HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
1876. N°. 2.
Woensdag 5 Januarij.
34 Jaargang.
Binnenland.
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag cn Zatnrdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1 30.
r franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 1«3.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Klken Donderdag vertrekt de mail nnar
Oost-fndïë. Laatste ligling 's avonds 6 uur.
HELDER en NIEUWEDIEP, 4 Januarij.
Gisteren werd alhier met militaire honneurs ter aarde
besteld het lijk van den officier van gezondheid 1ste klasse
bij de zeemagt W. Ruisch. Deze lijkstaatstie werd, behalve
door verwanten en vrienden, door een groot aantal hoofd
en verdere officieren van zee- en landmagt en van de
schutterij bijgewoond. Het stafmuziekkorps der marine
voerde langs den weg, waarlangs de stoet trok, van tijd
tot tijd treurmarschen uit. Aan de geopende groeve werd
achtereenvolgens het woord gevoerd door de heeren H. L.
Oudenhoven en jhr. W. A. Alting von Geusau en gewezen
op het onherstelbaar verlies voor zijne achtergeblevene
weduwe en kinderen.
Tot hulponderwijzer te Ooster-Blokker is benoemd
de heer H. Roukens, thans alhier.
De receptie ten hove bij gelegenheid van het Nieuwe-
jaar werd bezocht door al de ministers, de dignitarissen
bij de verschillende hofhoudingen en de beide hofpredikanten.
Na afloop daarvan had een familie-déjeuner plaats,
waaraan Z. K. H. Prins Frederik heeft deelgenomen.
Uit 's Hage meldt men aan de Amst. Crt., dat de
reis van H. M. de Koningin naar Cannes, wegens ligte
ongesteldheid, tot aanstaanden Donderdag is uitgesteld.
Aangenomen de toezegging van beroep naar Schar-
woude door den heer Nanning Tydeman, theol. doet. en
pred. te Zuiderwoude.
In het artikel Stormschade Jan.-nummer van
De Gids van den hoogleeraar Buys, wordt de storm
besproken, die over het ministerie-Heemskerk bij de
begrootings-discussiën is heengegaan, daarin lezen wij o. a.:
Iets voor Landbouwers.
Het machinale maaijen of het maaijen met de hand.
Dezer dagen is in druk verschenen het verslag van keurmeesters
bij den wedstrijd van graanm aai werktuigen en de tentoonstelling
van landbouwwerktuigen, gehouden van wege- de Maatschappij van
Landbouw en Veeteelt in Zeeland, in de gemeente Kruiuingen den
28 en 29 Julij 1875.
Dat verslag is ook voor de landbouwers in onze provincie zoo
merkwaardig, dat wij gaarne er eenige ruimte voor afstaan, vooral
oök omdat daarin de vraag behandeld wordt nopens de hoegrootheid
der oppervlakte, die met een graanmaaijer kan worden gemaaid en
welke de kosten zijn van het machinale maaijen tegenover het
maaijen met de hand.
Er waren dan te Kruiningen 5 werktuigen ter mededinging aan
geboden: 1. de Internationale van J. E. Howard, 2. de kleine
Internationale van denzelfde, 3. de New Sweep Eake Reaper van
William Anson Wood, 4. de Omnium Royal van Samuelson &Cie.
en 5. de New Reaper van Walter A. Wood. De beide eersten
waren, met uitzondering van een meer en minder zwaren bouw,
van gelijke constructie. De overigen weken, behalve in onder
deden van het mechanisme, van elkander af door den stand der
harken, door de inrigting der wielen, door de plaatsing van de
zitbank des geleiders, door de plaatsing of bevestiging van de
trekhouten, door het al of niet met zink bekleed zijn van het
schovenbord of het platform, en door het al of niet aan een wartel
bevestigd zijn van het kleine of regterwiel, maar vooral ook door
eene inrigting om het platform op te rigten en daardoor het passeren
rail naauwe dammen en hekken gemakkelijker te maken en voorts
door het rusten van het werktuig op de linkerzijde op een of wel
op twee wielen.
De keurmeesters gingen de voor- of nadeelen van deze afwijkingen
in bijzonderheden na en kenden op grond der zamenstelling de
meeste verdiensten toe aan de onder 4 en 5 genoemde.
De prijs van al deze vijf werktuigen liep slechts weinig uiteen,
namelijk van f 390 tot 460. Een verschil dus van f 70, 't welk
te gering moet worden geacht om anders dan subsidiair bij de
voordragt tot bekrooning in aanmerking te kunnen komen.
Ten einde het géleverde werk te kunnen beoordeelen, lieten de
keurmeesters de machines bespannen, na ieder bij het lot te hebben
aangewezen, welk der stukken tarwe door elk hunner moest worden
gemaaid. Reeds bij deze proef bevonden zij als de best werkende
1. de Omnium Royal en 2. de New Reaper. en daarop volgende
3. de Internationale, 4. de kleine Internationale en 5. de New
Sweep Rake Reaper.
Na een paar ommegangen te hebben gemaaid, werd het onder-
zoék voortgezet met den krachtmeter en wel door elk der werk
tuigen op de onafgemaaide gedeelten van het tarweveld een omme
gang te doen bewerken, en bevond men, dat waren verbruikt, door
de Omnium Royal 120 kilogram trekkracht, door de Internationale
130, door de New Sweep Rake Reaper 133, door de New Reaper
135 en door de kleine Internationale 160 kilogram.
Op deze gegevens alleen meenden de keurmeesters hunne uit
spraak nog niet te mogen baseren. Zij lieten daarom de vier
eerstgenoemde werktuigen (de kleine Internationale scheen het
«Groote persoonlijke ongelukken heeft men (bij dien storm)
niet te betreuren gehad. Wel ligt. één boom ter neder geveld,
maar een boom, die, reeds toen men hem daar plantte,
door ons aan het noodlot werd gewijd. Wij weten en wij
wisten sinds lang, dat «de minister van Oorlog" tot die
fijnere gewassen behoort, welke in een klimaat als het onze
's winters niet dan hoogst moeijelijk kunnen worden «over
gehouden;» en de practische mensch schikt zich in het
onvermijdelijke.»
De bevolking der gemeente Wieringen bedroeg op
31 Dec. 1874: 1144 m., 1102 vr., totaal 2246. Vermeer
derd door: geboren 38 m., 37 vr., totaal 75; gevestigd
14 m., 25 vr., totaal 39; verminderd door sterfte 21 m.,
35 vr., totaal 56; vertrokken 17 m., 19 vr., totaal 36.
Gehuwd 12 paren. Totaal der bevolking op 31 Dec. 1875:
1158 m., 1110 vr., te zamen 2268.
Ook te Zaandam is eene afdeeling van bet anti-
dienst ver vangingbond opgerigt. Onder de leden telt men
een bezorger van plaatsvervangers.
Na uitvoerige discussie over het al dan niet nuttige
van bliksemafleiders, besloot jl. Donderdag de gemeenteraad
van Haarlem, met 14 tegen 8 stemmen, geen bliksemafleiders
op het stadhuis te doen stellen.
Jl. Zondag avond, op het uur dat te Rotterdam de
schouwburgen gevuld en de kerken ontruimd waren,
omstreeks 7| uur, deed zich de roep hooren, dat de Heinekens
bierbrouwerij, gelegen aan de Rotte en den Crooswijkschen
Singel, in lichtelaaije vlam stond, eene mare, die heel wat
schrik verspreidde, omdat bij deze kolossale inrigting veler
belangen zijn gemoeid.
Werkelijk bleek een der vleugels van het uitgestrekte
gebouw in vlam te staan. Het was een der achtergevels,
afgezonderd van het hoofdgebouw, beneden ingerigt tot
kuiperij, boven tot woonkamers van de brouwers, meest
Duitschers. In die bovenverdieping was de brand ontdekt,
wier ontstaan niet kon verklaard worden.
De vrij sterke wind dreef de vlammen naar het hoofd
minst voor bekrooning in aanmerking te mogen komen) allen naast
elkander op denzelfden akker in werking stellen. De uitslag van
deze proef was weder, dat het best bleek tc werken 1. de Omnium
Royal, 2. met een klein verschil ten zijnen nadeel de New Reaper,
3. de groote Internationale, terwijl het slechtste werk was verrigt
door de New Sweep Rake Reaper. De beide eerstgenoemde nummers
legden hunne schoven haaks of loodregt op de door de machine
doorgeloopeu lijn en zoodanig effen en kort bijeen, dat de bindende
arbeiders niet den minsten tijd behoefden te besteden om de schoven
regt te maken of de aren te verzamelen. Bij het gewone snijden
met den sikkel kunnen de halmen niet beter, ja naauwelijks zoo
gelijk als deze werktuigen hadden gedaan en, vergeleken met het
werk, dat door het zichten of pikken werd verkregen, stond het
hier geleverde machinale werk zeer verre bovenaan.
Behalve het maken van mooije schoven bespeurden zij nog hel
voordeel, dat geen enkele aar achterbleef, iets wat met het gewone
handenwerk maar zeer bezwaarlijk is te verkrijgen, behalve nog
dat bij zoodanigen arbeid velen er zich niet bijzonder op toeleggen
om de laatste aar in de schoof te brengen, want het rapen van
achtergebleven aren, 't zij veel of weinig, wordt beschouwd als een
verkregen regt.
De drie overige graanmaaiwerktuigen legden de schoven meer of
minder in schuinsche rigting en niet zoo effen en kort bijeen
sommige schoven zelfs waren zeer verward, en alleen met veel
arbeid en tijdverlies door de werklieden bijeen te zamelen. Het
voordeeligst in dit opzigt was gewerkt door de groote Internationale,
wiens schoven echter van allen de grootste waren.
Na deze proef meenden keurmeesters hun onderzoek te kunnen
staken en droegen zij ter bekrooning voor: voor den eersten prijs
de Omnium Royal van Samuelson en Cie., te Banbury, ingezonden
door de firma wed. J. C. Massce en Zoon te Goes en Voorbeijtel
en Cie, te Bergen-op-Zooinvoor den tweeden prijsde New Reaper
van Walter A. Wood, ingezonden door de firma J. Peignat en Cie.
te Arasterdamvoor den derden prijsde Internationale van J. F.
Howard te Bedford, ingezonden door de wed. Massée en Voorbeijtel
en Cie. De beide overige nommers konden niet ter bekrooning
worden voorgedragen.
„Ons verslag," zoo laten de keurmeesters hierop volgen, „ons
verslag ten aanzien van den wedstrijd schijnt ons met deze regelen
als voltooid te kunnen worden aangemerkt, doch twee vragen, die
ons van verschillende en daaronder zeer gewaardeerde personen
werden gedaan, meenen wij niet onbeantwoord te mogen laten en
wij voegen daarom aan dit ons rapport nog toe: de oplossing, die
naar ons gevoelen aan deze vragen moet worden gegeven.
Deze verlangde inlichtingen betroffen:
1. de hoegrootheid der oppervlakte, die met een graanmaaijer
kan worden gemaaid; en
2. op welk bedrag de kosten van het machinale maaijen zouden
kunnen komen te staan per dag maaijens of per hectare.
Ten aanzien van het eerste punt zullen wij wel niet uitvoerig
moeten betoogen, dat zeer vele omstandigheden op de hoegrootheid
van de oppervlakte, die men maaijen kan, van invloed zijn.
Wij noemen als hoofdzaken: de regte stand of het gelegerd zijn
van het te bewerken gewas; de lengte en breedte der te maaijen
stukken; de afstand, waarop het maaiveld gelegen is van het uit
gebouw, zoodat er groote vrees voor de gelieele fabriek
bestond. Thans echter bleek het nut van den maatregel,
verleden jaar genomen, om altijd, dag en nacht, paarden
klaar te hebben staan ten behoeve van de stoomspuiten.
Beide nuttige machines waren veel spoediger dan gewoonlijk
ter plaatse en hare magtige waterstralen voornamelijk
waren het, die den brand beperkten tot het bovengedeelte
van bedoelden vleugel.
De burgemeester en hoofdcommissaris van politie waren
spoedig op het terrein van den brand, terwijl eene ont
zaggelijke menschenmassa op den roep was zaamgestroomd.
Ongeveer half een des ochtends rukten de brandspuiten
in. De massa's water hebben in sommige gedeelten van
het gebouw nog al schade aangerigt, maar overigens hebben
noch de toestellen, noch de kantoren der brouwerij iets
geleden. (U. D.)
De Arnh. Crt. geeft het volgende verslag van de
interessante voordragt, gehouden door den heerW. Boomkamp
van Noordwijk, in de afdeeling Arnhem der Nederl.
Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde.
Spreker handelde achtereenvolgens over hetgeen de
planten ons leeren aangaande den grond waarin ze groeijen,
over het groote nut van aanplantingen in de steden, gaf
aan de talrijk opgekomen dames eenige practische wenken
over de cultuur van kamerplanten van onzen tuinbouw in
de laatste 25 jaren.
Als inleiding wees spreker op de geschiktheid van den
winter om het plantenkleed, dat ons zomers verrukt, te
bestuderen. De planten toch, die ons kleeden en voeden
zijn het wel waard dat men er eenige notitie van neemt.
De fijne brandnetel, Urtica urens, onzer moestuinen duidt
door hare aanwezigheid een vruchtbaren grond aan, terwijl
de groote brandnetel, Urtica dioica, uit welks taaije stengel
vezels het neteldoek wordt bereid, slechts op schralen,
onvruchtbaren bodem wordt aangetroffen. Nederland, op
het water veroverd, biedt hier en daar verschillende planten
groepen aan. In een drooggemaakt meer treft men dikwijls
gangspunt van de machine; de meerdere of mindere oppervlakte,
die men achter elkaarzonder verlet door het verrijden van do
eene naar de andere partij, bewerken zal; de gesteldheid van den
bodem en voorts de vlugheid der paarden cn de handigheid van
hunnen koetsier. Doch onze berekeningen zijn gegrond op den
gemiddelden toestand en wij gelooven zeker, dat ze niet gunstig
genomen zijn voor de bewerking van den oogst met eene goede
graau-maaimachine, hoedanige wij het voorregt hadden er hier een
tweetal te kunnen beproeven.
Als maatstaf ter beantwoording van de eerste der gestelde vragen,
namen wij aan, dat een span trekkende paarden, in stap, zal
afleggen eene lengte van 5000 meters in het uur, welke snelheid
stellig niet is overschat, wanneer in aanmerking wordt genomen de
geringe trekkracht, die door de maaimachine wordt gevorderd.
De maaimachines hebben eene snijdende breedte van 1.50 meter
en dus zou, indien het maaiveld 5000 meters lang ware, worden
afgesneden in den tijd van een uur: 75 aren of (natuurlijk mits
een span paarden na een of twee uur werkens door een ander span
werd afgelost) in 13 uur: 9 hektaren.
Wij stellen als gewone werkurenvan 's morgens 5£ tot 11£ en
des namiddags van 1 tot 7 uren.
Inlusschen, mijne heeren, merken wij op, dat welligt nergens in
Nederland partijen veldvruchten worden gevonden, die 5000 meters
lang zijn. Zelden treft men er aan van 500 meters, en voor zooveel
Zeeland aangaat, schijnt men te kunnen rekenen op eene lengte der
akkers van naauwelijks 200 meters.
Op zoodanigen afstand moet per uur 25 malen worden gewend,
en daaruit vloeit tijdverlies voort.
Ten anderen wordt tijd gevorderd voor de verspauning, voor het
smeren, nazien en soms verstellen van de machine, voor herstelling
van een of ander klein iuconvenient, dat zich zou kunnen voor
doen, eu voor het overbrengen van het werktuig van de eene naar
de andere partij vruchten.
En wanneer wij de som van al dat tijdverlies stellen op 30 tot
40 ten honderd, en die aftrekken van het verkregen cijfer van 9
hectaren, dan krijgen wij als bedrag van de oppervlakte, die met
een goeden graanmaaijer, met twee spaunen paarden, iu den tijd
van 12 uren kan worden afgedaan: omtrent 6 hectaren.
Voor wat aaugaat de kosten voor het maaijen van een hectare
veldvruchten, meenden wij die te moeten berekenen als volgt:
Aangenomen dat eene graan-maaimachine kost f 400, en daarop
moet worden afgeschreven voor amortisatie en renten van deze
koopsom, voor reparatie en smeer 25 pCt. in het jaar, dus f 100,
dan krijgt men per dag wegens deze aangelegenheid, gerekend dat
het werktuig 30 dagen in het jaar zal worden gebruikt f 3.33
Arbeidsloon voor twee spannen paarden met voertuig
tegen f 6 per span- 12.
Waarbij wij voegen, ofschoon dit niet altijd noodig zal zijn
Dagloon van een man tot het observeren der werking
van de machine en het effen leggen van min of meer ver
ward van het werktuig afkomende schoven- 1.50
Idem van eene vrouw of een jongen om aan de hoeken
van het maaiveld nu eu dan een schoof te verleggen, enkele
onafgemaaide aren met den sikkel af te snijden enz. - 1.
Dus te zamen per dag
f 17.83