Buitenland.
gedurende de eerste jaren Cineraria palustris aan. Deze
verdwijnen later en niet haar ook de moeraskoortsen, die
er een noodzakelijk gevolg van zijn. Is de bodem veen
achtig, dan ook wel wilde asters. Het drooggemaakte IJ
leverde enkel planten van deze soort op.
Voor de gezondheid van den mensch hebben de planten
eene hooge waarde. Levende wezens, als ze zijn, hebben
ze eenige stoffen noodig om te bestaan, zooals phosphor,
zwavel, ijzer, kali, kalk enz. De gassen van den damp
kring: koolstof, zuurstof, waterstof en stikstof, oefenen op
het leven der plant een onmiskenbaren invloed uit. Onzuiver
water wordt door de plant uit den bodem opgenomen,
gefiltreerd en hieruit ozon, een allotropische toestand der
zuurstof, gevormd. De planten zijn alzoo onze weldoensters.
Zij zijn de beste desinfecteurs die men zich denken kan,
en zij werken op zulk eene verbazend groote schaal dat,
hoe ook menschen en dieren in de weer zijn om de lucht
voor zich zeiven onbruikbaar te maken, zij den schadelijken
invloed van de lucht, die wij door onze ademhaling
bederven, of die door den damp van kolenvuren wordt
verstikt, of door de uitwaseming van rottende ligchamen,
vuilnishoopen, stinkende grachten enz. wordt verpest, vol
komen neutraliseren.
Oorzaken van verschillende ziekten in de groote steden,waar
de onzindelijkheid de meeste priesters en priesteressen telt, zijn
thans door dewetenschap aan het lichtgebragt. Vuilnishoopen
gaan tot ontbinding over. Hierdoor ontwikkelen zich,
schier ondenkbaar snel, kleine schimmelplanten, celplanten.
Elke cel is eene plant. Deze cellen, «bacteriën» genaamd,
zijn de overbrengsters van miasmen, mazelen, roodvonk
enz. Waar zijn de krachten, die deze dood- en verderf-
brengers moeten bestrijden en in toom houden? Het is
alweder het plantenrijk, dat hier uitkomst geeft. Laat de
stadsregeringen, tot zuivering van den dampkring, flinke
beplantingen aanleggen. Hoe meer planten hoe meer ozon.
Een goed ontwikkelde perenboom brengt dagelijks 15 kilo
zuiver water in den dampkring. Door eene sterke ont
wikkeling van ozon worden bovengenoemde «bacteriën»
gedood. Spreker wees er vervolgens op dat planten ont
zettend sterk kunnen worden geacclimatiseerd. DeSpermannia
Africana, die in het heetste gedeelte van Afrika groeit,
wordt hier onder de koude kasplanten gerekend.
Bij stadsaanplantingen kan men dikwijls schoone uithecmsche
boomen planten, mits van hunnen penwortel voorzien. Wil
men ze echter later verplaatsen, dan moet de penwortel
worden weggenomen. In steden waar van gasverlichting
wordt gebruik gemaakt is dit verplaatsen niet raadzaam,
omdat juist het behoud van den penwortel den schadelijken
invloed van het gas, die de grond ongeschikt maakt voor
de plant om voedende bestanddeelen op te nemen, eenigszins
neutraliseert. Groene heesters dienen bij voorkeur op 't noor
den te worden geplant; die met zachte bladeren beminnen
een zonnige standplaats.
Zich vervolgens tot de dames wendende uitte spreker
den wensch, dat de groote ordelijkheid der Hollandsche
huismoeders zich niet in die mate tot de planten mogt uit
strekken, dat wanneer er b. v. in de huishouding 4 maal
daags wordt gegeten, de planten ook even zoovele malen
van water moeten worden voorzien. Spreker gaf aan, dat
rooden aarden potten een vereischte zijn en verklaarde de
verglaasde bepaald nadeelig; dat in den winter, als de dag
Of per hectare naar den evengenoeinden maatstaf van
6 hectaren, die daags zullen worden gemaaid, omtrent. f 2.97
Hierbij komen:
Kosten van opbinden en aan hoopen zetten, ad 20 cent
per 100, berekend tegen 2000 schoven per hectare - 4.
en voor het uaharken met den paardenhark, dat zou kunnen
noodzakelijk zijn, wanneer het gewas liggend is gemaaid,
of wanneer de binders de aren niet naar behooren in de
schoof hebben gebragt- 4.
Weshalve de kosten van een hectare met de graan-maai-
machine bewerkt zullen komen te staan opf 7.97
Gij ziet, mijne heeren, dat deze berekening niet te hoog is
gemaakt om de onderhavige werktuigen in te voordeelig licht
te stellen.
Immers in de meeste gevallen zullen geen 25 pCt. voor jaarlijksche
afschrijving, herstelling enz. worden vereischt bij 30 werkdagen.
De werkloonen zijn hoog berekend en alleen in de minder guustige
gevallen zal de hulp van twee personen tot verbetering van het
geleverde werk bepaald worden gevorderd.
En bovendien zal meestal een groot deel der kosten van den
paardenarbeid kunnen wegvallen, omdat de landbouwer, die van
de machine gebruik maakt, de bespanning zelf bezit en alzoo de
hier geraamde kosten niet behoeft uit te geven, maar die in
zichzelf vindt.
Dit zoo zijnde, gaat er meer of minder f 2 van de berekende
kosten af en worden die dus gereduceerd tot een geringer cijfer
per hectare.
Indien wij nagaan, dat het zichten of pikken van een hectare,
met binden en aan hoopen zetten, bedraagt f 9 a 10; en dat voor
het snijden met den sikkel f 12 tot 13.50 wordt betaald en in
sommige jaren nog meer.
En indien wij daarbij in aanmerking nemen, dat dit werk, ja,
door enkele arbeiders vrij volkomen wordt uitgevoerd, doch door
de meesten alles behalve volmaakt, en dat altijd het gevolg van de
bewerking met de hand is, dat vele aren achterblijven en dikwijls
vrachten van het land worden opgeraapt, terwijl daarentegen bij
het machinaal maaijen en na-harken niets verloren gaat;
dat door aanwending van de maaimachine eene partij veld
vruchten, zelfs van zes hectaren, op eenen dag kan worden gesneden
en daardoor de arbeid vaii minstens 25 arbeiders wordt uitgewonnen;
dat daardoor wordt verkregen het voordeel van op éénen dag
het land bloot te hebben om ter bereiding voor een volgend gewas
te kunnen worden gebezigd en dat bij al deze voordeelen minder
geldelijke opofferingen van den eigenaar of gebruiker van het maai-
werktuig worden gevorderd dan bij het gewone zichten of snijden
dan aarzelen wij niet de invoering ook in Zeeland aan te bevelen
van het machinale maaijen, overtuigd als wij bovendien nog zijn,
dat de graan-raaaiwerktuigen onmisbaar zijn geworden bij de vaak
voorkomende schaarschte van werkvolk en daaruit ontstaande buiten
sporige eischen der arbeiders tijdens den oogst, maar ook in die
saizoenen, waarin de vruchten snel aanslaan en men per se handen
tekort komt om de verschillende gewassen behoorlijk op tijd te
kunnen afdoen."
korlf en het licht gering is, men hoogst zeldzaam moet
gieten. Is de kleur van den grond in den pot helder, zoo
moet er gegoten wordenis zij dof, dan niet. Het
krommen van het boveneind van het blad is een bewijs
van te veel water. Is de grond te droog, dan draaijen of
krimpen de bladeren. Tusschen al de poriën der aarde
moet lucht zijn. Zij is het die de planten ontleedt. Nooit
stilstaand water in de schotels, want hierdoor ontstaan
zwarte wortels en verzuurt de grond. De wortel eener
gezonde plant moet wit zien. Zieke planten hebben een
bruinen rand op de doorsnede der wortels.
Men kan zieke planten echter gezond maken door roet in
den gieter te doen en weinig te gieten, want de meeste
planten sterven door te veel water. Kamerplanten moet
men, zooveel mogelijk, in het licht plaatsen, met uitzon
dering van de hardbladerige, zooals de welbekende Ficus
elastica. Het doel der plant toch is om schoone bloemen
voort te brengen, en van het licht hangt de ontwikkeling
der kleuren. Een bewijs hiervoor leveren de eerste bloemen
na den winter: «Galanthus nivalis,» sneeuwklokje, en
«Bellis perennis,» madeliefje, die beide wit zijn, omdat de
kracht van de zon alsdan nog te gering is.
Aan het slot zijner rede gaf spreker nog eenige practische
wenken over het planten van vruchtboomen en het bewaren
van vruchten. Hij wees er o. a. op, dat plaatsen die te
waterhoudend zijn eene massa voedende stoffen afvoeren,
en men alsdan weldoet in de gaten puin aan te brengen;
dat goede snoeijing en standplaats voorname vereischten
zijndat eene perzik op het zuidoosten smakelijker vruchten
oplevert dan op het zuiden wegens het branden der zon;
dat wit bepleisterde muren de lichtstralen afstuiten en alzoo
nadeelig zijn voor Ieiboomen, terwijl een donkere muur
de warmte opslurpt en deze in den kouden nacht weêr
afgeeft; dat bladeren een vereischte zijn om krachtige
vruchten te krijgen, en dat men niet te veel vruchten aan
den boom moet laten. Kundige kweekers zijn gewoon
de vruchten in 3 verschillende tempo's te plukken, cn ze
alsdan op eene drooge donkere plaats te bewaren, aangezien
licht en lucht nadeelig zijn.
Een daverend applaudissement was voorzeker de beste
tolk der dankbare gevoelens, die het opgekomen ledental
bezielde voor het genot van zulk eenen leerzamen avond.
Naar men onder dagteekening van 1 Januarij meldt
was het te Veenhuizen rustig gebleven.
De Gron. Crt. plaatst een opwekkend Nieuwjaars
woord, waarin o. a. gezegd wordt: «Ondanks de felste
slagen, waarmee het lot het arme menschenkind teisteren
kan, blijft het leven goed, schoon, goddelijk. Om het in
zijn volheid, rijkdom cn edele genoegens te kunnen genieten,
moet thans weer de aanval gewaagd, de hagchelijke strijd
aanvaard worden tegen het kwaad in zijn ontelbare
vormen. Het is een dag van geloof: in ons zei ven, en in
onze toekomst; een dag, waarin een helder pligtbesef onze
borst rein en krachtig doortintelen moet. Een levendig
besef van den pligt alleen kan in iedere levensbetrekking
den mensch voor werkeloosheid, stilstand, teruggang,
behoeden. Pligtsbetracliting adelt, wekt leven, onderhoudt
het leven, is het rein mcnschelijke leven. Moge deze
gedachten ons gedurende het gansche jaar vergezellen, dan
zal het niemanouzt ontbreken aan «heil en zegen,» dat
ons op dezen dag uit tal van monden wordt toegeroepen
Wie niet is pessimist in groote mate, zegt de Prov. Gr.
Crt. in haar Nieuwjaarsgroet, heeft, dunkt ons, reden, om
met gerustheid de toekomst tegemoet te gaan. Welvaart
heerscht allerwege in den lande. Op de baan van voor
uitgang en ontwikkeling schrijdt Nederland rustig voort.
Genoeg om te hopen, met vertrouwen te hopen, dat de
toekomst die ons wacht, al zal zij van doornen niet vrij
zijn, daarom niet minder rozen zal afwerpen, om te gelooven,
dat «freundliclie Treue» ons tegenlacht. 1876 zij voor
Nederland en de Nederlanders een jaar van voorspoed
en geluk!
De gewezen burgemeester van Hennaarderadeel, Y.
R., heeft cassatie doen aanteekenen van het tegen hem
gewezen arrest door 't prov. geregtshof in Friesland.
Het berigt, dat de droogmaking der Makkumermeer
verzekerd zou zijn en de heeren Ledeboer c. s. de con
cessie zouden hebben overgedragen aan eene vereeniging
van Engelsche heeren, die voor het benoodigde geld zouden
zorgen, wordt door den heer C. C. Ledeboer tegengesproken.
Er is nooit aan gedacht, de concessie over te dragen.
De zoogenaamde goedaardige droes onder de paarden
heerscht te Zalk z66 algemeen, dat geen enkele stal bevrijd is.
Een vrouw te Maastricht heeft op Nieuwjaarsdag
haren man drie welgeschapen, levende zonen geschonken.
De Koning van België heeft in zijn antwoord op de
gelukwenschen der Kamers de noodzakelijkheid doen uitko
men om den vijftigsten gedenkdag van België's onafhanke
lijkheid in 1880 op schitterende wijze te vieren.
Benoemingen, enz.
De heer F. T. Burgers, staats-president der Ziiid-Amerikaansche
republiek, is benoemd tot ridder-grootkruis der orde van den
Nederl. Leeuw.
Tot 2de luit. der iuf. bij het wapen in N.-Indië is o. a. benoemd
de sergeant van het 7de reg. S. W. van Bijlevelt.
Frankrijk.
De maarschalk-president heeft het verzoek om gratie
van eene vrouw, die vier kinderen door speldenprikken had
gedood, en wegens die afgrijselijke misdaad ter dood is
veroordeeld, van de hand gewezen. Zij zal eerstdaags
worden geguillotineerd.
Mejufvr. Bettina von Rothschild, dochter van baron
Alphonse, is met haar neef; het hoofd van de Weener
firma, in het huwelijk getreden. De jongelui zettten hun
huishoudentje op met 125 millioen.
Mejufvr. Bettina heeft ondanks haar kolossaal vermogen
het niet beneden zich geacht een examen voor het lager
onderwijs te Parijs te doen. In verschillende andere vakken
van wetenschap moet deze dame zeer uitmunten.
Engeland.
Bij zijn bezoek te Edinburg heeft lord Derby voor
de studenten een zeer belangrijke rede gehouden over
onderwijs.
Hij begon de studenten met ernst te waarschuwen tegen
te grooten wedijver, dat wil zeggen, hij vermaande de
wetenschap hoog in eere te houden en er niet naar te
streven om maar zooveel kennis te garen als mogelijk was,
alleen met het oog op vruchten, welke zij zou afwerpen,
hetzij in geld, in eer of in invloed. Deze eeuw is de eeuw
der concurrentie en men hecht veel te veel waarde aan de
zege, die de een boven den ander behaalt. Bij den wedstrijd
zegepraalt slechts één, tal van medestrijders blijven achter.
Dit is niet het doel van de hoogste wetenschap, die niet
afgemeten wordt naar de waarde, welke zij afwerpt in eer
of in geld. Aan verreweg de meesten, die dezen wedstrijd
medemaken, wordt slechts teleurstelling bereid, hetgeen niet
het geval is bij hen, die kennis trachten te garen om der
wille van de wetenschap. Grondige kennis dus in de eerste
plaats, geen veelweterij.
Er wordt veel gesproken over den magtigen invloed van
den tijdgeest en er heeft inderdaad eene sociale nivellering
plaats. Maar er blijft een diepe, breede klove bestaan
tusschen de goedontwikkelden en de ledige hoofden, 't Is
zeer mogelijk en men ziet het dagelijks gebeuren, dat een
man zonder ontwikkeling, zonder eigenlijke kennis, in de
wereld vooruit komt, geld gaart en rijk wordt. Maar is
de herfst des levens voor dezen aangebroken, dan ziet 't er
treurig voor hem uit. Hij ax-beidt en arbeidt rusteloos voort,
omdat dit zijn eenige levenstroost is, zin voor iets anders
kent hij niet. De wereld is voor hem een gesloten boek.
En arbeidt hij niet, dan vervalt hij tot slechte gewoonten.
Maar ook een ander gevaar kleeft aan eenzijdige onvol
komen ontwikkeling.
Er bestaat een oud spreekwoord: mannen, die steeds op
een en hetzelfde denkbeeld terugkomen, moet men uit den
weg gaan. Beperkte kennis vindt men meest bij zooge
naamde mannen van gevestigde overtuiging. Vandaar die
massa vooroordeelen. Velen hadden hun leven veil voor
een idéé, dat zij niet eens begrepen. Weinigen zijn slechts
veilig voor dit gevaar, misschien zelfs niemand, 't Leven
biedt daarvoor voorbeelden te over aan. De een meent, dat
't b. v. niet anders kan, of de Engelsche constitutie moet
allerwege ingevoerd worden; een tweede heeft weder eene
andei*e overtuiging. Meeningen zijn als vuur: goede vrienden,
maar slechte ï-aadgevers; grondige kennis behoedt echter
tegen dit gevaar. De geschiedenis leert, dat er meer eeuwen
waren als de tegenwoordige, toen brandende, schijnbaar
onoplosbare kwestiën allerwege beroering bragten en ten
slotte kwam men toch geleidelijk tot een oplossing. Napo-
leon's voorspelling, dat Europa na 50 jaren óf een kozakken-
staat óf een republiek zou wezen, is geen waai'heid geworden.
Zoo ging het ook andere profëtiën. Hoeveel schrandere
politiek werd door de historie tot onwaarheid gemaakt!
Hierop wees de spx'eker op een ander gevaar: dat der
oppervlakkige studiën. Heel de wereld predikt thans, dat
de wetenschap populair gemaakt moet woi'den. Populaire
wetenschap nu is in de oogen van graaf Derby een onding.
Men kan de vruchten der wetenschap populaidserenmen
kan b. v. een kind leeren, hoe zich de hemelligchamen
bewegen, maar dat is geene wetenschap. Wetenschap gaat
dieper, zij eischt heel het leven. Ten huidigen dage wordt,
even als in Engeland en Schotland sedert eeuwen, allerwege
veel geld besteed voor inrigtingen voor onderwijs. Maar
waarom slaan de rijke lieden de handen niet ineen om eèn
50- of een lOOtal van de uitstekendste mannen der weten
schap een onbekrompen bestaan te verzekeren, opdat zij
ongestoord hun leven aan de wetenschap zouden kunnen
wijden? Deze mannen bewijzen der maatschappij groote
diensten. Waarom geeft de maatschappij hun op die wijze
niet wat terug? Dat zijn geen staats-, maar maatschap
pelijke bemoeijingen. 't Geld zou niet beter besteed
kunnen worden.
De «ridder der Koningin» champion of the Queen
de heer Ilenry Lionel Dymoke, van Scrivelsby in Lin-
colnshire, is in den ouderdom van twee-en-veertig jaren
overleden. Wijlen deze ridder was niet in de gelegenheid
zijn ambt uit te oefenen; het bestaat nl. daarin dat hij
op den dag der krooning van een Koning of van eene
Koningin, in volle wapenrusting, tot een tweegevecht moet
uitdagen ieder die het waagt de regten van den of de
gekroonde op den troon te betwijfelen; overigens is dit
gebruik reeds sedert de krooning van George IV komen
te vervallen; desniettemin blijft het ambt in de familie
Dymoke, welke het reeds eeuwen bezit.
Duitschlaid.
Z. M. do Keizer hield op Nieuwjaarsdag de gewone
recepties. De grijze veldmaarschalk von Wrangel bragt,
aan 't hoofd eener deputatie van generaals, aan Z. M. de
wenschen van 't leger. Von Bismarck verscheen aan 't
hoofd der ministers, wat hij de twee vorige jaren, wegens
ongesteldheid, niet had kunnen doen.
De regering wil weldra stappen doen om de misbruiken
te voorkomen, die voortspruiten uit den verkoop van Ameri-
kaansche doctorsbullen, die voornamelijk van Philadelphia
komen.
De gepensioneerde majoor van het Nederl. Indische
leger, Steek, te Dresden, beschuldigd van bet aanmoedigen
tot dienstneming in het Nederl. Indische leger, heeft zich
door de vlugt aan verdere vervolging onttrokken. Zijn
medebeschuldigde, Schwarz, bevindt zich in handen der
Duitsche politie.
De gorilla uit den dierentuin te Dresden, het eenige
levend exemplaar in ons werelddeel zooals men weet, toevallig
als gorilla herkend nadat het dier lang voor een gewonen
aap gehouden was, is dezer dagen overleden.