Benoemingen, enz. STATEN-GENERAAL. Buitenland. Frankrijk. Door liet Roomsch-Katholiek parochiaal kerkbestuur van den H. Jacobus te Amsterdam is jl. Dingsdag aan besteed: het bouwen van een kerk met toren en bijbehooren, volgens de plannen van den architect den heer P. J. H. Cuijpers, van Amsterdam. Minste inschrijver de heer de fiooij, te Woensel, voor f 220,000. Op de tentoonstelling te Philadelpliia, zal door de Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij worden tentoongesteld een plan van het Noordzee-kanaal met zijkanalen, inpolde ringen, enz., vervaardigd en relief, op een tienduizendste gedeelte van de ware grootte, van lengte en breedte, en op éénduizendste van de hoogten, van- dijken. (Hbl.) In de kunstzalen van Artis in Amsterdam is thans ter bezigtiging en tevens te koop gesteld eene piano, die zoowat derdehalf honderd jaar oud is, waarvan al de snaren ver roest en de toetsen verlamd zijn, zoodat er met geene mogelijkheid een toon uit te krijgen is; ze is vroeger ver guld geweest, maar is nu geheel verveloos en hier en daar erg beschadigd. Toch wordt, niettegenstaande dit alles, voor dit stuk door de tegenwoordige eigenares, de ex- Keizerin Eugénie, nog 25000 fr. gevraagdI Die groofe waarde wordt er uitsluitend aan toegekend 0111 het prachtige beeldhouwwerk, waarmede het allerwege op de kwistigste wijze versierd is, en dat er een waar meesterstuk uit den vóór-renaissanee-tijd van maakt. Het is waarschijn lijk van Italiaanschen oorsprong en dagteekent uit het begin der 17de eeuw. Of er tegen den hoogen prijs, die er voor gevraagd wordt, hier wel een kooper voor te vinden zal zijn, blijft echter zeer de vraag. (Devent. Crt.) Aangezien door den districts-veearts is geconstateerd, dat in de gemeente Amsterdam een geval van hondsdolheid is voorgekomen, moeten alle honden geclurende vier maanden voorzien zijn van een muilkorf, volgens het door den minister van Binnenl. Zaken vastgestelde model. De lijn Amsterdam Zutphen is reeds zoover gereed, dat de raad van administratie der Holl. Spoorwegmaatschappij jl. Dingsdag eene inspectiereis langs dien weg kon doen. De KI. Crt. is in de gelegenheid omtrent het 7de reg. infanterie eenige statistische bijzonderheden mede te deelen, welke zeker niet zonder belang zijn. Van 1 Jan. tot 31 December 1874 gingen 87 militairen beneden den rang van officier bij het O. I. leger over. Op de ligting 1874 had dit regiment 153 plaatsvervangers, van wie 11 met een briefje van ontslag uit de dienst verwijderd en 2 naar het algemeen depót van discipline gedetacheerd werden. Nog onderscheidene anderen zouden denzelfden weg zijn opgegaan, indien zij niet tijdig in het het genot van groot verlof waren gesteld. Op den 1 Julij van dit jaar telde het 7de reg. 103 vrijwillige soldatenmoet zijn 925, dus een incompleet van 822 vrijwilligers! Van de 200 korporaals, die het compleet vereischt, ontbraken op dien datum 96, van onder officieren ruim 20, van tamboers 17. Het aanbrengen van zand uit do duinen bij Castricum, bestemd voor den spoorweg Zaandam-Amsterdam, is thans in vollen gang. Dagelijks worden zes treinen, gemiddeld van 50 wagens, elke inhoudende 6 kub. meters zand, aangevoerd, cn spoedig zal het aanvoeren nog met een paar treinen vermeerderd worden. (Haarl. Crt.) Als een staaltje van de hooge prijzen, die men tegen woordig voor porselein besteedt, kan dienen dat op eene jl. Dingsdag te Haarlem gehouden verkooping, voor een met landschappen en figuren uitvoerig in kleuren beschil derd Saksisch porseleinen tafelservies, bestaande uit 123 stuks, in eerste veiling f 9000 geboden werd. Daar het echter bleek, dat de kooper, op daartoe gedane vordering, niet in staat was deze som te betalen of daarvoor zekerheid te geven, werd het servies op nieuw in veiling gebragt en alsnu voor f 8500 verkocht cn toegewezen. Onder de beroemde vreemdelingen welke tegenwoordig 's Ilage bezoeken, bevindt zich ook de heer Edmond About. Men schrijft uit Deventer aan het Dagbl. van Zh. en 's Gr., dd. 30 Aug. «Heden ochtend rukte het 2de bat. van het 8ste reg. infanterie met eenige cavallerie uit tot het uitvoeren van een manoeuvre in 't. vuur. De troepen namen stelling aan twee bruggen over het kanaal bij Almelo. Een half uur later naderde een vijandelijke magt, die door enkele man schappen en vlaggen aangeduid werd, en bestormde een der bruggen. De bataillonskommandant had zich bij den aanvaller begeven en liet de stormmarsch slaan, toen de tamboer onmiddelijk naast hem, op 40 passen van de brug; dood neerzeeg, getroffen door een geweerkogel. Aan onvoorzigtigheid kan hierbij niet gedacht worden, daar vóór het uitrukken nog op bevel van den majoor een tweede naauwkeurige inspectie over patronen en tasschen gehouden werd. Men verdiept zich in gissingen.» Men schrijft uit Utrecht, dat de geregtelijke instructie in zake den bakker de Laat in vollen gang is. Tal van buren en ook de dochter zijn reeds gehoord. Jl. Maandag namiddag is te Tilburg in de stoom fabriek van den heer Blomjons een vreeselijk ongeluk gebeurd. Door een of andere omstandigheid men zegt door onvoorzigtigheid van den stoker werd de klep van den stoomketel geopend, waardoor het kokend water in breede straal door de werkplaats stroomde. Vijf werklieden, allen huisvaders, werden deerlijk gebrand. Zij werden aanstonds naar het gasthuis vervoerd, dccli men vreest dat een hunner het niet lang zal overleven. Naar de N. Middelb. Crt. verneemt bestaat bij de administratie der maildienst VlissingenSheerness het plan met een der mailbooten een zoogenaamden train de plaisir te doen loopen, waarschijnlijk met het tweeledig doelom de kas der vennootschap te stijven en vooral om het Engelsch publiek aan te moedigen van deze schoone gelegenheid tot een spoedigen overtogt meer en meer gebruik te maken. Is men goed onderrigt, dan zullen voor den tijd van 4 dagen retourkaarten worden afgegeven tot den prijs van 5 p. st. (f 60 Ned. ct.) Voor dezen prijs geniet men natuurlijk vrijen overtogt, consumptie en logies aanboord; bovendien ontvangt ieder reiziger een bon tot vrij logies voor den tijd van twee dagen in nader aan te wijzen hotels te Botterdam, Schiedam, 's Hage en Amsterdam. De tijd van vertrek van Sheerness is voorloopig bepaald op 12 Sept. e. k. Een der drie tamboers te Vlissingen hoofdschuldige van wie onlangs in «het Vaderland» gewag werd gemaakt, is door den krijgsraad veroordeeld tot twee jaar cellulaire gevangenisstraf en in de kosten ter zake van1diefstal, 2. poging tot diefstal, 3. opligting, 4. poging tot opligting, 5. vaïschheid in geschrifte en het desbewust daarvan gebruik maken van valsche handteekening en 7. misbruik van ver trouwen. De twee anderen zijn beide wegens medepligtigheid aan bovengenoemde misdrijven veroordeeld tot 18 maanden cellulaire gevangenisstraf en allen vervallen verklaard van den militairen stand. Er zijn welligt hun jeugd ver- schoonende omstandigheden in aanmerking genomen. De Baad van Doesburg heeft de bedienaren van de godsdienst van de bediening der brandspuiten vrijgesteld. Met den laatsten trein van het centraalspoor is jl. Maandag avond te Zwolle een Deensch zeeman aangekomen, die, aangezien hij geen geld had, eenvoudig plaats had genomen op de buffers tussclien de waggons. Hij sprak alleen Engelsch en Deensch en is den volgenden dag door de politie uitgeleid over de grenzen des rijks. Men meldt, uit Warffum: Een treurig voorval heeft hier in de Wadden, digt bij het eiland lvottum, plaats gehad. Vier personen hadden een pleiziertogtje gemaakt, naar het eiland Borkum. Op de terugreis besloot men, daar het schip toch jnoest ankeren om op het getij te wachten, eens in het zeewater een bad te nemen, met het ongelukkig gevolg dat een van het gezelschap, de heer Vos, student aan de theologische school te Kampen, zich te ver in de diepte waagde en verdronk; het lijk heeft men nog niet kunnen vinden. Jl. Vrijdag werd bij de regtbank te Groningen behandeld de zaak van den brugwachter P. Hanja, door wiens onbe dachtzaamheid in den laten avond van 22 Julij jl. het spoorwegongeluk nabij Sappemeer plaats had, dat overigens gelukkig is afgeloopen. Bij de behandeling der zaak is gebleken, dat de onbedachtzaamheid van genoemden brug wachter daarin heeft bestaan, dat hij, nadat ten 7| uur een trein goed en wel de brug was gepasseerd, naar Sappemeer was gegaan, waar het toen kermis was en bij zijne terugkomst in den laten avond zich niet had vergewist, of de brug nog goed gesloten was. En dit nu was juist niet het geval, vermits het löjarig dochtertje van Hanja,gedurende zijne afwezigheid en die van de moeder, in weerwil van het verbod om zulks te doen, de brug had open gedraaid om een schip te laten passeren en niet krachtig genoeg was 0111 de brug weder volkomen te sluiten. Zij had er niets van verteld, dat zij het verbod had overtreden. Vandaar het déraillement op de brug. Het openbaar ministerie kon geene termen vinden om de laagste straf te eischen; het vroeg 6 maanden gevangenisstraf in eenzaam heid te ondergaan en veroordeeling in de kosten van het geding. De heer J. H. Arnoldts, burgemeester van Sittard en lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, heeft jl. Zaturdag de tijding ontvangen, dat hij door den Paus benoemd was tot kommandeur der orde van Gregorius den Groote. Des avonds is hem door de Harmonie van St. Franciscus eene serenade gebragt. In de Imparcial leest men de volgende voorstelling van hetgeen voorgevallen is met het Nederlandsche schoe nerschip Pleiaden. Jl. Zaturdag kwam de Pleiaden de haven van Gibraltar binnen en constateerde de kapt. dat hij door Spaansche zeeroovers geplunderd was. Toen het schip slechts tien mijlen van land verwijderd was, werd het aangeklampt door een barkje met zeven zeelieden bemand, die aan de equipage van het schoenerschip vruchten en groenten trachtten te verkoopen. De kapt. weigerde, doch naauwelijks was deze weigering uitgesproken of zes der Spanjaarden sprongen met revolvers en sabels gewapend aan boord van den schoener en dreigden elk, die verzet pleegde, te vermoorden. Het scheepsvolk, zonder middel van verdediging, vlugtte in de masten, met uitzondering van den kapt., die op dek bleef en het stuurrad ter hand nam. Een der zeeroovers sprong op hem aan, zette hem de tromp van zijn revolver op de borst en sommeerde hem een deel der lading af te staan, anders zou hij neergeschoten worden. De kapt. bood een half vat meel, dat een deel van zijn eigen provisie uitmaakte, aan, en gaf de matrozen, die nog in het want zaten, bevel op dek te komen. De stuurman opende de bottelarij om wat de kapt. had aange boden, te geven, maar de zeeroovers braken het voorluik open, vermeesterden acht vaten meel en noodzaakten de matrozen van den schoener, die aan boord van de sloep te brengen, onder bedreiging hen anders te zullen doodschieten. De kapt. heeft de juistheid dezer feiten beëedigd. De Epoca zegt naar aanleiding van dit voorval«Dit misdrijf is gepleegd door dat soort bandieten die, als zij te land werken, personen opligten of vermoorden om er een losgeld voor te krijgenter zee schromen zij niet buiten- landsche vaartuigen aan te vallen. Eene gestrenge afstraffing wordt onvermijdelijk.» Rochefort en zijn dochter zijn op het meer Leman te Genève, door het kantelen van het bootje, waarin zij zich bevonden, in het water gevallen, doch spoedig gered. Niet minder dan 18,203 vlugtelingen uit Bosnië en de Herzegowina, met 19,650 stuks vee, bevinden zich thans op het Oostenrijksch-IIongaarsch grondgebied. Moody en Sankey zijn den 14 Aug. te New-York aangekomen en door eene groote menigte van geestver wanten bij hunne aankomst aan den wal begroet met godsdienstig gezang. De 111. Frauen Ztg. deelt een zeer gunstig berigt mede over de oprigting eener school voor dienstmeisjes te New-York door eene vereeniging aldaar, die zich de opleiding der vrouwelijke jeugd ten doel stelt. De meisjes worden in die inrigting onderwezen in het koken, wasschen, tafelbedienen, eenvoudige huishoudelijke handwerken en desverkiezende ook in het boekhouden, het letterzetten en de stenografie. Dat eenige voorname schrijvers aanzienlijke sommen voor hun werk ontvangen, is reeds meermalen aangetoond. Een nieuw bewijs vindt men in liet honorarium, hetwelk George Sand ontvangt voor een nieuwen roman, met de opname waarvan in de «Revue des deux Mondes» een begin is gemaakt. Het honorarium voor dien roman bedraagt niet minder dan 1U00 fr. per vel druks, of ongeveer 2 fr. per regel. Het Chineesch-Engelsch incident, waarvan de telegraaf dezer dagen een verontrustend berigt in de wereld zond, is als een storm in een glas water afgeloopen. De onder koning te Peking was zoo onbeleefd geweest, den Engelschen gezant Wade aan de deur te laten wachten, maar ver zuimde niet later excuus te vragen. De gezant was echter kort van stof en had reeds aan zijn gouvernement geseind, dat wat meer magtsvertoon geen kwaad zou doen om de Cbineozen in respect te houden. Dat is alles. Een Kamperstukje. Bij den Raad van Kampen is ingekomen een schrijven van den heer N. Wijnstroom, te Princenhage, om betaling der verschenen rente van een obligatie eener in 1792 door de gemeente gesloten geld- leening ad. 3 pCt.de obligatie is f 1000 groot. Met ingang van den 1 dezer zijn bevorderd tot kapt.-luit. ter zee, de luit. ter zee 1ste kl. H. D. Guyot, en tot luit. ter zee 1ste kl., de luit. ter zee 2de kl. W. M. E. Bervoets; met ingang van den 16 dezer benoemd tot scheepsklerk bij de Nederlandsche Marine de jongelingen M. C. de Jong, C. F. Julius, C. M. Krul, J. Ader, W. G. L. Brunings en G. Belle. Te rekenen van heden, bestaat er gelegenheid om brieven met aangegeven geldswaarde tot een bedrag van f 500 in plaats van f 100, gelijk tot dusverre, door tusschenkomst van de hulpkantoren der posterijen te verzenden en te ontvangen; terwijl tevens de magtiging tot inontvangname van brieven met aangegeven waarde tot een gelijk bedrag van f 500, in plaats van f 100 gelijk tot dusver, door den geadresseerde kan worden verstrekt door middel van het formulier van lastgeving, voorkomende op het stuk, waarbij hem van de aanwezigheid van den brief op het postkantoor wordt kennis gegeven. Eerste Kamer. Zitting van Dingsdag 31 Augustus. De lieer den Tex is toe gelaten, na eerst den eed te zullen hebben afgelegd. Zitting van Woensdag 1 September. Al de aan de orde gestelde wetsontwerpen zijn met algemeene stemmen aangenomen. In den loop der zitting heeft de heer Coenen zijne iuterpellatie gerigt aan den minister van Binnenl. Zaken over de bekende ver- kiezings-circulaire. Hij was van meening, dat kicsohheidshalve de burgemeesters zich moeten onthouden van de uitoefening van invloed op de verkiezingen, schoon geen wet of verbod deswege bestaat. Zijnerzijds vestigde hij de aandacht op de misbruiken, door rijks veldwachters en jagtopzieners gepleegd, na het verschijnen der circulaire door het controleren der burgemeesters en vreesaanjaging der kiezers. De minister van Binnenl. Zaken heeft zijn circulaire voornamelijk verdedigd met een beroep op de antecedenten van onderscheidene voorgangers, en vooral met een beroep op wijlen den heer Thorbecke. De hh. Pincoffs, Borsius, van der Heim en Joost van Vollenhoven keurden de circulaire op zich zelf, als zij strekte om ongeoorloofden invloed van administratieve ambtenaren op de verkiezingen tegen te gaan, volstrekt niet af, maar wel de toelichting aan den commissaris der kouings in Zuidholland, waaruit zou volgen, gelijk er ook staat, dat het onverschillig is of die ambtenaren al dan niet van hun titel gebruik maken. De minister gaf hierop nadere inlichting en zag het groote verschil tusschen circulaire en toelichting, die niet in haar geheel was vermeld, niet in, en beriep zich andermaal op zijne voorgangers. Wat de kwestie der veldwachters betreft, de minister hoorde de zaak nu voor het eerst. Hij heeft nooit eenigen last tot bemoeijing gegeven en zou de zaak onderzoeken. De lieer Coenen was daarmede tevreden en dankte den minister voor de gedane mededeelingen. De minister van Koloniën heeft bij een zijner ontwerpen pertinent ontkend wat in vreemde bladen medegedeeld is wegens de misbruiken bij de wer ving van manschap, bestemd voor de dienst in Indië. Wij hebben geen enkel agent in den vreemde om de werving aan te moedigen, aldus verzekerde de minister, veel minder om ongeoorloofde mid delen to bezigen. De Kamer is daarna op reces gescheiden. Tweede Kamer. Uit het onderzoek in de afdeelingen der Kamer van het regerings ontwerp tot aanleg van staatsspoorwegen blijkt o. a. dat men in al de afdeelingen van oordeel was, dat niet magten ontbreken de volgende drie lijnen, die in het stelsel der regering volkomen passen a. Delfzijl Groningen; b. Rotterdam (van 't centraal-station) naar den Hoek van Hollandc. een spoorweg hetzij van Breda langs Oosterhout cn Geertruideuberg, hetzij van Zwaluwe door de Langstraat, naar 's Bosch. Behalve genoemde drie lijnen, die het meest op den voorgrond traden, werden nog een aantal andere aange prezen en in meerdere of mindere mate ondersteund. Zij omvatten schier alle gedeelten des lands en een cijfer van 25 lijnen of lijntjes. Terwijl de heer Ilorue, een beroemd zwemmer, de Engel schen opwekt om kapt. Webb, die 't Kanaal overzwom, een bewijs van vereering te geven, waarschuwt de «Figaro» tegen deze Webb-vergoding. Volgens het Farijsche blad kan iedereen het den kapt. wel nadoen, als hij maar behoorlijk met traan is ingesmeerd. De «Figaro» vraagt, of er eenig nut in Webb's kunst steekt; en of men nu verder op die wijs 't Kanaal zal oversteken; Wauneer nu, uitgelokt door het voorbeeld van den Engelschen kapt., vele reizigers niet meer per boot gaan, maar ook naar Calais trachten te zwemmen, zal Webb, zegt de «Figaro,» heel wat ongelukken op zijn geweten krijgen. Eigenlijk is Webb eer een misdadiger, want hij lokt tot zwemmen uit, en jaarlijks verdrinken velen ten gevolge dier liefhebberij, 't Is lastig zoo'n teer geweten te bezitten als de «Figaro» heeft. Op het strand te Boulogne ontstond jl. Zaturdag een groote verwarring. De zee was zeer laag en het aantal

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1875 | | pagina 2