STATEN-GENERAAL.
Buitenland.
Duitschland.
dat het proletariaat nogmaals opstond tegen kapitaal en
adel en de gruwelen van '89 en van de Commune herhaalde,
dan zou de schuld daarvan zwaar drukken op hen, die 't
noblesse oblige vergaten, en hun stand onteerden, dan
zou het proletariaat voor zijn euveldaden een magtigen
aandrang vinden in de slagtoffere der roué's....
Op het nijverheids-congres te Breda, in dit jaar ge
houden, legde de generaal-majoor Delprat stukjes brandbare
stof over, die buitengewoon veel rook zouden verspreiden,
waarmede men zich voorstelde in oorlogstijd de zeegaten
door dikke rookwolken aan 's vijands oog te onttrekken.
Het congres heeft aan de departementen voorgesteld om
met deze «kunstmatige wolken» ten behoeve van den land
bouw proeven te nemen en het departement Arnhem heeft
zich voorgenomen aan die uitnoodiging gevolg te geven.
Ook de boomkweeker Smits, te Deventer, zal onderzoeken
of de kunstmatige nevels niet dienstig kunnen zijn om
nachtvorsten te weren.
De dienst der Stoomvaartmaatschappij Zeeland is
gisteren plotseling gestaakt, tot de Pier te Queensborough
gereed zal zijn.
Twee der drie schepen worden in Engeland gerepareerd.
Jl. Donderdag is te Sneek het treurig berigt ontvan
gen, dat op het eiland Borkum is aangespoeld het lijk van
kapt. F. C. Prins, aldaar te huis behoorende. Zijn schip,
de Heerenveen, was met eene lading hout van Noorwegen
naar Amsterdam bestemd en schijnt in de jongste stormen
te zijn vergaan. Van het lot der overige opvarenden is
niets bekend.
Men meldt uit Maastricht:
«Een kind, dat van den vergiftigden aardappel koek,
waarvan dezer dagen melding werd gemaakt, gegeten had,
is onder hevige krampen overleden.
Het geregtelijk onderzoek schijnt aan het licht te hebben
gebragt, dat de raapolie, waarmee de koek gebakken was,
kopergroen bevatte.»
Een waarschuwing voor baldadige kinderen:
Terwijl een landbouwer door de gemeente Vrijhoeven-
Capelle een paard geleidde sloeg een 5jarige knaap het
dier met een houtje. Het paard schopte achteruit en het
kind zal zijn plaagzucht vermoedelijk met een hersen
schudding bekoopen.
Een drama op zee. Te Brest is eene strafzaak
aanhangig, die veel opzien baart. Den 15 Oct. 1874 verliet
de brik H. L., van Nantes, Hongkong met bestemming
naar Cheefoo. De kapitein Blanchet had zijn scheepsvolk
bijeengeraapt te Hongkong; het bestond uit den stuurman
van der Noot, een Nederlander, de matrozen Carl Joly,
Johan Plath, Paul Kunel, alle Duitschers, Mariano Manua
een Spanjaard, Joseph Gridley, een Engelschman en Vicenzo
Maraschieh, een Oostenrijker; verder A-on de kok en
A-quaï, de kajuitsjongen, beide Chinezen. Van den beginne
af klaagde het volk over het voedsel dat aan hen werd
uitgereikt, en over de brutaliteit van den kapitein, en toen
deze weigerde Manilla aan te doen nam de ontevredenheid
toe. Van der Noot stookte het volk verder op en sommigen
stelden voor den kapitein over boord te werpen. Het blijkt
dat Blanchet op vroegere reizen zoo gestreng was, dat hij
de geoorloofde grenzen in 't straffen overschreedbovendien
was hij zuinig tot gierigheid toe. Intusschen had het
scheepsvolk zich op deze reis niet over wreedheid te
beklagen; Blanchet was heftig, raasde nu en dan, doch
niemand bekommerde zich daarover en volgens het journaal
werd geen strafoefening gehouden. De klagten over het
eten hebben alleen op de hoeveelheid betrekkingde
hoedanigheid was goed, althans A-on de kok erkent dat het
gezouten vleesch van goede kwaliteit was en over de groenten
klaagde niemand.
Op den 26 Oct. des middernachts stond Joly aan het
stuurrad en van der Noot was op het achterdek; Plath
was bij den grooten mast en Manua was voorop om uit
te kijken. De zee stond zeer hol. Blanchet kwam op
dek, Joly sprong op hem toe en wierp zijn kapitein over
boord, doch deelde bijna het lot van zijn slagtoffer; deze
nl. greep hem bij de haren en sleurde hem mede over
boord; Joly wist evenwel zich aan een ketting vast te
houden en werd door van der Noot weer binnen boord
geholpen. Joly vertelde toen aan van der Noot, dat hij
den kapitein overboord geworpen had. Van der Noot
gaf geen antwoord, vroeg niets, wendde geen poging tot
redding aan en vertelde een uur later aan Manua dat de
kapitein dood was. Toen maakte hij twee uur later A-quaï
wakker en vroeg hem waar zijn meester was; hij ging
toen naar de kajuit van den kapitein en maakte zich
meester van diens geld. Ten vier uur riep van der Noot
het scheepsvolk bijeen en vroeg of iemand den kapitein
ook had gezien.
De H. L. was toen bij Luzon en er werd een verhaal
■- opgesteld, waarin wordt gemeld, dat de kapitein om half
een op 't dek was gekomen en na dien tijd niet meer was
gezien; slechts de beide Chinezen werden niet ingewijd in
't geheim. Te Lien-chien gekomen verteerde het scheepsvolk
het geld van den kapitein en de opbrengst van een deel
der lading in allerlei ongebondenheid.
Toen intusschen het verdwijnen van kapitein Blanchet
te Hongkong bekend werd, door een berigt dat van der
Noot gemeend had den Franschen consul te moeten doen
toekomen (Gridley bragt dat berigt over), kreeg men
achterdocht, en een kanonneerboot werd naar Macao,
werwaarts de H. L. intusschen vertrokken was, gezonden.
Toen het scheepsvolk gevangen genomen was, beschuldigden
zij allen Joly van den moord, doch deze ontkende pertinent
het feit. Ten slotte werden de manschappen allen naar
Brest vervoerd, waar thans hun zaak vervolgd wordt.
Een kapitein, bij wiens compagnie zich veel soldaten
en zelfs onderofficieren aan dronkenschap schuldig maakten,
gelastte dat ieder, die beschonken was geweest, zich den
volgenden dag bij hem moest aanmelden. Kort hierop
vervoegde zich bij hem een sergeant in beschonken toestand.
«Kapitein,» zeide hij, «ik kom u zeggen dat ik gisteren
dronken ben geweest.» «Maar gij zijt op dit oogenblik
weêr dronken.» «Ja kapitein, maar dat kom ik u
morgen zeggen.»
Benoemingen, enz.
Tot ridder der Militaire Willemsorde is benoemd de luit. ter
zee 1ste kl. II.. A. Sirks; eervol te vermelden bij afzonderlijke
dagorders, zoo in Indië als in Nederland: de luit. ter zee 2de kl.
C. J. de Jong, de 1ste luit. van het korps mariniers J. L. Cadet,
de matrozen 1ste kl. 1'. de Brabander en H. Weelink; de marinier
lste kl. P. T. van Tol, de marinier 2de kl. H. Jansma, sedert
bevorderd tot marinier lste kl.en in te schrijven als eervol
vermeld de sedert overleden sergeant der mariniers P. A. Notenbos
en de bootsmansleerling lste kl. J. Kelbling.
De dirig. off. van gez. bij de zeemagt dr. D. Hellema en de
luit. ter zee lste kl. J. A. Snoek, laatst behoord hebbende tot bet
escader in Oost-Indie en den 8sten dezer teruggekeerd, worden
met dien datuin op non-activiteit gesteld.
Tweede Kamer.
Zitting van Maandag 15 November. De beraadslagingen over
de Indische begrooting worden voortgezet, en wel over de 4de
afdeeling van Hoofdstuk II. Een daarbij door den heer Mirandolle
voorgesteld amendement werd met 36 tegen 29 stemmen ver
worpen. Onderscheidene nieuwe wetsontwerpen zijn bij de Kamer
ingekomen.
Aan het antwoord van den minister van Buitenl. Zaken op het
afdeelingsverslag over zijne begrooting is het volgende ontleend:
Onze vertegenwoordiger is uit Caracas teruggeroepen en heeft Vene
zuela bereids verlaten. Op minnelijke afdoening van de bestaande
moeijelijkheden blijft de regering grooten prijs stellen. De kwestie
van 't sluiten van uitleveringstractaten, ook toepasselijk op de
Koloniën van den Staat, is nog in overwegingde bezwaren tegen
zoodanige tractaten zijn niet gering. Tegen 't gevaar dat schepen,
in Engeland afgekeurd, onder onze vlag zouden komen, moet zeer
gewaakt worden. Ingestelde onderzoekingen, bij het vermoeden
van dergelijke praktijken, hebben nog geene feiten opgeleverd, die
wettelijke maatregelen noodig maken. De meeste Kamers van
Koophandel in onze zeesteden, in het voorjaar door de regering
geraadpleegd, hebben zich tegen 't invoeren van soortgelijke bepa
lingen als in Engeland bestaan verklaard, in welke zienswijze ook
door de commissie voor de enquête naar den toestand der koop
vaardijvloot schijnt te worden gedeeld. De regering heeft op de
klagt wegens onregtmatige handelingen van Engelsche visschers
zich gewend tot de Brilsche regering, en hoewel deze bereid was
om de schuldigen te straffen, waren de klagten en opgaven onzer
visschers als gewoonlijk te onbestemd. De regering heeft echter
door het uitzenden van een oorlogschip maatregelen genomen ter
beveiliging onzer visschersvloot. Door den minister wordt gezorgd
dat onze diplomatieke en consulaire agenten voorlichting ontvangen
omtrent de wervingen voor ons O.-I. leger. De verklaringen,
door den minister van Koloniën onlangs in de Eerste Kamer
gegeven, zijn de aandacht van het buitenland niet ontgaan. Iu
verband tot 't protectiotoniscli streven, in meerdere landen geopen
baard, laat de regering niet na, bij 't regelen van de internationale
handelsbetrekkingen, te trachten 't stelsel van vrijen handel te
doen huldigen en deswege in overleg 1e treden, waar gelegenheid
daartoe bestaat. Het doel der benoeming van een raad-adviseur
bij 't depaitement is geen ander dan de uitstekende specialiteit,
die reeds sedert verscheidene jaren zitting heeft in de commissie
voor 't diplomatiek examen, naauwer en duurzaam aan liet depar
tement te verbinden en te kunnen raadplegen nopens moeijelijke
vraagstukken van internationaal regt.
Aan de memorie van beantwoording over Hoofdstuk "VII B
(departement van Financiën) is het volgende ontleendDe minister
heeft er naar gestreefd de begrooting van uitgaven zoo zuinig
mogelijk in te rigten. Nog iu deze zitting zal de indiening van
de comptabiliteitswetten bij de Kamer kunnen plaats hebben. De
minister hoopt, dat de eerstdaags in te zenden voordragt tot
wijziging van liet tarief, aan de wenschen, in het verslag uitge
drukt, zooveel mogelijk zal tegemoetkomen. Tot ontbinding dor
algemeene commissie van likwidatie der zaken van de voormalige
wees- en momboirkamers bestaat geen grond, voordat dc baar bij
de wet van Maart 1852 opgelegde taak is volbragt. Dit is thans
nog niet het geval. Tot het vaststellen van een nieuw model voor
muntbilletten zijn overwegingen aanhangig. Sedert 1 Aug. wordt
de nieuwe belastbare opbrengst der gebouwde eigendommen in de
kadastrale leggers aangetcekend, en dat werk zal binnen kort
voltooid zijn. Dientengevolge zal de wet op de herziening der
belasting op de gebouwde eigendommen den 1 Jan. 1876 ten
volle in werking zijn gebragt. De Britsche gezant heeft inderdaad
het nemen van maatregelen aanbevolen ten einde te verhoeden dat
Engelsche schepen onder Nederlandsche vlag gebragt worden om
het toezigt van den lioard of trade te ontgaan. De minister is
van gevoelen, dat de herziening der belastbare opbrengst van de
ongebouwde eigendommen moet worden voorafgegaan door eene
betere organisatie van het kadaster. In de zaak der goederen van
St.-Agatha is het onderzoek nog niet geheel afgeloopen. De
tractementen van de ambtenaren der posterijen zijn in de laatste
jaren gaandeweg vrij aanzienlijk verbeterd. Daarmede zal geleidelijk
worden voortgegaan. De vereeniging van post- en telegraaf
kantoren is reeds in 83 plaatsen tot stand gebragt, terwijl zij
eerlang in 15 andere haar beslag zal krijgen. Voor de dienst
der posterijen is de aanstelling van vrouwelijke ambtenaren niet
raadzaam, zoolang er nog geen gebrek bestaat aan jongeliden, die
bij dezen tak van bestuur een middel van bestaan zoeken. Binnen
zeer kort hoopt de minister het besluit openbaar te maken, waarbij
de postkantoren tot inbrenging van spaarpenningen worden open
gesteld. De opheffing of afschaffing der collatieregten maakt een
onderwerp van overweging uit, die, onder den vorigen minister
van justitie begonnen, nog tot geen besluit onder zijn opvolger
heeft geleid. Eene nieuwe regeling der kerkelijke pensioenen komt
den minister voor alsnog niet wenschelijk voor.
De regering heeft eenige inlichtingen gegeven op het adres van
directeuren der Maatschappij tot exploitatie van veestallen en vee
transporten enz., betreffende het verbod van in- en doorvoer van
rundvee. De slotsom is, dat verschillende redenen de regering
nopen het verbod van invoer van rundvee van buiten 's lands in
stand te houden.
België.
Te Seraing heeft dezer dagen in de kolenmijn eene gas
ontploffing plaats gehad. Er zijn tot dusver twee-en-veertig
lijken gevonden. Men spreekt bovendien van niet minder
dan een honderdtal gewonden.
De Lennie, kapt. Hatfeld, van Yarmouth (Nieuw
Schotland) verliet den 23 Oct. Antwerpen om naar New-
\ork te gaan. Den 31 sloeg een deel van 't scheepsvolk
aan t muiten en de kapt., stuurman en bootsman werden
vermoord. Een ander deel van 't scheepsvolk vreesde dat
zij 't zelfde lot zouden ondergaan en wierpen flesschen
over boord waarin briefjes gestoken waren, waarbij in 't
Fransch en Engelsch om hulp werd verzocht. Een der
flesschen spoelde aan de Fransche kust aan, een schip werd
afgezonden en de Lennie werd aangehouden. Aan boord
waren 5 man en 1 jongen, 4 van hen zijn verdacht van
medepligtigheid aan 't oproer, terwijl 6 anderen, alle
Grieken, in een boot ontsnapt zijn. De Lennie zal naar
St. Nazaire worden gevoerd om de beschuldigden aan de
Engelsche autoriteiten over te leveren.
Frankrijk.
Van Zondag avond tot Woensdag ochtend zijn alleen
te Parijs 10,000 schoorsteenen omgewaaid, 160 daken min
of meer beschadigd, 80,000 ruiten gebroken en 200 boomen
geknakt of ontworteld.
Engeland,
De Prins van Wales heeft te Bombay deputatiën en
Vorsten ontvangen, bezoeken beantwoord, feestmalen
bijgewoond, enz. Aan een maaltijd, waar te zijner eere
2000 matrozen, mariniers en soldaten vereenigd waren,
heeft hij, volgens de telegrammen van den Times, aller
harten door zijne minzaamheid en gemeenzaamheid gewonnen.
Ook heeft hij den eersten steen gelegd van een nieuw dok,
welks oprigting van de vrijmetselaarsloge uitging.
De Prins is te Poena aangekomen en schitterend ont
vangen. Het is onzeker hoe hij verder zijn reis zal inrigten.
Er heerscht zulk eene cholera-epidemie in het zuidelijk
deel van Mahratta en in Madras, dat de Prins op raad zijner
geneesheeren eene jagtpartij en Beypore opgaf en misschien
Madras niet bezoeken zal.
Reeds geruimen tijd zijn de vooruitzigten van den
ijzerhandel in het noorden des lands zeer ongunstig. De
heeren Bolckley Vaughan Go. hebben kortelings geleden
aangekondigd, dat zij hun ijzersmelten moeten staken, en
andere firma's zullen het voorbeeld volgen. De werklieden
in eerstgenoemde smelterij, tien duizend man, zullen weldra
zonder werk zijn. In het district Middlesborough loopt
een derde van het volk der smelterijen ledig en 300
of 400 genieten onderstand. De lage prijzen van het ijzer,
door welke het niet vergund is te werken, hebben nog
geen orders uitgelokt en tot staking genoopt. De steen
kolenhandel kwijnt als een natuurlijk gevolg insgelijks en
eene vermindering van 20 pCt. is in de loonen van de
mijnwerkers ophanden. De hardnekkige weigering van het
volk om mindere loonen aan te nemen, en in sommige
plaatsen de eisch zelfs van hoogere loonen, vermeerdert het
netelige van den toestand. Toen de toedragt van zaken in
het voordeel van het werkvolk was, nam het de uitspraak
van het scheidsregt aan, doch thans, nu het klaarblijkelijk
is dat de staat van den ijzerhandel geene verhooging van
loonen toelaat, maar integendeel billijkerwijze eene ver
mindering gebiedt, wordt het voorstel om de uitspraak van
het scheidsregt als eene beslissing aan te nemen, door het
werkvolk geweigerd.
Volgens mededeelingen van den tweeden geredde
der schipbreukelingen, die zich op de stoomboot Pacific
bevonden, waren 250 menschen aan boord, toen het schip
op een klip stootte en zonk. Er heerschte de grootste
verwarring; de reizigers drongen elkander van het dek af
en vulden de booten, in strijd met de bevelen. Een der
booten, waarin 15 vrouwen, sloeg om. Een andere boot,
met den eersten stuurman en acht matrozen, roeide weg.
Het schip zonk snel en liet eene massa van drijvende
menschen achter, die spoedig verdwenen. Eenige lijken
zijn opgevischt.
De Duitsche Keizer, Koning van Pruissen, heeft dezer
dagen van een ingezetene van Berlijn een hoogst belang
wekkend en zeldzaam geschenk ontvangen, nl. een ver
zameling van oorspronkelijke handschriften van beroemde
componisten. In die collectie bevinden zich twee quintetten
van Spohr, een klavierstuk van Thalberg, een Italiaansche
aria met orchestbegeleiding van C. M. von Weber, een
symphonie van Schubert, enz., enz. Het belangrijkste van
alles is echter, in vier deelen, het eerste ontwerp der
achtste symphonie van Beethoven. Deels met inkt, deels
met potlood verschillend van kleur, op enkele plaatsen
met groote haast, op andere plaatsen met gemoedelijke
naauwgezetheid geschreven, levert het geheel een bont en
vaak moeijelijk te ontcijferen beeld. Onderscheidene bladen
zijn gansch doorgehaald, en daar staat bijgeschreven:
«So wird es nie et was,« of das ist NichtsOp een andere
bladzijde heeft hij gezet: «05 ich das wiederholen lasse.»
Dezegaanteekeningen, door welke een naauwkeurig overzigt
van het werk mogelijk is, zijn natuurlijk veel belang
wekkender dan de volledige partituur door Beethovens
hand geschreven.
Rnslani
Een telegram uit St.-Petersburg van 12 dezer luidt
als volgt:
«Uit Livadië is order ontvangen, dat drie divisiën van
het militair district St. Petersburg den 13 dezer voor
de dienst moeten gereed zijn. Daartoe behooren de 24ste
divisie infanterie onder Bartelai en de 2de divisie grenadiers
onder Zimmerman. Men verzekert, dat die order ook is
gegeven aan de 40ste divisie infanterie. Alle troepen in
het zuiden van Rusland zouden reeds gereed zijn.»
Jl. Zondag werd dit niet zeer geruststellende berigt
gevolgd door een Reuter-telegram uit Berlijn van dezen
inhoud
«Aan Engelsche en Belgische bladen is gemeld, dat de
Keizer van Rusland uit Livadië order had gegeven, om
tegen den 13 dezer drie divisiën op voet van oorlog te
brengen. Dit berigt wordt te Berlijn uit St. Petersburg
tegengesproken, als zijnde ten eenenmale onwaar.»