hen gevraagd wordt, met lust en ijver te vervullen. Het
goede voorbeeld vinde dan ook elders navolging.»
Naar de Amst. Crt. verneemt, is het lokaal Odéon,
te Amsterdam, door de makelaars A. H. Hedden, J. F. Burg
hoorn en H. Buisant des Amorie voor f 53,000 uit de hand
gekocht ten behoeve der Vrijmetselarij.
Men leest in het Handelsblad van 17 dezer:
«Gisteren avond, omstreeks 7 uur, belde de heer Tangen,
gepensioneerd Oost-Indisch ambtenaar, aan een huis op het
's Gravenhekje, te Amsterdam, waarin mevr. Tangen woont,
van wie hij gescheiden leeft. De heer Tangen had het voor
nemen om, zooals hij heden morgen aan den commissaris
van politie verklaarde, zijne vrouw en zich zeiven dood te
schieten. Naauwelijks was de deur door eene dienstbode
geopend, of de heer Tangen loste dadelijk een schot, ge
lukkig zonder de meid te raken, die, terwijl de dader het
huis inliep, op do stoep en op straat om hulp schreeuwde.
De heer Tangen doorzocht daarop het, huis, maar vond zijne
vrouw niet, die afwezig was. Hij verborg zich onder een
ledikant en werd daar door de inmiddels aangerukte politie
gearresteerd. Men vond bij hem een revolver, met nog
twee schoten geladen, benevens 100 patronen.»
Door de stormen van de laatste dagen hebben de
havenwerken van het Noordzee-kanaal veel te verduren
gehad. Of de dijken veel geleden hebben is nog onbekend,
aangezien ze nog niet kunnen worden bereikt.
Uit Wijk aan Zee wordt gemeld: Jl. Zondag, bij
een halven storm, kwam de schoener «Dollart» de haven
binnenzeilen van den nieuwen waterweg naar Amsterdam,
en liet tusschen de pieren het anker vallen. Twee knapen
van 16 en 14 jaar, zoons van een Engelschen duiker,
waagden het met een vlet naar het schip te varen, doch
eer het vaartuigje het schip bereikte, was de vlet omge
slagen. De beide jongens boetten hun roekeloosheid met
den dood in de golven. Het hondje, dat hen vergezeld
had, zwom naar 't strand en bereikte dit levend.
Twee knapen hadden jl. Dingsdag avond te 's Hage
de aardigheid in de Lange Pooten eenige zwermen af te
steken, met het ongelukkig gevolg, dat een bejaarde juf
vrouw door een daarvan in haar oog werd getroffen. Een
der jongens zette het op een loopen, de andere echter werd
door een agent van politie gevat en naar het bureel op de
Nieuwe Haven gebragt.
Jl. Donderdag avond is op de Heerengracht te 's Hage
een rijtuig, waarin een dame zat, door 't schrikken van het paard
met een boom in aanraking gekomen; de dame schrikte
zóó hevig, dat zij zonder bedenken uit het rijtuig sprong,
met het gevolg dat zij de wielen over beide beenen kreeg;
de koetsier, die van het ongeval niets vernomen had, kwam
zonder dame aan het opgegeven adres aaninmiddels werd
de gewonde dame naar de ouderlijke woning vervoerd,
waar spoedig geneeskundige hulp werd ingeroepen en ver
leend door dr. Moll.
Op de jl. Maandag te Gorinchem gehouden najaars-
of Sint-Maartensche paardenmarkt stonden 1250 paarden
aan de lijn, en hoezeer er minder dan ten vorigen jare
waren aangevoerd, heerschte er niettemin, vooral door
de aanwezigheid van een tal buitenlandsche kooplieden, die
aanzienlijke inkoopen deden, een levendigen handel. De
gemiddelde prijzen bedroegen voor veulens van f 80 tot 120,
voor 11 jarige paarden van f 150 tot 360, voor werk
paarden van f 280 tot 350, remonte-paarden van f 400
tot f 550 en voor luxe-paarden van f 600 tot 900.
Op de Dingsdag gehouden Sint-Maartens beestenmarkt
waren 6000 stuks hoornvee aangevoerd. Behalve de
inlandsche kooplieden, waren een groot aantal buitenland
sche veehandelaren, voor het meerendeel Belgen, Franschen
en Duitschers aanwezig, door welke laatsten vooral groote
partijen fokvee werden aangekocht, terwijl deze aanzienlijke
veemarkt zich over het geheel door een levendigen handel
kenmerkte. Kalfkoeijen 1ste kwal. golden van f 260 tot
f 320, vette koeijen van f 160 tot 280, kalfvaarzen van
f 150 tot 240, guste vaarzen van f 80 tot 130, graskal
veren van f 20 tot 45, 21 jarige ossen van f 110 tot 180.
Den 1 Dec. a. s. zullen de machinist-leerlingen te
Hellevoetsluis, het vijf-en-twintigjarig bestaan van hun
corps feestelijk gedenken.
Bij den landbouwer A. Hartjesveld te Zuid-Beijerland
is in de afgeloopen week het longvuur onder de paarden
uitgebroken. Drie paarden zijn er reeds aan bezweken;
ook de vijf overige zijn min of meer aan genoemde ziekte
lijdende, zoodat men vreest dat de geheele stal zal uitsterven.
Voor het kantongeregt te Schoonhoven is tegen den
23 dezer gedagvaard Charles Spriet, directeur van een
kermis-theater, als beklaagd ter zake hij op den 8 Sept. 11.
in zijn tent te Schoonhoven voor het aldaar aanwezige
publiek door een negenjarig meisje acrobatische kunsten
heeft doen verrigten.
Nopens den Duitschen veehandel schrijft men aan
het U. D. het volgende: Op de dezer dagen gehouden
Martinimarkt, was zulk een menigte vee aangevoerd, dat
men zich naauwelijks kan herinneren, ooit zulke driften op
deze markt gezien te hebben. Bij goeden omzet kostte
weidevee 54 a 63 mark, betere waar 66 4 75 mark, 1ste
kwal. gemest vee tot 84 rnark de 50 kilo. De prijzen rezen
vooral door belangrijke aankoop voor rekening van een
Brusselschen handelaar. Van Hollandsch en Oost-Friesch
fokvee had de firma Otto Boekhoff Co., te Loga bij
Leer, een belangrijke kudde aangevoerd.
Jl. Maandag zijn uit de Geldersche streken 500
schapen naar Engeland vervoerd; het grootste deel waren
vette schapen; de prijzen liepen hiervan tot f 45.
Op de jl. Maandag te Arnhem gehouden najaars
beestenmarkt waren ongeveer 1300 stuks rundvee aange
voerd. Prijzen 1ste kwal. van 6874, 2de kwal. van
5060 ets. per KG. Mindere soorten naar evenredigheid
handel redelijk vlug.
Te Zwolle heeft in eene woning in de Voorstraat
eene gasontploffing plaats gehad. Vier ramen zijn geheel
verbrijzeld en de huisheer, die slechts twee uren te voren
met zijne vrouw van de huwelijksreis was teruggekeerd, is
erg gebrand.
I De persoon van D. Garritsen, dezer dagen door de
raadkamer der arrondissements-regtbank te Heerenveen,
wegens den moord, gepleegd op Ina Bakker, dienstbode
bij den heer inr. P. Heringa Cats te Oranjewoud, naai
den procureur-generaal bij het provinciaal geregtshof in
Friesland verwezen, is jl. Maandag namiddag van Heerenveen
naar het huis van burgerlijke en militaire verzekering te
Leeuwarden overgebragt.
Gedurende al den tijd zijner gevangenschap heeft hij
nog niet het minste teeken van berouw over zijne misdaad
aan den dag gelegd integendeel toont hij zich steeds koel
en onverschillig.
Onder den titel«Mina Krüseman en hare leerlingen,»
lezen wij o. a. het volgende in het Vaderland:
Mejufvrouw Mina Kruseman en haar beide leerlingen,
de dames Elise Baart en Héléne Gerritsen, gunden den
Delvenaren jl. Maandag «een blik in de kunstenaarswereld»
te slaan. Slechts matig werd dit voorregt door de bewoners
van de grijze stad op prijs gesteld; do studentenbanken
waren goed bezet, in de loges en het parterre bleven vele
plaatsen ledig. De dramatische schets, door mej. Krüseman
ontworpen, behelst de oude geschiedenis, die voor deze
dames eeuwig nieuw blijft. De critiek, dat wil zeggen de
verslagen der dagbladen over tooneelvoorstellingen, zijn
de oorzaak dat ontluikende talenten ten onder gaan; mees
ter critiek is de moordenaar der ware kunstenaressen, zoenen
of geld moeten er geofferd worden; wie weigert, wacht de
wreedste marteldood.
In het eerste bedrijf vond men Laura (mej. Krüseman)
en Caroline (mej. Baart) bij elkaêi', sprekende over de
toekomst liarer kinderen, die ieder in eene afzonderlijke
wieg lagen. Laura's kleine heet Marie, Carolines doch
tertje is Elise. 't Zag er zeer huiselijk uit. Laura
scheurde het linnen, dat op tafel lag, met buitengewoon
geweld, of liever knipte er in; Caroline, haar vriendin,
zat op do canapé met de breikous. Doch het duurde niet
heel lang of linnen en breikous werden vergeten. De
dames geraken in strijd over wat wenschelijk is voor haar
kroost, Laura wil haar kind beroemd, groot, kunstenares
op de planken zien, en Caroline wenscht geld, veel geld.
Ze is, om met Laura te spreken, niet met één lekker
«hapje» tevreden, maar begeert eiken dag «saucys.»
Twee zeldzame verrassingen kenmerkten den verderen
loop van dit bedrijf. Laura hoort haar Adolf aankomen,
en ijlt hem tegemoet, blijft buiten de kamer, en nu
overvalt haar vriendin Caroline iets, waarvoor ik geen
naam weet. Ze loopt in 't vertrek, redeneert over het
geluk, dat ze haar kind toewenscht; komt op de canapé
te zitten, te liggen en slaapt. Doch gelukkig heeft men
den tijd niet, lang na te denken over dit zonderlinge geval,
dat zonder een overmatig gebruik van opium niet te ver
klaren is. Op eens verschijnen in de huiskamer twee
fantastische wezens: «Liefde,» in de zinnebeeldige kleuren
van wit en blaauw, en de gekroonde «Haat» in rood en
zwart gewaad. Elise, het dochtertje van Caroline, wordt
door «Liefde» in bescherming genomen, «Haat» kiest
Laura's dochter, Marie, tot haar prooi. Zij kroont het
arme kind tot een koningin der valsche kunst, terwijl
«Liefde» een bloemenkrans op 't hoofd van Elise legt.
Maar zij schrikt, want profetisch als deze «Liefde» is,
de bloemkrans schijnt haar een doodkrans toe.
In 't tweede bedrijf, de moeders zijn gestorven, vinden
wij Elise en Marie als volwassenen terug. De eerste wil
door studie schitteren. Zij bezit talent en tracht zich te
ontwikkelen, de laatste zoekt ook op de planken, maar op
een andere wijs haar doel te bereiken. Marie beweert,
dat studie toch niets geeft, de hoofdvraag is de «Pers» te
behagen. Heeft men die gekocht, dan is de weg tot een
paleis gebaand. Heeft men die tot vijandin, armoede wacht
de kunstenares. En zoo denkt er ook Marianne, de opera
zangeres over; zij heeft de wereld gezien en kent haar.
Dit bedrijf doet ons het monster, de vampyr kennen, die
critiek heet. Verslaggevers, die verloopen makelaars, han
delaars, menschen ongeschikt voor 't kantoor, lieden die
voor hun betrekking niet deugden, dergelijk gespuis schrijft
theater-critiek. Spreekt men van een «veelbelovend» kun
stenares, dan vraagt men wat zij beloofd heeft. Voor deze
bende moet Elise buigen, wil zij slagen. Zoo sprak Marie
en 't bleek weldra waar te zijn. Daar verscheen Meester-
Critiek (mej. Krüseman,) een verslaggever, die de arme
Elise om zoenen bedelde, die zij standvastig weigert te
geven.
't Gevolg bleef niet uit blijkens 't derde bedrijf. Bij de
eerstvolgende tooneelvoorstelling werd Marie, die slechts
trachtte schoon te zijn en de verslaggevers te behagen, met
bouquetten overladen. Elise werd uitgefloten, kwam wee-
nend thuis.
Doch eindelijk kwam er eene betere tijd. Elise zege
vierde in de rol van Hanna; het dagblad, dat den 12 Jan.
haar had gelaakt, prees haar thans. Zij is echter verheven
boven lof en blaam, vertrapt die booze kranten waaruit zij
haar vonnis en victorie voorlas. Die ellendigen, die voor
2 of 3 cents per regel schrijven, verachtte zij diep, want
niet de «Pers» had zich bekeerd, maar het publiek had
haar gered en nu moesten de kranten wel een andere toon
aanslaan, 't Publiek had de booze Critiek ontwapend.
Toch moet de ware kunstenares het onderspit delven.
Helaas! de geredde Elise wordt nu het slagtoffer van
Maries jaloerschheid, die haar als een zuster smeekt met
haar te gaan, doch de schitterende actrice verraadt haar,
door haar rollen op te dragen, waarin Elise niet schit
teren kan.
't Eind van dezen «Blik in de kunstenaarswereldis de
dood van Elise. Bij 't opgaan van 't scherm vond men
de arme kunstenares als een lijk op de canapé liggen, en
«Liefdekwam weer met haar bloemenkrans, terwijl «Haat»
met opgeheven armen stond alsof zij zich oefende in kamer
gymnastiek. 't Was echter verrukking over de meegevend-
heid van «Liefde,» die eindigde met te verklaren, dat zij
zich zelf te zwak vond en beloofde met «Haat» voortaan
te zullen zamenwerken.
't Ziet er dus droevig uit in de wereld!
Wanneer wij den moed hadden critiek te schrijven over
deze dramatische schets en haar opvoering, zouden wij,
als de beschouwingswijs van mej. Krüseman omtrent
verslaggevers de juiste is, zeker de verdenking op ons
laden teleurgesteld te zijn, omdat de dames ons niets
beloofd hadden.
Het bescheiden oordeel van het Vaderland over de op
voering is verre van gunstig. Met de volgende regelen
besluit genoemd blad zijn verslag van deze dramatische
schets:
't Is het laatste optreden dezer dames in Nederland,
verneemt men. Zal misschien Vlaanderen of de Kaap de
Goede Hoop de eer genieten deze Nederlandsche schoonen
het Eldorado der kunst te openen? Wij dienen het
antwoord op die vraag af te wachten. Zooveel meenen
wij te mogen zeggen: wenscht mej. Krüseman met haar
leerlingen lauweren te oogsten, zij zal een waardiger
onderwerp voor haar dramatische studiën moeten kiezen
dan de kibbelarijen met de pers. Onmiskenbaar bezitten
de drie dames talenten, de een meer dan de ander, doch
allen kunnen iets worden voor het tooneel, indien werkelijk
de kunst haar doel wordt en haar persoonlijke grieven
op den achtergrond treden, geheel verdwijnen. Het leven
biedt te rijke stof, dan dat men ze zou mogen zoeken in
een denkbeeldige wereld of, wat nog erger is, in eigen
teleurstellingen.
In het jongst verschenen nommer van het Weekblad
voor lager- middelbaar- en gymnasiaal onderwijs, wijdt
de heer dr. G. de Jager Meezenbroek, van Veendam,
onder den titel«Nieuwe koersaanwijzer,» een artikel aan
de mededeeling in eene brochure omtrent het door den
heer L. Janse Bz., van Amsterdam, uitgevonden instru
ment tot aanwijzing van den waren koers van een zeeschip.
Nadat de schrijver, vooral ook met het oog op het bezigen
van ijzeren vaartuigen met tuigage van dat metaal, de
groote wenschelijkheid van zulk een middel heeft aan
getoond, deelt hij mede, dat, volgens de gedane mededeeling,
het bedoelde instrument zal kunnen dienen tot aanwijzing
van den tijd der waarneming, van den waren koers van
het schip, den miswijzenden koers en daaruit de variatie
en deviatie van het miswijzend kompas voor eiken voor-
liggenden waren koers. Verder zou het, wanneer het aan
wal een vasten horizontalen stand blijft behouden, de
omdraaijing der aarde om hare as kunnen bewijzen. De
schrijver hoopt dat de heer Janse over de hinderpalen in
de zamenstelling van zijn werktuig moge zegevieren, als
daar zijn: de bewegingen en storingen, waaraan zulk een
instrument aan boord onderhevig kan zijn. Hij verzekert
verder, dat, blijkt de uitvoerbaarheid, daardoor aan den
zeemansstand een groote dienst wordt bewezen. Menig
ongeluk toch vindt zijn grond in de verleiding der kompassen,
en als dat gebrek opgeheven is, dan zal men den koers
nader kunnen bepalen en niet aan zoovele storingen en
daaruit voortvloeiende afwijkingen onderworpen zijn.
Naar aanleiding van het gedeeltelijk ook door ons
overgenomen artikel over «de Strafschool te Hamburg»
bevat «Ons Onderwijs» in zijn laatstverschenen nommer
een belangrijk schrijven, waarin het nut wordt betoogd
van de afscheiding der luije en onhandelbare kinderen van
de jonge zakkenrollers en dieven. De schrijver wil dus
voor dit volkje twee soorten van kostscholen, en den naam
«strafschool» doen vervallen. Hij wil de gedachte aan
eene gevangenis verbannen en de bedoelde inrigtingen
liever het karakter van ziekenhuis geven. Hij wil in 't
oog gehouden hebben, dat de kinderen niet ten volle aan
sprakelijk kunnen gesteld worden voor hunne overtredingen.
De opvoedkunde wil hij in deze inrigtingen tot haar regt
doen komen, boven het woord van schoolautoriteit, politie
of der ouders. Het zwijgen en gehoorzamen, op bevel van
den directeur, wil hij vervangen hebben door de genees
methode van den man, aan 't hoofd van zoodanige inrig-
ting geplaatst, en die zijne studie maakt van het karakter
en de neigingen zijner pupillen. De jongelieden moeten
die inrigtingen niet binnentreden als een bagno, maar zij
moeten worden ontvangen alsof de directeur en zijne
mede-arbeiders volstrekt niet wisten dat zij kwaad gedaan
hadden. Liefderijke tegemoetkoming, regelmatige werk
zaamheid en verlichte menschkundige bejegening moeten
leiden tot orde, tucht en zedelijke verbetering. De straf,
die er wordt opgelegd, mag streng, maar nooit onverstan
dig zijn en moet nimmer in verband staan met overtre
dingen buiten de inrigting. Daar blijvende verbeteringen
een ommekeer in het gemoedsleven der jeugdige overtre
ders vorderen, worde tot genezing tijd gelaten en zijn een
paar weken of maanden geheel ongenoegzaam. De inrig
ting voor «onverbeterlijke» luiaards sta buiten allen invloed
der politie, terwijl ook die voor «jonge dieven» alles diene
te missen, wat daaraan het karakter van gevangenhuis
zoude geven.
Hygiena deelt een geval van vergiftiging mede, ver
oorzaakt door het glazuur van een bruinen aarden pan. Bij
scheikundig onderzoek is gebleken, dat het glazuur bestond
uit een groote hoeveelheid antimonium en lood.
Die waarneming bevestigt het reeds bekende feit, dat de
bruine en geele aarden pannen tegenwoordig met een zoo
vergiftig glazuur bedekt zijn, dat men niet genoeg voor
hun gebruik kan waarschuwen en dat zij geheel uit de
keuken moeten verbannen worden.
De N. Rott. Crt. deelt het volgende mede: Recept
voor de tegenwoordige dameshoeden. Men neme een groot
toestel van ijzerdraad en gaas, en besmeere dat met lijm,
opdat het aan 't achterhoofd blijft vastzitten. Dan neme
men zijden en fluweelen lappen van allerlei grootte en
plakke ze er naar goedvinden op. Dan bestrate men den
«hoed» met een half pond bloemen, kolibris, boschduiven
en dergelijke, maar alles goed door elkander geroerd. Een
vrachtje hooi er bij kan volstrekt geen kwaad. Dan legge
men het geheel voorzigtig op een stoel en ga er met zekere
ongegeneerdheid op zitten, en 't nieuwste hoedenmodel
is klaar.