1875. N°. 155.
Zondag 26 December.
33 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. i«3.
Binnenland.
II EU ER SC HE
EY YIEÜWEHIEPER (OIRAYT.
„W ij huldigen het goed o."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.80.
v franco per post - 1.65.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar
Oost-ïndië. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
HELDER en NIEUWEDIEP, 25 December.
Gisteren werd aan het raadhuis alhier aanbesteed1. Het
onderhoud der gemeente-gebouwen, bruggen, riolen enz.,
gedurende het jaar 1876.
Inschrijvers de heeren: P. Spruit ad f7300, W. Rippens
f 7178, M. Daalder f 7014, Gebr. Moorman f 7000, P.
Verhey f 6980, D. de Vries f 6900, Peeters en Steijaart
f6880, A. van der Plas f6765, J, van der Woude f6650,
S. Gooien f 6600 en Gebr. Korff f 6504.
2. De levering van schoolboeken en schoolbehoeften
aan de openbare lagere scholen.
Inschrijvers de heeren: Ilenri Koster ad f 1400, J. C.
de Bnisonjé f 1327.51 en Berkhout en Co. f 994.
Bij besluit van den 14 dezer, No. 18, heeft Z. M.
goedgekeurd de gewijzigde statuten der Marine Machinisten-
Club, gevestigd te Helder.
Beroepen te Middelburg ds. C. L. D. van Coeverden
Adriani, pred. te Harderwijk.
Men schrijft ons van Texel, dd. 23 dezer:
«Mogten wij in den laatsten tijd gelegenheid hebben
op te merken, dat zich hier op het eiland meer en meer
de lust openbaart, voor het schoone en degelijke ook op
Westfriesche Correspondentie.
XXII.
ik hoor, dat men te Hoorn thans ook niet tevreden is,
welk gerucht door het langdurig stilzwijgen van uwen Hoornschen
briefschrijver voor mij in waarschijnlijkheid wint."
Aldus M. d. E. uw Alkmaarsche correspondent, waar hij in
No. 148 van deze courant het niet tot stand komen van de ver
bindingslijn AlkmaarHoorn bespreekt en dit betreurt.
Waarlijk, dat is voor mij geen reden geweest, om stil te zwijgen,
zooals gij zelf M. d. 11. zeer goed weet, want toen de Tweede
Kamer dit besluit had genomen, had ik al zeer lang, veel te lang,
verzuimd iets voor uwe courant te schrijven en hadt gij mij daar
reeds herhaaldelijk toe uitgenoodigd. Tot verschooning hiervoor
dienen mijne veelvuldige ambtelijke bezigheden en die daarenboven
vaak van dien aard zijn, dat zij den lust tot litterarischen arbeid
doen vergaan.
Mijn Almaarsche collega, in casu van couranten-correspondent,
zet mij echter het mes op de keel, nu moet ik wel!
Waar mag die heer toch vernomen, of, zooals hij zelf zegt,
gehoord hebben, dat men te Hoorn niet tevreden is En waarmede
zou men niet tevreden zijn? Met het spoor, zóóals het thans is
geprojecteerd niet? Misschien wel omdat de verbindingslijn Alkmaar
Hoorn niet in de wet is opgenomen? Als men dat te Alkmaar
hoort, is men slecht op de hoogte van onze gevoelens.
Toen de Tweede Kamer het voor ons zoo gewichtige besluit had
genomen en onze burgemeester, Baron van Dedem, door de telegraaf
daarmede in kennis gesteld, de vlaggen van de openbare gebouwen
deed wapperen, hadt gij eens moeten zien, wat geestdrift dat
nieuws verwekte. Geen huis in de gansche stad, waar niet gevlagd
werd, overal werd de arbeid gestaakt en op de straten geleek het
wel kermis. De Vereeniging voor Volksvermaken, haalde spoedig
hare fraaie lokomotief voor den dag (men herinnert zich misschien,
dat dit voorwerp kort te voren in een allegorischen optogt onzen
ioensch voor de toekomst had voorgesteld) en bracht des avonds met
de muziek der schutterij en fakkellicht serenades aan den burge
meester en aan de leden van de beide Kamers der Staten-Generaal.
Onze anders stille straten waren tot laat in den avond gevuld met
honderden wandelaars, wier opgewekte stemming alles behalve de
blijken van ontevredenheid vertoonde en onze anders stemmige, ik
zou nog een ander adjektief knnnen bezigen, onze anders stemmige
sociëteit weergalmde tot in den nacht van gejuich engeknal.
Misschien heeft men te Alkmaar dat gehoord en is ons vreugde
gejuich door den afstand beschouwd als een gemompel van
ontevredenheid.
Of het spoor, zooals het nu is geprojecteerd, in alle opzichten
aan aller wensch voldoet, is een geheel andere vraag en kan a
priori reeds ontkennend beantwoord worden.
Eene rechtstreeksche verbinding met Amsterdam hadden de
meesten zeker liever gehad. Hoe korter bij de hoofdstad, zoo
heter. Het betere is echter de vijand van het goede en eene
verbinding met de Zaanstreek heeft voor Hoorn, met het oog op
hare belangrijke markt van fijne zaden eigenaardige aantrekkelijkheid.
Ook is Medcmblik met dit spoor weinig gebaat, wij hopen om
deze plaats, dat daar iets op te vinden mag zijn.
Maar, dat eene verbindingslijn tusschen Alkmaar en Hoorn niet
in de wet is opgenomen, werd zeker al door zeer weinigen betreurd,
misschien nog het meest door mij zeiven, om geheel persoonlijke
sympathieën en belangen, zooals mijn Alkmaarsche collega (en
vriend durf ik nu wel zeggen) beter weet dan menig ander.
Maar van persoonlijke sympathieën en belangen mag zelfs geen
sprake zijn, waar het geldt het belang van het algemeen, dat wil
voor Hoorn zeggen, van het belang van Hoorn.
Want, ofschoon ook een stad, als zoodanig, als een individu
het gebied der kunst, de avond van jl. Maandag leverde
ons daarvoor op nieuw een sprekend en treffend bewijs.
Wij hadden dien avond het voorregt kennis te maken,
met eene pianiste, die door eenvoud, gratie en degelijkheid,
het talrijk en zeer belangstellend publiek wist te boeijen
en die als muziekaal talent voor deze gemeente een groote
aanwinst belooft te zijn.
De heer Polak van den Helder, reeds hekend als een
smaakvol en veelzijdig ontwikkeld kunstenaar, gaf met
mejufvrouw Vlessing in het logement «de Lindeboom» een
keurig concert.
Beiden wedijverden door juiste opvatting der zeer gelukkig
gekozen stukken, door smaakvolle voordragt en wisten door
zeldzame accuratesse en vlugheid de grootste inoeijelijkheden
in de techniek te overwinnen.
De ongestoorde aandacht en de ondubbelzinnige blijken
van bijval, door de toehoorders bij herhaling aan den dag
gelegd, zullen de beide artisten voldoend bewijs hebben
geleverd, dat men ook hier op Texel verdiensten weet te
erkennen en te waardeeren.
Wij vleijen ons dat de heer Polak, overeenkomstig zijne
belofte ons spoedig op een tweede concert zal kunnen
vergasten.»
Door den gemeenteraad van Westterschelling is tot
onderwijzer in de practische zeevaartkunde aan de zeevaart
kundige school benoemd, de heer C. Ruige, oud-gezag
voerder aldaar.
Te 's Hage is jl. Donderdag aanbesteed het maken
en stellen van den metalen bovenbouw der brug over den
kan worden beschouwd, is zij toch opzichtens hare inwoners een
collectief begrip en kan zij hare belangen als algemeene doen
gelden, vooral als daartegenover worden gesteld de belangen van
eene andere plaats, die met den naam algemeen belang hare zeer
bijzondere vereenzelvigt.
En dit is toch wel het geval.
De regeering van Alkmaar, en het is tot haren lof gezegd, heeft
in de laatste jaren uitmuntend partij welen te trekken van hare
ligging aan het spoorwegnet. Hare markten zijn enorm toegenomen
ten koste van die te Purmerend en vooral te Hoorn. Dit is voor
Hoorn een zaak van alles behalve gering gewicht. Hoorn is,
meer nog dan Alkmaar, een boerenstad, als ik dit woord bezigen
raag. Groothandelaars, behalve in kans, en die zijn hier veel
meer dan in Alkmaar, hebben we hier niet. Fabrieken weinig
en dan nog op kleine schaal. Kapitalisten, die geen zaken drijven,
met andere woorden renteniers, ook al zeer weinig. Eu geen
wonder, wie zou hier in Hoorn, afgesloten van het groote verkeer
en daarenboven lang zoo aangenaam niet gesitueerd als Alkmaar,
zijn renten komen leven!
Iloorn's welvaart, wij willen het gaarne bekennen, is dus afhan
kelijk van den boerenstand en het is voor haar een levensvraag,
welke de middelen zijn, om de bewoners onzer omstreken het
verblijf in deze gemeente aangenaam en, vooral, voordeelig te
doen zijn.
Wat het eerste betreft, heeft Hoorn, vooral in de laatste jaren,
wel getoond zijn belang te begrijpen en wordt dit ook genoegzaam
door onze plattelands-bewoners gewaardeerd. Ik ben zoowel te
Alkmaar als te Hoorn zoo goed als t'liuis en durf dus spreken,
als iemand met kennis van zaken en doe dan opmerken, dat de
meer ontwikkelde landlieden, vooral de dames, liever te Hoorn
zijn dan te Alkmaar. Ik geloof, dat dit vooral daarin zit, dat
vele Hoornsche familieën vermaagschapt zijn aan familieën buiten
de stad en met die laatsten op gelijken voet omgaan. Men gevoelt
zich te Hoorn beter op zijn gemak enheeft er wat te zeggen.
Vele voorname familieën uit de omstreken van Schagen, Winkel,
Wieringerwaard, Zijpe enz., die veel gemakkelijker naar Alkmaar
konden gaan, zien wij geregeld hier komen, om hierja, ik
geloof eigenlijk, om hier elkander te ontmoeten. Maar vele prachtige
meubelmagazijnen, kashouderijen, galanterie- en manufactuurwinkels,
de koek- en banketbankers niet te vergeten, weten daar van te
profiteeren.
Met dat al is deze verhouding ongezond. De markten en
gevolgelijk de handel is Diet meer hier, althans in veel mindere
mate dan vroeger. Het is voor den oppervlakkigen beschouwer
vreemd, maar een feit niettemin, dat kaasfabriekanten onmiddelijk
onder deze staü, ja zelfs beoosten Hoorn woonachtig, naar Alkmaar
met hunne waar ter markt gaan, waar zij ze aan Hoornsche koop
lieden verkoopen, die de kaas op hunne beurt bij scheepsladingen
weder naar Hoorn terugvoeren. Vraagt men zoo'n kaasboer,
waarom bij niet liever met zijn kaas te Hoorn ter markt komt,
daar de kaaskoopers, die toch voor een groot gedeelte aldaar woon
achtig zijn, op deze hunne woonplaats gemakkelijk iets meer kunnen
geven, dan luidt het antwoord, dat te Alkmaar van deze of gene
soort kaas de markt is, dat zoowel de koopman als de fabriekant
aldaar den voorraad, die te koop is, kan overzien en dus veel beteren
maatstaf heeft voor prijs.
Met de kaasmarkt is dit trouwens al zeer lang het geval geweest
en zijn wij daar dus aan gewend, anders is Eet echter met de
vee- en zaadmarkten.
Onze veemarkten, de groote jaarlijksche er buiten gelaten, zijn
zeer verminderd. De wekelijksche vettekoemarkt, die vroeger vrij
belangrijk was, ofschoon zij door de afgezonderde ligging dezer
stad nooit het aanzien heeft gehad, dat Hoorn me t zijn productieve
omgeving toekwam, is sedert Alkmaar aan het spcior ligt vreeselijk
achteruitgegaan. Met de schapen- en lammere! imarkten is het
niet veel beter gesteld, terwijl de vettekalverenmarkt zoo goed
Rijn nabij Arnhem. Het nrinst werd ingeschreven door
de Actiën Gesellschaft Hartkortten, te Duisbnrg, voor
f 769,989.
De Rotterdamsche diergaarde is jl. Dingsdag mot
een jongen ijsbeer verrijkt. Het is een vrij beweeglijk
diertje, ter grootte van een jong konijn, dat zicb geregeld
bij de oude voedt en van tijd tot tijd hetzelfde scherpe
geluid als van een varken maakt. Het ligt op een bed
van stroo bij de moeder, die liet uiterst zorgvuldig ver
pleegt en nu volop bediend wordt met baar lievelingskostje
kippeboutjes met levertraan.
In een brief uit de Hofstad aan de Arnh. Crt. wordt
er op gewezen, dat gebrek aan belangstelling van de zijde
der ontwikkelden en gegoeden, de verheffing van het nati
onaal tooneel tot een nagenoeg wanhopige zaak maken.
«Men klaagt, zegt de Schr., en ik klaag met die, «men»
van harte mede, dat, bezetting der rollen en de opvoering
daar gelaten, do keuze der stukken van bet nationaal tooneel
erbarmelijk, ja beneden alle kritiek is. Draken, zooals men
ze noemt, worden opgevoerd, onnatuurlijk van gegevens,
onzinning van uitwerking, afschuwelijk van vertaling;
draken, die aan niemand dan het volk achter de beschaafden
behagen en dan ook niemand dan dit trekkende Holland-
selie tooneelgezelschappen spelen, althans te 's Hage, voor
den derden of vierden rang. Was er een vijfde of zesde,
het gehalte der voorstellingen zou zich naar deze rigten
en nog een weinig dalen. Toegegeven; maar nu zat ik
voor weinige dagen in onzen Idollandschen schouwburg
en zag van Zeggelens vertaling van de Tartuuf opvoeren
als tot nul is gereduceerd.
Ieder begrijpt, dat deze tegenstrijdigheid al zeer spoedig tot een geheel
verloopen van het stadsbezoek door buitenlieden moet leiden.
Maar, hoor ik mij tegenvoeren, wij misgunnen immers Hoorn
het spoor niet, wij wenschen alleen eene verbinding van Alkmaar
met Hoorn of liever van de Noordhollandsche met de Westfriesche
liju, iets wat slechts in het belang van heide steden kan zijn,
zooals ook zeker de afgevaardigden van Hoorn hebben ingezien,
die immers voor de verbinding hebben gestemd 1
Dat onze afgevaardigden daar hebben voorgestemd getuigt voor
hun goed begrip van parlementair fatsoen. Als afgevaardigden
ter Tweede Kamer hebben zij te doen met rijksbelangen, anders
niet. Daarenboven zou een vijandige houding tegen de belangen
van een naburig distrikl volstrekt niet fair geweest, zijn. Wij
echter, die ons aan geen parlementaire convenanoes gebonden
achten en daarenboven, om boven aangevoerde redenen, de belangen
onzer gemeente meenen te mogen vooropstellen, verheugen er ons
over, dat vooreerst nog geen verbindingslijn AlkmaarHoorn tot
stand zal komen.
Vooreerst zeg ik, later, als Hoorn zijn billijk standpunt heeft
kunnen heroveren, zullen wij gaarne zooveel wij kunnen medewerken,
oin Hoorn met Alkmaar door een spoor te verbinden.
Nu de wet is aangenomen kunnen we nog beter met onze
bezwaren voor den dag komen, dan vroeger. Ziehier eenige:
Was in de wet tegelijk eene verbinding AlkmaarHoorn opge
nomen, dan was het waarschijnlijk, en met het oog op znnd-
aanvoer ook billijk, dat met. die lijn begonnen werd en deze reeds
lang in exploitatie zou komen, vóór de andere gedeelten der lijn.
Heel waarschijnlijk is het wel niet, doch onmogelijk evenmin,
dat bij de weinige stabiliteit der ministerieën, het ministerie-
Heemskerk door een ander werd vervangen en het vooreerst bij
eene lijn AlkmaarHoorn bleef.
In ieder geval, zou het kwaad voor Hoorn verergeren en vóór
Hoorn in het bezit gesteld werd eener betere vebindigg met de
hoofdstad en het buitenland, had zich de groothandel in onze
produkten voor goed naar Alkmaar verlegd.
Hoorn en Alkmaar bezitten beiden een arrondissements-reehtbank,
zou het zoo onwaarschijnlijk zijn, dat, als Alkmaar en Hoorn
slechts dén halfuur sporens van elkander verwijderd waren een
gevaar onstond voor het bestaan van een dier rechtbanken en
waar zou dan het meeste gevaar zijn?
Nog iets: als onze rechtbank werd opgeheven, zou er dan niet
zeer spoedig gevaar ontstaan voor onze gevangenis, te meer daar
het cellulaire stelsel het te Hoorn nog gevolgde meer en meer
verdringt? En zou Hoorn dan in het bezit blijven van een garnizoen?
Waarlijk wij misgunnen Alkmaar haren bloei niet en zouden
I zeker allen gaarne meerdere gemeenschap hebben met onze naburen,
j waaraan velen onzer op het nauwst verbonden zijn. Waar het
echter het belang eener gemeente betreft, moeten dergelijke per-
i «oonlijke sympathieën op den achtergrond treden.
1 Gaarne geloof ik, dat uw Alkmaarsche correspondent de door
hem gewenschte „interprovinciale lijn" een „grootsch denkbeeld"
noemt; van het spoorweg-station te Alkmaar uit gezien is het
zeker „grootsch" te noemen.
Van Hoorn uit gezien, krimpt de omvang van het denkbeeld
echter tamelijk in 1
Ziedaar, M. d. R. dan eindelijk een langen brief. Ik hoop hem
i spoedig te doen volgen door een anderen over geheel andere
onderwerpen, want ook ik wil gaarue van de spoorwegkwestie
AlkmaarHoorn afstappen. Vroeger heb ik dikwerf, waar ik
jnaar denken kon, dat onze wenschen in bevoegde ooreu weer
klinken konden, het mijne er van gezegd en geschreven. Nu
hebben we onzen zin en zon bet ook al niet fair zijn, victorie
te kraaien.
Dit is misschien meer de reden van ons zwijgen, dan wat uw
Alkmaarsche correspondent gehoord heeft. GjtRARD.