Benoeming-en, enz. STATEN-GENERAAL. Buitenland. Frankrijk. Engeland, De kaaskoopersknecht uit Hoorn, beschuldigd van poging tot moedwilligen doodslag, door het onder het uiten van bedreigingen in 't water duwen van een kameraad met wien hij worstelde, werd bij arrest van het Provinciaal geregtshof van Noordholland van jl. Dingsdag, overeenkomstig de conclusie van den verdediger mr. E. van Lier, vrijge sproken van het hem ten laste gelegde, aangezien het hof niet de overtuiging had, dat beklaagde den persoon in het water had gegooid, met de bedoeling om dezen van het leven te berooven. Wegens het toebrengen van slagen en stooten, waardoor geene ziekte of letsel om te werken van meer dan 20 dagen was veroorzaakt, werd beklaagde ver oordeeld tot een cellulaire gevangenisstraf van drie maanden en een geldboete van f 8. In den laatsten tijd zijki te Amsterdam bijeenkomsten gehouden van houders van zekere fondsen, en wel van die fondsen, welker snelle waardevermindering zooveel jammer en armoede veroorzaakt heeft. Op die vergaderingen zijn vaak leerrijke bijzonderheden uitgelekt, zijn harde woorden gevallen, vooral ten opzigte van de uitgevers dier waarden, maar de slotsom bleef, dat de ongelukkige aandeelhouders, zich geduchte verliezen moeten getroosten. Deze onaange name ondervinding bewoog op de jongste vergadering van aandeelhouders, in den St. Paul- en Pacific-spoorvveg, den heer C. T. van Assendelft de Coningh een beroep te doen op de dagbladen. «Aan u,» zeide hij, «de taak om wereld kundig te maken, dat hier althans eene stem is opgegaan om een woord van verontwaardiging te spreken over de laakbare machinatiën, die bij de uitgifte der obligatiën hebben plaats gehad, en tevens een woord van sympathie voor allen die het slagtoffer zijn geworden van leugen achtige prospectussen, en die door eene ignoble Beursoperatie ongelukkig zijn geworden.» (Daverende toejuiching.) «Ik doe» zoo ver volgde spreker «een beroep op alle vrije en onafhankelijke bladen, opdat ieder zich voortaan leere in acht nemen tegen opgeschroefde brochures en prospectussen en in het algemeen tegen die gevaarlijke alchimie, die goud weet te slaan uit scheurpapier.» (Dave rende toejuiching. Te Amsterdam heeft een heer een portefeuille ver loten, waarin f 10,000 aan bankpapier geborgen was; f1000 wordt aan den vinder, die deze waarde terugbrengt, uitgeloofd. Emanuel de Mac-Mahon, zoon van den maarschalk president der Pransche republiek, heeft met zijn gouver neur, den heer Hector Aussilloux, een bezoek aan de residentie gebragt. Jl. Zondag in het «Hötel de Bellevue» te 's Hage afgestapt, zijn zij Maandag avond naar Am sterdam vertrokken tot voortzetting van hun reis door Nederland. Door den inspecteur van politie Gulden, te Rotterdam, is gearresteerd een kamerbediende van den heer R., die zich van een som van f 26,000 aan juweelen en effecten had meester gemaakt. Hij werd in de Broedersteeg te Rotterdam gevat, waar hij het gestolene geborgen had. Men meldt uit Zwolle aan het U. D., dd. 12 dezer: «Sedert gisteren middag heeft het hier zoo verbazend geregend, dat alle landerijen letterlijk doorweekt zijn. De meeste boeren hebben hun vee op stal gehaald uit vrees voor ziekte, daar deregen met zware koude vergezeld ging.» De redactie van de Noordbr. Cour. meldt, dat de lÖjarige, die zich schuldig maakte aan den gruwelijken moord te Reek, gebleken is niet tot het vrouwelijk maar tot het mannelijk geslacht te behooren. Wij zouden hiervan uit kieschheid gezwegen hebben, indien 't voor de weten schap der physiologie niet belangrijk ware te weten, dat men hier te doen heeft met een afwijking der natuur, die welligt voor de beoordeeling van het feit niet onbelangrijk mag heeten. (KI. Crt.) De heer Sixma, ambtenaar bij den Staatsspoorweg, beklaagt zich in de Prov. Over. Crt., dat de Zwolsche politie hem den nacht van jl. Zaturdag, in gezelschap van een paar dronken lieden, in een donker hok heeft doen doorbrengen, alleen omdat hij, bij het zien hoe een zeer beschonken persoon door de politie werd vervoerd, uitriep dat het schande was. Daar een der dronkaards met een mes gewapend was, heeft hij een zeer benaauwden nacht gehad. Met bijna algemeene stemmen heeft het kleine aantal leden (17) van het kerkgenootschap der VlaamscheMennisten, te Giethoorn, zich in beginsel verklaard vöor de opheffing dier gemeente (de éénig overgeblevene in ons land) en de onderlinge verdeeling harer bezittingen Voorshands wenscht men echter nog het advies van deskundigen in te winnen. De kroniekschrijver der Gron. Crt. zegt o. a. het volgende «Een mijner Fransche collega's in 't kroniekschrijven, dé chroniqueur van le Temps, heeft dezer dagen eene interessante «boekbeschouwinggegeven. De boeken, die hij beschouwde, zijn almanakken. Het is tegenwoordig hun tijd. Er verschijnen in Frankrijk honderden, met allerlei buiten sporige titels, zeer primitieve en hoogst elegante; alma nakken in perkament en in rijke prachtbanden. Het merkwaardigste is, dat de eerste verreweg het meest in den smaak vallen. Daar is b. v. de Liégeois, waarvan honderd duizenden exemplaren gedrukt worden. Waaraan denkt men, dat hij dit succes te danken heeft? Eenvoudig hieraan, dat hij sedert den dag, waarop hij 't eerst verscheen, en naar zijn uitzigt te oordeelen, moet dit onmiddelijk na den zondvloed geweest zijn, nog altijd onver anderd dezelfde is. De uitgever, de bekende heer Pion, laat expres oud, leelijk, smerig papier fabriceeren en slechte gravures, die allerellendigst worden afgedrukt als de Liégeois een modern kleed aantrok, zou hij niet langer de Liégeois zijn en zijn publiek zou hem niet langer willen ontvangen. Dat herinnert aan die Kaapsche boeren, die geene bijbels van het bijbelgenootschap wilden ontvangen, omdat zij de oude statenuitgave met de Duitsche letter als «het woord» beschouwden. Ook is de inhoud van den Liégeois altijd nagenoeg dezelfde. Zijn fraaiste rubriek is die der horoscopen, die noodzakelijk moet geraadpleegd worden door jongelieden, die eene vrouw zoeken. Tot stichting van hen, die in dat geval verkeeren, vertaal ik de volgende verheven voorschriften Neem geene vrouw, die geboren is in Maart. Zij zijn ■goedhartig dat is waar, maar koppig als Andalusisclie muilezels. De Aprilvrouwen worden aldus beschreven«Somber, fier en wraakzuchtig.» Zij bezoeken graag goede gezelschappen, maar zijn zeer huishoudelijk. De vrouwen in Mei geboren zouden zeer goed zijn, zoo de maand Mei niet «de maand der vermaken ware.» Junij is eene goede maand, maar daar zij volgens de volks wijsheid de maand der dupes is, laten zij, die in Junij verjaren, zich gemakkelijk beetnemen. Maar 't. grappigste is de horoskoop van de in September geborenen. De vrouwen van September leven er in hare groene jeugd vrolijk op los. Maar als zij op zekeren leeftijd komen, wapenen zij zich met stoofjes en oneindige brei kousen en worden vroom. De Liégeois schrijft letterlijk: «De schoone sekse, in September geboren, bemint het vermaak, maar als deze vrouwen op zekerenleeftijd komen, worden zij zeer godsdienstig en eindigen een al te wereldsch leven met de uitoefening van alle deugden.» Ik herinner mij in een Nederlandsch volksboek een derge lijke horoskoop gelezen te hebben en daar ik een ongelukkig geheugen heb, waar alles in blijft wat zeer goed gemist kan worden, kan ik een paar staaltjes nrededeelen. Misschien heeft wel een mijner lezers het geheel in bezit. Daar wij Nederlanders van versjes houden, zijn deze voorspellingen natuurlijk op rijm. Zoo vindt men o. a. onder Augustus: «Een in deez' maand geboren maagd Weet, dat zij ied'ren man behaagt, Haar opschik rooft den minsten tijd, Ziet schoon're zusters aan vol nijd.» Augustus is dus de maand der coquettes. Een ander stichtelijk rijmpje eindigt aldus: Krijgt zij tot man een ziel, een stoffel, Dan komt hij onder den pantoffel. Ik zal niet zeggen, welke de maand van deze beminnelijke pantoffel-koninginnen is. Het is ook niet noodig, daar onder mijne eene vrouw zoekende lezers zich toch geen enkele «sul» of «stoffel» bevindt.» Eene' trouwplegtigiieid in Atsjin. Aan een schrijven van den 18 Aug. van den commandant van Lampassey die tot taak heeft de bevriende Atsjinezen voor vijandelijke aanvallen te beschermen ontleent het Vad. o. a. het volgende: Op Atsjin valt tegenwoordig weinig bijzonders voor; 't blijft bij het oude, iederen dag en nacht worden wij dooi den vijand beschoten en reciproceren dan met een stukje ijzer. Öp de meeste buitenposten is nu achterlaadgeschut, dat den vijand ongenadig bestookt. Van toenadering is in het geheel geen sprake; het zal nog wel eenige jaartjes duren, voordat wij geheel Atsjin in ons bezit hebben. Dit is de algemeene opinie. De generaal Pel is nog steeds met verlof; waarschijnlijk komt Z. E. in het laatst van de volgende maand terug en, naar men zegt, zullen er een paar bataillons meekomen om de operatiën voort te zetten. De vijand blijft maar vol houden, hoewel hij volgens berigten zeer slecht van levens middelen is voorzien; kruid en lood heeft de vijand nog genoeg, gelukkig weinig ijzer. Het gebeurt maar zelden meer, dat ze te Poe-Oe ijzeren projectielen binnen krijgen. Hier op Lampassey is alles zeer rustig, ik ben zeer bevriend met het hoofd, dat den haam van Toekoe draagt. Dit wil zooveel zeggen als bij ons burgemeester. Onlangs werd ik 's avonds bij hem geroepen, wist niet wat er gaande was en. was in den beginne van plan niet te gaan, daar hij altijd bij mij moet komen. Hij had mij laten roepen om bij een trouwplegtigheid tegenwoordig te zijn. Ik werd naar de woning gebragt, waar het feest zou plaats hebben. Daar aangekomen, ontmoetten wij den bruidegom, die ons plaats liet nemen op eene mooije mat, die hij vroeger zeker geroofd heeft van een schip. Ik zat daar op echt Inlandsche manier met de beenen onder mijn derrière, een onaangename positie, die door ons niet lang wordt volgehouden. Eenige oogenblikken hield ik het zoo uit en vroeg toen den Toekoe, of ik maar op mijn manier mogt plaats nemen, hetgeen hij dadelijk toestond, daar hij zeer goed begreep, dat het onze adat (gewoonte) niet was om op dergelijke wijze ons gemak te nemen. Eensklaps hoorde ik vreeselijk geschreeuw van mannen en dacht, wat zal er nu gebeuren? De geheele mannelijke bevolking kwam voor de woning en allen vroegen, of ze binnen mogten komen. Dit werd hun toegestaan, en één voor één kwamen ze de trap op, en na hun compliment bij den Toekoe te hebben afgestoken, namen ze evenals wij zittende op den grond plaats. Eindelijk moest de bruidegom voorkomen, die geplaatst werd op eenige prachtige zijden kussens met goud geborduurd. Hij zag er zelf zeer netjes uit, was geheel in zijde gekleed en had veel gouden sieraden, fantaisie-sleutels, knoopen enz. Hij moest nu op het een en ander antwoorden, dat hun geestelijke (de panghoeloe) hem vroeg. Daarna werden hem door den Toekoe eenige vragen gedaan. Eindelijk deed de geheele gemeente de handen voor de oogen en begon Amin te roepen. Ik bleef maar stil zitten en riep niet meê. Eindelijk was alles afgeloopen, en de bruidegom nam zijn vorige plaats weder in. Er werd nu een groote koperen pot met sagoeweer (palmwijn) voor ons gezet, doch daar die drank te zoet is en veel heeft van suikerwater, bedankte ik. Men presenteerde mij een sigaar, terwijl de goegemeente niets anders deed dan sirihbladeren te kaauwen. Vervolgens werd mij gevraagd om te blijven eten, doch ik bedankte hartelijk, te kennen ge vende dat ik weg moest. De bruid mogt ik evenmin als de anderen aanschouwen. Zoo nu en dan keek er een oud leelijk wijf om het hoekje van de deur. De geheele gemeente had evenals altijd de groote klewang (sabel) ontbloot in de hand. Daar het mij vrij laat werd, zat ik eindelijk niet op mijn gemak en maakte mij weldra uit de voeten. De bewoners komen nog al vaak bij mij om het een of ander geneesmiddel te vragen, hetgeen ik hun dan ook meestal geef, enz. De heer P., een buitenlander, men meent Deensch geneesheer, die zich eenigen tijd geleden als officier van vai gezondheid bij het Nederl.-Indische leger verbonden had ba: en in het Hötel du Pavillon te Samarang woonde, heeft da] zich door middel van een scheermes de keel afgesneden.} Uit Cuyk wordt van den 10 dezer gemeld: wi «Ongeloofeiijk en toch waar! Het vlugge paard van de den landbouwer H. D. is overwonnen door den nog vlug- ho geren os van G. T. Er moest namelijk beslist worden, ar wie van beiden met de ledige kar het vlugste zou mar- za cheren. De os liet zijn tegenstander wel 30 schreden ge achter.» o Te Pesth is een officier in werkelijke dienst van de da Christelijke tot de Israëlitische godsdienst overgegaan. De ja officier zal daarna trouwen met eene Israëlitische. te Prinses Nathalie, de verloofde van Vorst Milan van tij Servië, is, zoo men de Vie Parisienne gelooven mag, eene hi der schoonste vrouwen van Europa. Men zou van haar Ir kunnen zeggen, verzekert dit blad, wat men van Prinses zs Belgioso zeide: Zij is eene afstammeling van de godinnen in in het Parthenon, met de oogen van het Oosten, het lange B zwarte haar, de aangeboren fierheid van haren volksstam. te Geene vrouw is echter minder behaagziek dan zij. Nooit heeft zij zich met juweelen getooid, geen zweem van «poudre p de riz» heeft ooit haar gelaat aangeraakt, nooit werd een li enkele valsche tres onder haren haardos gevlochten. Aan y haren bruidstooi, te Parijs besteld, mogt geen ander sier- I raad zijn dan kant. Tot burgemeester der gemeente Wieringerwaard is benoemd de beer C. Rezelman Dz. Aan den beer F. H. Buijs is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als kapt. bij de dd. schutterij te Zaandam, onder gehouden heid tot het volbrengen van de op hem nog rustende verpligtingen als gewoon lid der schutterij bij de reserve, met al de gevolgen daaraan door de wet verbondenvoorts is bij die schutterij benoemd tot kapt., de heer P. Latenstein, thans 1ste luit., tot lsten luit., de heer J. Blaauboer, thans 2de luit., tot 2den luit. II. van de Stadt Ezn., thans sergeant. De off. van gez. 1ste kl. J. Meijers en 2de kl. dr. C. Alers, beiden dienende aan boord van het wachtschip te Hellevoetsluis, worden, de eerstgenoemde met den 15 Nov. a. s., de laatste met den 15 dezer, op non-activiteit gesteld. Tweede Kamer. Zitting van Dingsdag 12 October. De adressen van de heeren de Rochemont zijn ter zijde gelegd. Na langdurige discussie over de verkiezing te Haarlemmermeer is met 53 tegen 16 stemmen besloten die verkiezing niet geldig te verklaren en alzoo den heer Heemstra niet toe te laten. Zitting van Woensdag 13 October. Op voorstel van den voor zitter is na discussie besloten drie regterlijke ontwerpen te behan delen in deze volgorde: 1. havenwet, 2. wijziging van art. 84 regterlijke organisatie, 3. intrekking der wet van 1849. Vooraf zijn de algemeene beraadslagingen geopend over de drie ontwerpen te zamen. Daarbij hebben de heeren Gratama en van Houten de ontwerpen bestreden, terwijl de heeren Bergman, van Rappard, Godefroi, de Vries en des Amorie vau der Hoeven om verschillende redenen de aanneming aanrieden. De minister van Justitie eindelijk heeft eveneens de ontwerpen verdedigd, die, bij aanneming, spoediger verbetering van het lot der lagere regterlijke ambtenaren ten gevolge zullen hebben. Heden voortzetting. In een vollen omnibus die door de rue Rivoli te Parijs reed, sprong jl. Zaturdag eensklaps een gardien de la paix achterop en riep: «Dames en heeren! past op uwe zakken, er zijn dieven onder u!» Naauwelijks was dit gezegd, of een achtenswaard grijsaard en een jongmensch van zeer gedistingeerd uiterlijk stonden verontwaardigd op, lieten stilhouden en stapten uit, als wilden zij niet reizen in gezelschap van zoo gevaarlijke lieden. Toen zij er echter uit waren, riep de agent van politie: «Nu kunt gij gerust zijn, dames en heeren! de dieven zijn er uit!» en de grijsaard en het jonge mensch (oom en neef) wandelden bedaard, tusschen twee politie-agenten in burgerkleeding, met wie zij een praatje maakten, naar het politie-bureau. Men verzekert, dat alle in de Japansche wateren kruisende Britsche oorlogschepen last hebben ontvangen zich naar China te begeven. Jl. Maandag heeft de Prins van Wales Engeland verlaten om zich naar Indië te begeven. Zijne gemalin heeft hem tot Calais uitgeleide gedaan. Onder de schitterende wapenfeiten, die den Krim- oorlog hebben gekenmerkt, behoort de heldhaftige houding der Engelsche kavallerie bij Balaklava. Twee regimenten kurassiers, door graaf Cardigan aangevoerd, gingen koel bloedig, in stap, onder het vuur van het vijandelijk leger voorwaarts, totdat zij digt genoeg genaderd waren om, zeker van hunne zaak, in galop aan te vallen en baan te breken. Van de 600 ruiters, welke zich zoo onverschrokken op het Russisch carré wierpen, keerden slechts 198 terug, Dat gering overschot van zooveel dapperen zal den 25 dezer, den 2lsten verjaardag van dit gemeenschappelijk wapenfeit, aan een banket vereenigd, vieren. Zij, die de gevorderde uitgaven niet bestrijden kunnen, worden kosteloos tot den disch toegelaten niet alleen, maar ook in reis- en verblijf kosten zal ombekrompen worden voorzien. Van alle kanten stroomen te dien einde geldelijke bijdragen toe. Een lid van het parlement neemt al de champagne, die op het feest gedronken zal worden, voor zijne rekening. De eerste bijdrage ter bestrijding der kosten werd ingezonden door de gravin Cardigan, weduwe van den moedigen aanvoerder dier onverschrokken brigade. De militaire geattacheerden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1875 | | pagina 2