Buitenland.
Frankrijk.
Ingeland,
Duitschland.
Ataerika.
Het Wag. Weekbl. deelt een brief, dd. 5 Maart jl.,
uit Kotta Radja aan ds. Schuurman te Batavia mede,
waarin de volgende passage voorkomt:
«Dat op een troepenmassa als hier is zamengesteld, en
waar men zooveel verschillende natiën aantreft, nimmer
eens één persoon is, die voor hen optreedt, 't is dunkt mij
niet verantwoordelijk voor personen die alles zoo zamen-
stellen. Sedert 26 April van het vorig jaar is hier geen
leeraar geweest. Tweemaal kwam er een pastoor van
Padang; die menschen, ik heb het gezien, hebben wel hun
pligt gedaan. Ze waren bijna den ganschen dag in het
hospitaal. Doch wat beeft menigeen daaraan? Protestanten,
ten minste in ,naara, laten ze al heel spoedig liggen. En
al is het hart van steen, och, in het stervensuur of op
een gevaarlijk ziekbed wil een woord van vermaning en
vertroosting nog wel eens ingang vinden. En wat is er
nu, wat hoort men nu? Niets dan godslastering.»
Een boer te Groot-Ammers vond dezer dagen bij
het opensnijden van een kaas, daarin een nest met zeven
jonge muizen.
Do arrondissements-regtbank te Groningen heeft
den brugwachter van de Compagniester-spoorwegbrug, P.
Hanja, schuldig verklaard aan het hem te last gelegde en
hem veroordeeld tot gevangenisstraf voor den tijd van drie
maanden, in eenzame opsluiting te ondergaan.
In den Courrier de Paris du Monde illustré leest men
....het is bij stemming aangenomen, en ditmaal is er niet
meer op terug te komen.
Laat ik mij toch even mogen verheugen over een maat
regel, waarop ik reeds zoolang had aangedrongen.
De vergadering heeft aan de koordeuansers en aan de
andere kermisvertooners van verschillenden aard, voortaan
de afschuwelijke kinder-exploitatie verboden.
Het beroep van den vader, die zich door zijn jonge
kinderen laat onderhouden, zal, Goddank, bij ons verdwijnen.
Het was ook iets schandelijks, die groote, welgedane
heeren lagchend te zien opwaarts kijken naar de duikel-
toeren en ontwrichtingen der kleine wezens, die zij kalm
aan doodsgevaar blootstelden, ten einde elkaar, voor of na
elk maal, op een lekker bittertje of een fijne sigaar te
kunnen onthalen.
Zij zullen nu voortaan hunnen kinderen een ietwat
andere opleiding moeten geven, dan zoo'n dertig meter
boven den beganen grond.
Ik herinnerde mij nog, toen onlangs deze kwestie der
kinderkunstenaars op nieuw ten tapijte werd gebragt, het
gezegde van een ouden schurk, dien ik vroeger eens ont
moette op het feest te Bellevue.
Zijne tent was de eenige, die in de laan van Melanie
prijkte; voor wie zijn nieuwsgierigheid bevredigen wilde,
was dus geene keus.
Onze vriend vertoonde een klein meisje en een klein
jongentje, wier ledematen hij op meêdoogenlooze wijze ont
wrichtte, en die hij dwong trapeziums te beklimmen, ten
aanhoore der domme kreten van een publiek, dat hem
toeriep: Genoeg! Genoeg! terwijl hun tegenwoordigheid
zelve hem te verstaan gafNog meerNog meer
Een ochtend flaneerde ik, buiten de uren zijner ver
tooning in de buurt dier tent.
Ik begon een praatje met den ouden man.
Eensklaps, terwijl ik hem vroeg naar zijne ontvangst en
zijn tooneel, zag ik uit den wagen, dio bij zijne inrigting
behoorde, een soort van schim te voorschijn komen, bleek,
stumperig en op een kruk steunende.
Het arme kindNaauwelijks zeven jaar, en reeds met
het doodvonnis op het gelaat.
Ik beschouwde het stakkertje, wiens oogen, door diepe
blaauwe kringen omgeven, van meer dan natuurlijke grootte
schenen in dat verwoest en vermagerd gezigtje.
Behoort dat aan u, dat kind daar?
Ja, mijnheer....
En daarna, met een uitdrukking van toorn, die het arme
schaap over geheel zijn ligchaam beven deed:
Och, spreek er niet van!.... Hij deugt nergens voor!....
Dat is nu al tweemaal, dat hij zijn been gebroken heeft
Deze uitroep eener gewetenlooze wreedheid is mij in bet
diepst van mijn geheugen bewaard gebleven.
Nergens voor deugen, omdat het arme martelaartje reeds
tweemaal het slagtoffer geweest was der vaderlijke winzucht
Welnu, voortaan zullen alle kinderen in dien zin tot niets
meer deugen, gij ouders zult althans niet meer te uwen
voordeele hunne beenen mogen breken.
De gymnastiek is vóór eenigen tijd met een nieuw
vak van onderligt vermeerderd geworden, nl. met het
zoogenaamde droog-zwemmen. Men leert zwemmen op
het drooge en het zal dus voortaan geen lachwekkend
gezegde meer zijn, als iemand vertelt, dat hij niet te water
wil gaan alvorens hij zwemmen kan. Het droogzwemmen
is het eerst onderwezen in de militaire scholen voor gym
nastiek te Parijs. De manschap leert er alle bewegingen, welke
een zwemmer moet kennen. De arm- en beenslag, het liggen
op den buik of op den rug wordt op houten bokken geleerd
en in een rapport aan den minister van Oorlog leest men dat
van 36 onderofficieren, die nooit in het water waren geweest,
maar het zwemmen op het drooge hadden geleerd, 19
onmiddelijk, toen zij voor het eerst te water kwamen, uit
muntend konden zwemmen en de anderen den tweeden dag.
Men houde het zich voor gezegd! Als het een gang ijs
vriest te leeren zwemmen dat men er van zweet, heeft
bovendien wel iets pikants.
De zegeningen van de reis naar Europa ondernomen
door den Sultan van Zanzibar, hebben zich reeds over dat
land uitgestort. Nauwelijks was de Vorst in zijne staten
teruggekeerd of hij heeft zich gehaast een ridderorde in te
stellen. Hij heeft haar den naam gegeven van Koh-el-
Doel, d. i. ster der paarlen. Reeds een zeer groot aantal
personen zijn met de versierselen dier orde begiftigd en de
Sultan maakt in dat opzigt geen onderscheid tnsschen een
Mosliem, een Israëliet en Christen.
De koetsiers te Parijs hebben den 30 Aug. jl. den
verjaardag gevierd van bun beschermheilige, Saint—Fiacre,
die omstreeks het jaar 600 in Ierland was geboren. Hij
kwam naar Frankrijk, om een bezoek te brengen aan den
bisschop van Meaux en stichtte een gasthuis tot verpleging
van bedevaartgangers, reizigers en arme lieden. De eerste
rijtuigen, die gebruikt werden oin zieken naar het gasthuis
te brengen, werden naar den stichter der inrigting genoemd,
en sinds werd het woord jiaere algemeen gebezigd voor
openbare rijtuigen. Saint-Fiaere is ook de beschermheilige
van de tuiniers, omdat hij voor een groot kruidkundige
te boek stond en zijn huis rondom met bloemen beplant had.
Een afstammeling van de oude Fransche Koningen
is op een zolderkamertje in de straat St. Denis te Parijs
overleden. Het was een oude vischvrouw bekend onder
den naam van la mèrc Mars. Zij was de dochter van
markies de Juata Martz, dio bij de omwenteling van '93
het leven verloor op het schavot. Haar broeder was de
zoon van Antoine de Remiremont, natuurlijke broeder van
Antoinc de Bourbon. Bij den dood van den markies nam
een vischvrouw haar tot zich, wier nering de overledene
tot aan haar dood voortzette. Zij werd 96 jaar.
Het gepantserde oorlogschip Vanguard is tengevolge van
mist bij Kaap-Wicklow in botsing gekomen met het oorlog
schip Ironduke en gezonken; de bemanning is gered.
De Times bevat een lang artikel over den verjaardag
van den slag bij Sédan, welke veldslag om zijne beteekenis
en gevolgen met dien van Waterloo is gelijk te stellen.
«Duitsclilands waarheidsliefde en eerlijkheid verwekken ook
in Engeland een innig gevoel van dank voor de zege door
Duitschland te Sédan bevochten,» met deze woorden eindigt
het opstel.
De Valourous, die de schepen der Britsche Noord-
pool-expeditie, de Alert en de Discovery, met mond
behoeften, enz. vergezelde tot het eiland Disco (ter westkust
van Groenland, 70' N.B.), is te Plymouth teruggekeerd
en heeft berigten van de expeditie medegebragt, loopende
tot 17 Julij jl. De togt naar Disco was tengevolge van
tegenwind en drijfïjs aanmerkelijk verlengd geworden; de
drie schepen scheidden van elkander en vereenigden zich
eerst weder in de haven van Disco, waar de Valourous
den 4den en de Alert en de Discovery den 6 Julij aan
kwamen. De bewoners der havenstad, ongeveer 250 in
getal, behooren, met uitzondering van den gouverneur en
eenige Europesche ambachtslieden, tot een gemengd Eskimo
ras en zijn, naar het schijnt, in weerwil van het onaange
name, noordsche klimaat, waaronder zij leven, zeer opge
ruimd van aard. Inzonderheid zijn zij liefhebbers van den
dans, en van de aanwezigheid van het Engelscho scheeps
volk maakten zij gebruik om eiken avond een bal te
organiseren, waarop, behalve walsen, galoppen en polka's,
die dus ook tot dezen lioogen breedtegraad zijn doorge
drongen, nationale dansen uitgevoerd werden. Den 15 Julij
verliet de expeditie de haven van Disco en den 17dennam
de Valourous afscheid van de twee schepen, die hunne
reis naar het noorden voortzetten.
Op de Londensclie beurs heeft men voor 600 p. st.
geteekend om Webb een aandenken aan zijn togt over 't
Kanaal te geven. Waarschijnlijk zijn deze heeren, zegt
een correspondent der «Köln. Zeit.,» 't best in staat om
Webb's zwemkunst te waardeeren. Zij weten, hoe moeilijk
het is lang boven water te blijven!
Den 1 Oct. a. s. zal in het Alexandra-Paiace te
Londen een tentoonstelling worden geopend van huur
rijtuigen en paarden. Prijzen zullen worden toegekend:
1. voor de bost onderhouden rijtuigen en voor de beste
paarden en 2. voor de zindelijkste, beleefdste en eerlijkste
koetsiers van die rijtuigen.
Kapitein Webb is te Londen, waar hij overal met
de luidruchtigste betuigingen van bewondering wordt ont
vangen. Bij zijn bezoek aan Lloyd's werd hij met een
ongekende geestdrift begroet. De zaken werden geschorst.
Makelaars, klerken, handelaars, allen drongen om kapitein
Webb en verzochten hem om de eer hem de hand te
drukken. Het kostte de moedige zwemmer moeite het
lokaal te verlaten. In de straten van de City herhaalde
zich hetzelfde tooneel. In het Turksche bad in Jermyn-
Street, waar Webb een bad nam, alweer hetzelfde, in het
Criterion, waar Webb dineerde, op het promenade-concert
in Covent-Garden overal dezelfde geestdrift. Te Londen
wordt een Captain Webb Fund gevormd, waarvoor in
Covent-Garden een concert wordt georganiseerd. Meer
dan f 24,000 zijn reeds bijeengebragt.
Jl. Woensdag is een jonge dame, Miss Agnes Beck-
with, dochter van professor Beckwith, van Lambeth Baths
van Londonbridge naar 't hospitaal van Greenwich gezwom
men 5 minuten over 5 sprong zij van een boot onder de
brug te water, onder de luide toejuichingen van de duizenden,
die daar verzameld waren. Miss Beckwith zwom den
afstand van 5 mijlen in één uur negen minuten en was
volstrekt niet vermoeid. Daar zij bovendien een beurs met
100 p. st. en een gouden medaille met haar waagstuk won,
had men alle regt haar geluk te wenschen. De moedige
Miss Beckwith telt juist 14 jaren.
Aan de Pall Mali Gazette wordt uit Kopenhagen
gemeld, dat het groote Deensche oorlogschip St. Olof in
den nacht van 24 op 25 Aug. te Kopenhagen geheel dooi
de vlammen is vernield. Om verdere gevolgen te voor
komen moest men het schip doen zinken. Het schip had
den Russischen Grootvorst-Troonopvolger op diens reis van
St. Petersburg naar Kopenhagen begeleid.
Wegens den nationalen feestdag (den verjaardag van
den slag bij Sédan) vlagden jl. Donderdag te Berlijn alle
koninklijke en openbare gebouwen, alsmede die van parti
culieren tot in de afgelegenste straten; aan de godsdienst
oefeningen nam een zeer talrijk publiek deel; in de scholen
vooral werd deze dag gevierd. De Keizer, de Keizerin
en de Prinsen woonden de oefeningen der garde op het
Tempelhoferveld bij, waarbij eene groote volksmenigte
tegenwoordig was. Ook uit de provinciën, vooral uit
Frankfort a/M. en uit Posen, verneemt men, dat het feest,
onder zeer talrijke deelneming, in vaderlandschen geest
gevierd werd.
In een der binnenlandsche bladen van Nieuw-Grenada
komen ijselijke nadere bijzonderheden voor, medegedeeld
door een ooggetuige, van de aardbeving die de stad Cucuta
van de aarde heeft weggevaagd. De eerste schok werd
gevoeld op Zondag den 16 Mei des namiddags ten half
zes ure; deze schok duurde ongeveer twintig seconden, en
werd met ongeveer vijf minuten tusschenpoozing door ver
schillende andere gevolgd, enkelen meenden nog tot namid-
dernacht schokken te gevoelen; hoe dit zij, ten half zes in
den ochtend werden allen door een sterken schok uit den
slaap opgeschrikt, de bedeesden werden door angst over
vallen en allen die tot dusverre om de aardbeving gelagchen
hadden werden ernstig. Doch de 17 Mei en de nacht van
den 18den gingen rustig voorbij, zoodat den 18 elk zijn
gewone bezigheden hervatte. Die dag echter zag het nood
lottig einde van het liefelijke San José de Cucuta. Ten
half twaalf voelde men zulke hevige schokken dat de alge-
meene kreet Misericordia, Misericordia, de lucht vervulde.
Vijftien seconden lang slingerde de grond op en neder als
een schip zonder ballast in een holle zee. Van de korte
tusschenpoozen tusschen de schokken kon een enkele gebruik
maken naar een veilige plaats te ontsnappen, doch hevige
stooten op en neer volgden daarop, de geheele lucht was
vervuld met donder en geraas en over de geteisterde stad
kwam een wolk van stof, zóó dik, dat personen die in hun
angst elkander omarmden elkaar evenmin zagen als in den
donkersten nacht. De op en neer gaande beweging hield
aan, niemand kon op de been blijven, niemand kon opstaan;
de angstkreten Misérieordia verstomden spoedig; zij die
onder de puinhoopen waren blijven leven, werden door 't
stof verstikt. Deze verschrikkelijke toestand hield twee
minuten aan. Ten laatste blies een windvlaag de stofwolk
weg. Zij die zich konden oprigten zagen van de stad, die
nog maar weinige minuten te voren het bekoorlijkste tooneel
had opgeleverd, niets dan een puinhoop. Van San José
de Cucuta bleef als stad niets over dan de herinnering.
Onmogelijk is het de paniek te beschrijven, die toen de
rampzalige inwoners beving. Bitter, droevig was de ver
warring die ontstond. Hier zag inen een man vergeefs
naar zijn vrouw, ginds een moeder vruchteloos haar kind
zoeken. «Help, help, hier is moeder,» was de kreet van
een meisje, half krankzinnig van schrik en angst. Het
akeligst waren de kreten, die men van onder de puinhoopen
opving, van hen die worstelden om zich er uit te werken.
«Om Godswil kom spoedig, ik stik,» was het angstgeschrei
dat de ongedeerden noopte te helpen, maar zij werkten
zich de handen aan 't bloed en zonder hulp te kunnen ver-
loenende werktuigen waren evenzeer onder 't puin bedol
ven. Door de aardbeving was ook de waterleiding ver
nield; de rampzalige gekwetsten smeekten om water
nergens was het te bekomen. Nog was de maat van rampen
niet vol. De haardvuren begonnen hier en daar brand te
veroorzaken, dikke rookwolken stegen op, de kreten om
hulp verdubbelden; toch kon niemand hulp aanbrengen
aan de ongelukkigen, die met verminkte ledematen tusschen
balken geklemd met ijselijke zekerheid den dood door 't
vuur te gemoet zagen. Een regenbui stuitte eindelijk een
poos den voortgang der vlammen.
De aarde beefde echter nog voortdurendzooveel mogelijk
werden de dooden en gewonden weggedragen; sommige
gekwetsten worstelden half kruipende, half loopende zelf voort.
De verschrikkelijke dag weid door een nog akeliger nacht
gevolgd. Enkelen hadden buiten de stad een soort tent
weten op te slaan, anderen wachtten, op den naakten grond
liggende, den dag af. Zoo goed mogelijk werden de dooden
begraven. De toestand der gek wetsten werd echter ondragelijk
door de stortregens die des nachts vielen, zoodat hun gekerm
niet ophield. In weerwil van den stortregen nam de brand
in de puinhoopen weer toe, en wanneer de vlammen eene
bewaarplaats van buskruid bereikten, bragt het donderend
geraas van de ontploffing nieuwe verschrikkingen aan in
dezen akeligen nacht. Eindelijk brak de dag aan2 a 3000
overgeblevenen maakten zich gereed de plaats te verlaten
waar meer dan 8000 lijken, die de lucht reeds met pest-
dampen begonnen te vervullen, half verkoold onder de
puinhoopen lagen. Niemand der overgeblevenen was er, of
hij moest een of meer van hen die hem dierbaar waren
geweest achterlaten.
LATKBH BEBIGTfiK.
Heden morgen zag men boven deze gemeente een prachtige
en kolossale hoos, die zich, in prismatischen vorm, statig
en langzaam van het O. naar het W. voortbewoog en zich
eindelijk in een flinken regenbui nabij de reede oploste.
In de afgeloopen week is het gedeelte mariniers, alhier
in garnizoen, door den kommandant van het korps, den
kolonel Stengel, geïnspecteerd.
Heden zijn alhier aangekomen de nieuwbenoemde
adelborsten van het Kon. Instituut voor de Marine. De lessen
aan die inrigting zullen Maandag a. s. weder aanvangen.
Het groote duikertoestel, dat te West-Terschelling
ten dienste van de visscherij op de Lutine gebouwd is, is
thans voorloopig bestemd om te vissclien naar de lading
tin van de Amphitrite, die op de hoogte van Egmond
gezonken is.
De N. Rott. Crt. verneemt dat met het volgende
speelseizoen een onzer oudste en meest gevierde acteurs,
de heer N. Judels, het tooneel zal verlaten, om nog slechts
nu en dan als gast op te treden.