Buitenland. Er waren op de jl. Woensdag te Weesp gehouden vooijaars-paardenmarkt 100 paarden en 1 veulen aan de lijn. Bij zeer hooge prijzen was er zeer weinig handel. Dezer dagen werd te Hilversum gehouden de 31ste jaarlijksche vergadering der Gewestelijke Vereeniging «Noord holland van het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap.» Uit het verslag bleek, dat de Vereeniging in ledental blijft noenemen; twee nieuwe afdeelingen, «Oudendijk» en»Oude- sluis,» zijn opgerigt, de afdeeling «Waterland» is opgeheven. Voor de uitgeschreven prijsvraag, het verzamelen van een herbarium, was de prijs toegekend aan den heer S. G. de Vries te Haarlem; de inrigtingen, door het Genootschap tot opleiding van onderwijzers en onderwijzeressen in het leven geroepen, verkeeren in bloeijenden toestand. De prijs voor het grootste aantal opgeloste opgaven, voorkomende in den 22sten jaargang van het «Tijdschrift voor reken-, stej- ep meetkunde,» viel bij loting ten deel aan den heer G. Fokkens, te Bolsward. Als vergaderplaats voor 1876 werd Beverwijk gekozen. Er werd besloten tot het uitschrijven eener prijsvraag voor hulponderwijzers en hulponderwijzeressen, welke nog niet de hoofdonderwijzers- acte bezitten, luidende: «Beknopte beschrijving van de grondgesteldheid van ons land,» met een schetskaartje. De aardbeziën staan thans te Beverwijk in vollen bloei en de oogst belooft zoo overvloedig te zijn, dat vele tuinders een nachtvorstje wenschen, om de al te groote productie te matigen. In eene weide nabij 's Hage zijn drie paarden deerlijk verwond geworden; de daders van dit gruwelijk bedrijf is men nog niet op het spoor. Jl. Donderdag namiddag is van de werf der Neder- landsche Stoomboot-Maatschappij te Fijenoord te water gelaten de stoomkanoneerboot Lynx. In eene vergadering van het departement Rotterdam der Maatschappij tot bevordering van Nijverheid heeft, op verzoek van het departements-bestuur, de heer C. A. Jeekel, uit Leerdam, eenige mededeelingen gedaan over het in den laatsten tijd herhaaldelijk genoemde hardglas. Zijne mededeelingen en de proeven, door hem ter ver gadering met monsters van dit glas genomen, stemden geheel overeen met de mededeelingen, die omtrent de uitvinding van den heer de Bastine zijn gegeven. Op een glazen bord boven een spiritusvlam werd biefstuk gebakken, terwijl het bord met de hand werd vastgehouden. Lampenglazen, in de spiritusvlam verhit en daarna in koud water gedompeld, deden een sissend geluid hooren, doch braken niet, terwijl gewone lampenglazen bij dergelijke proef dadelijk springen, of de verhitting zoolang niet uithouden zonder te springen. Een gewoon lampenglas springt reeds bij verhitting gedurende 15 seconden. Onbreekbaar is dat glas evenwel niet, en hoewel de proeven niet zoover werden uitgestrekt dat dit proefondervindelijk bleek, zoo toonden de glasstukken dat de mogelijkheid van breken bestond. Opmerkelijk is het echter, dat dit gebroken glas een geheelanderen vorm ver toont dan gewoon gebroken glas en dat men straffeloos de hand in een flesch met glasstukken kan steken, hetgeen men bij gewone glasscherven niet doen kan. Uit de antwoorden op gedane vragen bleek verder, dat dit glas niet met diamant kan worden gesneden. Hoogstwaarschijnlijk zullen in den loop van dit jaar de eerste voorwerpen van dit glas, in Nederland zelf vervaardigd, in den handel komen. Uit alles bleek ten volle dat dit nieuwe fabrikaat van groot belang is voor de industrie, de huishouding en de wetenschap. De talrijk opgekomen leden toonden door herhaalde toejuichingen het volkomen eens te zijn met den wensch, dat de op te rigten fabriek in allen deele aan de van mijn vermogen besloot te vluchten. T)e band, die mij met mijn man had vereenigd, beschouwde ik als volkomen ontbonden, omdat hij zich aan de koningsmoorders had aangesloten en voor den dood des konings, aan wien hij zoovele en zoo groote weldaden te danken had, gestemd had. Mijn kind mogt van nu af aan haar vader, den man, dien het als koningsmoordenaar verfoeien moest, niet meer terugzien. Een aanzienlijke somme gelds had ik bijeengebracht, waarmede ik in het buitenland zoolang overeenkomstig mijn stand zou kunnen leven, totdat het mij weder mogelijk zou zijn naar Frankrijk terug te keeren. Vurig verlangde ik, dat het terugkeeren spoedig volvoerd zou kunnen worden, daar de vorsten van Europa zich met elkander vereenigd hadden, om den koningsmoord te wreken en te tuchtigen en reeds met hunne legers de grenzen van mijn vaderland naderden. Elke geldsom, evenals mijne sieraden van de grootste waarde had ik door Mathis reeds naar een vertrouwd persoon in Duitschland laten brengen, en alle andere voorbereidende maatregelen voor ons vertrek waren genomen, toen het bericht ons schrik en vrees aanjoeg, dat een voormalig geestelijke uit Straatsburg, een Duitscher, met name Culogius Schneider, een waanzinnig aanbidder van de revolutie en een van de meest gevreesde en afschuwelijke personen, dien elke tijd van revolutie voortbrengt, met de guillotine door den Elzas reisde, onder geestelijk goochelspel stroomen bloeds vergoot en te-vens met fanatieke boeren en ontmenschte vrouwen de schan delijkste slemppartijen vierde. Men danste, zeide inen, de carmignole rondom het schavot, en de razenden hadden aan alle nachtwachten van het land bevolen bij het roepen van de uren van den nacht niet meer te zingen „Loof God, den Heer," maar „Loof God, den burger." Wij ontvingen dan ook het bericht, dat genoemde Schneider, die onmensch, met zijne duivelenschaar reeds onze omstreken naderde, ja, men verzekerde zelfs dat mijn man uit Parijs gekomen was en zich aan dezen bloedgierige en waanzinnige had aangesloten om het zijne bij te dragen, zooals men zeide, den armen Elzas van „de pest der aristocratie en der papen" te zuiveren. Onder zulke verschrikkelijke omstandigheden als nu stonden .te gebeuren waagden wij het niet een oogenblik langer te talmen ons besluit ten uitvoer te brengen, daar het nu misschien nog mogelijk was, maar morgen waarschijnlijk te laat zou zijn. Ik besloot dadelijk in te pakken en den volgenden morgen door mijn koetsier te laten inspannen. Werwaarts ik rijden wilde, zou hem later worden meegedeeld; dit zeide ik, opdat niemand op het slot vooraf zou weten, werwaarts ik voornemens was mij heen te begeven. Mathis wel is waar bood zich aan den post van koetsier over te nemen, omdat hij geen vertrouwen in den eigenlijken koetsier stelde, daar hem ter oore gekomen was, dat ook deze begonnen was revolutionaire gesprekken onder de dienstbaren te houden. De aanbieding van den trouwen dienaar wees ik echter van de hand, omdat ik vreesde juist den achterdocht te zullen verwekken, als ik een reis met mijn kind en hare oppasster ging maken en den wagen niet door mijn gewonen koetsier besturen liet. verwachtingen van den oprigtei' en van de nijverheid moge beantwoorden. De vereeniging voor Christelijk Nationaal Onderwijs in Nederland hield jl. Woensdag te Utrecht haar 15de algemeene vergadering, onder voorzitterschap van den heer Bichon van IJsselmonde. Na beraadslaging over het rapport der commissie, behel zende een advies over de drievoudige vraag: 1. Welke wijzigingen in de Landswetgeving in 't belang der vrije school zouden zijn; 2. Welke steun de Kerk aan de vrije school kon bieden3. Hoe de vrije scholen in onderling verband waren te brengen? werd o. a. bij de behandeling van het politiek programma, het beginsel van restitutie met algeineene stemmen op één na aangenomen. Ds. Brummel- kamp, docent aan de Theologische School, verklaarde zich uit gemoedsbezwaar beslist tegen de restitutie. Te Deventer heeft een verwer zoodanig Pinksteren gevierd, dat zijn lijk uit de Buitengracht is opgehaald. Een persoon, die op de St. Servaas-kermis met een soort van photographie-atelier heeft gestaan, kwam jl. Woensdag ochtend in «kennelijken staat van dronkenschap» in een logement te Maastricht en verlangde jenever. De buffetjuffer weigerde echter hem te schenken. Hierover in toorn ontstoken nam de dronkaard uit een kistje, dat hij bij zich had, een fleschje, waarin zich een hevig vergif bevond, en dronk dit in één teug ledig. Oogenblikkelijk stortte hij ter aarde en gaf weldra, onder verschrikkelijke stuiptrekkingen, den geest. (Cour. d. 1. M.) Dalrust het asyl der Amsterdamsche Internatio nalisten is voor afbraak verkocht en zal dus weldra verdwijnen. De Indische Buddhisten hebben zin voor diepe poëzie, dat is nu eenmaal bekend. Zoo is de volgende poëtisch- plastische voorstelling van den onmetelijken duur eener wereldperiode zeer diep, misschien ook wel zeer hoog: «Langs een diamanten rots strijkt elke duizend jaren een maal even de punt van den vleugel eener daar voorbij fladderende kapel, en wanneer door deze zachte aanraking ten slotte de gelieele rotsmassa in onzigtbare stofjes is veranderd, dan is er één dag der wereldperiode verloopen.» Uit Jeruzalem wordt gemeld, dat men daar een winter heeft gehad, zoo streng als zich niemand herinnert. De vensterruiten der huizen waren geheel met ijzel bedekt. De planten tot op den wortel bevroren. Op Paasclimaandag waren er handen te kort om de sneeuw weg te ruimen. Vele reizigers, die in tenten woonden, moesten in de huizen een toevlugt zoeken. Benoeming-en, enz. De kapt.-luit. ter zee C. A. B. D. Rijk is eervol ontheven van bet bevel over bet schroefstoomscbip het Loo, met den dag, volgende op dien van de aankomst te Cura^ao van den kapt.-luit. ter zee II. J. S. van der Sloot, aan wien met dat tijdstip bet bevel over genoemden bodem wordt opgedragen. De luit. ter zee 2de kl. G. M. Dolleman, de adelborst 1ste kl. L. Kamphuis Suermondt en de off. van adm. 2de kl. E. H. W. Wijnmalen, laatst behoord hebbende tot het escader in Oost-Indië en van daar den 11 dezer teruggekomen, zijn met dien datum op non-activiteit gesteld. De off. van adm. 3de kl. H. J. Knottenbelt wordt met den 16 dezer geplaatst aan boord van het wachtschip alhier, ten einde gedetacheerd te worden aan boord van het instructie-vaartuig Urania. Met I Junij a. s. worden geplaatstaan boord van het wachtschip alhier de scheepsklerken F. D. van Genderen en II. F. M. van Altema; aan boord van het schroefstoomschip Leenwarden de scheepskl. W. A. H. Doorman en J. A. Grootendorst. Bij het 1ste reg. vesting-artillerie alhier in garnizoen is geplaatst de kapt. P. II. C. van Engelenberg. STATEN-GE\ERAAL. Tweede Kamer. Zitting van Donderdag 20 Mei. Verschillende wetsontwerpen van minder belang en de conclusiën op de commissoriale verslagen nopens het liooger, middelbaar en lager onderwijs, alsmede omtrent het armbestuur zijn aangenomen met algemeeue stemmen. Alleen de wetsvoordragt tot bekrachtiging van den onderhandschen verkoop aan de Ned. Hervormde gemeente te Veere van het voormalig kerkgebouw aldaar vond bestrijding, omdat men dat gebouw, dat groote bouwkundige waarde heeft, voor slooping wilde bewaren het ontwerp werd dan ook met 55 tegen 4 stemmen verworpen. Zitting van Vrijdag 21 Mei. Het gewijzigd ontwerp ter voor ziening tegen hondsdolheid is aangenomen. Aan het slot der zitting werd door den minister van Binnenl. Zaken meegedeeld, dat de overeenkomst met de maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen gesloten is. Maandag zijn de andere wetsontwerpen aan de orde. Blijkens het voorloopig verslag over het ontwerp tot beschikbaar stelling van f 1,360,000, zijnde de som die vermoedelijk dit jaar aan den golfbreker der havenhoofden voor het Noordzeekauaal zal worden verwerkt, bestaan daartegen geen bedenkingen. Anders is het gesteld met de tegelijkertijd aangevraagde f 8000 voor nadere opnemingen, boringen enz. in de Zuiderzee, als voor bereidende werkzaamheden voor de droogmaking van het zuidelijk deel dier zee. De meerderheid wilde niet, dat het beginsel van de aanvaarding van het groote werk door den Staat, door een incidenteele voordragt kan worden beslist. Vele leden achtten 't, na al 't geen in deze geschied was, over bodig nieuwe boringen te laten doen. Over het geheel schijnt uit het verslag te blijken en wij constateercn dit met hooge ingenomenheid dat de meerderheid het groote plan niet alleen genegen is, maar ook aan Staatsuitvoering de voorkeur geeft. Frankrijk. Jl. Zondag begaven zich een paar duizend Parijzenaars naar Nanterre, om tegenwoordig te zijn bij eene plegtigheid, die er ieder jaar plaats beeft Een ouderloos meisje, Marie Thomas, oud zeventien jaren, zou wegens haar braaf gedrag als rozenmaagd gekroond worden. De onafgebroken zorgen die zij aan haar grootvader en grootmoeder, alsmede aan hare beide zusters had besteed, hadden haar die onder scheiding doen te beurt vallen. De plegtigheid had plaats in de kerk. De maire en de gemeenteraad, begeleid door een detachement soldaten en een muziekkorps, begaven zich naar de woning van het meisje, van waar zij haar in optogt naar de kerk bragten, die voor deze gelegenheid getooid was met doek en bloemen. Daar deed men haar onder een gehemelte plaats nemen, op eene verhevenheid, naast de rozenmaagd van 't vorige jaar, die de kroon nog op t hoofd droeg, terwijl een dertigtal meisjes, in 't wit gekleed, aan beide kanten geschaard stonden. Te midden van een plegtige stilte nam nu de rozenmaagd van 't vorige jaar de kroon van 't hoofd en plaatste die op 't hoofd van Marie. Vervolgens stak zij haar een paar fraaije bellen in de ooren, hechtte eene broche op haar borst, bond een ceinture om haar midden, en hing een gouden ketting met horloge om haar hals. Daarna werd de rozenmaagd weer door tal van autoriteiten in optogt naar hare woning gebragt, gevolgd, gelijk ze gekomen was, door eene groote menigte. Later hadden er in 't plaatsje openbare feesten plaats, waaraan oud en jong deelnamen. Te Aix heeft den 15 dezer een ontploffing plaats gehad in een fabriek van vuurwerken. Elf personen waren in de groote zaal aan 't werk toen 's middags tegen 3 uur liet ongeluk plaats had, hetwelk de werkplaats in een oogenblik in lichtelaaije vlam zette. Drie vrouwen gelukte het door een klein venster te ontkomen. De vlammen versperden den éénigen uitgang, zoodat men de overige meisjes, die aan het werk waren, als 't ware zag verbranden zonder ze te kunnen helpen. Bovendien was er gebrek aan water. Toen het vuur was gebluscht. werden de geheel verkoolde lijken gevonden van zes meisjes en van den eigenaar van de fabriek, den heer Chiousse. Men gist dat de ramp ontstaan is door het vuur vatten van een ton buskruid. In het derde deel van zijn Journal d' un diplomate geeft de heer dTdeville de volgende schets van eene ver gadering der Grieksche Kamer. Heeft men zich nergens illusiën te maken over de deftigheid en achtbaarheid der bijeenkomst van de uitverkorenen des volks, de afstamme lingen van Themistocles maken het «op de groene banken» alles behalve beter. Het lokaal reeds is ellendig, althans toen de heer dTdeville het bezocht. Hij noemt het een barak, van planken cn pleister opgetrokken. Het is versierd met smerige Grieksche vlaggen en de estrades zijn bekleed met rood calicot. «De afgevaardigden,» gaat hij voort, «zijn niet talrijk; ongeveer 200; sommigen waren gekleed met paletots en petten, en allen lagen in gemakkelijke houding half op de banken uitgestrekt. Evenwel schreeuwden en gestikuleerden zij soms als bezetenen, en gedroegen zich steeds alles behalve waardig of indrukwekkend. «De heer Gasparie, onze kanselier, die mij vergezelde,» verhaalt dTdeville verder, «vertaalde mij wat zij zeiden. Toen een der redenaars zijn advies had uitgebragt, snoot hij zijn neus met zijn vingers!»... Engeland, Jl. Woensdag werd te Londen in de Whitechapel Highstreet, in tegenwoordigheid van Lord Shaftesbury, den hertog van Westminster, den bisschop van Gloucester en Sir Robert Garden, een inrigting geopend, die de tweede van hare soort in de hoofdstad is. Het is een zoogenaamd People's Café, een koffijhuis voor den werkman, bestemd om tapperijen en kroegen een heilzame concurrentie aan te doen. 't Gebouw bevat beneden een ruime koffijkamer, waar spijzen en allerhande niet-alcoliolische dranken (koffij, thee, chocolade, gemberbier, limonade, ijswater enz.) te verkrijgen zijn. Boven vindt men een leeszaal met biblio theek, een billart-kamer en gelegenheid tot verschillende spelen. De prijzen van 't consumabel zijn zoo laag mogelijk gesteld doch niet zóó laag, of er zal een billijke winst overblijven voor de aandeelhouderswant wijselijk wil men dat deze philanthropische onderneming op gezonde economische grondslagen, niet op liefdadigheid, beruste. Een bord vleesch, bij voorbeeld, met brood, aardappelen en pudding, wordt hier verschaft voor zes stuivers; een bord soep voor twee stuivers; een kop thee of koffij voor één stuiver. Of deze People's Cafés ooit aan 't doel beantwoorden zullen, wordt betwijfeld. Hunne fout is, dat zij geschoeid zijn op't beginsel van geheele onthouding. Wat de werkman behoeft, is eene ruime, gezellig ingerigte zaal, waar hij rustig, vrij en goedkoop zijn courant lezen, zijn pijp rooken en zijn glas bier of grog drinken kan. 't Is een misschien hoogst betreurenswaardig feit, doch een feit is 't, dat de man in 't algemeen, de werkman in 't bijzonder, weinig geeft om thee, limonade of gemberbier. Zeer teregt brengt daarom de Daily Telegraph de oprigters van de People's Cafés onder 't oog, dat, zoo zij werkelijk nut willen stichten, misbruik weren en op matigheid een premie stellen, zij in hunne inrigtingen den kroeghouder moeten bevechten op zijn eigen terrein en met zijn eigen wapenen. 't Is te vreezen, dat deze wenk niet ligt ingang zal vinden bij Lord Shaftesbury en zijn vrienden. Philanthropen zijn zelden practischgoede bedoelingen bewandelen zelden den gulden middenweg. Op den 1 dezer is te Londen the season van het rijden met het vierspan weder aangevangen. Dezer dagen hield de Four-in-hand-club haar eersten feestrid, van Hydepark naar het Alexanderpaleis. Acht-en-twintig vierspannen namen deel aan den togt. Onder de menners merkte men op de hertogen van Beaufort en Sutherland, de lords Eole en Carington, den heer A. v. Rothschild e. a. Naast den hertog van Beaufort zat op den bok de Prins van Wales. Duitschland. In Pruissen is door den Landdag het wetsontwerp tot opheffing der R. C. kloosters, bij de eerste, tweede en derde lezing aangenomen, na een sterk verzet der R. C. leden. De persoon van Dunin, te Krakau in hechtenis ge nomen en uitgeleverd, als verdacht van een aanslag op het leven van den Prins von Bismarck en den heer Falck, minister van Eeredienst, is volgens de ochtendbladen jl. Woensdag in de gevangenis te Berlijn overgebragt, om verhoord te worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1875 | | pagina 2