Benoeming-en, enz. STATER-GENERAAL. Buitenland. Duitschland. het door kollossale werken beroemde Noord-Amerika te toonen, dat het kleine Nederland op het gebied vangroote werken voor geen land der aarde behoeft onder te doen. Om dit op eeae waardige wijze te kunnen doen, heeft zij van Uwe Excellentie magtiging verzocht, om met 's Lands gelden eene collectieve voorstelling der in de laatste tijden in Nederland uitgevoerde groote werken te doen zamenstellen. Zij dankt Uwe Excellentie, die haar daartoe in de gelegenheid heeft gesteld, maar zij dankt niet minder de heeren hoofd-ingenieurs, ingenieurs en teekenaars, die hare pogingen als om strijd hebben ondersteund. Zij dankt de directie der Amsteraamscbe Kanaalmaatschappij, die door den kundigen directeur der Amsterdamsche Ambachts school, den heer Olie, eene keurige reliefvoorstelling van dat voor den bloei van Amsterdam zoo gewigtig werk heeft doen vervaardigen. Zij dankt den heer Amersfoordt voor zijne fraaije reliefvoorstelling van de Zuiderzee, bij welk werk onze geëerbiedigde Koningin, bij haar bezoek van jl. Zaturdag, den vurigen wenscli uitte, dat het Haar gegeven mogt zijn de uitvoering, ware het slechts het begin van uitvoering, te beleven van de gedeeltelijke indijking van dien waterplas, waardoor Nederland op eene vreedzame wijze eene vruchtbare provincie, die menig andere provincie in grootte en belangrijkheid zal overtreffen, aan zijn gebied zal annexeeren. De Nederlandsche Hoofdcommissie heeft gemeend, eene vóór-tentoonstelling van deze collectie te moeten houden, daar zij gaarne over haar werk het oordeel wenschte te vernemen in de eerste plaats van Uwe Excellentie, maar ook van de heeren ingenieurs en van allen, die belang stellen in de waardeering van ons vaderland in den vreemde. Onthoudt ons uwe opmerkingen nietwij kunnen nog over eenige maanden beschikken om te doen ver beteren wat verbetering noodig heeft. Ten slotte nog een woord van dank aan het Bestuur van dit prachtige gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, dat ons de gelegenheid heeft verschaft deze vóór-tentoon stelling in de, aan geschikte lokalen arme, residentiestad te kunnen houden. De Nederlandsche Hoofdcommissie draagt aan dit Bestuur de zorg voor deze collectie gedu rende eenige weken op en is overtuigd, dat de bezoekers zijne pogingen om haar ongeschonden in handen der Hoofd commissie te doen terugkeeren, zullen ondersteunen.» De heer Heemskerk voerde daarna het woord. Zijne rede was een weêrklank op die van den heer von Baum- hauer. De minister verklaarde dat iedere echte Nederlander zeker met genoegen zou zien dat ons land op de voorge stelde wijze op de Amerikaansche tentoonstelling zou toonen, dat het, al is het klein, op het gebied van openbare werken aan de grootste Staten het hoofd kan bieden. Hij consta teerde dat deze vóór-tentoonstelling op alle aanwezigen een goeden indruk heeft gemaakt, wenschte de Hoofdcommissie geluk met dien uitslag en sprak de hoop uit dat zij ook in het overige gedeelte van hare taak even goed moge slagen. Hierna werd de expositie andermaal bezigtigd. Zij bestaat in hoofdzaak uit een reusachtige, koepelvormige kiosk. Vijf breede zijwanden strekken zich van het middelpunt uit en zijn aan beide zijden de dragers van de teekeningen onzer voornaamste openbare werken: het Kanaal van Amsterdam en dat van Rotterdam naar de Noordzee, de bruggen van Kuilenburg, Dordrecht en 't Hollandsch Diep, de droogmaking van 't Haarlemmermeer, de dammen van de Schelde en het Sloe, de verdediging van de Hollandsche kust tegen het water, de pneumatische fundeeringen met de machine van den heer Eijnje, enz.; verder eenige modellen en reliefs, een model van het zuidelijk landhoofd aan den Hoek van Holland en ec-n ander van de havenwerken te Harlingen, een relief van de doorgraving van Holland op zijn Smalst en een van de Zuiderzee, geologisch gekleurd, enz. Verder een aantal photographiën. De heer Heemskerk heeft niet te veel gezegd, toen hij beweerde dat deze vóór-tentoonstelling een gunstigen indruk maakt. De bewerking van de kleine modellen, van de reliefs en van de reusachtige teekeningen werd algemeen geprezen. Het streven, om het zuiver wetenschappelijke in een artistiek kleed te steken, spreekt duidelijk uit al wat geëxposeerd is, en dat men in dit streven is geslaagd, vond veel erkenning. (N.Rott. Ort.) De heer S. A. de Wit, een sigarenhandelaar te 's Hage, die dezer dagen overleed, heeft aan zijn winkelbedienden en werklieden legaten vermaakt, van f 100 tot f 2000 opklimmende. In het Vaderland geeft de heer van Zijll de Jong, laatstelijk kommandant der artillerie in Atsjin, een over- zigt van de zaken aldaar. Hij toont aan, dat de onder werping afhangt van het bezetten der vijf monden of lagunes der Atsjin-rivier, van welke reeds drie in onze magt zijn, en het opwerpen van werken aan de twee hoofdwegen, die uit Pedir (Oostkust) en langs de westzijde naar Groot- Atsjin leiden, en die beiden digt ergens de kust naderen. Als men die plekken tegelijkertijd bezet en er versterkingen aanlegt en van die wegen uit naar Kotta-Radja marcheert, zal de kracht van het verzet worden verbroken. Bovendien zal het bezetten dier vier punten allen toevoer van buiten afsnijden. Hij merkt verder op, hoezeer het wilde verzet der Atsjinezen reeds is afgenomen; te Garouw en Soerian, die in Junij en Julij 1874 bezet zijn, wilden zij van geen overgeven weten, thans trekken zij bij een krachtigen aanval zich terug. Hij geeft voorts een opsomming der staatjes die zich reeck hebben onderworpen en daaruit ziet men dat verreweg het meerendeel (40) ons gezag reeds erkent, en dat slechts 9 zich nog handhaven, van welke alleen Pedir en Simpang-Olim eenige beteekenis hebben. Als wij de vier genoemde punten in het met November beginnende saizoen bezetten, dan acht hij de tijd van volledige onder werping niet ver af. In den aanhef wijst hij er nog op dat de groote oorlogen in Indië altijd lang hebben geduurd, dat Frankrijk hetzelfde in Algiers, Rusland in Azië en de Vereenigde Staten tegenover de Indianen hebben ondervonden. Uit het Noorden des lands meldt men aan het U. D., dat het slagtvee tegen hoogen prijs voor binnen- en buiten- landsche rekening wordt opgekocht en verzonden. De prijzen der vette koeijen bedragen f 250300de aftrek is be langrijk en bijna dagelijks leveren Friesland en Groningen een honderdtal af, wordende per spoornaaralom geëxpedieerd. Ook vette schapen zijn zeer in trek en brengen door elkander van f 30 a 40 op; puike soort. Nopens den veehandel in Duitschland meldt men aan het U. D., dat de vraag naar goed Zwitserscli fokvee ook dezen herfst regt levendig is. Naar Nederlandsch, Oost- friesch en Holsteinsch vee was de vraag dit jaar verminderd. De oorzaak moet voor een deel gezocht worden in den slechten oogst, wat de voedergewassen betreft, de lage prijzen voor granen en spiritus en in het in vele streken heerschende mond- en klaauwzeer, dat de meeste veehouders afschrikt dat edele fokvee voor liooge prijzen te koopen. Een natuurlijk gevolg hiervan is het dalen der prijzen. Alleen de best gefokte dieren zijn niet goedkooper geworden, schoon in 't algemeen koeijen en vaarzen wel om de 30 pCt. en meer daalden. De weezeninrigting te Neerbosch en Nijmegen, door den heer J. van 't Lindenhout zonder eenige middelen voor p. m. 12 jaren in 't klein begonnen, breidde zich zóó danig uit, dat het aantal verpleegden aldaar thans tot 432 geklommen is. Deze inrigting wordt geheel uit vrijwillige bijdragen onderhouden, die steeds van alle zijden inkomen; zoodat gedurende den tijd van haar bestaan, alleen aan kleine giften de som van p. m. f 416.000 is aangebragt. De kosten voor 't onderwijs der weezen bedragen thans elke week p. m. f 1200. Eene particuliere telegrafische depêche uit Engeland, staande de jl. Vrijdag te Zwolle gehouden weekmarkt ont vangen, deed onmiddelijk eene daling in de prijzen van kalfdragend vee ontstaan. De oorzaak hiervan is deze: de veeboot van Rotterdam naar Londen is een paar dagen geleden te Harwich in quarantaine gehouden, vermoedelijk omdat in Nederland tongblaar en klaauwzeer heerschen. Jl. Zaturdag had ten Gouvernementshuize te Leeu warden van Rijkswege de aanbesteding plaats van den aanleg van een gedeelte havendam, tot verbinding van het Noorderhoofd met de zeewering benoorden Harlingen, het opruimen van het oude Noorderhoofd en den bouw van eene loopbrug, een en ander tot voortzetting van de ver betering der haven aldaar. Voor dit werk, geraamd op f 340,000, zijn ingekomen 7 inschrijvingen. Provisioneel is aannemer gewordende laagste de inschrijver, dehr.D. Volker, te Dordrecht, voor f 319,800. «Voor November a. s.» zoo meldt een particulier schrijven uit Indië, «zijn reeds drie complete bataillons aangewezen om van Java naar Atsjin te worden overgevoerd zij zullen aldaar tot vliegende colonnes worden geformeerd, om alle vijand's versterkingen en schuilhoeken rondom Kotta-Radja en onze andere forten en sterkten te vernielen en verder den vijand afbreuk te doen. De bezetting, zooals zij thans is, zal daarom niet worden verwisseld. Ons koloniaal leger zal aldus in de gelegenheid worden gesteld een einde to maken aan het werk, door generaal van Swieten zoo luisterrijk begonnen.» (Hbl.) In het Russische leger is het dezer dagen voor de eerste maal voorgekomen, dat een Israëliet tot officier is benoemd. Aan de hh. G. Swerver, lste luit. en J. Wardenier, voormalig muziekant, beiden te Alkmaar, is als blijk van Zr. Ms. goedkeuring en tevredenheid, toegekend het eereteekeu tot belooning voor eervolle langdurige en werkelijke dienst bij de dd. schutterij aldaar. Tweede Kamer. Zitting van Zaturdag 23 October. I)e Commissie tot onderzoek der regeringsstukken op de adressen tegen de bekende overeenkomst met de Rijnspoorweg-Maatschappij heeft rapport uitgebragt. De meerderheid stelt voor dat door die overeenkomst het algemeen belang niet behoorlijk is behartigd, de minderheid drukt als haar gevoelen uit, dat het, na al het vroeger gebeurde, verkieslijker ware geweest als de overeenkomst ware aangegaan onder voorbehoud van de goedkeuring der Staten-Generaal. De dag der beraadslaging zal nader bepaald worden. Uitvoerige beraadslagingen zijn gevoerd over de lijn Breda's Hertogenbosch, in verband met twee amen dementen tot verandering der rigting en een van den heer Harinxma tot het schrappen dier lijn. De minister heeft de amendementen bestreden en het laatste doodend voor de wet genoemd. Na discussie zijn deze lijn en GroningenDelfzijl afgehandeld. Zitting van Maandag 25 October. De discussiën zijn geopend over de nieuw voorgestelde lijnen. Bij het voorstel Leiden Utrecht heeft de heer van den Berch van Heemstede die lijn ver dedigd uit het oogpunt van billijkheid voor de Rijnstreek-bewoners. Hij wilde den weg nemen over Leiderdorp en Oudshoorn. De minister Heemskerk heeft de lijn bestreden als concurreerende met de lijn LeidenWoerden. Dat zou niet billijk zijn. De minister betuigde tevens de volkomene en onbevlekte goede trouw en loyauteit der heeren Sloet en de Bordes en de volkomen kennis van zaken waarmede de Leidsche gemeenteraad een zeer weinig bezwarende verpligting op zich heeft genomen. Bij de indiening der onteige ningswet LeidenWoerden en die voor verbinding van het gemeenschappelijk station te Rotterdam naar den Rijnspoorweg zal de Kamer over de zaak in haar ganschen omgang hoopte de minister even denken als hij. Ook de overige lijnen heeft de minister bestreden. Heden voortzetting. Bij de Kamer is ingekomen een wetsontwerp, strekkende om, als bijdrage tot dekking van Be uitgaven ten behoeve der voltooijing van het vestingstelsel voor de dienst van 1876, toe te staan eene uilkeering van 5 millioen gulden uit de nader bij de wet vast te stellen saldo's der Indische diensten van 1867 en 1872. België. De correctionnele regtbank te Brussel heeft jl. Zaturdag den 21jarigen Jules Auguste Heenen of Haenen schuldig verklaard aan vervalsching van Brusselsche loten 1874. Op 563 stukken, deels recepissen, deels aandeelen, van de in genoemd jaar door de stad Brussel gesloten leeniug, had hij nl. deels de verklaring dat zij volgefourneerd zijn, deels valsche hand teekeningen geplaatst. Hij is veroordeeld tot vierhonderd vijf—en—tachtig gevangenisstraffen, elke van drie jaren en even zoo vele geldboeten elke van zes-cn-twintig francs, en wegens valschheid tot negen—en—veertig gevange nisstraffen elk van drie maanden, benevens negen-en-zestig geldboeten elke van zes—en-twintig francs, wegens poging tot valschheid; te zamen dus: 1475 jaren opsluiting en 14,664 francs boete, welke straftijd en boete krachtens de wet gereduceerd worden tot tien jaren gevangenisstraf, zijnde het dubbel van het maximum van correctionele straf, en tot 4000 frs boete. De bekende Cornil, die een halfjaar gelecfen in tegen woordigheid van de directeuren eener gevangenis proeven zijner behendigheid in het openen en verbreken van sloten gaf, heeft opnieuw aan de verzoeking geen weerstand kunnen bieden en is dezer dagen weer uit de gevangenis te Leuven ontsnapt. Frankrijk. De burgemeester van Rijssel heeft bij besluit van den 18 dezer het bespelen van piano's en draaijorgels op alle openbare plaatsen verboden, op grond dat zulks«dik werf aanleiding geeft tot ontuchtige dansen en liederen, den werkman van den arbeid afhoudt en jonge meisjes aanlokt, voor wie het een prikkel tot losbandigheid wordt;» voorts omdat «het geraas van zulke muziek bovendien den buren inderdaad overlast aandoet.» Het Journal des Débats, niet zonder bitterheid met het bevelschrift den draak stekende, geeft den burgemeester den raad om vooral niet halverwege te blijven staan en ook de violen en doedel zakken niet te sparen. Alleen de bakerdeuntjes behoort hij te dulden, meent het blad, «ten einde zijne ondergeschikten in de wieg in slaap te houden en aan stilte te gewennen, welke heerschen moet in eene, onvoorwaardelijk aan de vakerigheid der zedelijke orde overgeleverde stad.» Engeland, Voortdurende regens en aanhoudende stormen hebben groote schade veroorzaakt in de graafschappen in 't midden en westen van Engeland; verscheidene rivieren zijn buiten hare oevers getreden; de schade is aanzienlijk en vele menschen hebben het leven verloren. Ook hebben vele schepen op de noordwestkust van Engeland en Schotland schipbreuk geleden. Een schrijven van een der leden van de Engelsche Noordpool-expeditie, door de Pandora meêgebragt, doet een levendige hoop op 't slagen dier expeditie doorstralen. De togt van Upernivik door de meestal zwaar met ijs bezette Melville-baai moet zeldzaam snel en voorspoedig zijn geweest. «Toch,» zegt de schrijver, «moet gij niet verwachten ons voor het einde van 1877 terug te zien.» Er is meer dan eens op gewezen dat de agitatie van den heer Plimsoll tegen gewetenlooze reeders niet geheel van eenzijdigheid vrij te pleiten is, en dat er zoowel door onzeewaardig zeevolk als door onzeewaardige schepen zeerampen te betreuren vallen. Herhaaldelijk is geklaagd over de gewoonte van nieuw aangeworven matrozen om dronken en geheel verliederlijkt aan boord te komen, zoodat zij buiten staat zijn behoorlijk dienst te verrigten gedurende de eerste dagen na 't in zee steken -— juist dus wanneer 't schip 't meest blootstaat aan 't gevaar van onheil te beloopen. Een brief in den Times maakt melding van een geval, waarin, door de schuld van deze onzeewaardige matrozen, een nieuw en sterk schip, van Cardiff uitgezeild, bijna verloren was gegaan. Het moeten vooral de Engelsche zeelui zijn, die zich in dit opzigt bezondigen. Britsche gezagvoerders verklaren dan ook aan een bemanning van buitenlanders de voorkeur te geven boven een Engelsche bemanning. Dezer dagen is een heer op een spoortrein weder het slagtoffer geworden van een dief, die een gesprek met hem aanknoopte, hem eene sigaar aanbood en hem bewoog en een teug uit eene reisflesch te nemen. Onmiddelijk daarna moet de reiziger bewusteloos geworden zijn, want hij wist zich niets meer te herinneren. De dief had hem natuurlijk van alles beroofd en was, bij aankomst van den trein verdwenen. Te Londen zijn 13 kinderlijkjes op het erf van een lijkbezorger met name Blundell gevonden. Men vermoedt, dat hij aan de betrekkingen de kosten eener behoorlijke begrafenis in rekening gebragt heeft. De Engelsche dagbladen nemen een berigt over uit St. Louis, volgens hetwelk eene vrouw, «madame Fortmeijer genaamd,» uit de gevangenis ontsnapt is, alwaar zij tien jaren moest doorbrengen, als straf voor door haar begane kindermoorden. Zij zou, volgens het berigt, niet minder dan vijftig kinderen om het leven gebragt hebben, onder welke eenige harer eigene kinderen. Deze moordenares verbrandde hare slagtoffers en twee werden in haar huis gevonden. Zij was aan de doodstraf ontkomen door tusschen- komst van invloedrijke personen te St. Louis. Jl. Donderdag heeft Keizer Wilhelm aan een schitterend hofbal deelgenomen. Van een uitstapje naar het Como-meer, waartoe reeds groote toebereidselen gemaakt waren, moest, wegens het slechte weder, worden afgezien. Generaal Petitti heeft eene dagorder uitgevaardigd, waarin den troepen, die bij de groote wapenschouwing van jl. Dingsdag tegenwoordig waren, wordt medegedeeld, dat de Keizer zich met lof over hunne uitmuntende houding en den schitterenden afloop der parade heeft uitgelaten. Volgens een telegram uit Milaan zou de Keizer van Duitschland jl. Zaturdag, die stad des ochtends te elf ure verlaten en na te Botzen overnacht te hebben, over Kufstein Salzburg, Passau, Regensburg en Leipzig reizende, Maandag omstreeks vijf ure te Berlijn aankomen. Door de overheid van Berlijn is, in naam van de bevolking dier hoofdstad, den burgemeester van Milaan, graaf Bellen- zaghi, bij telegram dank gezegd voor de schitterende en hartelijke ontvangst, den Keizer bereid als een teeken van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1875 | | pagina 2