1875. N°. 115. Vrijdag 24 September. 33 Jaargang. KENNISGEVING. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Binnenland. HELDERSCHË EV NIEUWEDIEPER COURANT, „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.80. n franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents, Groote letters of vignetten worden naar plaats-ruimte berekend. Klhen Donderdag vertrekt de inuil naar OoNt-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. De sluiting der mail naar Padarig en Batavia, te verzenden per mailboot PRINSES AMALIA, geschiedt voor druk werken den 1 October a. s., na aankomst van trein III (Moordhollaridsche Spoorweg), ten 10.58 des avonds, voor brieven den 2 October a. s., na aankomst van trein I, ten 9.47 des morgens. De Burgemeester der gemeente Helder brengt ter kennisse van houders van koffijhuizen, herbergen, drankwinkels, in één woord, van alle openbare plaatsen binnen deze gemeente, waar men gelagen zet Dat het verboden is des Zondags vóór des middags twaalf ure, en de overige dagen der week vóór des namiddags ten vier ure, en des avonds na half tien ure, de Militairen, belioorende tot de Koloniale troepen, in hunne woningen te doen verblijven, tenzij voorzien van eene schriftelijke vergunning, afgegeven door of vanwege den Kommandant. Helder, De Burgemeester, 22 September 1875. STAKMAN BOSSE. HELDER en NIEUWEDIEP, 23 September. De 1ste luit, Reeringh en de 2de luit. Berends, beiden van hier, alsmede de 2de luit. Wijmans, van Amsterdam, allen van het 7de reg. infanterie, zijn bij koninklijk besluit aangewezen om voor 2 jaren gedetacheerd te worden bij het leger in Oost-Indië. In het geheel zullen er 15 officieren van het leger hier te lande gedetacheerd worden. H. M. de Kbningin is jl. Dingsdag ;iaar Montreux vertrokken, om vandaar met Prins Alexander naar Stuttgart te reizen, waar het gedenkteeken voor Haar vader onthuld wordt. Aangenomen het beroep naar de Chr. Geref. gemeente te Dirkshorn, door den candidaat Mol. De criminele kamer van het prov. geregtshof te Amsterdam beeft jl. Dingsdag uitspraak gedaan in de bekende strafzaak tegen H. H. E. O., sigarenfabriekant alhier, en zijne echtgenoote. Het hof heeft beide schuldig verklaard aan de hen ten laste gelegde feiten, en wel den eerste aan bedriegelijke bankbreuk, de tweede aan medepligtigheid daaraan, door het bedriegelijk aan de failliete massa onttrekken Brieven uit Nfoordholiaiid. In deze zeldzaam schoone dagen, zoo lezen wij onder boven staande:! titel in de Gron. Crt., die ons thans, eigenlijk als toegift, nog worden toebedeeld, kunnen wij overal in dezen omtrek en dagelijks druk vervoer van boomvruchten opmerken, die onze uit gestrekte boomgaarden in menigte hebben opgeleverd. 't Is hier het land van peren, van Mooi Neeltjes en Dirkjes peren; van Prinsen-en Wintersuikerperenvan Bos-en Cosijnperen, en welke mogelijke en onmogelijke namen gij verder maar noemen wilt. De Dirkjes spannen de kroon, d. w. z.zij worden het meest geteeld. Ik behoef naauwelijks te herinneren, dat menig eerzaam landman zieh tegenwoordig een indigestie eet aan zijne „lekkere peertjes," die hij in zijne snipperuren door middel van een langen haakstok behendig van den boom weet te rukken. Evenmin heeft het bijzondere vermelding noodig, dat onze jongens hun best doen om hun behoorlijk contingent van den rijken overvloed te bemag- tigen, altijd nadat het diefachtig geslacht der spreeuwen, in groote zwermen op de boomen neergestreken, hun vermeende portie met ongeëvenaarde brutaliteit hebben bepikt en bedorven. Hier, in „het land waar de perenboom bloeit," is het „perenkoortsje" bij kinderen een noodzakelijk kwaad, dat niet voor een dosis quinine, maar alleen voor strenge onthouding pleegt te wijken. Intusschen, er is reeds een r in de maand en niet lang meer zal 't duren, of onze Noordkollandsche natuur begint hare schoonheid, gedurende vele maanden, voor een deel althans, weer te verliezen. Reeds bereiden de lijsterbes en meidoorn zich voor om haar bladerendosch te laten neervallen, terwijl verschillende trekvogels al ongedurig rondvliegen en na eenigen tijd een warmer klimaat zullen opsporen. Straks schudt een krachtige herfstwind onze weinige sierlijke beuken en weelderige eiken kaal en zal 't ons een lust zijn den oneindigen rijkdom van kleuren en tinten daar buiten gade te slaan. O, als de tijd is gekomen, dat het woord van den dichter tot werkelijkheid is geworden „Wanneer de zon haar dwarsehe stralen „Op lindentop en beukenkruin „Doet lichten over rood en bruin;" dan, ja ook dan kan menigeen een weldadigen indruk van het eener som van f 52U in bankbilletten. Het bof heeft eerstgemelde deswege veroordeeld tot een tuchthuisstraf van 5 jaren, laatstgenoemde, onder aanneming van verschillende verzachtende omstandigheden, tot een .cellulaire gevangenis straf van 3 maanden. Vervolgens is de behandeling aangevangen eener tegen Maartje van Lingen, huisvrouw van Karei Philippus Mohlé, oud 32 jaren, gerigte beschuldiging van in den nacht van Woensdag 2 December 1874 het door haar en haar echt genoot bewoonde perceel op de Voorhaven te Edam opzettelijk te hebben in brand gestoken, terwijl daarbij gevaar voor menschenlevens te voorzien was. In den vroegen morgen van dien dag was in die woning brand ontdekt, terwijl de bewoners afwezig waren. Voorbij gangers bespeurden een hevige vlam, komende uit de bedstede en den daarnaast gelegen turfbak. Zij bluschten dien brand onmiddelijk, zonder dat zij een lucht van petroleum opmerkten, welke later in den morgen, omstreeks ten tien ure, door den burgemeester, de veldwachters en anderen werd waarge nomen. Van een paar voorwerpen werd toen werkelijk petroleum afgezonderd. Vermits de man den vorigen dag voor negotie naar Oostbuizen was vertrokken, rees vermoeden tegen de vrouw, die zich dienzelfden ochtend, kort vóór het uitbreken van den brand, met baar vierjarig kind naar de schuit had begeven, ten einde eveneens derwaarts te gaan. Ofschoon zij in die schuit kennis kreeg van den brand, heeft zij deze niet verlaten. Zij ontkent alle schuld en geeft als reden voor dat niet verlaten op, dat zij wegens hare aanstaande bevalling moeijelijk loopen kon, en dat haar man dikwijls geplaagd werd met brandgerucht. 25 getuigen, waaronder de man der beschuldigde, zijn gedagvaard. De advocaat-generaal jhr. mr. C. H. Backer neemt het openbaar ministerie, de advocaat mr. W. K. H. Mouthaan de verdediging waar. Nadat het getuigenverhoor was afgeloopen, heeft de adv.- gen. jhr. mr. C. H. Backer, in een keurige rede de schuld van de beschuldigde volgehouden en hare veroordeeling gevraagd tot een tuchthuisstraf van 6 jaren. Vervolgens heeft de advocaat mr. Mouthaan, in het breede trachten aan te toonen het onvoldoende der aangevoerde aanwijzingen en tot vrijspraak geconcludeerd. Jl. Zaturdag had te Purmerend het volgende voorval plaats. Een driejarig kind, spelende aan den kant van het water, had 't ongeluk er in te vallen. Daar men juist bezig was met het spuijen, werd het kind door de kracht van 't water in een riool, van omstreekt GO meters lengte geperst. Tot niet geringe vreugde der omstanders, werd het echter geheel ongedeerd aan de andere zijde van het riool gevat, en aan de moeder, die haar kind alreeds verloren waande, teruggebragt. Te Amsterdam zijn sinds het afkondigen der politie verordening op de honden plus minus 700 honden afgemaakt. rijk der natuur ontvangen en doet liet goed „door 't bosch te dwalen" oin in „den koelen najaarswind" zuiver en ruim te ademen. Het spreekt van zelf, dat onze nijvere werklieden, de kinderen der natuur bij uitnemendheid, niet dien indruk bekomen van het natuurschoon, dat in ieder jaargetijde kan worden opgemerkt, welke het deel wordt van hen, wier gave van denken en gevoelen een hoogeren graad van ontwikkeling bereikt beeft. Ouk nemen de drukten en zorgen van het woelige leven hen zóózeer in beslag, dat zij naauwelijks den tijd hebben om mede door de wonder bekoorlijke dingen der natuur gevormd en veredeld te worden. Ziet, als we hier op een praohtigen avond, zooals deze herfstmaand ons te genieten geeft, als we dan onze oogen rigten naar onze kaal geworden akkers, dan zien wij menigen vlijtigen daglooner nog met driftigen spoed de laatste vruchten verzamelen van een weldra geëindigden oogst. Dan ziet men op verschillende punten de rossige vlammen hoog in de lucht opstijgen, de laatste stoppelen ver- teerende, die het welige graan eens droegen. Dan ziet men arbeid en werkzaamheid, leven en beweging, totdat eindelijk de zon met purper en goud is ondergegaan. In zulke omstandigheden nu valt op het verkrijgen van weldadige indrukken van het buitenleven niet bijzonder veel te rekenen. Toch zijn en blijven kennis van en gevoel voor 't geen de natuur ons geeft te aanschouwen groote en onwaardeerbare magten tot beschaving en veredeling van den volksaard. Duizendmaal is reeds opgemerkt, hoe bijv. de bloemenwereld, in hare onuitputtelijke verscheidenheid, een gezegenden invloed op de lagere volksklasse uitoefenen kan. Toen onlangs de Rotterdamsche vereeniging Floralia hare tentoonstelling van bloemen en planten, gekweekt door den arbeidenden stand, bij monde van den heer P. R. Mees opende, toen heeft deze spreker m. i. zeer teregt den grooten invloed van Floralia op het huiselijk en maatschappelijk geluk van den werkman geschetst. „Floralia," zoo waren zijne woorden, „wil bloemen brengen in de bedompte vertrekken der armen; de frissehe geuren der lieve natuur overbrengen iu de naauwe, vunzige stegen der digtbevolkte wijken; gedachten aan reinheid en schoonheid opwekken bij zoovele::, wier dagelijksche omgeving hun gewoonlijk slechts de schaduwzijde van het leven toont." Het komt mij voor, dat zij, wier lot het is om de schaduwzijde van het leven" schier zonder ophouden te aanschouwen, in het Een van de bekende: «oudste mensehen» herinnert zich geen Amsterdamsche kermis zoo geheel regenloos als die van 1875. Er is gedurende die kermisweek, van Maandag 13 Sept. tot en met Zondag 19 Sept., zoo iets omgegaan in de hoofdstad De Amsterdamsche omnibus-maatschappij vervoerde gedu rende dat tijdsverloop ruim 80,000 personen. Alle hotels waren overvol en de pleiziertreinen alleen bragten duizenden in de stad. Trouwens alles ging deze week bij duizenden. In het lokaal Roetemeijer werden tusschen de 25 en 30,000 glazen bier getapt en daar genoot het punch-lustige publiek de respectabele hoeveelheid van 10,000 glazen. De beroemde Trui sleet in dat lokaal ongeveer 5000 eijeren. In de Port van Cleve werden o. a. 1400 kilo's vleesch verorberd en 7000 eijeren. Zestien vaatjes boter werden ter toebereiding van het vleesch verbruikt. Het was de moeite waard om in dat bierpaleis den toevloed gade te slaan, vooral wanneer de klok twee uur na middernacht sloeg, het uur waarop onherroepelijk het lokaal wordt gesloten, kermis of niet. Naauw had de bel geklonken of het publiek, usantiën eerbiedigende, vertrok in de aange naamste stemming. In de Warmoesstraat bij Krasnapolsky werden, gedurende die acht dagen, tusschen de 30- en 40,000 menschen gelaafd of gevoed. En wanneer men nu, behalve deze groote inrigtingen, de honderde kleintjes neemt, de groote restauratiën en de kleine, kan men zich eenig denkkeeld vormen van hetgeen in de laatste week te Amsterdam te doen was. De jenever- statistiek zullen wij onzen lezers besparen. Het aantal der aan de politie— bureaux opgebragte beschonkenen is nog niet 200, maar dit is geen maatstaf, omdat de meeste beschonkenen, uit alle rangen en standen der maatschappij, het buiten de politie-bureau hebben weten te rooijen. Nog een paar staaltjes van kermis-statistiek. Op de kermis stonden 16 wafelkramen. In iedere wafelkraam werden gemiddeld per dag 3000 wafels verkocht, maakt 21,000 gedurende de week, zoodat het aantal van 336,000 wafelen op een paar meer of minder behoeft men niet te zien werd genoten. Een tweede staaltje Zeven-en- twintig poffertjeskramen vereerden de kermis met hare tegenwoordigheid. In iedere kraam werden gemiddeld ongeveer 700 bordjes poffertjes per dag of 16,800 stuks gebakken. Dit getal maakt over de geheele week per kraam 117,600 stuks, dus over de 27 kramen 3,175,200. Nog een berekening. In den schouwburg, het Volkspaleis, de verschillende tenten waar alleen avondvoorstellingen gegeven werden, waren gedurende de kermis eiken avond gemiddeld 10,000 personen, zoodat 70,000 personen van deze verschillende vermaken hebben geprofiteerd, ongerekend de bezoekers van café-chantants en zoovele andere tenten en tentjes, waaronder in de eerste plaats die, waarin de nu kweeken van bloemen en planten een aangename afwisseling en verheffende uitspanning vinden kunnen, die op het huiselijk leven niet ligt zonder invloed blijven. „Huiselijkheid, zorgvuldigheid voor het kleine, waardeering van het zwakke, orde en zindelijkheid worden deels onmiddelijk, deels middelijk door deze uitspanning bevorderd. Zij houdt van slechte vermaken af, stemt zachter en milder dan de gewone ontspanningen buiten's huis. Bovendien kan 't kweekei: der planten den werkman een les zijn. dat hij veel meer kan dan hij weet, dat hij zieh zelf genoegens kan verschaffen, die hij meende te moeten ontberen, als hij maar wil. Niet door uit te zien naar onverdiende toevallige buitenkansjes, maar door eigen inspanning." Het is een onjuiste bewering, dat het den arbeider aan lust ontbreekt om zieh op de bloemencultuur een weinig toe te leggen. Hoe, zoo heeft men gezegd, hoe zal de werkman bloemen kweeken, als hij zelf den „beilzamen invloed van goed licht en frissehe lucht" moet ontberen? Verbeter den arbeider zijn bestaan en geef hem een goede dosis maatschappelijke kennis, dat zal betere resultaten opleveien, dan het uitreiken van nietswaardige bloemstruikjes, door de mannen der ziekelijke philanthropie met kwistige hand aange boden Men heeft niet te min op den 11 Sept. jl. in het verkooplokaal op den Oostsingel te Rotterdam verbaasd gestaan over de 7200 bloemen, die daar waren tentoongesteld. Eerst in het laatst van Mei als stekjes „van een handbreedte hoog, aan tal van arbeiders uitgereikt, dwongen zij bewondering af vanwege hare schoonheid en goede, gezonde ontwikkeling. Treffend moet de belangstelling zijn geweest, waarmee de „heeren en dames" inzenders hunne vriendelijke pleegkinderen aanschouwden. Ik twijfel dan ook geen oogenblik, of de uitstekend geslaagde proeve van de Rotterdamsche vereeniging Floralia zal meer dergelijke vereenigingen in het leven roepen. Het ware zeer wenschelijk, dat de commissiën „tot veredeling van volksvermaken," zoo talrijk in den lande verspreid, ook dit middel aangrepen om het volk in den waren zin des woordsgenoegen te verschaffen. Eene vereeniging toch als Floralia heeft dit boven anderen voor, dat zij het genoegen niet op straat, maar in den stillen huiselijken kring verhoogen wil, iets wat zeer zeker een reden te meer is om haar krachtig bij alle volksvrienden aan te bevelen. V. 14 Sept. Dr. J. W. L.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1875 | | pagina 1