Benoeming-en, enz.
Buitenland.
Engeland,
alle behoorlijke gemakken, voor ieder gevangene ingerigt.
Thans is men bezig keuken, hospitaal met een afzonderlijke
apotheek, wasch- en badkamer op nieuw aan te bouwen,
met daarbij eenige bewaarderskamers of woningen te plaatsen;
kortom, alles wat tot volmaking dier stichting dienen kan.
Van (zee uit gezien, maakt het gebouw een schoone vertoo
ning, en met de boot er langs varende en de huizingen
van den kommandant en den adjunct in het gezigt krijgende,
zal men eerder een heerlijk gebouw dan een gevangenis
meenen te zien. (Hbl.)
Van wege de Hollandsche Maatschappij van Landbouw
zal van 15 tot 19 Sept. a. s. te Zaandam eene algemeene
tentoonstelling worden gehouden, waaraan tevens eene ver
loting van vee, werktuigen enz. verbonden zal zijn.
Naar men verneemt zal de verbouwde schouwburg
te Amsterdam der vereenigde tooneelisten geopend worden
met hetdrama van mejufvr. Betsy PerkBenvenuto Cellini.
Jl. Zaturdag hebben zich bij een knaapje van ongeveer
zesjarigen leeftijd op den Heiligen Weg te Amsterdam,
plotseling teekenen van watervrees vertoondonmiddelijk
naar het gasthuis vervoerd, is hij den volgenden ochtend
reeds bezweken. Sporen van een hondenbeet waren aan
het hoofd aanwezig.
Aan een der kantoren te Eotterdam zijn jl. Zondag
gesnoeide gouden tientjes voorgekomen.
Streng toezigt, opdat men bij het ontvangen van stukken
onzer nieuwe gouden munt geen nadeel lijde, zij dus het
publiek zeer aanbevolen. (N. Eott. Crt.)
Jl. Vrijdag namiddag had in het feestgebouw te
Eotterdam de ontvangst plaats van de Liedertafels voor
zoover zij aanwezig waren die aan het Twaalfde Neder-
landsche Nationaal Zangersfeest zullen deelnemen. Het
orchest van den heer StumpfF leidde de plegtigheid in,
waarna door den heer Joost van Vollenhoven, eere-voor-
zitter van de feestcommissie, eene toespraak tot de zangers
werd gehouden.
Aan het zangersfeest, dat onder de leiding staat der
mannen-zangvereeniging Amphion, wordt o. a. deelgenomen
door de liedertafel, tot het Zangersverbond behoorende,
Arion, van Alkmaar.
Dien avond ten zeven ure had de eerste algemeene
repetitie der gezamenlijke liedertafels plaats, die door een
talrijk publiek werd bijgewoond en die veel goeds voor
de ensemble-uitvoeringen voorspelde. Den volgenden dag
ten tien ure is eene 2de algemeene repetitie gehouden en
ten twee ure eene matinee musicale, gegeven door de muziek
der schutterij, onder directie van Hutschenruijter. Beiden
waren zeer geanimeerd. Z. K. H. Prins Hendrik is dien
middag aldaar aangekomen en door den burgemeester aan
het station afgehaald. Hij bezigtigde de werken der drink
waterleiding en is over drieën op het feestterrein gekomen.
Dien namiddag dineerde Z. K. H. bij den burgemeester.
Gisteren vertrok van Eotterdam het Nederl. barkschip
Soerabaija Packet, kapt. Verduin, naar Perzië.
Het schip is geheel bevracht voor rekening der Perzische
Handelsvereeniging J. C. P. Hotz Zn. te Eotterdam
en is het eerste schip dat direct van Nederland naar
Perzië vertrekt.
(Nimmer is van uit Nederland een schip direct naar
Perzië bevracht geworden).
Uit het Westland wordt aan de L, C. gemeld, dat
de kans om met Engeland rekening te maken tot verzending
van aardappelen, niet is geslaagd. De aardappelen zijn,
tengevolge daarvan, buitengewoon goedkoop, terwijl de
ziekte er onder toegenomen is. Van roode bessen is de
pluk niet onvoordeelig, doch ook Engeland heeft geen koop
gedaan, zoodat de prijs laag is. Zwarte bessen worden
daarentegen naar Engeland vervoerd, die daardoor veel
duurder zijn dan de roode bessen. Er bestaat nog geen
reden om bezorgd te zijn voor den druivenoogst, die, naar
voorgewend is, zeer twijfelachtig zou wezen.
Te Utrecht werd dezer dagen de eerste algemeene
vergadering van de Vereeniging van Staatsspoorweg-artsen
gehouden. De voorzitter van het voorloopig comité, dr. de
Boer Vervoorn van Eotterdam, stelde ten gevolge van
aanzoek van geneesheeren van andere lijnen om lid der
Vereeniging te worden, voor, den titel te veranderen in
Nederlandsche Vereeniging van spoorwegartsen, dat met
algemeene stemmen werd aangenomen. De statuten werden
vastgesteld, en tot leden van het bestuur gekozen: als
voorzitter dr. de Boer Vervoorn, van Eotterdam; als onder
voorzitter dr. Kros, van Zwolle; als secretaris-penning
meester dr. van Aert, van Boxtel; als leden van het bestuur
dr. van Wijngaarden, van Breda en dr. Mol, van Hilversum.
Te Vlissingen zijn bij de herstemmingen tot leden
van den gemeenteraad gekozen de heeren Kleinhens en
Mortier.
De Vlissingsche correspondent van het Hbl. schrijft
i. d. 30 Julij
In de eerste dagen der vaart van hier op Sheernes werden
gemiddeld ruim 50 passagiers per boot vervoerd. Deze
waren zoowel bestemd voor Antwerpen en Brussel als voor
Nederland en Duitschland. De «Stad Middelburg» hield
zich streng aan het programma, door steeds binnen de
acht uren den overtogt. te doen. De «Stad Vlissingen,»
hoewel geheel op dezelfde wijze gebouwd als eerstgenoemd
stoomschip, kwam telkens ongeveer 11 uur later. Men
schrijft dit toe aan de mindere geoefendheid der equipage,
die, uit vijf- of zes-en-veertig koppen bestaande, eerst
sinds weinige dagen dagen op dit stoomschip geplaatst is.
Voor het geval, dat de boot te laat aankomt, om de
reizigers nog per trein van 7.15 te kunnen vervoeren,
rijdt er een exprestrein, die voortaan in dat geval te 9
uur van hier zal vertrekken. De groote kosten, hieraan
voor de Maatschappij verbonden, geven reden te verwachten,
dat men alle middelen zal aanwenden, zooveel mogelijk
bijtijds aan te komen.
Heden avond vaart de «Stad Vlissingen,» morgen de
«Stad Middelburg» en zoo afwisselend. De reserveboot
«Stad Breda» is zoodanig gebouwd, dat men er op rekent,
dat zij het van de beide andere stoomschepen in snelheid
zal winnen.»
Te Zelhem waren onlangs een jongen en een meisje
aan 't grassnijden. Al stoeijende wondde de knaap het
meisje met zijn mes zoodanig, dat zij aan de gevolgen
overleden is.
De thans in omloop gebragte nieuwe gouden tiengulden
stukken missen den eigenaardigen glans van goud, dat pas
de rijksmunt verlaat. Aan de zijde waarop het wapen dei-
Nederlanden is gestempeld is duidelijk een deuk te bespeuren,
veroorzaakt doordien de beeldtenis des Konings aan de
andere zijde te sterk en relief is. Dit springt nog duidelijker
in het oog indien de munten opgestapeld worden met de
beeld tenissen tegen elkander,in welk geval zij niet aaneensluiten,
zooals munten behooren te doen, maar eene betrekkelijk
groote afwijking doen zien, zoodat men nooit aan de hoogte
van een stapeltje kan nagaan of het getal juist is.
(Pr. Ov. en Zw. Crt.)
Het Engelsche weekschrift Nature betoogt dat de vele
overstroomingen, welke dit jaar Europa teisterden, niet alleen
aan het snelle smelten der sneeuw op de bergen, maar
vooral aan het roekelooze uitroeijen der bosschen moeten
toegeschreven worden.
Sir Mozes Montefiore, de bejaarde, nog steeds wakkere
voorstander van de belangen der Israëlieten, is te Jeruzalem
aangekomen.
Het zomertheater te Celle was voor eenige dagen
bijna het tooneel geworden van een tragisch voorval. In
de opvoering van Katliarina Howartl» of "liet slaapmiddel.»
moet de acteur, die Ethelmond voorstelt, in 't derde bedrijf
een gifbeker ledigen. De acteur, die in deze rol optrad,
zekere Bergmann, viel na 't ledigen van den beker plot
seling en onder kramptrekkingen ter aarde. Het scherm
moest vallen voor een tooneel, dat hot grootste deel der
toeschouwers voor prachtig «spel» hield, maar dat bittere
waarheid was. Bergmann had nl. in 't vuur van 't spel
bij 't ledigen van den beker ook de helft van zijn valschen
baard, die zich losgelaten had, in den mond gekregen en
liep gevaar te stikken. Men slaagde er echter in hem hulp
toe te brengen en te behouden. Eerst na een lange pause
ging het scherm weder omhoog en het publiek, dat middeler
wijl vernomen had wat er geschied was, ontving den bijna
omgekomen acteur op de hartelijkste wijze.
Om de deugdelijkheid van hooi te leeren
kennen. Om de kracht van het hooi te leeren kennen,
maakt men 4 bosjes hooi, met touw goed gebonden, doet
die in een ketel of pot water, laat die koken als thee en
is die drank van bruine kleur, dan is het hooi zeer voedzaam.
Ook kan men, koud geworden, dezen drank heet met
suiker vermengd, als geneesmiddel geven, aan paarden die
verkouden zijn. Ze zweten daarvan spoedig en zijn den
volgenden dag genezen. (Landb. Crt.)
Doodkistschepen in Engeland. Met hoeveel
regt de heer Plimsoll strijd voert tegen de gewetenlooze
reeders, die uit misdadig winstbejag niet aarzelen de zeelieden
toe te vertrouwen aan wrakke, tot een zekeren ondergang
bestemde «doodkistschepen,» blijkt uit verschillende mede-
deelingen. Zoo las op eene meeting te Derby de voorzitter
een brief, den 13 Maart door Plimsoll aan het gewezen
parlementslid Baines geschreven, waarin o. a. 't volgende
voorkomt
«Elke dag brengt mij zoo vele brieven betrekkelijk schepen
en matrozen, dat, niettegenstaande al de hulp, die ik verkrijgen
kan, mijn leven mij bijna tot last wordt. In den afgeloopen
nacht kwam ik kort na middernacht te huis van het Lagerhuis
en, terwijl ik te bed ging, kwam dit telegram van een
varensgezel«Om Gods wil, doo onmiddelijk uw best.
Men zendt ons naar zee met slechts drie duim kant boven
water.» Ik kleedde mij, reed naar White Hall en schelde
den portier op. Hij gaf mij het adres van den secretaris
van Marine, die op vier mijlen (ruim een uur) afstand
woont. Ik reed er heen, doch kon het huis niet vinden
en klopte twee of drie huisgezinnen wakker, die dit wekken
alles behalve vriendelijk beantwoordden. Vervolgens trachtte
ik in de nabijgelegen herberg gehoor te krijgen, doch ik
kon de lieden niet wakker kloppen. Ik reed terug naar
White Hall, klopte den portier weder op, nam hem met
mij, vond het huis, omstreeks vier uur in den ochtendstond,
schelde den secretaris 6p en verkreeg het bevel om het
vaartuig aan te houden. Hij opende toen een telegram,
dat tusschen mijn eerste en tweede bezoek te White Hall
aangekomen was, en riep uit: «Zie hier nog een!» Daarna
opende hij nog twee telegrammen, welke de portier had
medegebragt en die, even als de andere, klagten bevatten
over te zware ladingen.
Daaaop zond de secretaris telegrammen, met bevel de
vier schepen aan te houden, en nadat zijn natuurlijke gram
schap, omdat hij uit zijn bed was gehaald, geweken was,
verhaalde hij mij, in antwoord op mijne betuigingen van
leedwezen zijne rust te hebben gestoord, dat er juist een
geval gebeurd was met een schip met maïs geladeD. De
kapitein eischte houten stutten, ten einde verschuiving van
de lading te beletten, doch werd wegens dien eisch ontslagen.
De reeders namen een anderen kapitein aan en dwongen
hem zee te kiezen, met liet gevolg dat de waarschuwing
van den eersten kapitein geregtvaardigd werd, want het
schip sloeg over, en de bemanning, zeven koppen sterk,
verdronk.
Zulke gevallen komen alle nachten voor, en niemand
geeft er iets om of neemt het ter harte; kloeke, sterke
mannen gaan bijna eiken nacht den dood te gemoet, terwijl
wij zacht en warm te bed liggen. Wat kan ik doen? Kunt
gij een woord voor mij spreken bij den heerGij kent
hem; misschien is hij over te halen om mij bij te staan.
Het was bitter koud gedurende den nacht, want ik had
mijnen jas vergeten; maar wij kregen de telegrammen,
meldende dat de bemanningen van vier schepen van een bijna
zekeren dood gered waren, en dit vergoedde alles. Het
was reeds over vijf uur toen ik heden ochtend naar bed
ging, wel voldaan over den uitslag. Kunt gij mij de hulp
van den heer.... verschaffen? Ik heb er in den laatsten tijd
over gedacht, hoevee! een man van zulk een grooten invloed
kan bijdragen om dit moorden in het groot te stuiten. Wilt
gij mij bij uwe vrienden verontschuldigen Ik wensch hun
hartelijk alles goeds, maar ik kan geen tijd aan mijne
zeevarenden ontrooven. Een dér schepen waarvan boven
sprake is was reeds uitgezeild toen het bevel tot aanhouden
ontvangen werd. De andere werden ongeschikt verklaard.
Deze brief schetst den man, maar tevens een toestand
van beheer en toevoorzigt, die ongeloofelijk schijnt, en dat
in het zoo geroemde Engeland!!
Aan den lieer J. Strootman, hoofdingenieur van den waterstaat,
is vergunning verleend tot het aannemen en dragen der versierselen
van ridder 3de kl. van de Danebrog-Orde, hera door Z. M. den
Koning van Denemarken geschonken.
Met ingang van 15 Aug. e. k. is benoemd tot kantonregter te
Beverwijk de heer jhr. mr. G. W. Mollerus, thans kantonregter
te Heusden.
l)e oft. van gez. 2de kl. dr. T. Abrahamsz, laatst behoord hebbende
tot het escader in Oost—Indië, en van daar den 26 Julij terug
gekomen, is met dat tijdstip op non-activiteit gesteld.
't Banket, jl. Donderdag door d5n lord—mayor van
Londen aan de burgemeesters der voornaamste steden van
Europa aangeboden, moet bijzonder prachtig geweest zijn,
en dan ook niet minder dan 18,000 p. st. gekost hebben.
De hoofdgast was de prefect van de Seine, voor wien 't
feest eigenlijk aangerigt was; doch mede genoodigd en
opgekomen waren de burgemeesters van Eome, Forence,
Turijn, Amsterdam, Brussel Genève, Lissabon, Quebec,
Christiania, Dublin, Edimburg, en tal van andere vreemde
en Britsche burgervaderen. Daar al de gasten in groot
pontificaal waren, moet 't feest in de schilderachtig antieke
Guildhall een hoogst eigenaardig schouwspel hebben opge
leverd. Alles was prachtig en uitstekend behalve (zegt
de Spectator) de redevoeringen, die ver beneden 't middel
matige bleven. De burgmeester van Brussel spreekt vloeijend
Engelsch, en voerde in die taal het woord; de prefect van
de Seine en de Pransche gezant maakten hun gastheer en
zijn landgenooten eenige complimenten in 't Fransch; de
Syndicus van Eome sloeg een toast in 't Italiaansch. Doch
de groote meerderheid van de gasten zwegen wijselijk
welligt; en de lord-mayor zelf had nog veel nog iets
bijzonders te zeggen.
In de zitting van jl. Woensdag van het Parlement
heeft de president van the Board of Trade, sir Charles
Adderley, in naam der regering een voorloopig wetsvoorstel
ingediend, waarbij het toezigt op uitzeilende schepen ver
scherpt wordt, en nieuwe ambtenaren worden aangesteld,
die uit eigen beweging, zonder dat eenige aanklagt wordt
ingediend, schepen op nieuw mogen onderzoeken, en ver
dachte sehepen mogen verbieden uit te zeilen.
Zoo het vierde gedeelte der bemanning van eenig schip
onderzoek der zeewaardigheid van het vaartuig eischt,
moet onmiddellijk aan hun verzoek worden voldaan, zonder
dat van hen borgstelling voor dc kosten geëischt mag
worden. Sir Charles merkt op, dat de Board of Trade
reeds veel doet, daar zij in de laatste twee jaren 558
schepen heeft verhinderd uit te zeilen, van welke 515
schepen veroordeeld werden, en dat bovendien de kapiteins
van 58 schepen gedwongen waren de lading te verminderen.
Dit wetsvoorstel, al is het ook slechts voor een enkel
jaar van kracht, wordt geheel onvoldoende beschouwd door
de vrienden der zeelieden. De .Board of Trade wordt
volstrekt niet gevreesd door de mindere soort van reeders,
en enkele der grootste bezwaren van Plimsoll worden
volstrekt niet verholpen. De statistiek van schepen die
vergaan, wegens onheilen die voorkomen hadden kunnen
worden, is bijzonder treffend. Onder anderen werken, naar
aanleiding van de bij het Britsche Parlement aan de orde
zijnde voorstellen tot bescherming van het leven der schepe
lingen op zee, de volgende opgaven betreffende het verlies
van menschenlevens in Engelsche koopvaardijschepen namens
de Board of Trade openbaar gemaakt. Over het vijfjarige
tijdvak, geëindigd met Dec. 1872, bedroeg het gemiddelde
getal der op zee omgekomen personen 2425 in het jaar,
daarin begrepen zoowel passagiers als schepelingen in
Engelsche vaartuigen, welke als vermist of verloren waren
opgegeven. In het jaar 1873 bedroeg het getal omgekomenen
4416, of 2000 meer dan dit gemiddelde cijfer, waaronder
1241 koelies waren, die met immigrantenschepen verloren
gingen.
In naam der reeders verzette de heer Eathborn zich tegen
het voorstel der regering, o. a. opmerkende, dat het vergaan
van schepen volstrekt geen bewijs van onzeewaardigheid is,
hetgeen trouwens nooit beweerd was. Hij had de moeite
genomen, de lijst na te gaan der schepen uit Liverpool,
die in de laatste jaren vergaan waren, en hij had gezien,
dat vele dezer schepen als A. I. bij Lloyds waren geclas
sificeerd. Zelfs al werd aan deze classificatie uitstekend de
hand gehouden, dan bewijst deze mededeeling nog niet het
allerminste. De heer Plimsoll wil niet alleen verhinderen,
dat vermolmde hulken worden uitgezonden, maar hij wil
o. a. ook de te zware belading van goede schepen verbieden.
Hij wenscht een verbod om deklading te voeren en om graan
zoo maar los in het ruim van een schip te werpen, waardoor
de lading soms werkt, en het schip, soms op één zijde
geworpen, kantelt en zinkt. Binnen acht weken tijds ver
gingen in 1874 30 stoombooten met graan beladen; de
meeste waren goede schepen, doch waarin het graan zonder
zakken was geworpen. «Indien men vijftig p. st. besteed
had voor den aankoop van zakken, dan waren twee derden
dezer schepen zonder eenigen twijfel behouden gebleven,»
zeide de heer Mundella. Het is spelen met het onderwerp
en «doodschieten» van een nieuw wetje, wanneer het
ministerie, in plaats van de zaak grondig te onderzoeken,
zich vergenoegt met de aanstelling van eenige nieuwe
ambtenaren.