1875. N°. 122.
Zondag 10 October.
33 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Binnenland.
HELRERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
„W ij huldigen het goed e."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal 1.80.
franco per post - 1.65.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Klken Donderdag vertrekt de mail naar
Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De sluiting van de mail naar Padang en Batavia, te
verzenden per mailboot CELEBES, geschiedt voor druk
werken den 15 October a. s., na aankomst van trein III
(Noordholl. Spoorweg) ten 10.58 des avonds, voor brieven
den 16 October, na aankomst van trein I ten 9.47 des morgens.
De VOORZITTER van den RAAD der gemeente HELDER
brengt ter openbare kennis, dat DE RAAD ZAL VERGADEREN
op DINGSDAG den 12 OCTOBER e. k., des
AVONDS ten ZEVEN ure.
Helder, De Voorzitter voornoemd,
den 9 October 1875. STA K M A N BOSSE.
1.
2.
3.
4.
6.
6.
PTJNTEN TER BEHANDELING:
Voordragt van een hulponderwijzeres.
ii i, lid der plaatselijke Schoolcommissie.
Wijziging politie-verordening op de wegen.
Eindverslag onderzoek begrooting 1876.
Concept-besluiten belastingen
Mededeeling van ingekomen stukken.
HELDER en NIEUWEDIEP, 9 October.
Het vertrek van het schroefstoomschip Prinses Maria,
naar Cura^ao, wordt is op 15 dezer.
Onder nadere 'goedkeuring van den minister van
Oorlog, is de levering van de op jl. Donderdag plaats gehad
hebbende aanbesteding van levensmiddelen, brand- en licht
stoffen voor de garnizoens-infirmerie alhier, gegund aan de
volgende minste inschrijvers: A. L. van Gelder, vleesch
f 0.46 per kilo; C. Mooij, aardappelen f 1.73 per heet.;
De Bedelares met den sluier.
Toen wij eindelijk in de gezellige goed verlichte woonkamer
kwamen, scheen ze bedaarder en rustiger te worden. Ze zag ons
aan met een onbeschrijfelijk lachje van geluk. „Is het dan wezenlijk
waar, mijne kinderen," zeide ze zacht. „Zal mijn trotsche droom
werkelijk vervuld worden? Gij wordt barones von Persin, een
rijke voorname dame?" Ze greep snel mijn hand en drukte die,
voor ik het beletten kon, aan hare lippen.
„O, ik dank u, goede, edele man!" riep ze daarbij uit. „God
zal u daarvoor een rijke belooning geven in mijn Else, die rein
is als een engel." Ze zag een poos zwijgend voor zich. „Waar
zagen wij elkander het eerst?" zeide ze daarop, bijna wild uit haar
nadenken opschrikkende. „Was het niet in een prachtig paleis
vol licht en bloemen? Ha! nu weet ik het, het was op een
gemaskerd bal en ik had mij als bedelares verkleed. Als bedelares
En ik speelde mijn rol uitmuntend, ik was immers ook tooneel-
speelsterIk kromde den rug en deed valsch haar aan en bedekte
mijn gezicht met grijs en wit blanketsel en deed een band voor
mijne oogen en daarvoor hing een sluier. Ha, ha, ha! De bedelares
met den sluier! Is dat niet komiek? En ik riep het medelijden
der wandelaars in, en niemand herkende mijik was ook zoo goed
vermomd, en zij gaven rijkelijk, ongehoopt rijkelijk. Nu, het waren
ook gasten van den Koning, voornaam, van hoogen rang, en toch
ook weder van denzelfden rang als de bedelares. Ik deed het
immers voor mijn kind, voor Else; zij zou schitteren, zooals ze
ook aan haar naam verplicht is. Ach, als mijn beminde echtgenoot
dat wist, die mij door den dood zoo vroeg ontroofd werd!"
Ze zweeg; ze scheen zich in de herinnering van het voorbijgegane
geluk te verdiepen, en eerst, nadat ze langen tijd peinzende was
blijven zitten, vervolgde ze met een toornige stem:
„Else was ons geluk, ofschoon hare geboorte mij van de stem
beroofde, die eens de wereld betooverd had en de verzen onzer
groote dichters voor de menigte had uilgesproken. Maar ik
klaagde niet, want ik had mijn kind en mijn echtgenoot. Wij
vormden in deze koude en egoïstische wereld een gelukkig drietal,
die elkaar liefhadden. Wat was de wereld ook voor ons? Honend
had de trotsche familie den geliefde den rug toegekeerd, die het
waagde de neiging van zijn hart te volgen. Een aalmoes om te
blijven leven wierpen zij hem toe, opdat hun goed klinkende naam
niet op de affiches van den schouwburg zou prijken. Zij, die
de begaafde kunstenares eenmaal vol geestdrift hadden toegejuicht,
hielden haar nu voor onwaardig om in hunne familie opgenomen
te worden. En toch, geloof ik, heeft de Almachtige den waren
beoefenaar der kunst een zichtbaarder teeken van den hoogsten
adel op het voorhoofd gedrukt, dan die hoogmoedige geboorteadel
door zijne vergulde documenten kan verkrijgen. En eindelijk,
droeg ik mijn hoofd niet even hoog als de overige Saremba's?
Trachtte ik mijn salon niet met even voornaam gezelschap te vullen
als zij Trachtte ik niet, zooveel ik kon, mijn burgerlijke afkomst
te doen vergeten en die ook zelf te vergeten? Maar ik bleef nu
eenmaal de uitgestootene en er was voor mij geen enkel middel,
dezen vloek van mij af te wenden." Weder hield zij op, schepte
adem en zag een oogenblik verstrooid rondom zich.
„Mijn echtgenoot, mijn innig geliefde Egon, was het niet met
mij eens; bij hem golden naam en stand weinig; hij zocht zijn
geluk ergens anders. Maar zou ik, die in de wereld van schijn,
zoo dikwijls met succes Koninginnen, Vorstinnen en edelvrouwen
had voorgesteld, in deze werkelijke wereld geen voorname vrouw
C. Karsman, brood f 0.181 per kilo; D. Bandsma, steen
kolen f 10.70 per 1000 kilo; C. Scliagen, lange turf f 0.551
per 100 stuks; P. Kindt, kruidenierswaren, rijst f 0,16,
grove gort f 0.18, zout f0.14, kaarsen f 0.65, groene zeep
f 0.34, patentolie f 0.38, boter f 1.20, alles per kilo, en
bier-azijn f 0.06 per liter.
Uit liet Kanaal langs de Rijkswerf is gisteren het
lijk opgehaald van zekeren J. V., die sedert eenige dagen
werd vermist.
Met een extra-trein is gisteren namiddag uit Harderwijk
alhier aangekomen een detachement koloniale troepen, sterk
300 man, bestemd om tijdelijk alhier te verblijven. Deze
manschappen zijn ook weder in de kazerne van het fort
Kijkduin opgenomen.
Bij de manoeuvres, welke gedurende den afgeloopen
zomer zijn gehouden en waarbij met losse patronen werd
gevuurd, zijn enkele malen schoten met scherpe munitie
gedaan. Om zulks te voorkomen heeft de minister van
Oorlog eenige maatregelen vastgesteld, waarvan de naauw-
keurige en strenge naleving met den meesten ernst aan de
commandeerende officieren wordt aanbevolen.
-Volgens het Dbld., zou aan de Rijksmunt gewerkt
worden aan een nieuwen stempel voor onze gouden munt.
Naar het Vad. verneemt, hebben de heeren jhr. A.
Klerck, secretaris-generaal bij bet Departement van Marine,
en Schumacber, hoofdcommies bij dat ministerie, tegen
den 1 Januarij a. s. hun eervol ontslag uit die betrek
kingen verzocht, de eerste wegens gezondheidsredenen en
laatstgenoemde wegens hoogen leeftijd.
Bedankt voor het beroep naar Zutphen door ds. van
Herwaarden, pred. te Loosduinen.
Tot hulponderwijzeres voor lager onderwijs en vrou
welijke handwerken te Noord-Schermer is benoemd, mej.
J. L. Goteling Vinnes, te Dalfsen.
De minister van justitie, jl. Woensdag te Alkmaar
kunnen voorstellen Ik was eerzuchtig en benijdde deze menschen
een voorrecht, dat het lot mij onthouden had. Hoe weinig daar
entegen was mij de gave der Voorzienigheid waard, die mij tot
tolk harer edelste kinderen gemaakt had? Dat antwoordde ik ook
aan Egon, die mij herhaaldelijk op mijn waarde wees. Egon werd
door het lot van ons afgerukt; ik bleef met mijn kind over, aan
wie ik nu al mijn liefde wijdde. Met den dood van mijn man,
verloor ik het grootste gedeelte mijner inkomsten, want de trotsche
familie hield voor een tooneelspeelster een gering inkomen voor
voldoende; misschien hadden ze ook vernomen, dat mijn kracht
gebroken was, dat ze niet meer te vreezen hadden hun schitterenden
naam op de hoeken der straten op de affiches der schouwburgen
te zien.
Ik zou gebrek leeren lijden, ik, die door de zorgende hand van
mijn man gewoon was aan een leven van glans en weelde? Ik
zou mijn kind, dat langzamerhand tot een jonkvrouw opgroeide,
een leven vol gebrek laten lijden? Ik zou niet meer volgens mijn
stand kunnen leven Het ging hoven mijn krachten dat te dragen
Ik wendde mij tot de familie van mijn man en herinnerde haar er
aan, dat ze het toch aan mijn naam verschuldigd waren voor een
fatsoenlijk bestaan te zorgen. Men antwoordde mij, dat idets mij
verhinderde dezen naam, dien ik toch slechts op een slinksche
wijze verkregen had, weder af te leggen; voor mijn staat in de
maatschappij was voldoende gezorgd. Hoorde men iets over mij,
dat hen mishaagde, dan zouden ze hunne rechten weten te handhaven.
Diep gekrenkt keerde ik hen den rug toe. Zij zouden niet over
mij te klagen hebben. Naar buiten bleef ik dezelfde weelde toonen.
Langzamerhad moesten mijne kostbare sieraden eerst naar de
bank van leening en dan naar het verkooplocaal. Zoo kou ik het
lang uithouden. De weduwe kon ingetogener leven. Slechts een
kleine, uitgelezene kring omringde mij en mijn lief kind. Maar
in uren van nadenken o, hoe droevig waren die dikwijls voor
mij schrikte ik terug voor den tijd, dat mijn laatste sieraad
Ik peinsde op een middel om dat te verhoeden; maar ik kon niets
doen wegens mijn maatschappelijken toestand en om Else, voor wie
ik nog altijd van een groot geluk droomde. Kon haar moeder
een beroep uitoefenen? Mocht zij dramatisch onderwijs geven?
Met hare handen werken om in haar levensonderhoud te voorzien
Zouden wij niet nit onzen kring gestooten worden?
Daar viel mij op zekeren dag, door een zeldzaam toeval, een
bericht in de courant in het oog, volgens hetwelk een vrouw in
het eene gedeelte eener groote stad een bedelares, in het andere
een groote dame was. Het was haar gelukt in zoo ruime mate
milde giften te krijgen, dat ze daardoor een zekere weelde kon
bestrijden. Dit eigenaardig denkbeeld wilde mij maar niet ver
laten; dag en naeht vervolgde het mij. Het scheen mij avontuurlijk,
maar ook aanlokkend en doelmatig toe. Wat een eenvoudige vrouw
gelukt was, kon een geroutineerde tooneelspeelster niet mislukken.
Spoedig had ik het zolderkamertje in de A.straat gehuurd, valsch
haar en de noodige middelen om mij te verkleeden weten bijeen
te krijgen en de zaak gelukte hoven verwachting. Ik was
dikwijls in de gelegenheid aanmerkelijke ontvangsten na te tellen.
Het was een vermetel spel, daarom moest ik in alle opzichten een
verstandige voorzichtigheid in acht nemen. Else en de wereld
moesten er niets van bemerken. Mijn kind moest meenen, dat
ons bestaan verzekerd wasde wereld moest mij voor bemiddeld
houden. Het was een tijd van leugen in alle opzichten. Maar
een onzichtbare macht beschermde mij. Voor het eerst dreigde
mij gevaar, toen ik u ontmoette, barontoen ge mij gered hebt
van 's Hage aangekomen en naar Hoorn vertrokken om het
Huis van Arrest te inspecteeren, keerde den volgenden dag
van daar terug, om een bezoek te brengen aan het
Huis tot verbetering van jongens. In een der lokalen
van dat Huis werd ZEx. door burgemeester en wethouders
een collation aangeboden. Met den middagtrein vertrok
de minister weêr naar 's Hage.
De Prins Hendrik-stichting te Egmond aan Zee, is
jl. Donderdag middag ten 1 ure, in tegenwoordigheid van
de plaatselijke autoriteiten, plegtig geopend. De voorzitter,
ds. van Laer, herdacht in een welsprekende feestrede allen
die tot de stichting hadden bijgedragen, in de eerste plaats
Prins Hendrik, op wiens verlangen de inwijding op zijn
jubilédag geschiedde.
In een telegram, naar Luxemburg gezonden, werd aan
den Prins, de inwijding van het gesticht kenbaar gemaakt.
Daarna bezochten de leden van het comité en de verdere
genoodigden de stichting, die geopend wordt met een vijftal
verpleegden. Dat liet een blijde dag voor deze oudjes was,
behoeft geen vermelding.
De feestviering werd 's namiddags te Alkmaar besloten
met een feestmaal in bet hótel «het Heldersche wapen.»
Ofschoon niet aanwezig, was daar toch Prins Hendrik, de
edele grondvester van de stichting, de ziel van het feest.
De burgemeesters van Warder, Kwadijk en Middelie
hebben, naar aanleiding van het te Oosthuizen voorgekomen
geval van hondsdolheid, bevolen dat ook in deze drie ge
meenten de honden gedurende vier maanden gemuilkorfd
moeten zijn.
Onder de runderen van K. Doefs Az., te Beemster,
aan den Oostdijk, heeft zich een geval van besmettelijke
longziekte voorgedaan. Die ziekte is eerst geconstateerd
nadat het rund is afgemaakt. Tien volwassen runderen en
twee kalveren zijn door dit ziektegeval in verdachten toe
stand geraakt,
het was op dat gemaskerde bal in dat paleis in den
glans van die lichten niet waar, baron
Ze sprong met wild rollende oogen van haar stoel op en vatte
mij met kracht bij den arm.
„Was het niet zoo, baron," riep zij weder op schrillen toon.
„Maar hoe kwamen de gerechtsdienaars in het paleis om op de
bedelares te loeren? Ha, ha, ha! En ik was toch de Koningin,
met een bedeiaarspak aan. Gij zijt allen mijne schuldeischers.
Met interest betaal ik u uwe giften terug. Schatmeester! werp
geld onder het volk, betuig de getrouwen mijn koninklijken dank.
Of was het slechts een droom een schaduwbeeld? Antwoord!"
riep zij ten hoogste opgewonden. „Antwoord wil ik hebben, want
ik ben uw Koning. Antwoord I"
Ze viel buiten kennis op de sopha neer.
Geroerd door dit zonderlinge levenslot en vol innig medelijden
voor dit moedige vrouwenhart, dat zoo onbekommerd zich aan
duizende afgronden gewaagd had, droeg ik de zorg voor de zieke
aan de radeloos weenende Else op, riep Lisette, het kamermeisje
eu ijlde den trap af om een met mij bevrienden doctor te halen,
die in een huis in de buurt woonde. Gelukkig vond ik hem te
huis en ik gaf hem in korte woorden eenige wel bescheidene, maar
toch zooveel mogelijk nauwkeurige inlichtingen over den toestand
der zieke.
De doctor schudde bedenkelijk het hoofd, zonder mij eenig
antwoord te geven en maakte zich, toen hij in de woning van
mevrouw von Saremba gekomen was, gereed tot een nauwkeurig
onderzoek der zieke.
Zij was uit haar flauwte ontwaakt; maar ze was niet in staat
den doctor op zijne vragen omtrent haar toestand duidelijk te
antwoorden. Zij praatte de grootste nonsens. Kalmeerende mid
delen brachten haar eindelijk in een halven slaap, die haar eohter
slechts weinig versterking beloofde te geven.
De arme Else was troosteloos. Zwijgend en onbewegelijk zat ze
langen tijd met gevouwen handen. Hare oogen wendden zieh van
hare moeder op mij en van mij op hare moeder. Ik trachtte haar
te troosten, ofschoon ook ik zeer bezorgd was. Die beklagens
waardige vrouw was immers de moeder mijner beminde! Op
mijn bezorgde vragen antwoordde de doctor, dat hij voortdurend
de zieke nauwkeurig zou waarnemen, voorloopig kon hij noch een
verontrustend, noch een geruststellend oordeel uitspreken.
Den volgenden dag vond ik de dame zeer rustig, bijna
vroolijk. Ze sprak over Else's geluk en vatte herhaaldelijk mijne
handen om die dankbaar te drukken. Plotseling echter geraakte
ze weder in een toestand van razernijsprak van paleizen, schit
terende feesten, haar hoogen rang, gerechtsdienaars, zoodat het
gezicht van den doctor er hoe langer hoe bedenkelijker begon uit
te zien. Zoo afwisselend rustig en woedend zoo moet ik het
wel noemen bleef de toestand der zieke dagen lang. Else en
ik wendden alle mogelijke zorgen aan voor de verpleging der
ongelukkige en de goede doctor was ons een trouwe hulp.
Op zekeren morgen bezocht hij mij op mijn kamer.
„Ik moet u de volle waarheid zeggen," zeide hij, mij de hand
drukkende. „Schrik er niet te erg van," vervolgde hij, toen hij
zag dat ik bleek werd, „de zaak is niet zoo erg als ze op het
eerste gezicht schijnt. Alle hoop op herstel is nog niet verloren
en bovendien moeten wij op de genade der Voorzienigheid ver
trouwen. Zeg dat ook om uwe bruid te troosten. Mevrouw vou
Saremba is helaas krankzinnig. Dat is het treurig resultaat van
mijne waarnemingen. De trouwste verpleging is niet voldoende