardigen.
De generaal Angioletti is er in geslaagd den Senaat,
tijdens de behandeling van 't nieuwe strafwetboek, een
amendement te doen aannemen, waarin «Godslastering en
beleediging der zedelijkheid door woorden» strafbaar worden
verklaard. De hpogste straf is eene maand gevangenis.
Vergadering van Vrijdag 30 April 1875.
Afwezig de heeren P. Langeveltl, II. Bakker, W. Hillenius en
A. Dros Az.
Na opening der vergadering worden de notulen met eene kleine
wijziging goedgekeurd.